Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de plannen van een bekend cardioloog om gratis screenings naar hartproblemen bij jonge sporters te organiseren
Verslag
Mevrouw Werbrouck heeft het woord.
Voorzitter, collegas, eind december kondigde de gerenommeerde cardioloog Pedro Brugada aan dat hij vanaf dit jaar zou starten met de hartscreening van alle Vlaamse 12-jarigen. Hij wil zich niet beperken tot de sportende jongeren. Hij heeft dat nu ook gedaan. Ik vind dat een heel lovenswaardig initiatief, alhoewel er nog te discussiëren valt over de kostenefficiëntie.
Na de aankondiging van het initiatief ontstond in de media een soort hetze omdat Brugada zijn voeten veegt aan de wetgeving. Hij heeft voor het bevolkingsonderzoek namelijk geen toestemming gevraagd noch verkregen bij de Vlaamse minister van Volksgezondheid. Dat is nochtans vereist voor een ziektepreventieonderzoek.
Hij heeft een privaat initiatief genomen, zonder vraag naar overheidssteun. Het onderzoek verliep gratis, maar hij had geen toestemming. Hoe reageert u op het initiatief? Gaat u maatregelen treffen?
Mevrouw Jans heeft het woord.
Minister, mijn vraag is zeer gelijklopend. Dokter Brugada is niet de eerste de beste. Hij heeft onlangs nog een medaille ontvangen van de Europese Cardiologenvereniging. We kunnen zijn expertise zeker niet miskennen.
Hij heeft inderdaad de intentie geuit om zelf een bevolkingsonderzoek naar mogelijk hartfalen te organiseren bij jongeren onder de 12 jaar. In de commissie en in de plenaire vergadering is er al meermaals discussie geweest over de vele jonge sporters die op het voetbalveld plots neerstuiken ten gevolge van een erfelijke hartaandoening.
Dokter Brugada reageerde in de pers. Het gaat hem veel te traag als hij via de Vlaamse overheid moet werken. Hij wou het bevolkingsonderzoek zelf organiseren en zocht daarvoor privémiddelen.
Mevrouw Werbrouck heeft het al aangehaald, daarmee overtreedt hij de wetgeving. We hebben een duidelijk Preventiedecreet, we hebben duidelijke besluiten over de organisatie van een bevolkingsonderzoek, wie het moet aanvragen en op welke manier. Dokter Brugada is een gerenommeerd specialist, maar voor hetzelfde geld gaan ook kwakzalvers een bevolkingsonderzoek opstarten met andere bedoelingen. Minister, hoe gaat u hierop reageren?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Collegas, ik geef eerst het juridisch kader. Er is een decreet, dat hier met eenparigheid is goedgekeurd, dat de preventieve gezondheidszorg regelt en waarin ook is beschreven dat je een bevolkingsonderzoek niet kunt organiseren zonder toelating. Wat er staat te gebeuren, lijkt in elk geval op een bevolkingsonderzoek. Er staan strafsancties op, administratieve boetes. Er is een besluit van de Vlaamse Regering dat de procedure regelt. Er bestaat in Vlaanderen een werkgroep Bevolkingsonderzoek, die elke maand bij elkaar komt. Initiatiefnemers kunnen daar hun voorstellen indienen en die worden dan door experts beoordeeld. Ook het besluit bepaalt procedures die gevolgd moeten worden, om eventueel op te treden indien men de regels niet respecteert.
De regels zijn gemaakt door u en door de vorige Vlaamse Regering, omdat een bevolkingsonderzoek organiseren, raakt aan de volksgezondheid. Je gaat ermee naar het brede publiek. De vraag is of het gebeurt om eerbare en correcte motieven of misschien om andere motieven, maar dat is hier niet echt het punt. Bovendien is het de vraag of het onderzoek behoort tot wat aanvaard kan worden vanuit de hoek van de wetenschappers. Er bestaan risicos op valse positieven: mensen worden gerustgesteld wanneer het niet moet. Mensen kunnen ook ongerust worden gemaakt wanneer het niet nodig is. Wat betekent dat voor de medische consumptie, qua opvolging en onderzoeken die daaruit voortvloeien?
Politici zijn niet goed geplaatst om die zaken inhoudelijk te beoordelen. Dat is ook niet het debat dat we met professor Brugada gaan voeren vanuit de politiek, alleszins ik niet. Het issue is wel dat we daarvoor in Vlaanderen een procedure hebben afgesproken, die je moet volgen als je een dergelijk initiatief wilt nemen.
Dokter Brugada is in mei door de Vlaamse administratie geattendeerd op het bestaan van de procedure en uitgenodigd om zijn project voor te leggen. Dat is, denk ik, niet gebeurd. Ik heb begrepen dat het agentschap dat opnieuw zal vragen, omdat uiteraard de voorkeur gaat naar een gesprek, dat ook tussen de experts kan plaatsvinden. Dat gesprek kan wellicht des te nuttiger zijn omdat men vanuit de hoek van de experts en vooral ook vanuit het Belgisch Centrum voor Evidence-Based Medicine (CEBAM) aangeeft dat er ook contra-indicaties zijn voor een dergelijke screening. Ik kan enkel, al was het maar via deze weg, de uitnodiging tot de betrokkene richten om dat gesprek met die experts te voeren.
De vraag of het gratis is of niet, is daarbij eigenlijk niet zo relevant. Het gaat om de vraag of je daarmee de volksgezondheid dient. Dat is dus een debat dat in eerste instantie onder experts moet worden gevoerd, waarbij de overheid het kader heeft georganiseerd. Maar u weet ook dat onderzoeken opvolging veronderstellen, dat er prestaties in de ziekteverzekering aan te pas kunnen komen. Dat is niet zo budgettair neutraal. Maar dat is niet de kern, wel dat het een issue is van volksgezondheid, en daar zijn regels voor. De uitnodiging zal opnieuw naar de betrokkene worden verstuurd om dat gesprek aan te gaan.
Minister, er wordt dus nog eens een uitnodiging tot gesprek verstuurd. Mijn vraag is dan: waarom zet professor Brugada zijn eigen reputatie op het spel? Ik denk dat hij doet waar de Vlaamse Regering voorlopig in faalt. Er zijn altijd voor- en nadelen. Er zijn altijd mensen voor een screening en mensen tegen. Maar elke persoon die we kunnen redden, moeten we redden. Als we moeten wachten op de overheid, zoals professor Brugada zegt, duurt het wel lang. We zijn er nu al drie jaar mee bezig. Ik volg het al drie jaar op en vraag hoe het kan en hoe niet. Minister Muyters heeft al duidelijk gezegd dat we geen hartscreening willen voor alle sporters en zeker niet voor alle Vlaamse jongeren. Minister, ik stel voor dat u voorlopig geen sancties vraagt. Ik blijf opvolgen dat u voor een stuk het initiatief blijft steunen, maar natuurlijk ook de wetgeving laat volgen door professor Brugada.
Ik ben wel tevreden met uw antwoord, minister, want het zou niet goed zijn om in dit dossier echt een polemiek te starten. Het is heel belangrijk dat een dergelijk bevolkingsonderzoek op een wetenschappelijk onderbouwde manier wordt opgestart. We hebben daarvoor de instrumenten gecreëerd. U herhaalde daarnet dat we een Vlaamse werkgroep Bevolkingsonderzoek hebben. Ook andere bevolkingsonderzoeken, zoals de borstkankerpreventie, worden op basis van de regelgeving gedaan. Het is zeer zinvol dat u het gesprek met dokter Brugada aanknoopt of opnieuw aanknoopt en dat er op korte termijn op reglementaire wijze kan worden gekeken of een bevolkingsonderzoek gewenst is.
Mocht dit wel gebeuren, mocht dokter Brugada zijn wens wel doorvoeren, dan zullen we wel in de problemen komen,want dan wordt de wetgeving echt wel met de voeten getreden. Ik roep u op om het gesprek opnieuw aan te gaan en tot een oplossing te komen.
De heer Wienen heeft het woord.
Minister, ik ben enigszins geschokt dat u een waardevol initiatief van een deskundige zoals dokter Brugada in diskrediet probeert te brengen, door de dokter zelf in diskrediet te brengen als overtreder van het decreet door de vraag te stellen of zon onderzoek wel wenselijk en wel effectief is.
Ik denk dat het wel degelijk effectief is, en laten we zeggen dat er in de Vlaamse Regering, tot het dossier bij u kwam, wel eensgezindheid was over het nut van deze zaak. Ik heb nog altijd het schriftelijk antwoord liggen van én minister Smet én minister Muyters die dit idee voor zon breed onderzoek genegen waren. Ik heb u in oktober van 2010 daar ook al over ondervraagd, en u hebt toen gezegd dat er wel wat problemen waren en dat een en ander onderzocht diende te worden. Mijn bijkomende vraag luidt dus: wat is er al onderzocht dat tot de constatering heeft geleid dat dit totaal onhaalbaar is?
De heer Gysbrechts heeft het woord.
Minister, buiten de problematiek van het bevolkingsonderzoek denk ik dat het belangrijkste is dat professor Brugada hier toch wel initiatief neemt naar jongeren toe, naar jongere sporters en niet-sporters. Zoals collega Werbrouck al zei, er is al enorm veel en lang gepraat over deze problematiek, vooral in de commissie Sport, maar zonder concrete realisaties. Er is tot op vandaag geen enkel resultaat in deze problematiek: niet op het gebied van de Voetbalbond, helemaal niks. Als we niet willen dat dit item hier steeds terugkomt, wat al eens is gebeurd na een nieuw drama, dan moeten we vooruitgang boeken. En die dramas zullen zich nog voordoen in de toekomst, maar er moet een concreet beleid komen, een beleid dat vandaag totaal niet aanwezig is. Nu blijven jonge sporters risicos lopen die soms kunnen worden vermeden.
Daarom een heel concrete vraag die ik niet aan u kan stellen, minister, dus ik vraag u om de vraag door te spelen aan uw collega-minister van Sport. Zowel collega De Gucht als ikzelf hebben sinds 25 januari 2012 een voorstel van resolutie lopen, en de vraag is heel concreet aan de minister om dat voorstel van resolutie te agenderen zodat we over die problematiek kunnen discussiëren, en dat er op dit vlak eindelijk een concreet beleid komt van deze Vlaamse Regering.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Voorzitter, ik wil me ook zeker niet uitspreken over de wenselijkheid van dergelijk onderzoek. Als de cardiologen het onderlings nog niet eens zijn, is het zeker niet onze plaats om daar inhoudelijke, wetenschappelijke uitspraken over te doen. Wat we wel weten, is dat de wetgeving zeer duidelijk is. We hebben het decreet uit 2003, en daarin wordt gesteld dat een bevolkingsonderzoek zonder vereiste toestemming verboden is. Dat decreet is hier destijds kamerbreed unaniem aangenomen, en daar zijn goede redenen voor. Mevrouw Lies Jans heeft al verwezen naar kwakzalvers die met van alles beginnen, maar er zijn ook grote farmaceutische en andere bedrijven die zeer geboeid kijken naar dit precedent.
Minister, ik ben blij dat u proactief actie hebt ondernomen ten aanzien van de betrokken arts die inderdaad toch wel niet van de minste is, maar wat zult u heel concreet doen als hij opnieuw niet op uw uitnodiging ingaat? Zult u, of uw administratie, dan gebruik maken van de mogelijkheid uit het decreet dat hier unaniem is aangenomen, namelijk een sanctie?
Collegas, ik wil enkele dingen op een rij plaatsen om geen Babylonische spraakverwarring te hebben. Als het gaat over de sportmedische keuring en screening, dan kan ik alleen maar bevestigen dat collega Muyters daar uiteraard initiatief neemt, het overleg organiseert, en u zult hem daar kunnen over ondervragen. Uiteraard zal er op dat terrein initiatief genomen worden. Dit is met u en met het Vlaams Parlement afgesproken.
Dit is iets van een andere orde. Ik begrijp dat het niet gaat over specifieke sporters, maar een breed bevolkingsonderzoek. Dan zit je in de volksgezondheid, en dan zit je helemaal in het besluit en het decreet van de Vlaamse Regering as such, en is zelfs collega Muyters niet meer bevoegd. Strikt genomen is het een zaak van volksgezondheid.
Er is in Vlaanderen al een groot aantal screenings die wel zijn doorgevoerd. Die regelgeving heeft de Vlaamse overheid niet gemaakt om mensen te vervelen met administratieve procedures. Er zijn screenings die door de experts zijn aanvaard, die gezondheidseconomisch zijn onderzocht, die evidence based en wetenschappelijk goed worden bevonden.
De laatste die we hebben beslist, is de darmkankerscreening, die we in Vlaanderen effectief gaan uitrollen. De betrokkene heeft in mei de vraag gekregen om dat contact te leggen. Mevrouw Jans, u zegt dat ik de polemiek niet moet zoeken, maar ik doe dat helemaal niet. Ik ben de laatste om bekwame mensen met goede intenties kansen te ontnemen dingen te ontwikkelen. Had men toen het initiatief genomen en het contact gelegd, dan stonden we nu misschien al een heel stuk verder.
Die uitnodiging zal ik opnieuw geven. Het is niet aan de politiek om zich over de wetenschappelijkheid van het initiatief uit te spreken. Ik stel wel vast dat er controverse over bestaat. Als het belang van de bevolking aan de orde is, mag een overheid toch vragen dat men samen gaat zitten en de overheid op een correcte manier probeert te adviseren.
Als men daar niet op ingaat, dan kan ik niet anders dan verwachten dat onze administratie want het is een bevoegdheid van de leidend ambtenaar stappen onderneemt om de regelgeving die u en de Vlaamse Regering heeft opgelegd, te laten naleven. Ik zou dat zeer erg betreuren, omdat men dan een vermenging maakt van degene die risicos, die dramatisch kunnen aflopen, onder de mat probeert te vegen met degene die regels wil doen naleven.
Wel, dat is niet het punt. Het punt is dat het een zaak is van Volksgezondheid. We hebben met ons allen beslist dat hij daarvoor een procedure moet doorlopen. Daarin is de politiek zeer bescheiden, want we zijn niet de experts. Men is tijdig verwittigd. Het heeft niets te maken met de vraag of het wel of niet gratis is. Ik hoop echt dat we tot een goede samenwerking en samenspraak kunnen komen.
Minister, ik ben blij dat u die uitnodiging nog eens wilt versturen, dat u eerst dit pad wilt bewandelen voor er sancties worden genomen. Ik ben ook blij dat u zegt dat het een lovenswaardig initiatief is. Ik hoop dat de heer Brugada dit hoort en dat hij daarvoor het initiatief zal nemen, en dat u de toestemming zult geven. Als we opnieuw moeten wachten tot er een paar doden vallen, zijn we niet goed bezig. Elke dode minder, is een betere oplossing.
Minister, het is goed dat ik mijn oproep niet alleen tot u richt om te proberen tot een overleg te komen, maar ook tot dokter Brugada. Ik hoop dat hij antwoordt op uw vraag en meestapt in wat in de reglementering staat. Er wordt gezegd dat het allemaal veel te lang duurt bij de Vlaamse overheid en dat het regelneverij is. Maar dit heeft niets met regelneverij te maken. Het heeft te maken met aandacht voor de volksgezondheid, voor het wetenschappelijk ondersteund beleid dat we willen voeren, en ook voor de maatschappelijke doelmatigheid van de maatregelen die de Vlaamse overheid wil nemen. Ik doe dan ook een oproep aan dokter Brugada om in die filosofie mee te werken aan een onderbouwd bevolkingsonderzoek in samenwerking met de Vlaamse overheid.
De actuele vragen zijn afgehandeld.