Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het mogelijk inkomensverlies bij Vlaamse landbouwers door de hervorming van de Europese begroting
Verslag
De heer Callens heeft het woord.
Voorzitter, collegas, eergisteren heeft het Agrofront, het front van de verschillende landbouworganisaties, aan de alarmbel getrokken omdat ze aanvoelen dat de Europese Commissie morgen of overmorgen zou kunnen beslissen dat België 500 miljoen euro minder zou krijgen voor Landbouw. Zij hebben dat berekend: dat is ongeveer 10.000 euro minder per landbouwer na 2014, tot 2020. Het spreekt vanzelf dat die mensen aan de alarmbel trekken. We weten immers dat het inkomen van een landbouwer en van diegene die daarbij werkt, nu al zoveel lager is dan dat van een gewone werknemer.
Minister-president, daarbovenop stelt Natuurpunt dat de vergroening die daaraan binnen Europa vasthangt een blanco cheque is voor de landbouwers. De voorzitter van de Boerenbond heeft daar natuurlijk furieus op gereageerd. Hij beklemtoont dat zij heel wat geld ontvangen van Vlaanderen en Europa en vraagt zich af wat er met dat geld gebeurt en of het wel voor de juiste doeleinden gebruikt wordt.
Minister-president, hoe geeft u gevolg aan de vrees van het Agrofront en hoe reageert u op de uitlatingen van Natuurpunt?
Mijnheer Callens, welke van de twee vragen kiest u eigenlijk?
In de rand van, voorzitter, in de rand van. Het is niet de tweede vraag, maar in de rand van.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Voorzitter, ik zal voor mijn collega kiezen en aan de minister-president de andere vraag stellen.
De heer Callens heeft het al aangehaald, maar in het kader van de hervorming van het Europese landbouwbeleid na 2013 is er in de commissie al verschillende keren een discussie gevoerd. Die discussie is belangrijk omdat het gaat over de toekomst van de Vlaamse land- en tuinbouw.
Ik ga even de verschillende uitdagingen voor de land- en tuinbouw op een rijtje zetten. Er is wereldwijd een enorm stijgende voedselvraag. Er zijn heel wat milieu-uitdagingen waarop de landbouw een antwoord moet geven. Er zijn de natuurdoelstellingen die op tafel liggen, maar er moet ook een betaalbare prijs zijn voor de consument. Er liggen dus gigantische uitdagingen klaar. Ik zou dus verwachten dat het Europees landbouwbeleid een versterkt landbouwbeleid wordt en dat er een voldoende budget tegenover staat.
Morgen ligt er op de Europese top een voorstel op tafel voor een besparing van 21,5 miljard euro in het Europees landbouwbeleid, wat 10.000 euro minder inkomen betekent voor de Vlaamse land- en tuinbouwers. In de plenaire vergadering hebben we een aantal maanden geleden gesproken over het historisch laag inkomen van de landbouwers. Iedereen kan dus voor zichzelf de impact concluderen.
Minister-president, ondanks de kennis en de gedrevenheid van de land- en tuinbouwers, de goede klimatologische omstandigheden, ben ik toch bezorgd. Ik wil u vragen of u er ook van overtuigd bent dat de onderhandelaars die morgen de gesprekken voeren, voldoende doordrongen zijn van de dramatische gevolgen van het voorstel dat op tafel ligt. Wat is onze houding aan de onderhandelingstafel? Vinden wij daarvoor voldoende ondersteuning bij de andere landen?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, collegas, ik begrijp zeer goed de bezorgdheid van de vraagstellers en ook van de landbouwersorganisaties omdat er morgen en overmorgen heel belangrijke gesprekken zullen worden gevoerd op Europees niveau. De gesprekken zullen gaan over het meerjarig financieel kader. Het Europees landbouwbudget maakt daar een belangrijk deel van uit.
Wat er nu op tafel ligt, baart ons grote zorgen. In juni van vorig jaar heeft de Europese Commissie voorgesteld om het landbouwbudget voor de periode 2014-2020 te verminderen met 12 procent, in vergelijking met de periode 2007-2013. Men zou niet meer indexeren. Voor alle lidstaten zou er dan ook nog een verschuiving zijn tussen de lidstaten onderling, meer in het voordeel van Oost-Europa. Dat betekent dat er voor België nog een extra vermindering van 8 procent is. Dat is in totaal dus min 20 procent. De laatste voorstellen, ook van de voorzitter, gaan zelfs nog verder: ook de middelen voor plattelandsontwikkeling zouden dalen evenals de rechtstreekse inkomenssteun met 4,7 procent. Voor Vlaanderen betekent dat in het slechtste geval een vermindering van 25 procent. Als men het omrekent, gaat het om 500 miljoen euro minder voor België en 250 miljoen euro minder voor Vlaanderen voor de periode 2014-2020. Het is dus een zeer ernstig dossier, en morgen en overmorgen een zeer ernstig debat.
Vorige keer heeft de heer Van Hauthem al gevraagd wie de onderhandelingen voert. Het antwoord is dat de premier van dit land die onderhandelingen voert. We hebben daarover gesproken en is er duidelijk een prioriteitenlijst opgemaakt: landbouw, douanerechten, cohesiebeleid. Ik ga ervan uit dat de premier die prioriteiten in de onderhandelingen hard kan maken.
We hebben ook gezegd dat, als het over landbouw gaat, er een limiet komt op de daling van de rechtstreekse steun in verband met de herverdeling. Ons voorstel is om die limiet op 4 procent te zetten. De daling mag dus niet meer dan 4 procent bedragen. En er moet een compensatie komen in de budgetten voor pijler twee dat is plattelandsontwikkeling van de verliezen die Vlaanderen zou oplopen in pijler een.
We hebben gezegd dat dit mogelijke voorstellen zijn voor wanneer het die omvang krijgt: limiteer de vermindering en zorg ervoor dat er een compensatie komt, en er is een afspraak over de prioriteiten der prioriteiten. We staan voor een heel belangrijk weekeinde. Sommigen zeggen dat we er niet zullen uitkomen, maar dat zou voor Europa ook niet goed zijn.
Volgende week is er een vergadering van de Landbouwraad, daar zal worden ingevuld waarover de premiers en staatshoofden van Europa een akkoord hebben bereikt. Het is een zeer ernstig probleem en een grote verantwoordelijkheid, waar de mensen die daar morgen en overmorgen over zullen onderhandelen, zich bewust van zijn.
Minister-president, ik sta hier niet om zomaar een actuele vraag te stellen, maar wel omdat het antwoord heel belangrijk is voor de toekomst. We hebben al zoveel werklozen. De Vlaamse land- en tuinbouw heeft 50.000 mensen in dienst en dat zijn rechtstreekse werknemers. Over het aantal onrechtstreekse werknemers durf ik me niet uitspreken, maar dat zullen er nog 50.000 meer zijn. Minister-president, indien die beslissingen morgen of overmorgen worden hardgemaakt in Europa, dan vraag ik dat u onmiddellijk een beslissing neemt om een plan op te stellen voor een zachte landing voor de landbouw na 2014.
Minister-president, u hebt duidelijk aangegeven dat er voor België drie elementen worden meegenomen naar de Europese top. Het is heel belangrijk dat landbouw voor Vlaanderen op de eerste plaats komt, omdat Vlaanderen het zwaarst zal worden getroffen. Ik hoop dat de drie elementen dan ook evenwaardig zullen worden meegenomen en verdedigd.
De eventuele randvoorwaarden om de impact te kunnen kanaliseren of overleven, zijn nobel, maar ik hoop dat we voldoende steun vinden bij andere landen. Zeker in de komende uren hoop ik dat we elders de nodige steun zoeken.
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister-president, de stijgende voedselvraag op wereldniveau is een belangrijk gegeven. In die optiek is het pijnlijk vast te stellen dat terwijl Europa zijn budget drastisch inkrimpt, andere grootmachten steeds meer investeren in landbouw. Ik heb een tekst bij van het Vlaams Infocentrum Land- en Tuinbouw (VILT), waarin staat dat de ondersteuning van de landbouw in Brazilië de laatste jaren plus 60 procent bedraagt, in China plus 130 procent en in de Verenigde Staten plus 40 procent. Door het naar beneden halen van ons landbouwbudget verliezen we onze concurrentiepositie.
Vorig jaar bij de besprekingen van het nieuwe Europese landbouwbeleid was er sprake van een financieel vangnet voor landbouwers die tot 30 procent verlies leden. Is daar nog altijd sprake van?
Minister-president, het is cynisch vast te stellen dat uitgerekend een Vlaming trouwens een partijgenoot van u ervoor zorgt dat er nog zal moeten worden ingeleverd op het landbouwbudget.
Ik ga ervan uit dat u het gsm-nummer hebt van Herman Van Rompuy. Misschien kunt u hem nog even telefoneren vooraleer morgen de debatten beginnen. (Opmerkingen van de heer Eric Van Rompuy)
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Voorzitter, ik wil deze vraag ondersteunen. Er liggen op Europees niveau belangrijke hervormingen voor de landbouwers in het verschiet. Er zullen belangrijke maatschappelijke inspanningen van hen worden verwacht. Het is uiteraard belangrijk dat vanuit Europa de nodige middelen beschikbaar worden gesteld voor onze Vlaamse landbouwers. Landbouwers zijn belangrijke economische spelers. Daarom steunen wij de oproep om zoveel mogelijk middelen naar Vlaanderen te halen. Alle middelen zijn welkom.
Voorzitter, we hebben dit al vaak in de commissie besproken. We hebben heel wat contacten gehad. Alle telefoonnummers die wij te pakken konden krijgen, hebben wij gebruikt om aan de bel te trekken, om te zeggen dat dit een enorm groot probleem is. Het telefoonnummer van Herman Van Rompuy zat daarbij.
Ik heb hem vorige week persoonlijk ontmoet. Hij kent de situatie zeer goed. Maar er moet natuurlijk wel een akkoord komen tussen alle Europese lidstaten. Ik kan u verzekeren dat dit allesbehalve evident is. De visies op landbouw zijn zeer verscheiden. En Oost-Europa trekt zeer hard aan de budgetten, met een aantal argumenten die volgens hen steek houden omdat zij menen nu volwaardig lid te zijn van de EU. Zij vinden dat zij met recht en reden proberen om wat meer geld naar hen te laten toestromen.
Wij hebben alles gedaan wat nodig is, en wij zullen dat de volgende uren blijven doen omdat de laatste loodjes het zwaarst wegen.
Mijnheer Callens, wij zijn volop bezig met wat u de zachte landing noemt. Wij doen er alles aan om de land- en tuinbouwers daarop voor te bereiden. Wij hebben initiatieven genomen ten aanzien van het ondernemerschap en van producenten en brancheorganisaties om die ketendynamiek en de posities te verstevigen wanneer men in discussie treedt met de distributiesector, enzovoort. Wij zijn dus op alles voorbereid, maar nu zetten we alles op alles om de schade te beperken.
Eén ding is duidelijk: wij zullen het in de volgende periode met minder geld moeten doen. Hoeveel minder, weet ik niet. Wij zullen met zijn allen, hoop ik, proberen om de schade te beperken en om coalities te vormen met Nederland, Denemarken, Italië en wie ons ook verdedigt. Wij hebben verkregen dat er de volgende dagen en nachten iemand van onze permanente vertegenwoordigers aanwezig zal zijn. Zo zullen we toch minstens geïnformeerd zijn over de gang van zaken. Ik zal vandaag of ten laatste morgen nog eens de premier proberen te spreken, zodat hij zeer goed weet wat Vlaanderen en dit parlement hierover zeggen.
Minister-president, het is mij opgevallen dat de zaal op het moment dat die bedragen werden genoemd stil was. En als de zaal stil is, denk ik onmiddellijk aan de voorbereiding op een begrafenis. Ik hoop echt dat wij ons allemaal in de toekomst zullen blijven verzetten tegen wat Europa vandaag met onze landbouw wil doen. In ieder geval, dank u voor uw antwoord.
Voorzitter, ik had niet dadelijk een begrafenissfeergevoel, maar het is duidelijk dat er met betrekking tot het Europese landbouwbeleid nog een aantal discussies lopen. Maar het voltallige Vlaams Parlement is het over één zaak volledig eens: er moeten voldoende budgetten zijn. U krijgt van het voltallige parlement de vraag om dat op het Europese niveau ten volle te ondersteunen.
De actuele vragen zijn afgehandeld.