Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, er klonk vijf maal kritiek op het arbeidsmarktbeleid van de minister. De eerste kritiek betrof de activering van de bruggepensioneerden, de tweede kritiek betrof de leertijd, de derde kritiek betrof de economische migratie waar blijft het degelijk beleid?, de vierde kritiek betrof de werkervaringsbewijzen en de vijfde kritiek stond in Het Nieuwsblad: CD&V: Muyters moet dringend tandje bijsteken. Vijf maal kritiek van de CD&V-fractie, vijf maal kritiek van de coalitiepartner op minister Muyters en het huidige arbeidsmarktbeleid.
Minister, we kunnen die kritiek alleen maar onderschrijven. Ik heb er uw beleidsnota Werk 2009-2014 eens bijgenomen. U sprak toen van een nieuwe arbeidsmarktvisie voor Vlaanderen om de structurele problemen op de arbeidsmarkt aan te pakken. Die nota dateert van 2009. Ik citeer u: Ik pleit in deze beleidsnota Werk 2009-2014 voor de uitbouw van een geïntegreerde arbeidsmarktvisie met als belangrijkste ingrediënten een versterking van het activerend arbeidsmarktbeleid, competentieversterking en stimulering van de vraag naar arbeid.
Allemaal goed en wel, wij konden ons daar perfect in vinden, de kritiek van de CD&V-fractie kunnen wij alleen maar onderschrijven. Minister, wanneer krijgen alle werklozen en alle werkgevers die een vacature ingevuld willen krijgen, eindelijk te zien wanneer uw beleid op kruissnelheid komt?
Minister Muyters heeft het woord.
Mevrouw Peeters, tijdens het debat gisteren in de commissie met Fons Leroy stelde u al de vraag die u vandaag zou stellen. Daarmee geeft u me de kans om een aantal zaken die ik ondertussen op kruissnelheid heb gebracht, even toe te lichten.
Twee minuten zijn te kort om alles uit te leggen, ik pik er enkele highlights uit. Ik begin met de loopbaanvisie die we samen met de sociale partners hebben ontwikkeld. Dat is een langetermijnvisie waar we vandaag naartoe groeien met alle maatregelen die we nemen. We hebben een jeugdwerkgarantieplan, dat is iets wat Europa nu voorschrijft aan de lidstaten, en waarmee we 93 procent van de jeugd bereiken binnen de vier maanden. Dat zijn cijfers om u tegen te zeggen.
We hebben de werkinleving voor jongeren die een probleem hebben. Op 1 februari start dat in elf centrumsteden, Gent en Antwerpen volgen op 1 maart. We hebben de instapstages, die op het federale niveau zijn gecreëerd, omgevormd tot Vlaamse instapstages en we staan klaar om die te realiseren. We wachten nog op het koninklijk besluit van de Federale Regering.
We hebben voor armoedetrajecten een groeipad gerealiseerd in opvolging van de jobkorting. Daarmee behandelen we die armen op een speciale manier. We realiseren een groeipad van individuele beroepsopleiding (IBO). We hebben de knelpuntopleidingen. In 2009 ging 50 procent van de knelpuntopleidingen werkelijk naar mensen die de opleiding ook in een job gingen doen en we zijn gestegen naar 70 procent. Er zijn 34 sectorconvenants afgesloten die een betere aansluiting realiseren van onderwijs op de arbeidsmarkt, die ook werkplekleren en diversiteit doen.
De opleidingscheques zijn meer arbeidsmarktgericht. De leeftijd om te activeren is voor nieuwe werklozen opgetrokken van 55 naar 58 jaar. De 50+-premie is op 1 januari 2013 gerealiseerd. In het derde kwartaal was voor de eerste keer ooit 40 procent 55-plus. De Vlaamse ondersteuningspremie is verbeterd, de tevredenheid van de werkgevers is veranderd, we hebben belangen Competent gerealiseerd. Dat hebt u gisteren nog gehoord. We hebben een afspraak met Brussel die volledig op kruissnelheid is. We hebben voor het eerst ooit internationale jobbeurzen gedaan.
We hebben nog dingen in de pipeline staan met de loopbaancheques. Dat beleid, beste collegas, is gesteund door alle Vlaamse sociale partners.
Minister, we vallen telkens in herhaling. Als wij kritiek uiten komt u telkens met een opsomming van alle maatregelen die u neemt, van alles wat u doet. Maar wat blijkt? De cijfers zijn wat ze zijn. Sinds u hier aan het roer staat, is het aantal werklozen gestegen tot 210.000, maar is ook het aantal vacatures gestegen tot 45.000. De crisis telt niet, zegt u, maar die crisis is al bezig van 2008. In 2009 kwam u met een nieuw arbeidsmarktbeleid, u kondigde gisteren samen met Fons Leroy aan dat er opnieuw nood is aan een nieuw arbeidsmarktbeleid. (Opmerkingen van minister Philippe Muyters)
Minister, als u tegen 2020 een werkzaamheidsgraad wil halen van 76 procent, dan kan het op dit elan niet verder. Ik ben niet de enige die dat zegt. Ook de CD&V fractie zegt het. Ze uit kritiek tot vijf keer toe op alle maatregelen die u neemt. De cijfers zijn wat ze zijn. We hebben geen tijd meer om maar wat te blijven aanmodderen zoals we nu aan het doen zijn. De werkzoekenden, maar ook de werkgevers vragen dringend een bijsturing, dat er iets gebeurt, en dat we eindelijk kunnen overgaan tot een echte, kordate activering, wat vandaag de dag niet het geval is. Opnieuw: dat zegt ook uw coalitiepartner de CD&V. Vijf keer op rij uiten ze kritiek op uw beleid. Ik denk dat u dat zeker niet kunt ontkennen.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Mevrouw Peeters, we hebben gisteren een heel interessante discussie gehad met de heer Leroy, de baas van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB), die een heel stuk van het Vlaamse arbeidsmarktbeleid effectief in operatie moet brengen. We leven inderdaad in moeilijke tijden en we moeten dus de zaken rustig bekijken maar wel ambitieus stellen. Dat is de opdracht van elke fractie in dit parlement.
Ik leid uit de antwoorden die de heer Leroy gisteren en minister Muyters gisteren en vanmiddag hebben gegeven, dat de regering op dat vlak op schema zit, en dat we hoopvol naar de toekomst kunnen uitkijken.
Trouwens, het moet me wel van het hart, mevrouw Peeters, dat u daar gisteren weinig over hebt gezegd. Ik vind het een beetje flauw van de oppositie om altijd achter de rug van een coalitiepartner te moeten kruipen om kritiek te kunnen leveren. (Rumoer bij Open Vld en het Vlaams Belang)
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, het zal u verbazen, maar ik ga me niet tot u richten. Het zal u wellicht nog meer verbazen, maar ik ga het een keer voor u opnemen. Het is niet de eerste keer dat in het bijzonder collega Bothuyne maar bij uitbreiding de CD&V in scherpe bewoordingen kritiek heeft op het beleid dat u voert, om dan nadien hier in het parlement in de commissie of in de plenaire vergadering dezelfde bewoordingen onmiddellijk terug te trekken of kapot te nuanceren. (Applaus bij Open Vld en het Vlaams Belang)
Mijnheer Bothuyne, u hebt uiteindelijk dan toch de moed gevonden om binnen te komen. Ofwel hebt u kritiek op het beleid van de minister, en hebt u de moed om dat niet alleen in de pers te verwoorden, maar ook hier in het parlement. Ofwel doet u aan schoothondjespolitiek: af en toe eens blaffen en keffen, maar als het er op aan komt, met de staart tussen de benen afdruipen. Ik vrees, collega Bothuyne, dat het, wat u betreft, vooral het laatste is. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Van Malderen heeft het woord.
Voorzitter, we maken hier eigenlijk wel een beetje een primeur mee. Had ik niet geweten dat Mevrouw Peeters bij de Open Vld-fractie was aangesloten, dan dacht ik dat dit een getelefoneerde vraag zou zijn die de minister de kans geeft om zijn beleid hier uitgebreid te debiteren. Quod non. We maken hier een primeur mee: het is de eerste getelefoneerde vraag tussen de oppositie en de minister. Mevrouw Peeters, ik denk dat de minister u bijzonder dankbaar is om deze kans te krijgen.
Ik wil aansluiten bij wat vorige sprekers hebben gezegd. We beleven moeilijke tijden. We ervaren allemaal het ongeduld en de nood om daar ook iets aan te doen. Gisteren hebben we een hele interessante gedachtewisseling gehad met Fons Leroy. Daar is naar voren gekomen dat we slagen in bepaalde aspecten van ons arbeidsmarktbeleid, bijvoorbeeld om meer 50-plussers aan de slag te krijgen. We worden daarentegen maand na maand geconfronteerd met de uitdaging van jeugdwerkloosheid. Daar zullen we u toe blijven aanvuren.
De heer Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, als het mij is toegestaan, ga ik terug naar de inhoud van de zaak. We hebben dit debat niet alleen gisteren maar ook eind november, begin december gevoerd naar aanleiding van een studie van de Nationale Bank die u toen hebt aangehaald. Het gaat over die befaamde mismatch op de arbeidsmarkt. Uit die studie bleek dat Griekenland, Portugal en Italië de beste match zouden hebben op de arbeidsmarkt.
Ik heb toen in het plenaire debat verwezen naar een artikel van Luc Sels, arbeidsmarktdeskundige, die zegt: Het aandeel knelpuntvacatures is in acht jaar verdubbeld ondanks een almaar performantere arbeidsbemiddeling. Dat bevestigt zeer duidelijk dat het beleid van deze regering en deze minister wel degelijk vruchten afwerpt. Sels geeft nog een paar andere oorzaken. Hij heeft het onder andere over de verschuiving van welvaarts- naar welzijnsproductie, het verdwijnen van de industrie, waar we dringend moeten op ingrijpen, de demografische wissel, de manke arbeidsorganisatie, wat voor een deel zou moeten worden opgelost door het sociaal overleg op federaal niveau, en ga zo maar verder. Het ligt niet aan de arbeidsbemiddeling zoals die op dit moment bestaat op Vlaams niveau.
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, collegas, minister, ik heb al het woord genomen over eerdere dossiers, vooral wat betreft de jeugdwerkloosheid. Minister, ik vind het interessant dat u verwijst naar een aantal systemen die op kruissnelheid moeten komen. U verwijst daarbij zeer expliciet naar de IBOs. Straks komen een aantal actuele vragen aan bod in verband met het advies van de Vlaamse Industrieraad. Ik heb daar een heel specifieke vraag teruggevonden over de IBOs, waarvan de Vlaamse Industrieraad zegt dat de 17.000 waarin is voorzien, op dit moment niet worden gerealiseerd. Men verwijst naar een te grote rigiditeit in het systeem en men vraagt aan de Vlaamse Regering om op dat vlak een tandje bij te steken. Er is veel op kruissnelheid, maar toch zien we dat bijvoorbeeld de Vlaamse Industrieraad zegt dat we die cijfers niet halen.
Ik begin met de laatste opmerking. Ik heb vorige week effectief de uiteenzetting gekregen van Wouter De Geest, voorzitter van de Vlaamse Industrieraad. Hij heeft het ruimer over werkinleving. Het doel dat we hebben gesteld, is niet gehaald, daar ben ik het helemaal mee eens, en ook met de grote rigiditeit. Daarom veranderen we die. Dat is gisteren in de commissie aan bod gekomen naar aanleiding van de curatieve individuele beroepsopleiding (C-IBO) waarbij Fons Leroy heel duidelijk heeft gezegd: laat het ons eenvoudig maken. We hebben alleen IBO, en de verdere specificatie hoef je niet te geven aan werkgevers. We kunnen de IBOs op een betere, marketingmatige manier verder invullen.
De Industrieraad zegt heel duidelijk dat de werkinleving fundamenteel is. We hebben daar verschillende maatregelen voor: 34 nieuwe sectorconvenanten, die vooral daarop inzetten, de werkinleving, de instapstages, IBO en de armoedetrajecten die daar allemaal op inzetten. Ik denk dat we daar 100 procent aan tegemoetkomen, zoals ook bleek uit de repliek die ik vorige week heb gegeven aan de Vlaamse Industrieraad. Daar bovenop nemen we nog heel wat maatregelen.
Mevrouw Peeters, er is geen wijziging in het arbeidsmarktbeleid. Dat is gisteren ook niet gezegd, dat is nooit gezegd. De loopbaanfilosofie is het beleid dat we willen voeren.
Ik wil nog op één element wat dieper ingaan omdat het een echte primeur is, vrijwel zeker een Europese primeur, namelijk Competent, de databank die met de sociale partners en de VDAB is gerealiseerd. Daarin worden voor het eerst vraag en aanbod niet alleen afgestemd op basis van cv en diplomas, maar ook op basis van talenten en competenties van mensen. Voor elke job wordt er gezocht welke bijkomende capaciteit en welke bijkomende talenten iemand moet hebben. Cv en diploma zijn één element, maar wat een mens moet kunnen, bijvoorbeeld in team werken, assertief zijn op bepaalde vlakken of dergelijke meer, staat ook in het functieprofiel dat de werkgever opstelt.
Maar ook vanuit de werknemer wordt er gezegd wat hij of zij heeft aan talenten of competenties. Daardoor wordt de extra opleiding die iemand nodig heeft om in een andere sector te kunnen beginnen, mogelijk. Dit is gestart op 1 januari van dit jaar. Dit is een Europese primeur.
De heer Leroy heeft het gisteren in de commissie gezegd, u beseft niet hoe vooruitstrevend wij zijn. We hebben dat drie jaar geleden in gang gestoken. Dat is fundamenteel voor de toekomst. Het is een andere manier van denken. Het geeft mensen meer kansen dan ooit tevoren. Ik wil het huidige beleid voortzetten. Tot nu toe was er altijd een brede consensus in de commissie. Ik ga ervan uit dat ik mijn beleid verder kan voeren met steun van de meerderheid, maar misschien zelfs ruimer.
Ik nodig eerst de heer Van den Heuvel uit om de persberichten die de CD&V-fractie de wereld instuurt, eens na te lezen. Hij zegt zelf dat Muyters dringend een tandje moet bijsteken.
Minister, u voert al vier jaar beleid en hebt nog één jaar te gaan. U zegt dat het met succes was, uw coalitiepartner beweert het tegendeel. Ook wij stellen vast dat de resultaten uitblijven. Op die manier zullen wij nooit tegen 2020 een werkzaamheidsgraad halen van 75 of 76 procent. Dat zal ten vroegste tegen 2050 lukken, gelet ook op de vergrijzing. Opnieuw, minister, ik denk dat het tijd is om een tandje bij te steken. (Applaus bij Open Vld)
De actuele vraag is afgehandeld.