Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de toekomst van de Philips-site in Turnhout en mogelijke nieuwe tewerkstelling
Verslag
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collegas, het gaat niet goed met onze economie. Alle persberichten staan er vol van. Iedere maand wordt het record inzake faillissementen doorbroken. Er zijn alsmaar minder starters en heel wat bedrijven sluiten hun deuren. Zeker de automobielsector is daar een voorbeeld van: denk aan Opel, denk aan Ford Genk en aan het cascade-effect dat dit met zich meebrengt.
Maandag lezen we in de kranten: Philips Turnhout is een kaars die langzaam uitdooft, Philips Turnhout dooft het licht. Wat vooral markant is, is dat Philips Turnhout een hoogtechnologisch bedrijf is dat altijd heel sterk heeft ingezet op innovatie, op onderzoek en ontwikkeling. Het heeft er de voorbije acht jaar ruim 10 miljoen euro subsidies voor gekregen van zowel het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT) als het Agentschap Ondernemen. Het is nu zon bedrijf en geen bedrijf uit de automobielsector , een hoogtechnologisch bedrijf, dat altijd inzette op innovatie, onderzoek en ontwikkeling, dat nu drastisch gaat herstructureren. Het reduceert zijn onderzoekscel van 150 personen tot 30 à 35 personen. Dat is een zeer drastische afbouw van de onderzoeks- en ontwikkelingsafdeling.
Minister-president, hoe gaat u hier proactief mee om? Vreest u niet dat bij de zoveelste herstructurering van Philips Turnhout een Fordscenario dreigt? Wat met al de subsidies die zijn uitgekeerd en de voorwaarden die daaraan gekoppeld zijn?
Mevrouw Smaers heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collegas, mijn vraag gaat eveneens over de Philipssite en over het slechte nieuws dat we maandag vernamen. Het gaat over een verlies van 354 banen van mensen die er volgend jaar niet meer aan de slag kunnen. Ik wil ook persoonlijk en namens onze fractie steun betuigen aan de werknemers die hun baan zullen verliezen. Uiteraard wil ik aandacht vragen voor herscholing en begeleiding van de werknemers naar nieuwe vacatures en nieuwe jobs. In de Kempense regio zijn er nog heel wat vacatures. De VDAB heeft laten weten dat er nog 2500 zijn. Ik ben ervan overtuigd dat mits begeleiding, toeleiding en ondersteuning, die werknemers opnieuw een job zullen kunnen vinden in de regio.
Ik wil er vandaag speciaal uw aandacht op vestigen dat er sinds twee jaar een zeer lovenswaardig project is gestart op de industriële site van Philips Turnhout. Er is een samenwerkingsproject ontstaan tussen Philips, de hogeschool Thomas More Kempen en de Strategische Projectenorganisatie Kempen (SPK). Sinds vorig jaar is er een nieuw bedrijf op die site: een Open Manufacturing Campus (OMC). Men streeft er twee doelen na: eerst en vooral een nieuwe en toekomstgerichte invulling geven aan de fabriekshallen die leegstaan ten gevolge van herstructureringen, en ten tweede, nieuwe, innovatieve productieconcepten ontwikkelen om in de toekomst nieuwe productiebedrijvigheid te krijgen. Het is een heel lovenswaardig initiatief. Vlaanderen heeft dat initiatief vorig jaar ook gesteund.
Minister-president, ik zou willen vragen om in de toekomst die steun te blijven geven aan dat initiatief. Het kan er de toekomst zijn, samen met een toekomst voor het bedrijf Philips, om aan open innovatie en nieuwe bedrijvigheid te werken. Als zou blijken dat na deze herstructurering opnieuw een fabriekshal leeg komt te staan, kan die dan opgenomen worden in het project en kan de Vlaamse overheid dan nieuwe middelen geven ter ondersteuning van het project?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, collegas, er zijn verschillende vragen gesteld. Ik wens in de eerste plaats de ontslagen werknemers veel sterkte en moed toe. Het gaat niet alleen over de werknemers van Ford Genk maar spijtig genoeg ook over andere, nu over de werknemers van Philips Turnhout.
Mevrouw Peeters, in 2008 werd aan Philips Lighting een ad-hocopleidingssteun toegekend voor 998.547 euro. Bij de eindcontrole is vastgesteld dat ze voor 5,2 miljoen opleidingen hebben verricht. Het bedrijf heeft voldaan aan alle gestelde verplichtingen om de werknemers op te leiden. Dat is al nagegaan.
We worden nu regelmatig geconfronteerd met de vraag om steun terug te vorderen. Ik heb gevraagd om te onderzoeken of er juridisch een onderscheid kan worden gemaakt tussen bedrijven die volledig sluiten zoals Ford Genk en bedrijven die afslanken zoals Philips Turnhout en die nog werkgelegenheid bieden en kunnen creëren. Juridisch is dat allemaal niet zo evident. Ik heb aan het agentschap gevraagd of we hier een andere houding moeten aannemen inzake het terugvorderen van steun, ervan uitgaande dat er ook juridische elementen zijn om dat te doen. In dit geval heeft men een opleiding georganiseerd, dat is allemaal correct verlopen. Er is geen reden om de steun terug te vorderen.
Mevrouw Smaers, we hebben op de Philipssite al de Open Manufacturing Campus opgericht. Dat is een heel nieuw project dat past in het openproductieconcept en in het kader van de Fabriek van de Toekomst. Ik denk dat we dat initiatief, dat breed gedragen wordt in de regio, verder moeten ondersteunen. We moeten uitzoeken of we kunnen versnellen. We onderzoeken dat engagement. Als er ruimte vrijkomt, moeten we dat mogelijk maken en realiseren.
Nog een laatste element. Ik hoop dat we een halt kunnen toeroepen aan de reeks van sluitingen en afvloeiingen. Maar zeker in de industrie en de maakindustrie worden we geconfronteerd met een overcapaciteit op de markt, op Europees en zelfs op wereldniveau. Een tweede fenomeen is de onderbenutting van onze bedrijven of bedrijven die hier gevestigd zijn. Ik verwijs naar Ford Genk. Daar heeft men vastgesteld dat de fabriek voor minder dan 50 procent werd gebruikt. Men heeft beslist om de fabriek te sluiten en de productie over te brengen naar een andere slankere vestiging. Zo lost men twee problemen in één keer op: de onderbenutting door sluiting en de overcapaciteit door afslanking en delokalisering.
Ik hoop dat we hier met ons Nieuw Industrieel Beleid en andere initiatieven een antwoord op kunnen geven. Ik hoop dat we naar transformatie kunnen gaan. U begrijpt, ik kan moeilijk op Europees niveau de overcapaciteit van autos oplossen en ik kan moeilijk de onderbenutting oplossen. We moeten initiatieven nemen inzake transformatie zoals reeds gebeurd is op de Philipssite met de Open Manufacturing Campus.
Minister-president, ik hoor u graag praten over het OMC, dat ook nog eens 500.000 euro heeft gekregen in het kader van het Nieuw Industrieel Beleid. Opnieuw, Philips Turnhout was daar de trekker van. Als Philips Turnhout nu zo drastisch gaat snoeien in zijn onderzoek en ontwikkeling, wat gaat dan nog zijn bijdrage zijn aan de Fabriek van de Toekomst?
U hebt het telkens over de automobielsector en de maakindustrie waar het moeilijk gaat en waar er nood is aan transformatie. Uit het monitoringverslag van het Nieuw Industrieel Beleid blijkt dat er voor de transformatie van de maakindustrie pas actieplannen worden verwacht in 2014. Precies dat actiepunt loopt vertraging op.
Willen we dat het iets beter gaat, dan moeten we veel proactiever te werk gaan en gaan voor een economisch beleid en voor een slagkrachtigere overheid waar u het ook altijd over hebt. We mogen niet bij de pakken blijven zitten en op het huidige elan voortgaan.
Minister-president, ik dank u voor de blijvende ondersteuning van de mogelijkheden om een toekomstige invulling van die site verder te bekijken. Het is een voorbeeldproject dat ook in de rest van Vlaanderen op dergelijke sites kan worden uitgerold en getest. Ik ben ervan overtuigd dat er samen met de huidige tewerkstelling op de Philipssite en met de aanwezige knowhow een toekomst kan zijn voor een industriële productiesite met een opencampusconcept.
In tegenstelling tot wat mevrouw Peeters net heeft gezegd, wil ik bevestigen dat het om een onafhankelijk samenwerkingsverband gaat. Er is vorig jaar een vzw opgericht voor dat OMC-verhaal. Het hangt dus niet alleen af van Philips. Philips is wel een strategische partner maar het betreft hier wel een onafhankelijk samenwerkingsverband. Ze hebben nu al gezegd dat ze nog meer inspanningen zullen leveren om dat in de toekomst te kunnen uitwerken.
De heer Sabbe heeft het woord.
Het is niet het moment voor een welles-nietesspelletje. Ik wil me hier heel constructief opstellen. Intussen is het wel vijf voor twaalf of zelfs twaalf uur. We zitten hier met een probleem. Er bestaat een grot ongerustheid. We zitten immers in een neerwaartse spiraal wat de tewerkstelling betreft. Het zou jammer zijn indien Vlaanderen zou terechtkomen in een Spaans scenario.
Minister-president, u zegt dat u met een aantal zaken bezig bent. Ik herhaal dat het niet het moment is voor een welles-nietesspelletjes over de inhoud daarvan. Ik denk echter dat we op heel korte termijn nood hebben aan duidelijke signalen voor investeerders en ondernemers. We moeten hun duidelijk maken wat we op korte termijn kunnen realiseren. Zou het niet goed zijn om binnen de schoot van dit parlement en met de parlementsleden die nauw betrokken zijn bij het ondernemerschap, de koppen bij elkaar te steken, over de partijgrenzen heen? We zouden een tienpuntenprogramma kunnen opstellen dat op korte termijn gerealiseerd zou kunnen worden en waarmee we een signaal kunnen geven. Het is schandalig dat de federale overheid haar werk niet doet. De Vlaamse Regering kan echter met u aan het hoofd en met een gremium van parlementsleden nagaan wat we kunnen doen.
De heer Watteeuw heeft het woord.
Wat er is gebeurd, is heel verontrustend. Ik stel vast dat wij daar eigenlijk geen goed antwoord op kunnen formuleren. Het industrieel beleid zoals dat nu wordt ontwikkeld, is veel te onduidelijk en te vaag. Het is mooi om te spreken over de fabriek van de toekomst maar eigenlijk weet niemand wat u daarmee bedoelt. Het lijkt me een goed voorstel van de heer Sabbe om daar intenser over te debatteren. We moeten de koppen bij elkaar steken, over de partijgrenzen heen, en ervoor zorgen dat we een antwoord kunnen bieden op die verontrustende trend en de maakindustrie in Vlaanderen kunnen behouden.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister-president, tijdens het debat van twee weken geleden over Ford Genk werd het verhaal over het nieuw industrieel beleid al in vraag gesteld. Het is er de voorbije twee weken zeker niet beter op geworden wat de geloofwaardigheid daarvan betreft. We zullen daar morgen in de commissie naar aanleiding van een interpellatie dieper op in kunnen gaan.
Gisteren blokletterde een Vlaamse krant Zwarte maandag voor werkgelegenheid over de dag voordien en ook Oktober zwartste oktobermaand ooit. Vooral industriële bedrijven worden daarvan het slachtoffer, terwijl de bedoeling van het Vlaams industrieel beleid is om de productiebedrijven zoveel mogelijk in Vlaanderen te houden.
Specifiek wat Philips in Turnhout betreft, hebben de vraagstellers ook al verwezen naar de OMC. Een aantal werknemers van Philips en de vakbonden beweerden in de kranten dat het gaat over schone schijn. Zij stellen het nut daarvan in vraag. Hoe reageert u op die kritiek? En wat is er intussen al gebeurd met die 500.000 euro subsidie die Vlaanderen aan de OMC heeft gegeven?
Collegas, u kunt één bijkomende vraag stellen. Het is geen uitgebreid debat.
Het is inderdaad een zeer trieste reeks van bedrijven aan het worden, vaak multinationale ondernemingen, die een deel van hun productie delokaliseren, die mensen ontslaan, of die zelfs gewoon sluiten. Een andere constante is, minister-president, dat die bedrijven voordien een beroep hebben gedaan op een of andere vorm van overheidssteun en heel vaak het grootst mogelijke pakket, de strategische opleidings- en investeringssteun. U hebt daarnet gezegd dat u juristen laat onderzoeken hoe men een onderscheid kan maken tussen bedrijven die sluiten en bedrijven die herstructureren, maar wel een stuk tewerkstelling verankeren. Betekent dat dat we het instrument van de strategische opleidings- en investeringssteun als geheel tegen het licht houden? Als we dat doen, pleit ik er absoluut voor om de aandacht voor duurzame tewerkstelling daarin mee te nemen.
Het op termijn verankeren van innovatie baart me bijzonder zorgen. Philips heeft heel lang te boek gestaan als een voorbeeldfabriek van hoe ontwikkeling werd gedaan, die vervolgens in productie werd gebracht, waarna die productie vaak automatisch verhuisde. Ik stel vast dat dat vandaag wordt gehypothekeerd. Die cirkel moeten we absoluut doorbreken.
Mijnheer Sabbe, ik dank u voor uw constructieve opstelling. Een tijd geleden hebt u nog gevraagd naar de vijftig quick wins. Deze week hebben we er van een bepaalde organisatie nog gekregen. Ik hoop dat we binnenkort de vijftig quick wins kunnen beantwoorden. We zijn er volop mee bezig. Ook dat initiatief dat we hebben gelanceerd, moet een duidelijk antwoord krijgen en ik hoop dat ook vrij snel te kunnen afronden.
Mijnheer Watteeuw en mijnheer Janssens, u verwijst naar het Nieuw Industrieel Beleid. Met alle respect, we hebben dat in de commissie besproken: als u zegt dat het niet concreet is of niet de nodige dynamiek kent, vind ik het spijtig dat u er zo naar kijkt. Er zijn ook bepaalde ondernemers die met niet echt veel kennis, buiten de kennis van hun bedrijf, een aantal uitspraken doen, die voor hun rekening zijn, maar waarbij ik minstens de wenkbrauwen frons.
Ik heb het Nieuw Industrieel Beleid al vergeleken met het lopen van een marathon. De transformatie van de industrie gebeurt niet op een-twee-drie. Degenen die dat wel denken, hebben een zekere naïviteit die hun eigen is. We hebben verschillende projecten, in de chemie en elders. We hebben voor de Fabriek van de Toekomst heel concrete voorstellen. Het voorstel op de gronden van Philips is er één van. Maar dat vraagt tijd. Ik ben de eerste om er maximaal een versnelling in te brengen.
Voor wie soms bepaalde weekbladen leest, benadruk ik dat ik geen industrieel ben. Ik kan enkel aanmoedigen om initiatieven te nemen. De projecten moeten wel komen van de ondernemers zelf. Volgende week hebben we het Bankenplan. We zijn met een aantal zaken bezig. Als de oppositie vindt dat ze de minister en de minister-president wat moet opjagen, heb ik daarmee geen enkel probleem. Dat is uw taak, mijnheer Watteeuw. Ik ga ervan uit dat u dat zult blijven doen. Het is evident dat we dat verder ontwikkelen. Stick to your plan: dat is zeker in moeilijke tijden een heel belangrijke leidraad, want als je daarvan afwijkt, loop je het risico dat je niets meer hebt.
Mijnheer Van Malderen, we onderzoeken dat voor het geval dat een bedrijf zegt dat ze afslanken, maar de werkgelegenheid behouden. Als ik dan zeg dat ze alles moeten terugbetalen, zijn ze misschien helemaal weg. Juridisch is er een gelijkheidsbeginsel. De herziening van de strategische steun is volop aan de gang. Enkel in dat verband heb ik dat aangehaald, het is niet zo dat we nu alles tegen het licht houden. Het is enkel een vraag of we wat lijnen kunnen trekken bij terugvordering en het juist vernoemde onderscheid kunnen maken.
Minister-president, u vergelijkt het Nieuw Industrieel Beleid met een marathon. Als ik alle collegas en alle klachten hoor dat het veel te lang duurt, denk ik dat we eerder kunnen vergelijken met een slakkengang. Ik doe opnieuw de suggestie om vooruit te werken en over te gaan tot acties, want ik vrees dat we straks anders overal reconversiemanagers kunnen aanstellen, die weer belast worden met actieplannen. Zo geraken we er niet. Ik maak me er serieus zorgen over. We moeten concreet overgaan tot actie. (Applaus bij Open Vld en Groen)
Ik ben ervan overtuigd dat, gelet op de toegekende steun en het engagement voor het project op de Philipssite, er wel iets kan bloeien. Dat wordt nu al aangetoond. Er is al een nieuw bedrijf gevestigd. Ik ondersteun dat met hart en ziel. Ik heb heel veel hoop dat die regio, en vooral de bedrijven die daar gevestigd zijn, er een positief verhaal van kunnen maken, ook wanneer er nog herstructureringen volgen bij Philips. Ik ben ervan overtuigd dat de regio daarvoor klaar is en dat, met de ondersteuning van de Vlaamse overheid, het nodige wordt gedaan.
De actuele vragen zijn afgehandeld.