Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Jans heeft het woord.
Minister Crevits, u wrijft zich ook al in de handen. Het thema parkeerbeleid in en rond Brussel, zeker de overstapparkings, is een van de themas die ik toch wel nauwgezet opvolg. We hebben dit zowel in de plenaire vergadering als in de commissie al uitvoerig besproken. U hebt daarin een standpunt ingenomen en duidelijk gezegd dat u naar een overleg zou gaan op intergewestelijk niveau. Vanaf januari zou u heel intensief de problematiek van de randparkings bespreken omdat het voor de pendelaars die iedere dag in Brussel komen werken, zeer belangrijk is dat zij op een gemakkelijke manier op de bus, de metro of de tram kunnen stappen.
Ondertussen heeft het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest zijn Gewestelijk Parkeerbeleidsplan opgemaakt. Dat is op de ministerraad van de Brusselse Regering besproken in december 2012. Er loopt nu een openbaar onderzoek, van januari tot maart. Een aantal organisaties, zoals Febiac en Touring, hebben daarop gereageerd. Ze zijn er zeer positief over dat er een uniform beleidsplan wordt opgemaakt voor heel Brussel, maar ze stellen zich de vraag die ik onderschrijf in welke mate de parkeerplaatsen op de openbare weg zouden verminderen. Dat is een goede piste, maar dan moet men wel in andere parkeerplaatsen voorzien. Daar kunnen die randparkings of transitparkings oplossingen bieden. Dat zou nu in het beleidsplan te weinig aan bod komen: het plan zou te weinig duidelijkheid bieden of daar de volgende jaren toch een oplossing voor zou komen.
Er loopt nu een openbaar onderzoek. Dat wil zeggen dat gemeentes hun advies kunnen geven, dat het middenveld haar adviezen kan geven, dat bewoners hun klachten of opmerkingen kunnen binnenbrengen. In welke mate is de Vlaamse Regering daarbij betrokken? Is dat besproken in die werkgroep rond het parkeerbeleid tussen het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en het Vlaamse Gewest? Zo ja, in welke mate kunnen wij dat nog bijsturen?
Minister Crevits heef het woord.
Het klopt inderdaad dat de Brusselse Regering haar Gewestelijk Parkeerbeleidsplan heeft vastgesteld. Het is een voorlopige vaststelling, en dat vormt de basis voor de verdere discussie. Het Openbaar onderzoek loopt tot eind maart. Het is absoluut de bedoeling dat wij ook vanuit Vlaanderen daar een advies over geven.
De problematiek van de transitparkings komt daar aan bod op één pagina. Het is vrij beperkt: er worden een aantal principes beschreven, maar dat wordt niet in detail uitgewerkt. Dit is inderdaad een van de punten die toch wat beter zouden moeten worden uitgewerkt. Dat neemt niet weg dat we in de intergewestelijke werkgroep op dit ogenblik naast het ontwerpplan zelf ook een hele discussie opbouwen rond de aanpak van de transitparkings. Daar moet nog verder een beleid worden uitgewerkt, we hebben er al vaak over gesproken. Wij zullen dus ook onze opmerkingen formuleren op dat parkeerplan.
Wat voor mij van belang is, is de communicatie uit een brochure van een paar weken geleden, waarin men uitdrukkelijk stelt dat het Gewestelijk Parkeerplan moet worden aangevuld door de gemeentelijke parkeerplannen en dat het de bedoeling is dat alles pas in werking treedt nadat het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest de gemeentelijke parkeerplannen van alle gemeenten zal hebben goedgekeurd, dus ook dat van Brussel, waarover we hier al een tijd geleden hebben gediscussieerd.
Het lijkt me van belang om op die manier te werken. Intussen zetten we het bilateraal overleg sterk voort. Uiteraard lijkt uw suggestie van de transitparkings die ook in de media wordt gedaan zeer zinvol.
Ik mag er niet op vooruitlopen maar dat zal in ons advies verwerkt worden. Er is niet alleen advies, het wordt ook actief aangepakt in de werkgroep. Die komt op 27 februari opnieuw samen.
Minister, ik ben zeer tevreden dat u zelf al de intentie had om die opmerking te maken. Het is inderdaad een zeer terechte opmerking van FEBIAC en Touring.
De afgelopen vijftien jaar werd gediscussieerd over bijkomende parkings en over het al dan niet gratis parkeren, maar er is heel weinig gebeurd. Ik vind het zeer opmerkelijk dat het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest nu een plan opmaakt zonder echt veel aandacht te besteden aan de transitparkings hoewel ze van de problematiek op de hoogte zijn. Ik ben zeer blij dat u dat knelpunt in uw advies gaat opnemen. Het is van groot belang dat het in de intergewestelijke werkgroep wordt besproken. Ik vertrouw erop dat we bij de definitieve vaststelling van het plan tot in detail zullen zien wat Brussel en Vlaanderen gaan doen in het kader van de randparkings.
De heer Delva heeft het woord.
Mevrouw Jans stelt terecht dat het een hele stap vooruit is dat er werk wordt gemaakt van het gewestelijk parkeerbeleid in Brussel. Terecht haalt ze de problematiek van de transitparkings aan.
Het spreekt vanzelf dat het een zaak is van de drie gewesten. Er komen waarschijnlijk parkings in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, het Vlaamse Gewest en het Waalse Gewest. Vanzelfsprekend moeten daaromtrent overlegmomenten worden georganiseerd. Ik heb er alle vertrouwen in dat de overlegstructuur tussen Brussel en Vlaanderen optimaal zal functioneren.
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, de honderdduizenden Vlaamse pendelaars die hier actief zijn, zullen u afrekenen op de beschikbaarheid van de transit- of overstapparkings. Met alle respect, voor de rest is elk gewest autonoom. Ook Brussel doet wat het wil op het vlak van parkeren. Ondanks alle mooie beloftes dreigt de pendelaar opnieuw in de kou te blijven staan. Hij heeft geen alternatief om zijn voertuig aan de gewestgrens veilig te parkeren en tijdig op het werk te geraken.
Het is niet alleen een zaak van die parkings te realiseren op grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest maar ook op grondgebied van het Waalse Gewest en in Vlaanderen. U zult daar werk van moeten maken en niet alleen bekommernissen uitspreken op het moment dat dat plan in werking treedt. Als de overstapparkings er niet komen, hebt u een probleem.
Problemen zijn er om te worden opgelost. We hebben dit in de commissie al ettelijke keren besproken. We moeten de principes duidelijk stellen.
In het gewestelijk parkeerplan voor Brussel zoals het nu is opgesteld, staat een beknopte beschrijving van de problematiek van de transitparkings zonder dat men in detail gaat treden. Voor mij hoeft niet alles in detail geregeld te zijn. We moeten wel de krachtlijnen kunnen vastleggen. We kunnen regels poneren, maar hoe gaan we ervoor zorgen dat Brussel voor de pendelaars goed bereikbaar blijft?
Ik ontken niet dat dat investeringen vraagt op het grondgebeid van alle gewesten. Dat strookt perfect met onze Vlaamse visie. Het kan niet de bedoeling zijn dat wij op Brussels grondgebied gaan meebetalen aan parkings. Die vraag werd ook niet gesteld. Ik wil dat gerucht zeker uit de wereld helpen.
We zullen zeker ons part doen. U zult die inbreng kunnen lezen. Het overleg verloopt in een goede sfeer. Ik ga ervan uit dat we tot een consensus komen.
Minister, het is heel belangrijk dat we ook in Vlaanderen onze verantwoordelijkheid nemen en dat we ervoor zorgen dat ook op ons grondgebied in de nodige parkings voorzien wordt. U hebt die intentie, maar die moet in concrete plannen uitmonden. Het is heel belangrijk dat er nu heel intensief overleg is, maar dat er ook resultaten volgen. Er is al jaren overleg, er wordt al jaren nagedacht, maar er werden nog geen concrete stappen gezet, en die zijn echt wel nodig voor de Vlaamse pendelaars.
De actuele vraag is afgehandeld.