Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Tack heeft het woord.
Voorzitter, geachte leden, minister-president, ik vermoed dat u zaterdag de krant hebt gelezen. Ik weet niet wat u op dat moment aan het doen was. Dat gaat me ook niet aan. Ik lees de krant echter bij de koffie, en toen ik het interview met federaal vicepremier en minister van Buitenlandse Zaken Reynders las, verslikte ik me in mijn koffie. Ik weet niet of u zich hebt verslikt.
In dat interview zei de vicepremier dat de Federale Regering rekende op 350 miljoen euro van de deelstaten om de federale begroting op koers te houden. Hij rekende erop dat dit via onderhandelingen zou kunnen gebeuren. Mocht dat echter niet lukken, aldus Reynders, dan zal de Federale Regering zelf stappen moeten zetten. Ik citeer hem: We zouden bijvoorbeeld kunnen stoppen met bepaalde uitgaven of kortingen op fiscaal vlak. Zo kan ik er een heel aantal opnoemen waarvan we, als er geen akkoord komt, moeten nadenken of we ze nog willen doen. Forse taal, zou ik zeggen.
Nu, de dag erop, in De Zevende Dag, was hij al heel wat gematigder. Toen zei hij dat Vlaanderen eigenlijk al zijn deel doet door een begroting een evenwicht te hebben. Het zijn vooral Wallonië en Brussel die nog hun bedrage zullen moeten betalen. Hij kon het echter toch niet laten om meteen ook nog eens de usurperende bevoegdheden en de bijdragen van de gewesten voor de pensioenen van de gewestelijke ambtenaren te vernoemen.
U hebt destijds gezegd dat u over die usurperende bevoegdheden sinds de zomer geen contact meer hebt gehad met de Federale Regering. U hebt gezegd dat de Federale Regering zelf maar moet zorgen voor de verbintenissen die ze op zich heeft genomen. Vlaanderen zal terzake geen bijdrage leveren. Vlaanderen zal die niet aanvaarden zonder er de nodige financiering voor te krijgen.
Wat is uw reactie op al die stellingen van de federale vicepremier? Dat lijkt me toch stoere taal.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Tack, dit is een vraag die u in het verleden ook al eens hebt gesteld. U stelt die nog eens opnieuw om te zien of ik standvastig ben. De heer Van Hauthem zal dat straks ook nog eens doen. Ben ik standvastig in mijn visie en daadkracht? Het antwoord is ja. (Opmerkingen)
Ik heb daar ook op gereageerd, zoals u weet. Ik betreur dat erg doorzichtige spelletje van minister Reynders. Hij weet wat ik in dit parlement heb gezegd, en dat ik daarachter blijf staan. Misschien zit hij te veel in het buitenland. Ik weet het niet. We worden nu geconfronteerd met ernstige problemen, in Vlaanderen en ook op andere niveaus. Wij zullen verder een begroting in evenwicht realiseren. De begrotingscontrole komt eraan. Ik heb begrepen dat het advies van de Hoge Raad van Financiën (HRF) er ten laatste in april 2013 zal komen. De heer van Rouveroij heeft daarnaar verwezen.
En wat de usurperende bevoegdheden betreft, wil ik hier nog eens herhalen dat we altijd het volgende hebben gezegd: Goed, als u bevoegdheden hebt op het regionale niveau waarvoor u federaal betaalt, dan is het uw volste recht om daarmee te stoppen, maar dan zullen wij de engagementen die u bent aangegaan niet zonder meer onverkort overnemen. Ik heb dat nog eens even herhaald. Ook heb ik herhaald dat we voor de pensioenlasten van onze ambtenaren in de begroting een goede 50 miljoen euro hebben ingeschreven. Wat dat betreft, komen we ons engagement na.
Ik heb net zoals u gehoord dat zondag tijdens De Zevende Dag al werd gesteld door Didier Reynders himself: Maar wat Vlaanderen betreft, is een begroting in evenwicht al voldoende. Ik ga er dus van uit dat hij onze reactie nog eens heeft beluisterd en dat hij begrepen heeft wat ons standpunt is.
Ik wil er nog aan toevoegen dat we altijd bereid zijn om over de usurperende bevoegdheden te spreken, maar er is, zoals u terecht opmerkt, de laatste weken geen enkele vraag gekomen van of actie ondernomen door de federale overheid. Misschien is er iets op komst, en dan zal ik er dit parlement over inlichten.
U bent aan het wachten op de Federale Regering zoals de duivenmelkers op de duiven wachten. U noemt het een doorzichtig politiek spelletje. Ik noem het chantage met het mes op de keel. Hij zegt: we gaan onderhandelen, maar als wij de deal niet kunnen sluiten zoals wij wensen, dan zullen wij er zelf wel voor zorgen dat het scenario verloopt zoals wij het willen. Dat is met het mes op de keel. Ik heb eens gekeken of u geen snijwond hebt, maar ik zie nog niets in uw hals. Het is geen uitspraak van de eerste de beste, maar van een vicepremier. Ik mag aannemen dat die man spreekt in naam van de Federale Regering. Uw partij maakt ook deel uit van die Federale Regering. Ik zou dit toch niet zomaar als een doorzichtig politiek spelletje durven klasseren.
De heer Van Mechelen heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collegas, laat het duidelijk zijn: ook wij nemen afstand van de stijl van de heer Reynders, zij het dat we natuurlijk het debat ten gronde niet uit de weg kunnen blijven gaan. Wij pleiten voor samenwerkingsfederalisme. Ik veronderstel dat dat voor u met de nieuwe minister van Financiën veel beter zal gaan dan met zijn voorganger. Maar wat ik heb onthouden van zijn voorganger zondag, was dat hij citeerde dat ook Vlaanderen om de begroting in evenwicht te houden, in 2013 een inspanning van ongeveer 600 miljoen euro zou moeten doen. Daarover had ik graag een bijkomende vraag gesteld. Is het inderdaad van die orde? Zo ja, dan is het echt vijf voor twaalf. Er zijn al twee maanden voorbij, u kunt nog besparen op tien maanden, maar dan is een versnelde begrotingscontrole meer dan ooit aangewezen.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister-president, u zegt dat er de laatste dagen en weken geen actie geweest is in verband met de usurperende bevoegdheden. Voor ons zitten er wel een aantal heel belangrijke zaken tussen zoals de ontwikkelingssamenwerkingsprojecten van de universiteiten en het grootstedenbeleid. Het zijn zaken, zeker wat de ontwikkelingssamenwerkingsprojecten betreft, waar toch redelijk wat mensen werken die al een hele tijd in onzekerheid zitten over wat er nu precies zal gebeuren. Ik ben het met u eens dat aangegane engagementen moeten worden voortgezet.
We hebben bij de energiebesparingen inderdaad al gezien wat er gebeurt als er veel ruzie wordt gemaakt. Ze werden niet overgenomen door Vlaanderen en dat betekent volgens de Vlaamse Confederatie Bouw een verlies van duizend banen. Ik zou niet willen dat dit opnieuw gebeurt voor wat de andere bevoegdheden betreft. Uw partij zit zowel Vlaams als federaal in de meerderheid. Ik zie niet in waarom het zo lang moet duren om die zaken te regelen.
Mijnheer Van Mechelen, onze begrotingscontrole wordt nu technisch volop voorbereid. U kent de dril wat begrotingscontroles betreft. We zullen zo snel mogelijk antwoorden geven. Vorige week werd ook al gevraagd of het niet vroeger kan dan 30 april. U hebt gelijk: hoe sneller hoe beter. Maar ik meen dat we goed cijfermateriaal moeten hebben om de discussie te voeren. U moet zich daar geen zorgen over maken: het is geen gemakkelijke oefening, maar we zijn ermee bezig, alles wordt nu technisch voorbereid.
Collega Meuleman, ik denk dat ook de collegas van sp.a in het verleden vragen hebben gesteld over de universitaire ontwikkelingssamenwerking, over de projecten. Ik heb ook begrepen dat de universiteiten bij de nieuwe bevoegde federale minister zijn geweest, en dat die hun ook een aantal antwoorden heeft gegeven.
Ik ben het met u eens dat men die universiteiten en die mensen zekerheid moet geven. Ik heb begrepen dat die zekerheid voor een deel gegeven is. Het is niet goed dat andere ministers van dezelfde Federale Regering dan andere signalen geven. Dat leidt tot enige verwarring. Daar kan ik mij alleen maar bij aansluiten.
Voorzitter, iedereen kan zeggen wat hij moet zeggen, ook federale vicepremiers. Maar Vlaanderen is de belangrijkste deelstaat van België: 60 procent van de bevolking, 70 procent van het bruto binnenlands product (bbp) en 80 procent van de export. We zijn het niet gewoon om zulke taal te horen. Collega Van Mechelen, en u ook, collega Tack, u kunt dat alleen maar bijtreden, denk ik. Met de belangrijkste deelstaat van België wordt er toch op een andere manier gediscussieerd dan de stijl van collega Didier Reynders.
Minister, op één vraag van collega Van Mechelen hebt u niet geantwoord: of de orde van grootte van de inspanningen die u moet leveren om de begroting andermaal in evenwicht te krijgen, inderdaad 600 miljoen zou zijn.
Ik wil om te besluiten ook nog iets zeggen over die stijl. De manier waarop die Belgische schoonmoeder de belangrijkste entiteit van dit land behandelt, vind ik wel heel erg. Als dit het samenwerkingsfederalisme is en als dit het toekomstige confederalisme moet zijn Vlaanderen vertegenwoordigt 60 procent van de bevolking, 70 procent van het bnp en 80 procent van de export. Vlaanderen houdt dit land recht en ondersteunt mee de andere deelstaten. Als dat de attitude is waarmee deze Belgische schoonmoeder ons bejegent, dan zijn we beter af zonder die schoonmoeder dan met. Dan het wordt het tijd dat we een eigen Vlaamse staat met een eigen fiscaliteit en een eigen totale autonomie hebben, en dat dit soort discussies tot het verleden behoren. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.