Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het advies van de Vlaamse Industrieraad betreffende het industrieel beleid van de Vlaamse Regering
Actuele vraag over het advies van de Vlaamse Industrieraad betreffende het industrieel beleid van de Vlaamse Regering
Verslag
De heer Sabbe heeft het woord.
Minister-president, collegas, voorzitter, het is eindelijk zo ver: het advies van de Vlaamse Industrieraad is er. Hoe zijn we gestart? Eerst was er een oproep van u dat ze wat meer samen moesten komen. Dat hebben ze dan ook gedaan. U had gevraagd op maandbasis, maar uiteindelijk komt de groep samen op kwartaalbasis. Er is duidelijk verbetering. Zeer goed is dat er een breed gedragen advies uit de bus is gekomen. Ik verheug me erop, omdat het advies vertolkt wat ondernemend Vlaanderen denkt en voelt.
Het eerste dat zij zeggen over uw beleid, minister-president, is dat uw overheidssteun te versnipperd is. Dat vind ik fantastisch. Het is alsof ik de echo hoor van mijn eigen stem in het parlement, want ik heb het al vaak zo uitgedrukt in de commissie en in de plenaire vergadering. Zij bevestigen dat. Het zijn nochtans uw vrienden in die adviesraad, want u hebt ze benoemd. Ondanks de goede vriendschap zeggen ze hetzelfde als ik, toch maar een klein oppositielid hier. Het is hoopgevend dat we spreken met één stem.
Ze zeggen ook dat u bijkomend moet investeren in onderzoek en ontwikkeling en dat u resultaatsverbintenissen moet opleggen aan de organisaties van de Vlaamse overheid, om meer gedwongen te zijn om resultaat te leveren. Ze zeggen verder dat de loonkosten te hoog zijn. Ik heb u daar geen week geleden nog op aangesproken in de commissie, toen we het hadden over het Volvodossier. Ze hebben ook nood aan een flexibele markt. De conclusie vind ik bijzonder mooi, want die luidt dat het tijd is om concrete maatregelen te nemen en ons niet te verliezen in overlegorganen.
Minister-president, hoe reageert u op het advies van de Vlaamse Industrieraad aan het Interministerieel Comité? Hoe interpreteert u dat en hoe ziet u uw eigen beleid in functie van wat hier uit de bus is gekomen?
De heer Bothuyne heeft het woord.
Het is inderdaad zo dat deze Vlaamse Regering de grote verdienste heeft om het industrieel beleid hoog op de agenda te zetten, het is dé prioriteit. Anderhalf jaar geleden is het witboek voorgesteld, met de vijftig concrete acties ter versterking van onze industrie. Ik heb begrepen dat de Industrieraad daarover vorige week heeft gecommuniceerd, naar aanleiding van een advies met betrekking tot de stand van zaken van de uitvoering ervan. Ik lees dat advies als één grote aanmoediging ten aanzien van het beleid van de Vlaamse Regering. Er wordt inderdaad gevraagd naar concrete resultaatsverbintenissen, nog meer efficiëntie, nog meer inzet op het begrip fabriek van de toekomst. Het advies is één grote geloofsbelijdenis in het beleid van deze Vlaamse Regering.
Wij geloven met CD&V dat het ook echt de moeite is. Ik moet daar niet zo ver voor kijken: in mijn eigen gemeente Kruishoutem hebben we Beaulieu International Group, een niet onbelangrijk bedrijf. Het is een aloud textielbedrijf, dat zich in stilte heeft omgevormd tot een hoogtechnologische speler in zijn sector, dat volop inzet op onderzoek en ontwikkeling en op internationalisatie. Laten dat nu net de prioriteiten zijn van het Nieuw Industrieel Beleid. Beaulieu heeft recent aangekondigd opnieuw te investeren in Kruishoutem in een onderzoekscentrum. De bedrijven geloven mee in het verhaal van het industrieel beleid van deze Vlaamse Regering. We moeten er alles aan doen om bedrijven als Beaulieu te ondersteunen in hun transformatie, in hun geloof in de toekomst.
Minister-president, op welke manier geeft u verder gevolg aan het advies van de Vlaamse Industrieraad? Welke acties mogen we de komende weken en maanden concreet verwachten in het kader van het Nieuw Industrieel Beleid?
De heer Diependaele heeft het woord.
Minister-president, het is inderdaad zo dat de industrie in Vlaanderen al enkele jaren zeer zwaar onder druk staat. Deze Vlaamse Regering heeft dat ook erkend en heeft van in het begin van de legislatuur besloten om er iets aan te doen. We hebben het groenboek gehad, de staten-generaal, het witboek, de bankenplannen, EHBO-plannen en dergelijke.
We hebben er altijd voor gezorgd de ondernemingen en bij uitstek de industrie zo veel mogelijk te ondersteunen. Aansluitend daarbij, heeft de minister-president het goede idee gehad de captains of industry om hun mening te vragen. Hij heeft die ondernemers verzocht ons te laten weten welke concrete maatregelen we kunnen nemen om hen nog meer te ondersteunen en kansen te bieden om effectief te ondernemen.
Dat advies is nu toegekomen. Gelukkig staan veel zaken reeds op de sporen. Ik heb ze daarnet even opgesomd. Er zijn al heel wat beleidsmaatregelen in uitvoering. Mijn concrete vraag is dan ook welke adviezen van de Vlaamse Industrieraad in de loop van de komende jaren nog tot bijkomend beleid zullen leiden.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, het is hartverwarmend. Sommige mensen die ten tijde van de oprichting van de Vlaamse Industrieraad stelden dat het om de zoveelste praatbarak ging en dat hier niets van in huis zou komen, citeren nu het advies van de Vlaamse Industrieraad. De heer Sabbe heeft zelfs verklaard dat hij is aanhoord. De Vlaamse Industrieraad heeft zijn smeekbede vanuit het Vlaams Parlement opgenomen.
Het is hartverwarmend. Ik hoop dat er nu geen enkele discussie meer is over de toegevoegde waarde van de Vlaamse Industrieraad. (Opmerkingen van de heer Lode Vereeck)
Mijnheer Vereeck, wie nog eens over praatbarakken wil beginnen, moet op dat vlak de lijn doortrekken.
Vorige week hebben we het expertenrapport van professor Daems over Limburg en het advies van de Vlaamse Industrieraad ontvangen. De Vlaamse Regering neemt beide adviezen ter harte. We bevinden ons nu in een fase waarin we het nieuw industrieel beleid effectief moeten concretiseren. Ik verwijs in dit verband naar het advies van de Vlaamse Industrieraad. We zullen dat advies, hoe kritisch het ook moge zijn, ter harte nemen. We zullen hieraan voortwerken. We zullen alle elementen versnellen die tot snelle resultaten kunnen leiden. Op basis van de twee rapporten zullen we nagaan op welke vlakken we nog bijkomende stappen moeten zetten. We zullen daar de komende dagen en weken aan werken.
Het advies van de Vlaamse Industrieraad stelt in de eerste plaats over het NIB dat we met betrekking tot de transformatie van onze industrie op de goede weg zitten. We krijgen zelfs vanuit het buitenland de vraag hoe we dit aanpakken. Het is dan ook niet zo evident een industrie in een transformatieproces te krijgen en op dat vlak concrete stappen te zetten.
Het advies van de Vlaamse Industrieraad bevat een aantal terechte opmerkingen over de vergunningen en over de rol van de overheid. De omgevingsvergunning is op dat vlak een evergreen geworden. Ik heb hier al honderd maal herhaald dat ik dat dossier liever vandaag dan morgen zou finaliseren. We zijn er elke dag opnieuw mee bezig. Ik ben even ongeduldig als de vraagstellers. Ik wil stappen vooruit kunnen zetten. Het moeten echter zeker stappen vooruit zijn en geen stappen achteruit, zoals juridische discussies en procedures voor de Raad van State.
We hebben 200 miljoen euro in het Transformatie, Innovatie en Acceleratie Fonds ( TINA-Fonds) geïnvesteerd. Nu blijkt dat het voorlopig om een totaalbedrag van 122 miljoen euro gaat. Momenteel is meer dan 50 miljoen euro vastgezet. Daarnaast zitten voor meer dan 70 miljoen euro projecten in de pijplijn. Het begint te werken.
Het advies van de Vlaamse Industrieraad luidt dat we het TINA-Fonds nog wat sneller moeten laten opereren. Het gaat om de ontwikkeling van ondernemingen en om nieuwe innovaties. Indien we erin zouden slagen dat bedrag van 122 miljoen euro op een zeer zinvolle wijze te investeren, zouden we volgens mij al heel ver staan.
Verder slaan bepaalde onderdelen van het advies op de werkgelegenheid. Minister Muyters heeft daar tijdens de zitting van de Vlaamse Industrieraad zelf al een antwoord op gegeven. Hij zal hier ook verder gevolg aan geven.
De conclusie is dat het hier een belangrijk advies betreft. We nemen dit advies dan ook ter harte. We hebben met de Vlaamse Industrieraad afgesproken dat we even de tijd nemen om alles te bekijken en met de Vlaamse Regering te bespreken. We zullen de Vlaamse Industrieraad niet enkel laten weten wat onze visie is en hoe we dit verder willen aanpakken, maar ook wat de Vlaamse Regering nog van de Vlaamse Industrieraad verwacht. Welke bijkomende adviezen kan de Vlaamse Industrieraad de komende weken en maanden nog formuleren? Dit lijkt me een goede werkwijze. Het is onze bedoeling rekening te houden met adviezen, hoe kritisch ze ook mogen zijn. We moeten nagaan hoe het beleid verdere stappen kan zetten en waar het beleid moet worden aangepast.
Ik wil nog eens benadrukken dat de situatie ernstig is. We moeten in Limburg 10.000 jobs creëren. Ook in andere provincies moeten we nieuwe jobs tot stand brengen.
De situatie is zeer, zeer ernstig. Ik ben mij er dubbel en dik van bewust dat we elke stap die we kunnen en moeten zetten, ook moeten zetten. Het aantrekken van investeringen is nu verschrikkelijk moeilijk. Er is discussie over de fiscale rechtszekerheid. Er is discussie over de social cliff, het statuut van arbeiders en bedienden. Er is dus op heel wat fundamentele vlakken een discussie, en dan aan investeerders vragen om 10, 20 of 100 miljoen euro in een vestiging of bedrijf te investeren, is niet gemakkelijk. Vandaar dat het advies op het juiste moment komt om de juiste beslissingen te nemen.
Minister-president, als u in oktober 2009 in de commissie waar ik die punten al heb opgesomd naar mij had geluisterd, dan zou u bijna vier jaar tijd hebben gewonnen. U hebt dus gewacht op een uitspraak van de Vlaamse Industrieraad, terwijl u eigenlijk in 2009 al van mij wist wat er te doen stond. We hebben in feite vier jaar verloren. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
U moet niet naar mij luisteren, maar u moet misschien toch wel luisteren naar de mensen die de problemen van de doelgroep vertolken.
U hebt dus vier jaar tijd verloren. In 2009 en 2010 was er bovendien een andere economische conjunctuur, waarin het veel gemakkelijker zou zijn geweest om een aantal zaken te implementeren.
Ik heb de indruk dat u een beetje gekleurd leest. Er staat letterlijk dat de overheidssteun veel te versnipperd is en meer moet worden gestroomlijnd. U zegt wel dat u luistert, maar ik heb de indruk dat u nog niet genoeg luistert want de steun moet minder versnipperd zijn en het is tijd om te handelen. Ik heb u een tijdje vergeleken met Bruce Willis en oorspronkelijk met George Clooney. Ik herhaal: opnieuw meer Bruce Willis-gehalte en minder George Clooney-gehalte.
Mijnheer Sabbe, u herhaalt zich inderdaad veelvuldig. (Opmerkingen van de heer Ivan Sabbe)
Als we konden toveren, dan was de perfecte wereld al lang ontstaan, maar het enige wat we kunnen doen, is hard werken. Zowel wij als de politieke verantwoordelijken en de regering in het bijzonder, maar ook de industrie, werken hard aan een nieuwe toekomst, en we doen dat in partnerschap. Dat is het unieke aan dit model waarbij de Industrieraad zelf mee aan het stuur zit van het Nieuw Industrieel Beleid dat deze regering wil voeren.
Mijnheer Sabbe, het witboek is pas anderhalf jaar geleden gedefinieerd. De vijftig acties zijn toen op punt gezet. Als ik naga waar we nu staan, dan merk ik dat er al veel gerealiseerd is. Het duurt een tijdje vooraleer het effecten heeft op het terrein, maar ik voel de bereidheid van de industrie om door te gaan en ik voel ook de bereidheid van de regering om stappen vooruit te zetten. In tegenstelling tot u ben ik eerder optimistisch.
Minister-president, ik denk eerlijk gezegd niet dat de Industrieraad herhaalt wat de heer Sabbe al die tijd heeft gezegd. Het is eerder zo dat de Industrieraad zegt dat de initiatieven die de Vlaamse Regering heeft genomen, moeten worden doorgezet en eventueel worden versneld. Zo zijn er zeer veel maatregelen die in gang zijn gezet, op het spoor staan en daar moeten we verder aan werken.
Ik zou nog twee dingen willen vragen. Vrijdag is er een hoorzitting met de heer Daems over het Strategisch Actieplan Limburg in het Kwadraat (SALK). In het SALK vraagt men onder meer naar de creatie van nieuwe instellingen en een nieuw instrumentarium. Ik vrees dat het zeer gevaarlijk is om het te laten botsen met de aanbeveling van de Vlaamse Industrieraad om te vereenvoudigen. Ik denk dat we daar moeten op letten.
Ik deel uw enthousiasme over het feit dat het TINA-Fonds (Transformatie, Innovatie en Acceleratie) meer en meer succes heeft. We gaan goed in de gaten moeten houden dat het groot genoeg wordt om de industriële transformatie te kunnen doorzetten. We zullen dus nog eens moeten nadenken over de bijkomende Europese steun die bij de conceptie van het TINA-Fonds werd aangekondigd.
Mevrouw Ceysens heeft het woord.
Minister-president, er moet ook een antwoord komen op vooral de politieke versnippering tussen u en mevrouw Lieten. Het is niet goed dat Economie en Innovatie om politieke redenen omdat twee politieke families een deel van de koek wilden uit elkaar is gehaald. Ik lees in het rapport: Gebrek aan overkoepelende aansturing. Te veel versnippering. Fragmentatie. Overlap in acties. En zelfs inconsistenties. Dat is wat wij ook ervaren doordat Economie en Innovatie uit elkaar zijn getrokken om politieke redenen. Dat is jammer want dat weegt loodzwaar op het beleid.
Dit is het derde rapport dat dit deze legislatuur aanklaagt. Er was het tweede rapport-Soete. De Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie (VRWI) klaagt dit constant aan, onlangs nog in het advies over wat translationele geneeskunde heette en wat nu transformationele geneeskunde moet heten. De versnippering is totaal. Voor de derde keer op rij wordt die versnippering nu gehekeld. Een mooie fusie die u bijvoorbeeld wel zou kunnen bekijken in uw domein, is die van het Agentschap Ondernemen en het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT).
De heer van Malderen heeft het woord.
Minister-president, u zei ongeduldig te zijn wat de eenheidsvergunning, de omgevingsvergunning betreft. Ik kan dat ongeduld alleen maar onderschrijven. U hebt zelf verwezen naar de zeer moeilijke tijden waarin we leven. Voor de zeldzame investeringen die we dan aantrekken, zou er eigenlijk, veel sneller en eenvoudiger dan dat vandaag het geval is, een vergunning moeten komen, al is het maar omdat die vergunning heel vaak de voorwaarde is om de noodzakelijke financiering te krijgen. Een goed, performant vergunningssysteem is dus een voorwaarde voor economische groei, en het is jammer dat die deadline al meermaals is verschoven.
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister-president, u zegt dat het advies zeer duidelijk stelt dat we deels op de goede weg zijn, maar ik wil toch herhalen wat andere leden hebben gezegd. In bepaalde passages van dat advies is men toch vrij kritisch. Er is een gebrek aan aansturing en overkoepelende coördinatie. Ik zag enigszins een parallel met het dossier van de ecologiepremie. Een aantal instellingen waren daar zeer kritisch over. Ze gewaagden vooral van versnippering, van een gebrek aan een overkoepelende coördinator, die aanstuurt.
Bovendien zegt dit rapport dat u eigenlijk niet kiest. Dat is toch zeer scherp. De Industrieraad zegt al een aantal dingen te hebben aangeleverd. Er is sprake van een zevental clusters, waaronder een cluster met betrekking tot ecotransformatie en ecoproductie in die fabriek van de toekomst. Een rode draad doorheen dit advies en een aantal andere adviezen is toch wel dat er te weinig wordt gecoördineerd, dat er te veel versnippering is. Daar kunt u toch niet doof voor blijven.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, het is niet de eerste keer dat het versnipperde industrieel beleid van deze Vlaamse Regering ter discussie staat. Nu hekelt de Industrieraad dat versnipperde beleid. Dat is niet mis: het is net die adviesgroep die u, die de Vlaamse overheid ter zake moet adviseren, praatbarak of niet.
Niet alleen de heer Sabbe heeft in het verleden al gewezen op die versnippering. Ook het Vlaams Belang heeft dat heel vaak gedaan. Telkens weer verwijst u naar het Nieuw Industrieel Beleid of de toekomstige resultaten van dat beleid. Nu voegt u daaraan toe dat dit gepaard zal gaan met een nieuwe communicatiecampagne. Dat heb ik ook gelezen in De Tijd van dit weekend. Zal die campagne worden ingebed in Vlaanderen in Actie, of in iets nieuws? Het Vlaams Belang vindt echter dat er niet enkel moet worden gecommuniceerd. Er moet nu snel worden gehandeld. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Voorzitter, geachte leden, nogmaals, ik heb geen kritiek geuit op het advies. Hoe kritisch het ook is, we zullen voortwerken met deze elementen. Mijnheer Sabbe, met veel respect, maar wat een aantal zaken betreft, gaat men hier wat kort door de bocht. U zegt dat we vier jaar hebben verloren. Voorzitter, misschien moeten we eens de kans krijgen om dat eens uitgebreid uit te leggen in dit parlement. Dan zou ook de heer Deckmyn zulke dingen niet meer zeggen. We hebben een Nieuw Industrieel Beleid. In alle bescheidenheid, Europa en een aantal andere landen vragen of we eens rond de tafel kunnen zitten, om te bekijken hoe wij dat aanpakken. We hebben het TINA-Fonds en dergelijke. Het is dus niet zo dat we vier jaar hebben verloren. Wat een aantal zaken betreft, zijn we niet alleen heel duidelijk bevoegd, we hebben ook actie genomen.
Het klopt wat daarnet is gesteld. In het rapport van de expertenwerkgroep worden specifieke instrumenten gevraagd, bijvoorbeeld voor de provincie Limburg. Ze vragen dat we nog een aantal bijkomende elementen zouden toevoegen. Het is dus zeer verstandig dat advies van de Industrieraad en dat rapport van de experts voor de provincie Limburg eens samen te bekijken, en te bekijken hoe we daar de juiste antwoorden op kunnen geven. Ik hoop dat ook in dit parlement het debat op een iets hoger niveau kan worden gevoerd dan uit sommige betogen blijkt.
Elke versnippering kan en moet worden weggewerkt. Mevrouw Ceysens, u hebt zelf in een regering gezeten. De bevoegdheden worden aan het einde toegewezen. We zullen aan het einde van deze legislatuur de analyses en de evaluaties maken. Wie de volgende Vlaamse Regering mag samenstellen, kan daar dan rekening mee houden.
Mijnheer Van Malderen, wat de vergunningsproblematiek betreft, verwijst u correct naar het feit dat ik niet de enige ben met enig ongeduld ter zake. Daar moet ook gedelivered worden.
Mijnheer Rzoska en mijnheer Deckmyn, we hebben het in de commissie gehad over de ecologiesteun. Wij hebben die bijgestuurd. Vanaf december waren er al meer dan veertig dossiers binnen. Dit wijst erop dat die bijsturing correct is. Ik kan voor sommige vraagstellers historisch eens nakijken wanneer wat is opgericht om aan te tonen wie welke bijdrage heeft geleverd in de versnippering. Dat zet echter weinig zoden aan de dijk.
Belangrijk nu is dat we dat NIB een dynamiek geven en dat we die werkgelegenheid effectief kunnen creëren. We moeten het overheidsapparaat en de instrumenten waarover we beschikken maximaal inzetten.
Minister-president, ik wil graag meegaan in uw positivisme, maar spijtig genoeg spreken de feiten u tegen. De eengemaakte omgevingsvergunning stond in uw regeringsverklaring van 2004. Nu, negen jaar later, is die er nog altijd niet. In Wallonië is ze er al sinds 2005.
In het witboek Nieuw Industrieel Beleid hebt u vijftig acties aangekondigd. Daarvan zijn er twee jaar later dertien uitgevoerd. Van die dertien bestaat 85 procent uit werkgroepen, raden, comités en platformen.
Op 19 september bent u gaan spreken bij de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO). U hebt daar 50 quick wins aangekondigd. Daarvan zijn er 27 voorgesteld waarvan er nu 8 zijn gerealiseerd. Dat betekent dat we naar een hogere versnelling moeten gaan. We moeten die zaken echt uitvoeren.
Ik wil dit hier niet persoonlijk spelen, maar u bent een ploegleider. U leidt een ploeg van Vlaamse ministers. Er moet een heel andere dynamiek op gang komen met een totaal andere snelheid die is aangepast aan de snelheid van de economie. Dan kunt u effectief competence tonen en een snelheid kiezen waarmee we de economie niet moeten achternahollen, maar ze voor zijn en een juist pad uittekenen.
Wij zien een regering die naar de hoogste versnelling is geschakeld, mijnheer Sabbe. We zien ook concrete resultaten: de hervorming van de ecologiepremie, de strategische opleidings- en investeringssteun, de energiebeleidsovereenkomsten, de energieconvenanten met de energie-intensieve industrie, het bankenplan.
Dat neemt niet weg dat er natuurlijk nog wat werk op de plank ligt. Onder andere inzake de omgevingsvergunning en op het vlak van het arbeidsmarktbeleid worden er nog volop stappen vooruit gezet. We rekenen erop de concrete resultaten hier nog dit jaar te kunnen bespreken in dit Vlaams Parlement.
Er zijn al heel wat plannen en maatregelen in uitvoering. Dat is een goede zaak, maar het is zeker ook een goede zaak dat geduld niet langer een deugd is. We zijn inderdaad allemaal ongeduldig. De Industrieraad vraagt dat we doorgaan met de omgevingsvergunning en de uitvoering van het rapport-Soete II. Er ligt nog heel wat werk op de plank. Ik sluit me op dat vlak aan bij de heer Bothuyne. We zullen vanuit het parlement de regering achter de vodden blijven zitten.
De actuele vragen zijn afgehandeld.