Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Sauwens heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collegas, ik stel deze vraag naar aanleiding van de recente ontwikkelingen.
Er zijn een aantal maanden gepasseerd sinds het bericht van de sluiting. De situatie vandaag is bijzonder slecht voor de werknemers. Er is een grote tweespalt tussen de mensen die bij de toeleveranciers werken en zij die bij Ford zelf werken. Er groeit verdeeldheid tussen werkwilligen en zij die verder willen staken. De situatie is ook slecht voor de bedrijven, niet alleen voor Ford zelf maar ook voor de toeleveranciers waar de economische en financiële haalbaarheid van de komende weken en maanden cruciaal zijn.
De ontwikkelingen van vandaag zijn heel belangrijk. Het is gewoon niet goed. Het duurt te lang. Het is ook slecht voor de hele regio. Die regio is breder dan de provincie Limburg. Het gaat ook over een stukje Brabant en zeker ook over de Antwerpse Kempen.
Minister-president, ik stel mijn vraag met enig voorbehoud, want het gaat natuurlijk vooral tussen werkgevers en werknemers. Welke stappen heeft de Vlaamse Regering de voorbije weken gezet? Kunt u enig perspectief bieden? Er zijn arbeiders die een andere job zouden kunnen aannemen maar het niet doen. De wet-Renault is misschien een te strak kader dat enorm vertragend kan werken. We moeten zo snel mogelijk uit de huidige impasse geraken. Er is een expertenteam met professor Daems aan het werk, het Strategisch Actieplan is er misschien binnenkort, de VDAB is klaar. Als de huidige situatie niet wordt opgeklaard, dan hebben al die actieplannen heel weinig zin. Ik hoop dat dit op korte termijn kan gebeuren.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, collegas, het is vandaag een heel belangrijke dag voor Ford Genk en voor de werknemers van Ford Genk en van de toeleveranciers. Ik heb samen met u begrepen dat de spanning en de onzekerheid zeer ernstige vormen begint aan te nemen.
Ik wil twee dingen onderscheiden. Er zijn de onderhandelingen tussen Ford-directie en vakbonden. En er is de strategische aanpak en het plan dat eind deze maand afgerond moet zijn.
De vakbonden hebben met de Ford-directie onderhandeld en een akkoord uit de brand gesleept dat ze aan hun leden hebben voorgelegd. 54 procent heeft dat goedgekeurd. Omdat de meerderheid zo nipt was, bracht dit spanningen mee.
Vandaar mijn oproep aan alle betrokkenen om zo snel als mogelijk stappen vooruit te zetten in die onderhandelingen. Dit is in het belang van iedereen: van de werkgevers, van Ford Genk en haar directie en van de toeleveranciers. We kunnen en willen daar als Vlaamse Regering niet in interveniëren. Dat is enige tijd geleden in de werkgroep duidelijk afgesproken. We kunnen wel een helpende hand bieden. Nu er echter concrete stappen zijn gezet, moeten we hen aanmoedigen nog verdere stappen te zetten ten einde die onzekerheid voor al die getroffen gezinnen weg te nemen.
Op vraag van de vakbonden is de werkgroep Onderhandelingen Ford opgericht. Die werkgroep komt samen telkens de vakbonden daarom verzoeken.
Ten tweede is er het SALK, het Strategisch Actieplan voor Limburg in het Kwadraat. Ik heb reeds vele contacten gehad met de voorzitter daarvan, professor Herman Daems. In het kader daarvan heb ik ook al een aantal experts gesproken. Ik ben ervan overtuigd dat zij grondig werk leveren. Dit plan zal eind deze maand worden voorgesteld en ik ben er gerust in dat het een goed plan zal zijn.
De Vlaamse Regering heeft reeds 57,9 miljoen euro gereserveerd voor Limburg. Dat was trouwens het bedrag dat we hadden uitgetrokken voor de opleidings- en investeringssteun aan Ford. We hebben ook juridisch laten onderzoeken of we de sinds 2002 aan Ford Genk uitgekeerde steun ten belope van 42,9 miljoen euro kunnen terugvorderen. Die terugvordering kan echter pas opgestart worden bij effectieve sluiting van de fabriek.
Eind vorig jaar heeft de Vlaamse Regering 25 miljoen euro gereserveerd voor de relance, weliswaar voor ruimer dan Limburg alleen. Ook het SALK kan daar mogelijks van genieten.
Daarnaast hebben we 5 miljoen euro op de begroting uitgetrokken voor faillissementpreventie en 8 miljoen euro voor nieuw ondernemerschap. Beide weliswaar ook ruimer dan Limburg alleen.
Daarnaast hebben we, wat het Europees financieel kader over meerdere jaren betreft, initiatieven genomen. De betreffende gesprekken werden echter, zoals u weet, niet gefinaliseerd. Zij staan in februari opnieuw op de Europese agenda. We hebben aan premier Di Rupo gevraagd daar 100 miljoen euro voor Limburg te laten agenderen.
Samengevat ziet de situatie er als volgt uit.
Wat de onderhandelingen betreft, doe ik een oproep om al het mogelijke te doen om nog meer stappen vooruit te zetten. Ten tweede zal de Vlaamse Regering, zodra dat SALK wordt voorgesteld, dienaangaande zeer kort op de bal te spelen en daar stap voor stap de nodige middelen voor vrij te maken. En tot slot is er het Europese niveau, maar daar moet ik wel voor waarschuwen ons niet al te veel illusies te maken. Dat zal allesbehalve evident zijn, gezien de inkrimping van de Europese budgetten. Toch heeft de federale premier dit dossier verdedigd en ik reken er op dat hij dat zal blijven doen.
Ik dank de minister-president voor zijn antwoord en de er in vervatte oproep. Die komt net op tijd, want er moet dringend een einde worden gesteld aan de huidige financiële en inkomensonzekerheid.
Het is een goed idee dat u de tafel aanbiedt waarrond de onderhandelingen gevoerd kunnen worden ten einde deze uit het slop te halen.
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, als Genkenaar wil ik de problemen bij Ford niet uit de weg gaan en dus zeker ook het parlementair debat hierover niet fnuiken. In de commissie Economie hebben we echter de afspraak gemaakt deze maand alle vragen te bundelen en vervolgens in de loop van de maand een gedachtewisseling met de minister-president te houden. Het is me dan ook niet geheel duidelijk waarom we op dit ogenblik en binnen dit korte tijdsbestek al een voorafname op dat debat moeten doen.
Ondertussen zorgt de tweestrijd tussen diegenen die willen werken en diegenen die niet willen werken en tussen het personeel van Ford en het personeel van de toeleveranciers tot een grimmige sfeer aan de poorten. Dit was ook vandaag het geval bij wisseling van de posten.
Het enige wat het personeel 2,5 maanden na de aangekondigde sluiting wil, is duidelijkheid. De enige zekerheid die de mensen momenteel hebben, is dat de fabriek eind 2014 zal sluiten. Gedurende die twee jaar zal de voornaamste opdracht erin bestaan alternatieven op het vlak van tewerkstelling te zoeken. In dat verband is tussen vandaag en eind 2014 ook een belangrijke taak weggelegd voor de minister-president, die ook de voorzitter van de taskforce is.
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, de kern van de zaak bestaat in het doorbreken van de impasse. Het lijkt me belangrijk de uitslag van elke stemming te respecteren, hoe beperkt een meerderheid ook moge zijn.
De minister-president heeft het over de terugvordering van steun gehad. Over welke steun gaat het dan precies? Hoe groot is het bedrag?
Wat het statuut van een reconversiemaatschappij betreft, moet de Europese Commissie ook het groen licht geven. Het gaat hier niet om de toekenning van geld. Het gaat om fiscale voordelen. Ik vraag me af wat de minister-president ons kan meedelen over de mogelijkheid het statuut van reconversievennootschap in de provincie Limburg toe te laten.
De heer Sannen heeft het woord.
Voorzitter, ik sluit me aan bij de bekommernissen die de heer Sauwens heeft geuit. Om de onzekerheid van de werknemers weg te nemen, moet er snel duidelijkheid komen. Ik kijk, samen met de minister-president, uit naar de resultaten van het strategisch plan. Ik ben blij dat middelen worden vrijgemaakt en dat de minister-president onderzoekt hoe bepaalde middelen kunnen worden gerecupereerd.
Ik wil nog even ingaan op een punt dat ik vorige keer ook al heb aangehaald. Het lijkt me interessant te onderzoeken hoe we weer greep op de infrastructuur kunnen krijgen. Ik heb het dan in mindere mate over de technische infrastructuur of over de gebouwen. De gronden lijken me een belangrijk en essentieel onderdeel van een toekomstige industriële ontwikkeling in Genk. Volgens mij zijn die gronden ooit aan Ford gegeven of bij Ford terechtgekomen onder bepaalde voorwaarden. Zijn er mogelijkheden om die gronden zelf weer in handen te krijgen?
Mevrouw Jans heeft het woord.
Voorzitter, de voorbije twee dagen zijn de gemoederen in Genk enigszins opgelopen. Volgens mij wordt deze actuele vraag aan de minister-president vandaag dan ook terecht gesteld. Dit is een duidelijk signaal dat de Vlaamse overheid hier ook verder werk van wil maken.
Ik vind het een goede zaak dat de minister-president heeft geschetst welke stappen al zijn ondernomen. Het is tevens belangrijk dat hij heeft aangeboden met de Vlaamse Regering mee deel te nemen aan het overleg tussen de directie, de toeleveranciers en de vakbonden. Ik herhaal dat dit in duidelijke afspraak met de vakbonden moet gebeuren. Het zal misschien nodig zijn om uit deze moeilijke situatie te geraken.
Mijn bijkomende vraag heeft betrekking op de Europese steun die is aangevraagd. De premier heeft hier zijn schouders onder gezet. Is er al enige duidelijkheid? Hebben we er al zicht op wanneer we hierover eventueel uitsluitsel kunnen krijgen?
De heer Vereeck heeft het woord.
Voorzitter, ook ik ben tevreden dat deze actuele vraag hier aan bod komt. Ik moet echter zeggen dat vragen om uitleg over de stand van zaken in verband met het dossier van Ford Genk in de commissie onontvankelijk zijn.
Minister-president, u wilt een hele plejade aan maatregelen nemen. Het gaat dan onder meer om Europese maatregelen en om het SALK. Ik heb in dit verband graag één concrete vraag.
Minister-president, u hebt de vakbonden destijds beloofd hen tijdens hun onderhandelingen met de directie van Ford te zullen steunen. De directie heeft woordbreuk gepleegd. U zou de vakbonden ondersteunen tijdens de onderhandelingen over een sociaal plan en over de gronden van Ford. U hebt die steun een tijdje geleden on hold gezet. U wilde eerst wachten op een duidelijk signaal van de vakbonden dat de hulp nodig is en zou worden geapprecieerd. Hebben de vakbonden sinds de stemming van twee dagen geleden, waarvan we de uitslag kennen, om hulp bij onderhandelingen gevraagd? Hebt u een dergelijk signaal ontvangen?
Ik heb hier een kamerbrede oproep gehoord om snel tot resultaten te komen. De oppositie en de meerderheid in het Vlaams Parlement delen dit standpunt. Ik hoop dat alle betrokken partijen, de vakbonden, de directie van Ford en anderen, deze oproep heel goed begrijpen en hier de komende dagen en weken hard aan zullen werken.
Wij hebben de werkgroep Onderhandelingen Ford opgericht. Die is twee keer bijeengekomen. Als de vakbonden morgen zeggen dat ze de werkgroep opnieuw willen bijeenroepen, dan zal dat meteen gebeuren. Dat hebt u goed begrepen. Dat is immers de afspraak.
Mijnheer Vereeck, de vakbonden hebben toen in die werkgroep uitdrukkelijk gevraagd of we juridische steun konden leveren voor de onderhandelingen. Zowel minister Muyters als minister De Coninck heeft die steun toegezegd. De juristen van de diverse departementen hebben daar de antwoorden gegeven op de vragen die de vakbonden hadden gesteld. Ook dat was de afspraak.
Mijnheer Sannen, iets anders is de kwestie van de gronden. We hebben toen afgesproken dat het niet de Vlaamse Regering zou zijn die met de Forddirectie zou onderhandelen over die gronden als de vakbonden in het kader van de wet-Renault nog nergens staan. We willen immers voorkomen dat we op twee fronten zouden onderhandelen met de Forddirectie, waarbij de onderhandelingspositie van de vakbonden op een bepaald ogenblik zou worden verzwakt omdat we rechtstreeks met Ford zouden onderhandelen over de problematiek van die gronden. Als we die werkgroep Onderhandelingen Ford opnieuw bijeenroepen, dan is het mogelijk dat de vakbonden zeggen dat ze al verder zijn gevorderd en dat de Vlaamse Regering rechtstreeks mag onderhandelen. Dit is echter heel gevoelig: ik heb met de vakbonden afgesproken dat we geen onderhandelingstraject opzetten zonder daar met hen over te spreken, en zeker niet als dat negatieve effecten zou hebben op de onderhandelingspositie en de onderhandelingen die nu gaande zijn. Ik hoop echter dat die onderhandelingen zo snel mogelijk tot resultaten leiden.
Mijnheer Keulen, zoals u weet, gaat het hier over investerings- en tewerkstellingssteun die is gegeven. In de mate dat de voorwaarden die daarbij werden gesteld, niet zijn nageleefd, kunnen we dat geld terugvorderen. Het gaat over 42,9 miljoen euro, wel te rekenen vanaf 2002. De vraag is of we dat bedrag volledig kunnen recupereren, en hoe lang het duurt voor we dat hebben gerecupereerd.
Ik kom tot de reconversievennootschappen. Ik heb het gisteren al gezegd in de commissie: we staan voor heel belangrijke uitdagingen als we werkgelegenheid willen creëren in Limburg, maar ook in de rest van Vlaanderen. Die werkgelegenheid zullen we maar kunnen creëren indien ondernemingen investeren. Daarvoor hebben ze kapitaal nodig. Dat kapitaal kan op twee manieren aan die ondernemingen worden bezorgd. Het kan door vreemd vermogen, zijnde leningen, ter beschikking te stellen. In het bankenplan reiken we ter zake een heel arsenaal nieuwe elementen aan. Het kan ook door een kapitaalsverhoging. Ik ben dus zeer blij met de discussie, die weliswaar federaal wordt gevoerd, over de wet-Cooreman-De Clercq, natuurlijk in de mate dat die positieve effecten heeft op de werkgelegenheid en de dynamiek in Limburg, maar ook erbuiten.
Als ik me niet vergis, is de techniek van de reconversievennootschappen geïnitieerd in 1983. Daarbij heeft men een aantal gemeenten gedetecteerd. Ik heb die lijst gezien. Mijnheer Keulen, we hebben immers initiatieven genomen om ook dat technisch te laten bekijken. Is het nu, in de gegeven omstandigheden en met de Europese regelgeving, nog mogelijk om datgene wat in 1983 is gelanceerd, opnieuw te lanceren? Grosso modo komt dit neer op een Cooreman-De Clercq, maar wel specifiek voor domeinen en gebieden die extra zijn getroffen door de werkloosheid. We werken dat nu verder uit. Zeker aan Europa moeten we de vraag stellen welke krijtlijnen het ons, gezien de huidige Europese regelgeving, mogelijk maken om die techniek van 1983 te herintroduceren. We hebben ook contact met de federale collegas om te bekijken wat er kan worden gedaan indien men in die richting gaat. Ik ben wat voorzichtig in mijn communicatie ter zake. Als we zouden gaan voor reconversievennootschappen, dan zou u immers vragen hoe het staat met Europa, met de federale overheid, met het budgettaire enzovoort. Ik wil dus geen valse hoop geven, maar ik kan u zeggen dat we dat in alle stilte aan het voorbereiden en uitwerken zijn. Maar goed, als u dat vraagt, dan moet ik daarop antwoorden.
Mijnheer Sannen, wat de gronden betreft, heb ik u de contouren meegedeeld waarom wij nu nog geen initiatieven hebben genomen.
Mevrouw Jans, ik heb u gezegd dat wij de Europese middelen hebben bekeken. Eerst was er de discussie over het beleid inzake transitiegebieden. Men heeft toen gezegd dat dit een beetje delicaat was omdat Limburg daar met 90 procent niet onmiddellijk voor in aanmerking komt. We kunnen een benadering ad hoc vragen gezien de ernst van de schok We hebben daar een bedrag van 100 miljoen euro op geplakt met een redenering die sluitend is. De timing is dat op 7 en 8 februari op Europees niveau het debat over de meerjarenfinanciering van Europa opnieuw op tafel ligt. Het debat over cohesie, transitie en een benadering ad hoc wordt dan opnieuw gevoerd. Ik heb signalen ontvangen dat er niet veel hoop is dat dat ons zal lukken.
Mijnheer Vereeck, wij leveren juridische bijstand maar dat is op afroep. De beide ministers hebben zich geëngageerd om dat te doen. Dat is verschillend van de problematiek van de gronden. In onderhandelingen willen we geen twee fronten openen, met alle gevolgen van dien.
Het is duidelijk dat iedereen er hetzelfde over denkt. Het is niet door schermutselingen tussen werknemers aan de fabriekspoort dat de druk op de Forddirectie kan worden verhoogd. We hebben behoefte aan een gezamenlijke strategie. Het engagement en de oproep van de minister-president en de Vlaamse Regering zijn vandaag dan ook erg belangrijk.
De actuele vraag is afgehandeld.