Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, minister, afgelopen week vernamen we dat De Watergroep, de vroegere Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening of VMW, een Vlaamse instelling, in de toekomst niet alleen van plan is om drinkwater binnen te brengen in de huizen, maar ook telefonie, internet en televisie.
Het gaat om een experiment en uiteraard moeten wij ervoor zorgen dat we bij blijven, dat we de technologische evolutie op de voet volgen en dat we dus ook dingen uitproberen. Daar is niets mis mee, maar de vraag rijst bij mij toch eens te meer of dit wel een kerntaak is van een Vlaamse instelling. Ik denk dat er andere voorbeelden zijn waaraan we merken dat onze instellingen niet bij hun kerntaken blijven zoals ze gedefinieerd zijn in hun statuten. Ook hier baart dit me enige zorgen.
Een voorbeeld dat ik dan geef, is dat van een intercommunale, van de Tussengemeentelijke Maatschappij der Vlaanderen voor Watervoorziening (TMVW) de VMW is een Vlaamse instelling die oorspronkelijk drinkwater distribueerde, maar vervolgens ook riolen beheerde de VMW doet dat ook al , daarna zwembaden en sportinfrastructuur en die vandaag ook aan wegenisbeheer doet. Het gaat heel ver. Ik hoop dat de VMW niet dezelfde weg opgaat.
Minister, hoe staat u tegenover het plan van de VMW om niet alleen drinkwater te distribueren, maar voortaan ook andere nutsvoorzieningen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Vandaele, het is niet de bedoeling van De Watergroep om de taken echt uit te breiden. Het is een experiment, een proefproject dat past in een nieuwe visie en missie die de raad van bestuur heeft goedgekeurd op 27 september. Daar werd beslist om een proefproject op te starten het is iets dat in Duitsland eigenlijk al bestaat om via de waterleiding ook een aantal andere nutsleidingen in de woning te brengen. In de waterleiding wordt een soort plastic kokertje gestopt waardoor de telecomleidingen de woningen binnen kunnen komen zodat de oprit en dergelijke niet volledig moeten worden opengegooid.
Het is dus de bedoeling om een proefproject te doen om te bekijken of dit haalbaar is. Het brengt immers heel veel voordelen met zich mee. Ik herhaal dat het in Duitsland op dit moment ook wordt uitgetest. Het is een soort technologische vernieuwing waarbij wordt bekeken hoe de ene dienst op de andere kan worden afgestemd. Het is dus niet de bedoeling, vandaag toch absoluut niet, dat de taak wordt uitgebreid en dat De Watergroep nu plots ook andere diensten, zoals telecomdiensten, zou aanbieden. Dit is de stand van zaken vandaag.
Het is de bedoeling om dat proefproject in 2013 op te starten bij een aantal particulieren om dan in de loop van het jaar de resultaten te evalueren.
Het is dus een experiment. Ik hou ook van een experiment hier en daar. Ik heb daar geen probleem mee. Toch vind ik dat de schoenmaker bij zijn leest moet blijven. We moeten oppassen dat onze overheidsinstellingen zichzelf niet gaan opblazen en hun taken niet gaan oprekken.
Ik vraag me dan altijd af waarom ze zoiets doen. Waarschijnlijk toch om een grotere omzet te realiseren, om zichzelf belangrijker te maken, om meer mensen te kunnen aanwerven, of zoiets. Misschien is het de bedoeling om die instellingen op termijn te verkopen? Dan is het gevaar groot dat het buitenland binnenkomt. Momenteel kan dat niet, decretaal gezien is het niet mogelijk, maar een decreet kan natuurlijk gewijzigd worden. Regels kunnen worden aangepast. Ik ben bezorgd over de Tussengemeentelijke Maatschappij der Vlaanderen voor Watervoorziening (VMW), omdat ik andere voorbeelden zie die mij niet zinnen.
De heer Caron heeft het woord.
Mijnheer Vandaele, het is altijd interessant als er meerdere aanbieders van internet of mediadragers kunnen zijn. Ik spreek vanuit de invalshoek media. Het kan voor de consument interessant zijn. Niets zegt echter dat ze dat zelf moeten uitbaten op termijn.
Er moeten geen extra sleuven worden geboord om communicatie over te brengen. Het kan de concurrentie verhogen. Het enige probleem is misschien dat het op termijn geen rol voor de overheid of voor die maatschappij is, maar dat lijkt me secundair.
Het experiment lijkt me zinvol. We moeten wel voorzichtig zijn met de combinatie van internet en lekkende kranen.
De heer Tommelein heeft het woord.
Minister, ik heb u hier al een schriftelijke vraag over gesteld. Die was veel uitgebreider, natuurlijk.
Wat is de betrokkenheid van andere telecomoperatoren bij dit experiment? Men begint niet zomaar met dergelijk project. Ik heb uw antwoord goed beluisterd. U zegt dat het maar een experimentje is, dat ze er niet mee verder gaan. Wie met zoiets begint, wil daar iets mee doen, minister. Maar wat? En hoe worden de andere telecomoperatoren daarbij betrokken?
De heer Martens heeft het woord.
Ik begrijp de koudwatervrees van de heer Vandaele, maar de samenwerking tussen verschillende nutsmaatschappijen kan wel degelijk kostenvoordelen inhouden voor de consument. Vlaanderen moet de mogelijkheden maximaal verkennen. De nutsbedrijven zijn daar ten andere zelf mee bezig. Infrax heeft dat multi-utilitykarakter in zich. Eandis heeft samen met andere nutsmaatschappijen Synductis opgericht om synergiewinsten te kunnen boeken.
Het zou goed zijn mocht de Vlaamse overheid daar zelf een visie rond ontwikkelen, bijvoorbeeld om manuele opnames van water- en elektriciteitsmeters samen te laten gebeuren, om de aanleg van leidingen samen te laten gebeuren. Vlaanderen heeft daar het Generiek Informatieplatform Openbaar Domein (GIPOD) voor ontwikkeld. Dat werkt nog niet optimaal, de medewerking is nog niet verplicht. Maar dat soort initiatieven kan er wel degelijk toe leiden dat verschillende nutsvoorzieningen een goedkopere dienst kunnen aanbieden aan de consument. Dat is een aanzienlijk voordeel.
Mijnheer Tommelein, ik heb niet gezegd dat het een experiment is en dat er verder niets van komt. Het is in de eerste fase een experiment en dan gaat men met de conclusies terug naar de raad van bestuur en gaat men na wat men daarmee kan doen. Men gaat het in de praktijk uittesten en kijken wat het geeft.
Men gaat in de waterleiding een plastic buisje inbrengen waar de andere nutsvoorzieningen door lopen. Zo moet niet alles worden opengelegd van de oprit tot in de woonkamer. De klant wordt er beter van. Als het project wordt uitgebreid, moet de markt kunnen spelen en moet ook met andere telecomoperatoren worden samengewerkt.
Mijnheer Martens, het gaat hier over De Watergroep, dat is niet louter overheid. Het is voorgelegd op de raad van bestuur. Het sluit aan bij de visie om nieuwe technologieën uit te testen. Het klopt dat het voordeel voor de consument een extra troef is.
Nogmaals, het is nu een proefproject. Het zal pas worden beoordeeld als de eerste resultaten er zijn. Dan pas zal een definitieve beslissing worden genomen, mijnheer Vandaele. In deze fase is het absoluut niet de bedoeling dat plots alle activiteiten van de VMW worden opengetrokken. De link met water en drinkwater is sterk. Het heeft ook absoluut geen effect op de veiligheid, wat ook heel belangrijk is. De hoofdactiviteit, statutair bepaald, van De Watergroep blijft gevrijwaard.
Mijnheer Martens, u hebt natuurlijk gelijk dat samenwerking tot voordelen kan leiden, ook voor de consument. Dat is natuurlijk niet het geval, als we zo ver zouden geraken, indien instellingen worden verkocht aan het buitenland. U kent ook de voorbeelden zoals Electrabel, waar het helemaal niet in het voordeel van de consument bleek te zijn.
Goed, zo ver zijn we nog niet in het dossier van de VMW, minister. Maar we moeten waakzaam blijven dat niet alles door elkaar wordt gehaspeld en dat die instellingen hun kerntaken bewaken. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.