Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de communicatie met betrekking tot de tekorten op de sportkredieten
Verslag
De heer Caron heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, de heer Sauwens sloeg hier enkele weken geleden alarm, of hij uitte toch minstens zijn bedenkingen, over de communicatie van Bloso (Agentschap voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie) aan de lokale besturen over de uitbetaling van het saldo van een subsidie voor de lokale sportdiensten van het jaar 2011. Door het technische systeem wordt het saldo pas op het einde van het jaar nadien uitbetaald, na verrekening.
De communicatie was in elk geval onduidelijk. De indruk werd gewekt dat er zou worden bespaard op de subsidie aan de sportdiensten. U hebt toen gezegd dat de communicatie vanuit Bloso zou worden gecorrigeerd omdat die niet helder en niet duidelijk is. Bloso heeft toen een nieuwe mail verstuurd. Ik zal die niet voorlezen, want ik heb daarvoor niet genoeg tijd, maar als ik dat wel zou doen, zouden de meesten van ons die toch niet begrijpen.
Mijn vraag is heel simpel. De brief brengt mij en de sportdiensten die ik ken, geen duidelijkheid. Wat zal er nu gebeuren? Wordt het saldo van 2011 uitbetaald of niet uitbetaald? Wordt het gedeeltelijk uitbetaald of volledig? Gaat er een stuk af? En kunt u er in de toekomst voor zorgen dat de communicatie helder is?
De heer Sauwens heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik stel dezelfde vraag, maar breder, niet alleen wat de gemeenten betreft, maar ook wat de sportfederaties betreft. Ik heb u vorige keer, op 30 januari, gezegd dat wij de informatie kregen dat er onvoldoende geld is om de saldi uit te betalen en zelfs om een aantal voorschotten uit te betalen. U hebt gezegd dat er geld genoeg is, dat er een communicatiefout werd gemaakt en dat het schandalig is dat Bloso dat heeft gedaan. U hebt op dat ogenblik redelijk wat afstand genomen van uw agentschap.
Wat is er nu van aan? Ook de Vlaamse Sportfederatie, die alle federaties overkoepelt, heeft uiteindelijk een brief gestuurd, maar heeft nog geen antwoord gekregen, en zegt dat er blijkbaar 1 miljoen euro te weinig is.
U pleit in uw beleidsbrieven altijd voor transparantie en voor een open communicatie. Het is dan ook hoog tijd om zowel aan de gemeentelijke sportdiensten als aan alle Vlaamse sportfederaties te vertellen of ze het geld waar ze recht op hebben, effectief van u zullen krijgen, of dat geld er zal zijn, en ook wat de situatie van 2013 is, zodat de betrokkenen ten minste op voorhand weten welke uitgaven ze kunnen doen met welke middelen, waar ze zeker recht op hebben.
Minister Muyters heeft het woord.
Ik wil nog eens herhalen wat ik vorige keer al naar voren heb gebracht, namelijk hoe de situatie is. Ik begin met het budget. Het budget 2011 voor de sportfederaties was 23 miljoen euro. Nu is dat opgetrokken naar 23,9 miljoen euro voor 2013. Voor de gemeenten was er een budget van 16,5 miljoen euro in 2011. Dat is opgetrokken naar 16,7 miljoen in 2013.
In het decreet staat het maximumbedrag waar een sportfederatie in de optimale omstandigheden een beroep op kan doen en het maximumbedrag waarop een gemeente een beroep kan doen. Dat is een theoretisch maximumbedrag.
Wat is de manier van werken? Op het moment dat de begroting is opgemaakt, weet Bloso wat de pot is voor dat jaar. Ik spreek over een theoretisch maximum. Wat effectief gebruikt wordt door de sportfederatie of de gemeente, is altijd minder dan het theoretisch maximumbedrag omdat men een onderbenutting heeft omdat niet aan alle voorwaarden wordt voldaan en dergelijke meer. Men krijgt op voorhand 90 procent als voorschot en de afrekening gebeurt achteraf.
Of die afrekening volledig kan gebeuren of niet, heeft altijd te maken met twee mogelijkheden. Dat heb ik vorige keer ook naar voren gebracht. Als het bedrag waar ze effectief recht op hebben, minder is dan het budgettaire, is er geen probleem, en wordt het volledige bedrag uitgekeerd. Als het effectieve bedrag groter is dan het budget, dan wordt het proportioneel toegekend. Dat staat zo in het decreet.
Als minister van Begroting kan ik moeilijk zeggen dat ik het erg vind dat het niet erkend wordt als een externe kostendrijver. Voor de Vlaamse Regering zijn het aantal sportfederaties, het aantal sporters of het aantal mensen in de gemeente geen externe kostendrijvers. Bloso weet dat dat het budget is en dat het het daarmee moet doen.
Wat in 2011 de situatie is, is dat het werkelijk nodige budget iets groter is dan het voorziene budget. In uw vraagstelling zegt u dat er een groter verschil is tussen het maximum theoretisch budget van 2013 dan het voorziene budget. U sprak van 1 miljoen euro voor de sportfederaties. Ik denk dat het 700.000 euro is. Ik zie dat het verschil tussen het maximum theoretische budget en het werkelijke budget elk jaar groeit. Dat moeten we opnemen bij een budgetcontrole in de Vlaamse Regering. Ik moet dat ook opnemen met Bloso. Op die manier kunnen we niet verder gaan, want dan komen we in een situatie dat die budgetten niet meer kunnen worden vervuld.
Wat kan ik doen, wat ga ik doen en wat is al gebeurd? Er is een bespreking met Bloso geweest over de communicatie. Zoals u zegt, moeten we transparant communiceren. Ik heb een iets betere berichtgeving gekregen van het Vlaams Instituut voor Sportbeheer en Recreatiebeleid (ISB), dat ons dankte voor de bijkomende duidelijke communicatie. Ik laat het voor wat het waard is. Laat ons duidelijk zijn: we moeten een transparante communicatie hebben, zodat iedereen weet wat en hoe. Met Bloso moeten we bekijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat er geen verkeerde verwachtingen worden gecreëerd, noch bij de federaties, noch bij de gemeenten.
De gesprekken met het ISB, de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), de sportfederaties en Bloso zullen ervoor zorgen dat in de toekomst de communicatie zal verbeteren.
Ik hoop in ieder geval dat de communicatie duidelijk wordt. Ik geloof ook dat u dat voor elkaar zult krijgen. De kern is natuurlijk dat er op de begroting voor sport voldoende krediet moet zijn om de decretale engagementen te verzekeren. Ook lokale besturen en sportfederaties hebben recht op rechtszekerheid en duidelijkheid. Als u in te weinig kredieten voorziet, dan kunt u zeggen wat u wilt, maar dan is er te weinig geld om de engagementen waar te maken. Goed begroten is ofwel die engagementen honoreren in de begroting ofwel aanpassingen doen aan de regelgeving. Ik houd niet van systemen met achteraf verrekenen en dan vaststellen dat er eigenlijk te weinig geld is begroot, want dat is de kern van het probleem.
Minister, ik denk dat u vorige keer misschien niet goed was geïnformeerd. U hebt gezegd dat er geen budgettair probleem was. Vandaag zegt u met andere woorden dat er wel een is en dat we transparanter moeten communiceren.
Wat u vorige keer hebt gezegd en het engagement dat u nu halvelings hebt aangenomen in functie van de budgettaire ronde die moet gebeuren, heeft uw voorganger Anciaux destijds ook meegemaakt. Voormalig minister Anciaux heeft het destijds ooit meegemaakt dat er in te weinig kredieten was voorzien.
Insiders zeggen me dat men de diensten of Bloso of ik weet niet wie onvoldoende rekening heeft gehouden met het feit dat de meeste gemeenten vandaag wél in orde zijn met de formaliteiten, en dus wel het maximale bedrag hebben aangevraagd. Ze hebben daar ook recht op. U bent echter politiek verantwoordelijk. We kunnen jammer genoeg alleen u ondervragen.
Ik denk dat er een budgettaire bijsturing moet komen. Minister Anciaux heeft dat destijds binnen zijn eigen begroting gedaan. Mijn vraag aan u vandaag is dat u hier, voor het parlement, die duidelijkheid brengt dat u dat ook zult doen, en dat u dat zelf snel zult berichten aan alle Vlaamse steden en gemeenten, en tegelijk ook aan alle federaties.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister, ik wil erop wijzen dat u bij de vorige actuele vraag van de heer Sauwens, van 30 januari, hebt verklaard dat er geen budgettair probleem was. Ter voorbereiding van deze actuele vragen heb ik er het verslag nog eens op nagelezen. Nu krijgen we blijkbaar een ander verhaal, een andere uitleg. Ik krijg de indruk dat u even goed of slecht als Bloso begint te communiceren. Op 30 januari hebt u ook gesteld dat er beter zou worden gecommuniceerd, maar het resultaat is uiteindelijk even goed of even slecht als de vorige communicatie.
U hebt daarnet gesteld dat er overleg is geweest tussen u en Bloso over die communicatie. Wel, ik begrijp dan niet dat enkel het ISB blijkbaar overtuigd is van een goede communicatie.
De heer DHulster heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, ik denk dat we kunnen vaststellen dat het Sport voor Allen-decreet een groeiend succes kent. Dat is dan het goede nieuws. Het slechts nieuws is dan natuurlijk dat we daarvan de financiële gevolgen moeten dragen. Collegas, we hebben het daar nu twee keer over binnen de tijdspanne van een aantal weken. Het lijkt me interessant dat we daar in de commissie wat diepgaander over zouden discussiëren, waarbij we Bloso zelf ook eens aan het woord kunnen laten en hun mening daarover kunnen weten, om te bekijken hoe we binnen dit spanningsveld tot een performant lokaal sportbeleid kunnen komen, en dat ook kunnen blijven garanderen.
Ik heb het verslag meegenomen, omdat uw vragen me het gevoel gaven dat dit verkeerd is begrepen. Ik citeer wat ik hebt gezegd over het Sport voor Allen-decreet: Daarvan geeft Bloso 90 procent aan de gemeenten als voorschot. Achteraf volgt er een verrekening waarvoor nog 10 procent in de enveloppe zit. Dat is de filosofie. De afrekening kan zo correct gebeuren dat ze ( ) meer dan 10 procent nodig hebben, dan wordt het bedrag proportioneel verdeeld.
Dan was er de vraag over het feit dat de voorschotten niet meer konden worden betaald. Daarop heb ik toen letterlijk gezegd dat dit niet ging over het Sport voor Allen-decreet, maar over de sportkampen en dat het een verkeerd signaal was mee te delen dat er geen middelen waren voor die sportkampen. Ik vervolg mijn citaat: Ik zal dat duidelijk maken aan Bloso en daarover met hen praten. Er is geen budgettair probleem, er is wel een communicatieprobleem. Dat heb ik toen gesteld. De filosofie is echter de volgende, en zoals ik toen ook heb gezegd, was dat al zo toen u minister was: er is een budgettaire enveloppe, en men weet hoeveel die bedraagt. Ook de gemeenten weten dat.
Ik ben het eens met de heer DHulster: we kunnen die discussie gerust eens ten gronde voeren in de commissie. Ofwel aanvaarden we dat dit een externe kostendrijver is, en dat er meer middelen moeten zijn als sportfederaties en de gemeenten meer succes hebben, maar dan zal dat moeten worden besproken bij een begrotingscontrole of een begrotingsopmaak. Externe kostendrijvers worden echter zelden meegenomen in de Vlaamse begroting. Ofwel blijft het huidige systeem van de gesloten enveloppe, waarbij men daadwerkelijk dat risico heeft. Zoals ik toen heb gezegd, kan die afrekening dan soms proportioneel worden verdeeld.
Minister, dat is natuurlijk waar, maar anderzijds hebben het succes en de evolutie van het lokaal sportbeleid een prijs. Dat kunnen we toch allemaal onderschrijven, denk ik. Ofwel gaan we de gemeenten en bloc iets minder subsidiëren. Laten we daartoe dan een decreetsaanpassing doen. Dan is er duidelijkheid voor de gemeenten. Ofwel moeten we ervoor zorgen dat de engagementen van het decreet worden nagekomen.
U maakt de redenering van een begrotingsminister. Mijn redenering is die van de lokale besturen, die ook calculeren en begroten, en die heel veel sportieve activiteiten ontwikkelen en daarvoor terecht honorering willen krijgen. Ik pleit met u voor duidelijkheid, maar misschien moeten we het systeem veranderen.
Minister, namens mijn fractie betreur ik dat er, voor de eerste keer sinds zeer vele jaren, geld tekort is om de decretale verplichtingen ten aanzien van de sportfederaties en de gemeenten te honoreren. U moet dit rechtzetten, zoals het ook in het verleden al eens is gebeurd. We moeten beter budgetteren, dat is nogal duidelijk. Er zijn telfouten gemaakt. Wij moeten die op korte termijn rechtzetten. Er moet een duidelijke communicatie komen.
U zegt dat het maar 700.000 euro is en niet 1 miljoen euro. Dat gaat over twintig jobs. Dat is 10 procent van het aantal gesubsidieerde jobs binnen de sportfederatie. Dat is niet niks. Voor bepaalde gemeenten gaat het om 35.000 tot 40.000 euro. Dat is niet niks.
De actuele vragen zijn afgehandeld.