Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Dewinter heeft het woord.
Minister, een korte voorgeschiedenis. 23 juni 2006: de moord op treinconducteur Guido Demoor op het Astridplein, op een bus van De Lijn. Daarna volgde heel wat politieke commotie, ook in de media. Uw voorgangster, mevrouw Van Brempt, kondigde een aantal maatregelen aan, zoals camerabewaking, busbegeleiding en dergelijke meer, maar ook een toegangsverbod voor belhamels, herrieschoppers en erger op het openbaar vervoer. Mei 2009: dit parlement keurt uw ontwerp van decreet dat een dergelijk verbod toelaat, goed.
Vandaag, 6 februari 2013, bijna vier jaar later, zijn er nog altijd geen uitvoeringsbesluiten die het de openbare vervoersmaatschappij mogelijk maken om een dergelijk verbod ook in de praktijk te brengen. Kafka is onder ons. Dit is een sterk staaltje van aankondigingspolitiek, Absurdistan in het kwadraat, waar na vier jaar het door het parlement goedgekeurde toegangsverbod nog altijd niet in de praktijk wordt gebracht.
Minister, hoe is het in hemelsnaam mogelijk dat vier jaar na datum een dergelijk niet onbelangrijk decreet nog steeds geen uitvoering kent, omdat de regering niet in staat is gebleken om de noodzakelijke uitvoeringsbesluiten in de praktijk te brengen en De Lijn en andere diensten toe te laten om een dergelijk noodzakelijk toegangsverbod ook in de praktijk te brengen?
Minister Crevits heeft het woord.
Collegas, laat mij eerst en vooral duidelijk stellen dat de sociale veiligheid op bus en tram voor mij bijzonder belangrijk zijn. Dat is ook de reden waarom De Lijn een sociaal veiligheidsplan gemaakt heeft. Elk incident op een bus of een tram raakt mij en heel velen van ons. We moeten dat proberen te vermijden in de mate van het mogelijke. Dat is het allerbelangrijkste. Dat is ook de reden, mijnheer Dewinter, waarom het sociale veiligheidsplan ook in het parlement op regelmatige tijdstippen wordt toegelicht. Een paar maanden geleden is dat nog gebeurd. Daar kunnen alle vragen gesteld worden. We zien daar ook dat het niet slechter wordt, maar dat de inspanningen van De Lijn renderen.
Mijn voorgangster heeft inderdaad in een decreet de mogelijkheid gecreëerd om zon toegangsverbod uit te vaardigen. Dat moest via een uitvoeringsbesluit gebeuren. Wij botsen bij zon uitvoeringsbesluit echter op een aantal obstakels. Een daarvan is de afdwingbaarheid. Als je onze bussen en trams bekijkt, hoe kun je zon verbod in godsnaam afdwingen?
Ik heb gezien dat u het openbaarvervoerverbod in Rotterdam als voorbeeld neemt. Welnu, op pagina 7 van de evaluatie daar staat expliciet: Het is niet met zekerheid vast te stellen of de betrokken OV-verboddragers het verbod wel of niet hebben overtreden. Dus ook daar zie je dezelfde grote problemen. Als je dan zon verbod hebt, moet je ervoor zorgen dat het kan worden afgedwongen. Dat is de reden waarom wij nu al een paar jaar, ook binnen De Lijn, met een probleem zitten: op welke manier kun je dat uitgevoerd krijgen? Chippen zal misschien een oplossing zijn om het beter te kunnen uitvoeren. Maar bij trams geldt bijvoorbeeld het vooraan opstappen niet, dus daar zitten ook nog een pak operationele problemen aan.
Ik wil dus ook zeer graag een uitvoeringsbesluit, mijnheer Dewinter, maar dan geen besluit op papier, maar een dat ook operationeel en werkbaar is. En die oplossing hebben we vandaag nog niet.
Uw uitspraken staan een beetje in tegenstelling tot wat de woordvoerder van De Lijn gisteren op ATV heeft verklaard. Hij heeft gezegd dat er dit jaar nog wel degelijk toepassing zal zijn van het bewuste openbaarvervoerverbod.
Hoe dan ook noteer ik dat u zegt het niet te kunnen toepassen omdat het praktisch onmogelijk is. U hebt reeds verwezen naar Rotterdam, ik heb dat ook gedaan in de krant. Daar kan het wel. Vorig jaar waren er zestien dergelijke verboden alleen al in Rotterdam. Drie daarvan gelden nu nog. Ze worden afgedwongen door de ambtenaren van de betrokken maatschappij voor openbaar vervoer en door de politie. Indien de betrokkenen betrapt worden, staat daar een boete tegenover.
Minister, als ik uw redenering mag volgen, dan is het onmogelijk om iemand een rijverbod op te leggen. Hoe zult u dat rijverbod toepassen? Dat is ook niet zo evident. Volgens u is het dan ook niet mogelijk om mensen te verplichten om te rijden met een verzekering. Heel wat mensen rijden zonder verzekering. Hoe dwingt men dat af? Hoe verplicht men mensen daartoe? Hoe wordt dit gecontroleerd?
Het is natuurlijk een drogreden en dat weet u ook. Ik zal u zeggen wat het probleem is in de praktijk. Het probleem, dat zijn de vakbonden van De Lijn. Zij willen niet. De socialistische en de christendemocratische vakbond liggen nu al meer dan drie jaar dwars om dit in de praktijk te brengen. Om allerlei redenen denken ze dat dit extra werk zal zijn, dat het moeilijk toepasbaar zal zijn, dat het de taak is van de politie en niet van de ambtenaren van De Lijn en dergelijke meer. U moet als overheid consequent durven te handelen. Er werd hier in mei 2009 een decreet goedgekeurd, u moet dat als uitvoerende macht toepassen, punt uit! (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Voorzitter, we mogen niet de indruk wekken dat het toegangsverbod het enige element zou zijn in het bestrijden van onveiligheid op de bussen en de trams van De Lijn. Zoals de minister al heeft gezegd, wordt er in de commissie heel regelmatig gerapporteerd over het bestaande veiligheidsplan van De Lijn, waar ook een hele veiligheidsmonitor aan vast hangt. Alles wordt heel goed opgevolgd de laatste jaren.
Een toegangsverbod is hooguit een sluitstuk dat bovendien heel moeilijk afdwingbaar zal zijn. De laatste jaren werd ook een eigen veiligheidsdienst opgericht door De Lijn. Het zijn niet onze chauffeurs, er moet dus al een tweede man op het voertuig aanwezig zijn om dit daadwerkelijk te kunnen afdwingen. Als we het echt helemaal afdwingbaar willen maken, dan wil dat zeggen dat alle voertuigen waarvan het mogelijk is dat mensen met een toegangsverbod er gebruik van maken, tijdens de hele rit een tweede man aan boord moeten hebben. Het is een heel moeilijke zaak om dit echt toe te passen in de praktijk. Dit is gewoon een bedenking die ik wou maken.
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, collegas, het draagvlak voor de toegangsverboden is algemeen.
De toepasbaarheid is niet eenvoudig, minister, maar ik meen wel dat u ervoor moet gaan. U moet belhamels en amokmakers indien nodig van een tram of bus kunnen verwijderen. Dat kan door aan de chauffeur, zeker in probleemwijken, de mogelijkheid te geven om op een knop te drukken zodat de veiligheidsdienst komt en de nodige dingen kan doen: de amokmakers van bus of tram halen en hen overdragen aan politie en justitie.
De opvolging is heel moeilijk. Daarvoor zult u uw veiligheidsdiensten, maar ook de politie, geregeld controles moeten laten uitvoeren om na te gaan of mensen dat toegangsverbod niet schenden. De analogie met de rijverboden is inderdaad niet denkbeeldig. Er rijden vandaag ook duizenden mensen zonder verzekering en zonder rijbewijs op onze wegen, spijtig genoeg. Ook daarop moet systematisch gecontroleerd worden en degene die betrapt wordt, moet nog zwaarder bestraft worden. Bij elk handhavingsbeleid is de toepasbaarheid ervan het sluitstuk. Het gaat om politieke geloofwaardigheid.
Dat het niet eenvoudig is, dat erken ik, maar onmogelijk is het zeker niet.
De heer Roegiers heeft het woord.
Voorzitter, ik denk dat we het er over de grenzen van meerderheid en oppositie heen over eens zijn dat elk geval van geweld op tram of bus er één te veel is en te betreuren valt. Het veiligheidsplan dat op poten werd gezet door voormalig minister Van Brempt en dat in deze regering wordt voortgezet door minister Crevits, is vergevorderd, het is bijna volledig uitgevoerd en het werpt ook vruchten af.
Het probleem is volgens mij dat het omgekeerde van een goede maatregel, een goedbedoelde maatregel is. Ik bedoel daarmee een maatregel die niet afdwingbaar is en waarmee amokmakers, belhamels en herrieschoppers eigenlijk lachen.
Daarin wil ik de minister steunen: we moeten absoluut vermijden dat die belhamels lachen met een voorstel dat is uitgewerkt, maar in de praktijk niet werkt. Als het op dit ogenblik niet goed is, voeren we het beter niet in.
Mijnheer Dewinter, het klopt absoluut niet dat de woordvoerder van De Lijn en ik elkaar tegenspreken, we zouden niet durven. Het is nu februari 2013. De decretale mogelijkheid voor zon verbod is gecreëerd. Ik heb in dit parlement op deze tribune al gezegd dat dat voor mij kan. Ik vind het ook logisch. Maar het mag geen papieren mogelijkheid zijn, als het wordt gecreëerd, moet het kunnen worden uitgevoerd en op een goede manier ingevoerd. Het jaar is nog lang, als we erin slagen om de drempels weg te werken, kan dat perfect voor mij. Maar vandaag hebben we nog niet de sleutel gevonden om te vermijden dat je zon verbod uitvaardigt, maar dat niemand weet of die mensen de bus en de tram gebruiken of niet. Dat vind ik niet kunnen. Je moet tonen dat je het meent als je zon maatregel invoert. We proberen nu die drempels weg te werken.
Als de woordvoerder van De Lijn gisteren heeft gezegd dat het dit jaar nog in orde komt, is dat zeer goed. Het zou best kunnen, maar vandaag vind ik dat de garanties er nog niet zijn om ervoor te zorgen dat als iemand zon verbod krijgt, die persoon de bus of de tram effectief ook niet meer gebruikt. Ik vind het helemaal erg als na zon verbod die persoon toch te vinden is op een bus of een tram, en dat er dan weer incidenten gebeuren. We moeten zorgen dat we dat goed kunnen afdwingen. Ik ben daar zeer bezorgd over.
Ik raad u aan, mijnheer Dewinter, om het verslag over de evaluatie van dat OV-verbod na te lezen. Het is geen zaligmakende oplossing, maar ik deel de mening van iedereen hier dat we mensen die de les niet leren via de regels of preventie, de toegang moeten kunnen weigeren. Maar als het reglement er komt, is het niet om te tonen wat we hebben gemaakt, dan moeten we het ook kunnen afdwingen.
Minister, u draait de zaken om. Het is de wereld op zijn kop. In 2009 heeft uw voorgangster hier een dergelijk toegangsverbod voor amokmakers op het openbaar vervoer aangekondigd, met veel gedruis in de media. Het zou het sluitstuk zijn van haar veiligheidsbeleid voor de problemen op het openbaar vervoer.
Vandaag zegt u dat we dat decreet hier wel unaniem hebben goedgekeurd vier jaar geleden, maar dat het nog veel erger zou zijn als we het niet kunnen toepassen. Scoren in de krant in 2009 en vier jaar later hier komen vertellen dat de maatregel nergens op lijkt, toont enkel aan dat de toenmalige regering, waar uw partij ook deel van uitmaakte, haar werk niet goed heeft gedaan. U moet niet afkomen met decreten paginas lang om te scoren in de krant op het moment dat er zich een probleem stelt, als u zelf weet dat u het niet kunt toepassen.
Het wordt overigens in het buitenland wel toegepast. Het is mogelijk en het is ook een afschrikkingsmaatregel, die ervoor moet zorgen dat dergelijke belhamels weten dat er een straf boven hun hoofd hangt, wat nu niet het geval is. Wat niet wordt toegepast, is juist dat straffen niet worden uitgesproken door rechtbanken en aanverwanten. Het politioneel optreden is zeer zwak op dat vlak. Zon maatregel geeft u ten minste de mogelijkheid om iets te doen. Nu gebeurt er helemaal niets en dat is nog veel erger. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.