Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Minister-president, de term confederalisme heeft al vele handboeken gevuld. U bent dat blijkbaar een beetje beu. Dat hoorde ik zondag in De Zevende Dag, waar het onder meer ging over de institutionele toekomst van dit land. U zei daar dat u niet wilt worden lastiggevallen met confederalisme en dat mensen dat niet zouden begrijpen. Nochtans is het confederalisme een vrij duidelijk staatkundig begrip. Een confederale staat is een staat die het resultaat is van onafhankelijke entiteiten die uit vrije wil besluiten een aantal zaken samen te doen. Dat is de staatkundige definitie van confederalisme. Wanneer men dat in dit land politiek begint in te vullen, dan is het verwarring troef. Uw partij, CD&V, is voor confederalisme, Open Vld is voor confederalisme en de N-VA is nu ook voor confederalisme. Voor alle duidelijkheid, wij zijn niet voor confederalisme maar de N-VA dus blijkbaar wel. Zij gaan een versnelling achteruit. Iedereen vult dat op zijn eigen manier in, waardoor de verwarring bijzonder groot wordt.
Minister-president, er is al een antwoord gekomen van de andere kant van de taalgrens, met name van uw collega, minister-president van de Franse Gemeenschap en van het Waalse gewest, Rudy Demotte. Hij zei: Le confédéralisme, cest un piège à cons. Hoe men dit in Vlaanderen ook invult en wat men daar ook over vertelt, hij gooit het weg, hij moet er niet van weten. Dat was zijn boodschap.
Minister-president, wat is voor u in deze context het begrip confederalisme? Deelt de Vlaamse Regering dat begrip? Hoe ziet de Vlaamse Regering en uzelf de institutionele toekomst van dit land, die nu althans volgens sommigen helaas opnieuw aan de orde is?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Ik zal proberen duidelijkheid te brengen in de vertwijfeling over het confederalisme. Ik spreek hier wel als minister-president van de Vlaamse Regering.
Ik wil het in de eerste plaats hebben over mijn uitspraken in De Zevende Dag waarnaar u verwijst. Ik heb daar gezegd dat we ons volledig moeten inzetten voor de uitvoering van de zesde staatshervorming en dat het naar mijn bescheiden mening niet de laatste zal zijn, dat er nadien, nadat deze is uitgevoerd, mogelijk nog bijkomende hervormingen zullen plaatsgrijpen. Ik heb duidelijk gezegd dat het zwaartepunt naar de deelstaten zal gaan met gezinsbeleid, woonbeleid, ouderenzorgbeleid, arbeidsmarktbeleid enzovoort.
Ik heb voor u een en ander opgezocht omdat ik niet graag zou hebben dat u mij zou pakken op een niet-coherent verhaal. Ik heb hier de verklaring van de Vlaamse Regering over de zesde staatshervorming van 12 oktober 2011. Ik citeer: De Vlaamse Regering engageert zich om de verruimde bevoegdheden ( ) aan te wenden voor een doeltreffender beleid. Verder wordt gesteld: Het herinrichten van ons federaal staatsbestel is een dynamisch en evolutief proces. Dat is altijd zo geweest en zal ook zo blijven. De zesde staatshervorming is geen eindpunt. ( ) De bijkomende bevoegdheden zijn een stap in de richting van de realisatie van de doelstellingen van de Octopusnota.
Mijn verklaring in De Zevende Dag bevat dus geen enkele onduidelijkheid; u krijgt er geen speld tussen.
Ten tweede wil ik het hebben over het confederalisme. Ik ben het met u eens, mijnheer Van Hauthem, dat er nu een grote onduidelijkheid ontstaan is over de begrippen en de inhoud ervan. Ik wil ook hier, als u mij dat toestaat, voorzitter, de consequentie van onze lijn aanduiden. Sinds 2007 zeggen wij elke keer identiek hetzelfde, ook in dit parlement.
In de Octopusnota staat letterlijk: De Vlaamse overheid wil de Belgische federale staat niet in vraag stellen of ondergraven maar heeft integendeel de vaste wil om met toepassing van een aantal beginselen zoals subsidiariteit, verantwoordelijkheid en solidariteit ons model te laten evolueren tot een voldragen federaal systeem.
Ik geef u nog een ander citaat uit datzelfde heel belangrijke document: Om de uitdagingen en problemen van de mensen op een afdoende wijze aan te pakken, moet Vlaanderen over de nodige bevoegdheden of hefbomen beschikken. Dat kan gaan over totaal nieuwe bevoegdheden of over bevoegdheden die momenteel verspreid zijn over verschillende beleidsniveaus. In beide gevallen heeft de vraag naar meer bevoegdheden geenszins de bedoeling België op te heffen. Ze vloeit integendeel voort uit de logica van de federale staat.
Dit is het einde van een citaat uit de Octopusnota, die integraal deel uitmaakt van de regeringsverklaring.
Iedereen kent de resoluties van dit parlement van 1999. Iedereen die lang genoeg deel uitmaakt van dit parlement kent de Schrikkelnota van de Vlaamse Regering van 29 februari 1996, waarin ook over confederalisme en wat dat juist inhoudt, bepalingen staan.
Ik concludeer, omdat u mij niet meer tijd geeft, voorzitter, maar dat is het reglement natuurlijk. Mijn uitspraken zijn conform het referentiekader van de Vlaamse Regering en dit parlement. (Applaus bij CD&V, de N-VA en van de heer Ludo Sannen)
Minister-president, het blijft toch verwarring troef. U hebt in De Zevende Dag ook gezegd dat het wat u betreft misschien niet het eindpunt zal zijn, dat er misschien ook een zevende staatshervorming zal komen, en dan misschien nog een achtste. Mijn vraag is in feite: Wat is uw finaliteit? Op die vraag krijg ik nooit een antwoord. Want als u naar die zevende staatshervorming gaat, dan zult u onvermijdelijk komen aan de financiering van de sociale zekerheid. Dat kan bijna niet meer anders.
Minister-president, u citeert gulzig uit uw Octopusnota. U vergeet er echter één citaat uit te halen. In die Octopusnota pleit u immers voor de toepassing van artikel 35 van de Grondwet, en dat is per definitie een toepassing van het confederaal principe. Ik herhaal dat het ons principe niet is, maar daar gaat het niet over. Het is wel uw Octopusnota, uw meerderheid en uw regering. Ik hoor u er de laatste weken en maanden niet meer voor pleiten. Ik hoor niets meer over artikel 35. Het is blijkbaar verdwenen in de mist. Is het voor u nog een piste, ja of neen?
De heer van Rouveroij heeft het woord.
Mijnheer Van Hauthem, confederalisme en federalisme zijn wel degelijk vage begrippen. Het zijn containerbegrippen waaronder de meest diverse vormen van staatsstructuren ressorteren. We gaan er hier vandaag niet uit geraken.
Waar we wel uit moeten geraken, minister-president, en dat is onze verdomde opdracht en plicht, dat is de uitvoering van de zesde staatshervorming. We moeten deze voorbereiden, met mensen, ambtenaren dus, maar ook met centen, euros. We hebben u al vaak gewezen op het ontbreken van elke reserve in uw begroting.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Voorzitter, ondanks de bekende sociaal-economische problemen is het debat de afgelopen weken verschillende keren gegaan over de invulling van het confederalisme. Dat is op zich een interessant politicologisch debat, maar vooralsnog vrij steriel.
Laat het duidelijk zijn, mijn fractie is voor een vlotte, efficiënte overheid die ten dienste staat van de bevolking en haar noden. In tijden van stijgende jeugdwerkloosheid en evidente problemen in de welzijnssector verwelkomen we elke bevoegdheid die overkomt om Vlaanderen sterker te maken. Dat betekent vooral dat we ons moeten bezighouden met de concrete invulling, niet met holle discussies en steriele debatten. We verwijzen hierbij na de opsomming van de minister-president naar het Handvest voor Vlaanderen, dat mijn fractie heeft ingediend, waarvan ik hoop dat we het binnenkort in het parlement kunnen bespreken.
De heer Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Van Hauthem, wij zijn altijd blij als onze standpunten en ons programma zoveel aandacht krijgen. Wij zijn een partij met inhoud en wij hebben graag dat die besproken wordt op de publieke tribune. (Opmerkingen)
We hebben de Vlaamse Regering niet nodig om dat confederalisme in te vullen. (Opmerkingen van de heer Eric Van Rompuy. Rumoer)
We zullen daar dit jaar rond werken. Laat het duidelijk zijn dat de Vlaamse Regering op zich geen enkele verantwoordelijkheid draagt voor die zesde staatshervorming. (Rumoer. Opmerkingen van de heer Joris Van Hauthem)
Onze positie is zeer duidelijk: wij zijn loyaal in de uitvoering van de nieuwe bevoegdheden. Die zijn overigens onvoldoende voor ons, u kent onze kritiek op de zesde staatshervorming zeer goed, mijnheer Van Hauthem. Het zou wel héél dom zijn om die bevoegdheden niet goed uit te voeren. We moeten onze verantwoordelijkheid nemen. Op dat punt hebben we ons loyaal verklaard ten aanzien van de Vlaamse Regering en onze coalitiepartners in die regering. We zullen meewerken aan de uitvoering van de nieuwe bevoegdheden.
Los daarvan, wij vinden het niet voldoende. Het is niet de copernicaanse omwenteling die ons werd beloofd, zoals ook Jean-Luc Dehaene en de minister-president al hebben verklaard. Wij denken dat er meer nodig is. Wat we nog meer willen, zullen we kenbaar maken op dat congres.
Mijnheer Van Rompuy, u moet zich daar geen zorgen over maken, we zullen u dat haarfijn uitleggen. (Applaus bij de N-VA en van de heer Boudewijn Bouckaert)
De heer Vereeck heeft het woord.
We gaan er inderdaad niet uit geraken. Wat is confederalisme precies? Voor de meesten is dat artikel 35 van de Grondwet, hoewel dat internationaal staatsrechtelijk niet klopt, dat weet ik. Dat is de Belgische invulling van dat begrip. Het kan van alles betekenen, van het federalisme extra large van CD&V tot het contrafederalisme van de N-VA. Het betekent in elk geval dat er meer bevoegdheden naar Vlaanderen komen. Daar zijn we het over eens.
Mijn vraag naar aanleiding van uw uitspraken in Terzake is de volgende. U zegt namens de Vlaamse Regering dat u zich in 2014, het jaar van de moeder van alle verkiezingen, alleen maar wilt bezighouden met de implementatie van de zesde staatshervorming. Niets meer. Zegt u dat werkelijk namens de hele regering? Zult u met andere woorden in 2014 niet gaan voor een zevende staatshervorming? Wenst u enkel deze hervorming uit te voeren, omdat zoals de heer Van Rompuy ook zegt, louter het uitvoeren van wat nu op tafel ligt, ons de komende jaren al serieus zal bezighouden. Die vraag is veel relevanter dan de bekommernissen van de heer Diependaele.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
We zullen het komende anderhalf jaar met heel wat sociaal-economische problemen te kampen hebben en oplossingen moeten zoeken. Ik hoop dat we ons vooral daarop zullen focussen.
Met de zesde staatshervorming krijgen we enkele heel goede instrumenten in handen om een sociaal beleid te voeren. Ik denk aan het woonbeleid en de kinderbijslag. Hoever staat u met de voorbereiding daarvan? Op budgettair vlak, maar ook en vooral inhoudelijk, minister-president?
Ik hoorde de fractievoorzitter van een van uw coalitiepartners gisteren op de radio zeggen dat we dat in Vlaanderen nog niet kunnen voorbereiden, omdat het nog niet duidelijk is en we eerst klaarheid en duidelijkheid moeten krijgen van het federale niveau, voor we in Vlaanderen iets kunnen beginnen te doen. Ik hoop dat u niet dezelfde afwachtende houding aanneemt, maar dat u volop bezig bent met de voorbereiding van de belangrijke instrumenten die op sociaal vlak een en ander zullen kunnen betekenen voor Vlaanderen. Ik hoop ook dat u daar heel snel het parlement bij zult betrekken. Ik vraag me af hoe ver het daarmee staat, minister-president.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Het is duidelijk dat de uitspraken conform het Vlaamse regeerakkoord zijn, waarbij de drie coalitiepartners loyaal voor de uitvoering staan. Deze zesde staatshervorming is opnieuw een belangrijke stap voorwaarts, in de richting van een versterking van de deelstaten. Het is voor CD&V een dynamisch en onomkeerbaar proces in de richting van de verplaatsing van het zwaartepunt naar de deelstaten.
Het is voor ons duidelijk geen eindpunt, mijnheer Van Hauthem, maar laat ons nu de volgende jaren uitvoering geven aan de belangrijke zesde staatshervorming. Er zijn wel belangrijke pakketten bevoegdheden, die het dagelijks leven van de Vlaming gaan veranderen en laat ons van die meerwaarde overtuigd zijn ook verbeteren. Arbeidsmarktbeleid, gezinsbeleid, kinderbeleid en ouderenzorg komen allemaal met meer homogene pakketten naar Vlaanderen. Laten we daar de meerwaarde zoeken. Dat moeten we nu in stelling brengen. Voor ons zijn mensen nu belangrijk, en niet langer de instellingen. Laten we een goed beleid voeren van de Vlamingen. (Applaus bij CD&V)
De vorige vraag ging over een sociaal drama, waarbij, als we alle berekeningen mogen geloven, mogelijk tienduizend mensen hun job gaan verliezen. Het is natuurlijk aan dit parlement en zeker aan de Vlaamse Regering om daarvoor passende maatregelen te treffen. Het sociaal-economische is voor ons de topprioriteit, voor heel Vlaanderen en voor de mensen die dreigen hun job te verliezen. We doen er al het mogelijke aan. Ik ben ervan overtuigd dat de zesde staatshervorming bijkomende instrumenten geeft, inzake arbeidsmarktbeleid en ook op andere domeinen, om zulke uitdagingen met nog meer bevoegdheden en middelen aan te gaan.
U hebt gelijk, mijnheer Diependaele, dat we op Vlaams niveau uitvoeren wat op federaal niveau wordt beslist en goedgekeurd in de Kamer en de bevoegde instanties daar. Maar wij zullen dat uitvoeren omdat ik ervan overtuigd ben dat het in het belang is van alle Vlamingen. Ik denk aan de gezinsbijslag enzovoort. Ik ga er ook van uit dat dit Vlaams Parlement zich verder in die dynamiek kan organiseren, voorzitter.
Het is natuurlijk volstrekt onjuist te zeggen dat de Vlaamse Regering daarvoor nog niets gedaan heeft, mevrouw Meuleman. We hebben de opdracht gegeven om het groenboek te finaliseren, dat ook midden dit jaar klaar moet zijn. Ik heb daarover gesproken met Waals minister-president Demotte, om gezamenlijk naar het federale niveau te gaan. De premier heeft gezegd dat hij in de loop van deze maand de ministers-presidenten zal zien. U maakt zelf deel uit van de COMORI-groep (Comité Ministériel de mise en Oeuvre des Réformes Institutionnelles), die de acht partijen verzamelt om de staatshervorming verder uit te werken. U hebt vanuit die invalshoek een bijdrage geleverd.
Mijnheer Van Hauthem, maak u geen zorgen, ik ken die Octopusnota nog altijd bijna van buiten. We hebben ze zelf geschreven en ze maakt integraal deel uit van het regeerakkoord. In de Octopusnota staat dat artikel 35 en bovendien staat er dat het artikel 35 een instrument kan zijn om verdere stappen te zetten in de staatshervorming. Ik ben ervan overtuigd dat, wanneer de zesde staatshervorming is geïmplementeerd in Vlaanderen, we een beter beleid kunnen voeren. Iedereen kan een positie innemen in de discussie, die niet van de Vlaamse Regering en de minister-president is, maar ook woedt onder politieke partijen, zeker wanneer de moeder van alle verkiezingen in 2014 zal plaatsgrijpen. Persoonlijk ben ik ervan overtuigd dat in de methodologie om tot een zevende staatshervorming te komen, het artikel 35 wel eens een heel belangrijke rol kan spelen.
En wanneer we de zesde staatshervorming hebben geïmplementeerd, dan weet u dat we een nieuwe Senaat hebben. Het gaat dan om een Senaat die zal bestaan uit vertegenwoordigers van de verschillende deelstaten. Dat is dan een ideaal platform om te bekijken hoe we op basis van artikel 35 verdere stappen kunnen zetten.
Dit is mijn persoonlijke mening, maar ik kan u dus zeggen dat ik artikel 35 niet vergeten ben. Ik heb zelfs wetenschappelijk onderzoek laten uitvoeren over de toepassing van artikel 35, dus maak u daar geen zorgen over.
Deze Vlaamse Regering doet wat ze heeft afgesproken en wat ze verklaard heeft in het Vlaams Parlement. Als de zesde staatshervorming in teksten gefinaliseerd is, dan wordt er door de regering alles aan gedaan om die hier te implementeren.
Collega van Rouveroij, ik raad u aan om niet telkens opnieuw op diezelfde nagel van de bevoegdheden en de middelen te kloppen. U kunt dat natuurlijk blijven doen, maar ik ga ervan uit dat we, bij verdere onderhandelingen met het federale niveau en met de collegas van Wallonië en Brussel, gaandeweg meer duidelijkheid zullen krijgen, en dat we dat dus ook correcter zullen kunnen uitvoeren, ook wat de middelen betreft. (Applaus van de heer Eric Van Rompuy)
Voorzitter, minister-president, ik dacht niet dat u artikel 35 vergeten was, tenzij in uw eerste antwoord misschien pour les besoins de la cause, om het in de taal van de heer Demotte te zeggen, die van confederalisme niet wil weten. Ik heb het debat niet aangezwengeld over de term confederalisme. (Opmerkingen)
Nee, nee, ik heb het debat in de media niet aangezwengeld. Ik ben geen confederalist, voor alle duidelijkheid. (Opmerkingen van de heer Christian Verougstraete)
U weet waarvoor wij staan, en wij hebben geen congres nodig om dit uit te leggen. Maar goed, dat is één zaak.
Ten tweede zie ik toch dat er binnen uw meerderheid opnieuw nuances zijn. De fractievoorzitter van de N-VA komt gewoon verklaren dat de Vlaamse Regering geen enkele verantwoordelijkheid heeft in het tot stand komen van de zesde staatshervorming, en dat terwijl ze hier zitten, en tegelijkertijd zeggen dat ze die staatshervorming wel loyaal gaan uitvoeren. Het is op den duur een beetje schizofreen aan het worden. In mijn hoofd is het dat al lang, maar ik ben natuurlijk maar iemand van het Vlaams Belang. Maar ik neem aan dat het ook in uw hoofd een beetje schizofreen begint te worden. Mijn conclusie is in elk geval dat deze Vlaamse Regering geen visie heeft voor de finaliteit van de institutionele indeling van dit land. Dat onthoud ik uit dit korte debat. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.