Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Jans heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik vermoed dat u maandagmorgen net als heel veel andere automobilisten gevloekt hebt toen er op de ring rond Brussel een file ontstond van meer dan drie uur. Een jaar geleden hebben we deze discussie ook gevoerd, toen was er een gelijkaardig ongeval gebeurd op een knelpunt. Nu gebeurde het ongeval in Jette en de hele Brusselse ring zat vast.
Ik vermoed dat u toch wel ontevreden was misschien vloekt u niet, dat zou kunnen, ik doe dat soms wel omdat ik weet dat u hard werkt aan een oplossing voor deze problematiek. Het is heel belangrijk dat bij een incident heel snel wordt ingegrepen zodat die plaats zo snel mogelijk wordt vrijgemaakt om het aantal verliesuren te beperken.
U hebt in de commissie al uitvoerig toegelicht dat het een heel complexe problematiek is, dat er veel spelers bij betrokken zijn. U hebt ook al maatregelen genomen, sommige gaan al wat makkelijker dan andere.
Een belangrijk knelpunt was ook maandag dat de takelwagens mee in de file staan, dat ze mee moeten aanschuiven om op de plaats van het incident te komen. In de commissie hebben we hier al over gezegd dat het essentieel is en dat u er volledig achter staat dat de takelwagens prioritaire voertuigen worden, dat ze een zwaailicht krijgen en dat ze via de pechstrook op een snelle manier bij het ongeval kunnen komen om de plaats snel terug vrij te maken.
Ik vernam uit de pers dat u die vraag inderdaad aan de federale overheid hebt gesteld, het is immers niet onze bevoegdheid, maar dat u daar een nul op het rekest kreeg. Het is niet mogelijk om de takelwagens als prioritair te beschouwen. Op dat vlak hebben we dus geen vooruitgang geboekt. Is dat inderdaad zo? Zijn er nog alternatieven om dit toch te bewerkstelligen?
Minister Crevits heeft het woord.
Voorzitter, mevrouw Jans, ik antwoord meteen op uw punctuele vraag. Het is inderdaad zo dat er geen toelating werd verleend om van de takelwagens prioritaire voertuigen te maken. We hebben deze problematiek in het verleden al een aantal keer besproken. Ik wil nog eens voor iedereen duidelijk maken dat ik niet de bevoegde minister ben, ik kan een dergelijke prioriteit niet verlenen. Het gaat over een zwaailicht dat men plaatst op takelwagens en over een geluidsinstallatie om aan te duiden dat ze prioritair zijn. Er was nog een tweede vraag, namelijk om die wagens ook toe te staan gebruik te maken van de pechstrook.
Ik heb een werkgroep incident management opgericht waar ook de federale politie en het parket naartoe komen. Alle adviezen daar zijn negatief. Er is een advies van Centrex, het expertisecentrum inzake verkeershandhaving ten behoeve van de geïntegreerde politie, er is een advies van het college van procureurs-generaal en er is een advies van de federale hulpdiensten. Ze zeggen unaniem dat de toelating niet mag worden gegeven, dat slechts heel beperkend blauwe zwaailichten mogen worden verleend. Ik heb ondertussen vernomen dat ook de brandweerwagens en de civiele bescherming in principe geen gebruik mogen maken van de pechstroken, en ook zij zijn vragende partij.
De adviezen zijn negatief, maar ik blijf van mening dat het toch een goede zaak zou zijn om het te doen, vandaar dat op het overleg van 30 januari dus voor het ongeval gevraagd werd dat ik een nieuwe afspraak zou maken met staatssecretaris Wathelet om de problematiek nog eens politiek te bespreken. Er zijn wel negatieve adviezen, maar de staatssecretaris kan nog altijd beslissen om de toelating wel te geven. We hebben eerst gepoogd om die adviezen in een andere richting te krijgen, wat dus niet gelukt is.
Het is spijtig nieuws dat het niet gelukt is. Ik ben aan de andere kant tevreden dat u zegt dat u het wel belangrijk vindt. Ik vind het zelf ook heel belangrijk dat het wel zou moeten kunnen.
Als ik het goed begrijp, zult u nu andere mogelijkheden aftasten, maar hoe ziet u dat dan? Op een bepaald moment hebt u gezegd dat er ook een mogelijkheid is om in de wegcode te schrijven dat de politie kan bepalen wie op dat moment als prioritair wordt beschouwd, waardoor ze toch ter plaatse zouden kunnen komen. Graag kreeg ik wat meer uitleg over hoe u de oplossing ziet.
De heer Reekmans heeft het woord.
Minister, u vertelde daarnet dat u naar een oplossing zoekt, en ik denk dat dat een goede aanzet is. Maar ik heb toch nog een heel concrete vraag. Als we dit willen gaan regelen, dan denk ik dat de enige mogelijkheid is om het in te schrijven in de wegcode. De vraag is dan echter wel in welke mate we dit vandaag vanuit Vlaanderen gedaan kunnen krijgen.
Minister, het is allemaal niet heel duidelijk wat die borrelnootjes waren, wat die staatshervorming is, en wat er nu al of niet komt, maar komt er hier een stuk van naar Vlaanderen? Weet u daar al iets over? Het is echt nodig dat we het tenminste zelf vanuit Vlaanderen op de Vlaamse wegen kunnen regelen. De enige manier om hieruit te geraken, is door het in te schrijven in de wegcode. Daarover verneem ik van u graag iets meer.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, als we het hebben over lange files op de ring rond Brussel, is dat natuurlijk een mooie aanleiding om te vragen naar de stand van zaken over de herinrichtingsplannen voor de ring rond Brussel. Er werd niet zo lang geleden een studie gepubliceerd door Transport & Mobility Leuven, waaruit bleek dat het een verlieslatende investering zou zijn om de ring te verbreden. De files zouden niet opgelost geraken en er zou gezondheidsschade ontstaan door het aanzuigeffect van wagens waardoor er ook meer uitstoot is.
Minister, graag kreeg ik van u nog eens een stand van zaken. Wanneer neemt de Vlaamse Regering een beslissing over de uitbreidingsplannen van de ring rond Brussel?
Mevrouw Smaers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het antwoord dat u hebt gegeven. Ik weet dat een verkeersveilige en snelle afhandeling van incidenten voor u ook een prioriteit is. U hebt daarom terecht een tijd geleden een werkgroep opgericht onder uw hoede rond incidentmanagement om samen met federale collegas te kunnen werken rond een integrale aanpak van dit incidentmanagement. Ik vind het heel terecht dat u dat hebt gedaan, omdat er naast het prioritair maken van takelwagens ook heel wat andere zaken kunnen worden verbeterd om sneller die incidenten af te handelen, en om sneller wegen vrij te kunnen maken.
Ik verwijs ook naar enkele voorbeelden. De dynamische verkeerssignalisatie op de wegen kan men extra behandelen. Er is ook de optie voor het nog meer inzetten van FAST-teams (files aanpakken door snelle tussenkomst), en er is het dossier van de FAST+-teams. Er zijn dus heel wat punten die in het werkgroepoverleg van het incidentmanagement zitten.
Minister, wanneer kunt u met een integraal plan rond incidentmanagement komen?
Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Minister, het ongeval maandagochtend heeft er in ieder geval toe geleid dat we toch eens moeten nadenken over hoe we omgaan met ongevallen en incidenten om grote monsterfiles te voorkomen. De problematiek is wel ruimer dan enkel de takelwagens, zoals hier al enkele malen is aangehaald. Ik zal er u nog wel een vraag over stellen in de commissie. Ik had de vraag vanmorgen net te laat ingediend.
Minister, gisteren is er ook in de Kamer van Volksvertegenwoordigers een vraag over gesteld. Staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit Wathelet heeft geantwoord dat hij enkel bevoegd is voor verkeersregels. Dat was zijn antwoord. Waarschijnlijk was dat in antwoord op de discussie over de takelwagens en het gebruik van de pechstrook.
Ik denk echter dat dit debat toch ruimer is dan enkel die takeldiensten. Daarom zou ik deze vraag verder willen behandelen in de commissie, en heb ik er dus vanmorgen een vraag over ingediend.
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, ik heb een heel punctuele vraag over de FAST-takeldiensten, wat staat voor files ten gevolge van ongevallen aanpakken door een snelle tussenkomst. Werken die snelle takeldiensten ondertussen? Zowel FAST als FAST+? Ook wat betreft de vrachtwagens? Werkt dat procedé ondertussen op en rond de Brusselse ring? Ik denk namelijk dat dit heel cruciaal is. En het kan ook wel een verklaring zijn voor het feit dat het maandagochtend helemaal is misgelopen: namelijk omdat FAST en FAST+ op en rond de Brusselse ring nog niet helemaal operationeel zijn.
Collegas, ik ga proberen op alle vragen te antwoorden. Ik heb geprobeerd om daarnet punctueel te antwoorden op de actuele vraag, die ging over het blauwe zwaailicht. Nu vraagt u naar de stand van de Brusselse ring, naar de omgang met incidentmanagement in Vlaanderen. Ik denk dat het goed is om in dit kader punctueel te antwoorden op punctuele vragen.
Niettemin, mijnheer Sanctorum, in verband met de uitbreidingen blijf ik bij de lijn die ik al heel lang aanhoudt: een strategisch MER moet eerst zijn goedgekeurd. Die goedkeuring hebben we nog niet. Vorige week is er een vraag over geweest in de commissie, u was er niet. Zodra het strategisch MER volledig is goedgekeurd, zullen we het agenderen.
Mijnheer Reekmans, het is juist dat het blauwe zwaailicht nog geen toelating geeft om te rijden op de pechstrook. We kijken of we in het kader van onze huidige bevoegdheden een eigen reglement kunnen maken, bijvoorbeeld enkel voor de pechstroken op de Brusselse ring. Voor heel Vlaanderen kan dat sowieso niet. Ik kan onmogelijk als minister een globale toelating geven. Het zou misschien wel kunnen, en dat wordt nu juridisch bekeken, op een beperkt segment. Ik heb nog geen eindconclusie, maar misschien kunnen we zo gedeeltelijk tot een oplossing komen.
Mevrouw Van den Eynde, het is juist dat staatssecretaris Wathelet bevoegd is voor de verkeersregels, ook om de machtiging te verlenen voor dat zwaailicht, maar alles wat politie betreft, is uiteraard de bevoegdheid van de minister van Binnenlandse Zaken, die ook mee is uitgenodigd op het overleg in verband met incidentmanagement. Ik heb verwezen naar staatssecretaris Wathelet, maar er zijn meerdere ministers bevoegd, dat is juist.
Mevrouw Smaers, er is een Vlaams draaiboek voor incidentafwikkeling, maar als er een ongeval gebeurt, komt uiteraard de politie ter plaatse en geeft de instructies. Het is niet zo dat het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) wordt opgebeld en dat die mensen naar daar gaan in een geel autootje om alles te regelen. Mijn bevoegdheden zijn beperkt. Het is bij uitstek een probleem dat we geïntegreerd moeten aanpakken met verschillende overheden.
Ik hoop echt, en er zijn al wat conclusies, dat we het draaiboek allemaal kunnen aannemen. Ik heb de politionele diensten nodig, de civiele bescherming, de brandweer. Iedereen moet goed gecoördineerd kunnen werken. Dat gebeurt ook vaak, bij veel ongevallen, maar soms, zoals maandagmorgen, valt er iets voor het op het slechtst mogelijke moment op een slechte en zeer filegevoelige plaats, collegas, mevrouw Jans.
Mijnheer Keulen, voor de Brusselse ring is er nog geen FAST-contract. Ik speel open kaart. Er zijn moeilijkheden. Er zijn twee types FAST: eentje voor personenwagens en eentje voor vrachtwagens. Er zijn ook al twee aanbestedingen geweest. Er zijn een paar bestekken goedgekeurd, maar niet voor de Brusselse ring. De eerste keer hebben we vastgesteld dat de prijzen exorbitant hoog waren. Mevrouw De Ridder heeft mij in de vorige legislatuur eens aangepakt omdat die prijzen veel te hoog zijn. Je moet snelheid ook combineren met betaalbaarheid. Mijn diensten vonden echt dat het onverantwoord was om te gunnen. We zien ook een grote concentratie, veel groepen die samenwerken, en juridisch kan dat niet. We moeten het bestek nu voor de derde keer proberen te verfijnen.
Ik heb onmiddellijk, want ik maakte me ook die bedenking, het verslag opgevraagd van wat daar is gebeurd. Ik geef u mee wat mijn diensten aan mij hebben gerapporteerd. Om 6.10 uur werd de verkeerspost verwittigd. Om 6.20 uur was de interventieploeg ter plaatse. Dat zijn de mensen van de wegpolitie. Om 6.25 uur is de depannagedienst gevraagd, en die was binnen een aanrijtijd van 20 minuten aanwezig, maar bleek niet het volledig geschikte materiaal mee te hebben, waardoor er extra materiaal is moeten komen, dat er ook weer was na 20 minuten.
De aanrijtijd in het kader van FAST is ook 20 minuten. Het is zeker niet zo dat je kunt zeggen dat, als FAST er was geweest, alles opgelost zou zijn. Het voorstel van de VAB is hetzelfde: ze pleiten voor een permanentie op de ring. Dat is zeker een interessant voorstel, maar dat was ook geen oplossing geweest, want dat is voor personenwagens. Er was een vrachtwagen betrokken in dit ongeval. Een bijkomende voorwaarde is dat je het juiste materiaal moet hebben.
Wat heeft nog ongeveer een extra uur of meer gekost? Dat is het feit dat er heel veel smurrie op de weg was terechtgekomen en dat men vrij lang heeft moet opruimen en kuisen vooraleer de rijweg kon worden vrijgegeven. Dat heeft ervoor gezorgd dat pas om 9 uur de weg weer volledig vrij was. Het heeft drie uur geduurd. Dat is zeer lang. Misschien kan dat beter. Ik ben er een groot pleitbezorger van dat FAST er komt, maar dat moet dan wel op een correcte manier gebeuren, met voldoende gezonde concurrentie.
Ik ben er nog niet van overtuigd dat FAST voor dit ongeval voor een betere en snellere afwikkeling zou hebben gezorgd. De takelaars werken trouwens met een beurtrol. Er wordt altijd gekeken naar iemand die snel ter plaatse kan zijn. Uit het eerste verslag heb ik geen melding dat er te veel tijd verloren zou zijn gegaan.
Minister, u hebt antwoord gegeven op mijn vragen. Het is essentieel dat wij dit als prioriteit blijven bewaren en dat u bekijkt wat we ten aanzien van het eventueel gebruik van de pechstrook binnen onze bevoegdheid kunnen doen. Het blijkt moeilijk te zijn omdat de federale overheid dat blijkbaar niet als een prioriteit beschouwt. Ik hoop dat u verder inzet om binnen de huidige context tot een overeenstemming te komen.
Zoals mevrouw Smaers en mevrouw Van den Eynde al zeiden, is het een complexe problematiek met veel aspecten om incidentmanagement op een goede manier te laten verlopen. Ik denk dat dat nog wel wat discussies in de commissie behoeft.
De actuele vraag is afgehandeld.