Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw De Vits heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, in oktober vorig jaar hebben we een resolutie goedgekeurd over de Europese voedselbedeling. We waren toen meer dan ongerust over de afbouw van het budget van 500 naar 113 miljoen euro. Volgens de laatste gegevens zou de Raad van Europa daarop terugkomen. Er zou een nieuw voorstel op tafel liggen van de voorzitter van de Raad, Herman Van Rompuy, om het op 350 miljoen euro te brengen. Dat is nog altijd 30 procent minder, en dat in een periode van crisis. Er zijn in Vlaanderen nu meer hulpzoekers dan een jaar geleden.
De meerjarenbegroting staat op de agenda van de Europese top van volgende donderdag en vrijdag, maar is zeker en vast nog niet goedgekeurd, te meer omdat nadien het Europees Parlement nog zijn goedkeuring moet geven. Vandaag hebben we de fractieleiders van de democratische partijen in het Europees Parlement gehoord, die het afkeuren.
Minister, wat is het standpunt dat wij innemen op die top? Twee weken geleden hadden we het over de gevolgen voor de landbouwers als dit zou worden goedgekeurd, nu hebben we het over de voedselbanken. Welk standpunt nemen we in en wat zeggen we over de voedselbanken? Een verlaging met 30 procent kan niet in tijden van crisis.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Ik kan vrij kort en ook duidelijk zijn. We verdedigen het standpunt dat er geen afbouw mag zijn van de steun voor de voedselbanken. U hebt gelijk, de huidige steun bedraagt 500 miljoen euro. Er zijn voorstellen geformuleerd tussen 300 en 350 miljoen euro, maar het blijft best behouden op het huidige bedrag.
Duitsland heeft een initiatief genomen bij het Europees Hof om te zeggen dat dit niets met landbouw heeft te maken en dat het eruit moet, met alle gevolgen van dien. Mevrouw De Vits, we hebben naar aanleiding van enkele vragen van uzelf initiatieven genomen bij voorzitter Barroso om te zeggen dat dit essentieel is. We kijken met enige zorg naar de discussie die op 7 en 8 februari zal plaatsgrijpen over het meerjarig financieel plan. Dat zijn heel belangrijke discussies met verschillende aspecten zoals landbouw, cohesiebeleid, douanerechten enzovoort.
Europa heeft nu een nieuw initiatief aangekondigd inzake jeugdwerkloosheid het meest recente initiatief dat is gelanceerd. Europa kan de steun voor de voedselbanken, bij Landbouw of een ander domein, zeker niet zwaar beperken.
In Europa hebben we een meerjarenbegroting nodig die de relance en groei mogelijk maakt. We hebben een budget nodig dat de solidariteit en de cohesie in Europa centraal stelt. Een budget dat bespaart op het kleine deeltje dat vandaag het sociale Europa is, kunnen we missen. Dat deeltje zou groter moeten zijn, en daarop besparen kan voor ons zeker niet.
Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Gezien de stijgende noden is het absoluut noodzakelijk dat die voedselbanken blijvend worden ondersteund. De laatste jaren zijn er veel minder landbouwoverschotten. Daarom wordt het ter discussie gesteld of het onder het budget van Landbouw moet vallen.
Ik denk dat het eerder onder een fonds armoedebeleid of cohesiebeleid moet vallen, maar er moet absoluut in middelen worden voorzien.
U hebt een synthesedocument laten opmaken over voedselverlies in Vlaanderen, waarin het thema voedselbanken ook aan bod komt. Er is een proefproject opgestart rond voedselinzameling. In welke mate kunnen zulke projecten een bijdrage leveren aan de voedselbanken om op die manier de voedselverspilling te vermijden?
De heer De Meyer heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collegas, op 9 november 2011 heb ik bij mijn actuele vraag over dit thema mijn repliek besloten met nog eens duidelijk te stellen dat voor onze fractie armoedebestrijding een topprioriteit is. Toen reeds hebben we een pleidooi gehouden aangevuld door meerdere collegas om aan te geven dat er voldoende middelen moeten zijn voor de voedselbanken.
Minister-president, u wees er toen op dat een aantal landen een andere visie hebben, en zich gesteund weten door het Europees Hof van Justitie. U zei toen ook dat u contact zou opnemen met federaal minister Laruelle, om te kijken wat er met de uitvoering van het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau (BIRB) mogelijk was.
Collega De Vits, ik herinner me ook dat u toen zei: Als er een oplossing kan gevonden worden met de federale overheid, zoveel te beter. Anders wil ik er werkelijk op aandringen dat men in Vlaanderen de nodige middelen vindt.
Minister-president, waar de middelen vandaan komen, is mij om het even, maar één zaak is absoluut duidelijk: de middelen moeten er zijn om de continuïteit van de voedselbanken te verzekeren.
De heer Callens heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, vorig jaar hebben we een rapport gekregen over de voedselbanken waaruit bleek dat er op één jaar tijd 5000 mensen meer naar de voedselbanken komen: een stijging van 122.000 naar 127.000. We vinden dat allemaal heel erg, en er moet iets aan gebeuren.
Het moet duidelijk worden gesteld dat de gelden van Europa moeten worden gebruikt om die goederen op te halen en te verdelen. De middelen worden gebruikt om de mensen te betalen die zorgen voor de verdeling of het vervoer. Het grote probleem is daar dus gesitueerd, en niet in de voeding zelf. De voedseloverschotten en de manier waarop deze overschotten terecht komen in de voedselbanken, dat is qua hoeveelheid wel allemaal geregeld. Het probleem zit hem bij de verdeling.
Minister, als Europa een groot deel van de subsidie die wij ontvangen voor die voedselbanken, wegneemt, bent u dan bereid om vanwege de Vlaamse Gemeenschap en vanwege de Vlaamse Regering ook een inspanning te doen om die verdeling honderd procent te waarborgen?
Voorzitter, collegas, voor alle duidelijkheid, Duitsland is naar het Hof van Justitie gegaan, en we hebben de uitspraak van het arrest hier nog besproken. Collega De Meyer verwijst er trouwens naar. Er is toen gesproken met de Europese Commissie en men ging een compromis sluiten met een verlenging tot en met 2013. Duitsland ging daarmee akkoord. Men ging dan het Europees Sociaal Fonds (ESF) inschakelen. Nu, juridisch is het voor ons geen issue, als men het weghaalt bij Landbouw en het onderbrengt bij het ESF. Zolang het juridisch wordt opgelost, is het voor ons in orde. Er zijn al voorstellen uitgewerkt, maar die zijn nog niet gefinaliseerd. Dat is een eerste punt.
Ten tweede is er het budget dat daarvoor wordt vrijgemaakt. Wij zullen er alles aan doen en de volgende uren en dagen zijn niet onbelangrijk om dat budget op het gewenste niveau te houden.
Ten derde: stel u voor dat het budget sterk verminderd wordt, bijvoorbeeld naar 300 of 350 miljoen euro. Dan zullen we wel moeten vaststellen wat dat zal betekenen voor België en Vlaanderen. Nu is er een bedrag van ongeveer 4 miljoen euro dat naar Vlaanderen komt.
Ten vierde, collega Eerlingen, zijn er natuurlijk nog andere elementen die een rol spelen in deze problematiek. U verwijst al naar het proefproject. Wij hebben ook mogelijkheden om voedselverspilling tegen te gaan. Er zijn heel wat elementen die ertoe kunnen bijdragen om op een goede manier voedsel te verschaffen aan mensen die het moeilijk hebben om dat voedsel zelf aan te kopen.
We moeten stap na stap gaan. Het belangrijkste is nu Europa en het budget. Als dat budget niet gehaald wordt, wat ik zou betreuren, dan moeten we verdere stappen zetten. Ik wil daar echter niet op vooruitlopen. Ik denk dat dat niet wijs zou zijn omdat ik daar op dit moment niets zinnigs over kan zeggen.
We vragen om niet mee te gaan in een begrotingsnationalisme in Europa maar om een meerjarenbegroting te krijgen waar er niet wordt bespaard op armoedebestrijding, maar een die is gebaseerd op solidariteit, relance en competitiviteit.
De actuele vraag is afgehandeld.