Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de Vlaamse waarborg voor Alfacam, het verband met Gigarant en het aspect waarborgregeling in het bankenplan van de Vlaamse Regering
Actuele vraag over het tekort aan groeikapitaal bij kmo's en de maatregelen die de Vlaamse Regering in dit verband kan nemen
Verslag
De heer Van Malderen heeft het woord.
Minister-president, deze morgen waren er twee berichtenstromen in de pers. Enerzijds was er het verhaal over Alfacam, dat aankijkt tegen een schuld van 58 miljoen euro, waarbij de Vlaamse Regering een risico heeft van 16,4 miljoen euro. Alfacam vraagt gerechtelijke bescherming aan.
Het tweede verhaal is dat van het kmo-kompas, dat naar jaarlijkse traditie werd uitgegeven. Het is een gemengd verhaal. De kmos boeken voor het eerst in jaren opnieuw een omzetgroei. De winst blijft wel onder druk staan, maar ik stel ook vast dat in een jaar tijd eigenaars, bestuurders van kmos in oprichting, tot een derde meer eigen kapitaal moeten uittrekken omdat er in de financiële sector een terughoudendheid is om te investeren. Ook bij privé-investeerders is er een terughoudendheid. Dat maakt dat er heel wat kansen verloren gaan, kansen die soms onder een enorme tijdsdruk staan om te worden gerealiseerd. Onze Vlaamse economie dreigt daarvan de dupe te worden. We dreigen groeikansen te missen. In afgeleide orde en niet minder belangrijk dreigen we tewerkstelling mis te lopen.
Minister-president, die twee verhalen komen samen bij het bankenplan dat u op het einde van de zomer hebt aangekondigd. We hebben dat verwelkomd. We hebben er ook enkele bedenkingen bij. Ik wil ze u meegeven. Hoe zorgen we ervoor dat er voldoende sturing uitgaat vanuit het bankenplan en de garanties die u wilt verschaffen met de Vlaamse overheid, zodat de bedrijfsvoering wordt aangepast aan de noden? Hoe zorgen we ervoor dat we geen geld in bodemloze putten storten?
Hoe zorgen we ervoor dat banken ook blijven risicos nemen en niet alleen de winst nemen en het risico doorschuiven naar de Vlaamse Regering?
Minister-president, wat is de stand van zaken met betrekking tot het bankenplan? Hoe zult u ervoor zorgen dat de kredietstroom naar Vlaamse ondernemers op peil blijft?
De heer Deckmyn heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, Alfacam zit in de problemen. Wij kennen Alfacam natuurlijk van de televisiestudios waar Belgiums Got Talent wordt opgenomen en ook van de vele beelden die het bedrijf op massa-evenementen maakt, zoals de Olympische Spelen. Maar het zijn vooral de investeringen die het gedaan heeft in het televisiekanaal Exqi die het bedrijf in de problemen heeft gebracht. Het heeft nu een schuld van 58 miljoen euro, niet niks. Uiteindelijk moet iemand daarvoor opdraaien.
Minister-president, ook daar komt de Vlaamse Regering om de hoek kijken, want via de waarborgregeling Gigarant staat de Vlaamse overheid garant voor een waarborg van 16,4 miljoen euro. Die 16,4 miljoen euro gaan bij een faillissement verloren. Vorige week hebben we hierover een debat gevoerd naar aanleiding van verschillende vragen en interpellaties, waarbij ook werd verwezen naar de discussie die u op 15 oktober zou hebben met de bankensector en met de werkgeversorganisaties. Onder meer een verdere verfijning van de waarborgregeling via Gigarant zou daar ter sprake komen. In het licht van de afgelopen dagen is mijn vraag wat uw reactie hieromtrent is.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collegas, de collegas hebben de problematiek al heel duidelijk gemaakt. Het is voor kmos en startende bedrijven niet evident om de financiering van hun investeringen rond te krijgen. Nochtans heel belangrijk bij de opstart van een zaak is de financiering van de investeringen. Het is de achilleshiel. U hebt daaromtrent in het verleden al heel wat initiatieven genomen. De waarborgregeling is hier al vermeld. Ik denk dat het belangrijk is om duidelijk te stellen dat die waarborgen in het verleden al honderden, zo niet duizenden jobs hebben gecreëerd en rechtgehouden in Vlaanderen. Het is een heel nuttig instrument. Het is heel belangrijk om te kijken wat we nog meer en beter kunnen doen met dat instrument.
Maar er is meer. Er is het hele PMV-instrumentarium (ParticipatieMaatschappij Vlaanderen). Er is de Winwinlening specifiek voor starters. We moeten kijken wat we nog meer kunnen doen. Er zijn nieuwe manieren van financieren. Er is bijvoorbeeld het concept van crowdfunding, waarbij verschillende mensen samen investeren in een bepaald project. Misschien kan ook hier de Vlaamse overheid de katalysator zijn om dergelijke instrumenten ingang te doen vinden in Vlaanderen. Onze bedrijven hebben er nood aan, onze startende zelfstandigen hebben er nood aan.
U werkt aan een bankenplan. We vernemen graag van u wat u gaat doen om onze bedrijven en onze ondernemers te steunen.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, collegas, hier worden verschillende vragen gesteld over verschillende dossiers. Ten eerste is er wat vandaag in verschillende kranten is verschenen, namelijk de studie van Deloitte. Ten tweede is er het dossier Alfacam. Ten derde is er het bankenplan, waar we in de commissie al over hebben gesproken.
Wat de studie van Deloitte betreft, is het opmerkelijk dat een heel belangrijke boodschap die in die studie staat, hier nog niet aan bod is gekomen. Dat wil niet zeggen dat ze u ontgaan zou zijn. Die boodschap is dat meer dan de helft van de Belgische kmos in 2011 voor het eerst in vier jaar een reële omzetgroei kunnen realiseren. Dat is een van de positieve en belangrijke elementen die in dat rapport naar voren komen.
Een tweede belangrijke boodschap die in dat rapport staat, is dat er een tekort is aan extern kapitaal en financiering. Men zegt dat op basis van een steekproef het aandeel eigen vermogen afkomstig van de ondernemer zou gestegen zijn van 34 naar 45,3, maar dat het nog een probleem vormt. Wij hebben andere cijfers, maar dat moet dan verder worden bekeken. Het wetenschappelijk steunpunt zegt dat niet minder dan 62,8 percent van de financiering gebeurt met eigen middelen, wat ook logisch is. Een starter gaat eerst zijn eigen middelen gebruiken en dan de bank bijkomend laten aanvullen, wat nu dus een probleem is.
Ik denk dat we die studie ter harte moeten nemen. Ik denk dat er verschillende boodschappen in zitten, een positieve boodschap en een boodschap die verder bekeken moet worden.
Dan hebben we het dossier Alfacam. Hier is in de commissie al over gesproken. In 2010 hebben we gemeend om een waarborg te geven op een lening van 20,4 miljoen euro, 80 procent gewaarborgd. Toen waren onze experten ervan overtuigd dat met deze waarborg het bedrijf verder rendabel kon worden uitgebouwd. Op basis van wat toen voorlag, was iedereen daar trouwens van overtuigd.
Er is de laatste maanden hard achter de schermen gewerkt om ervoor te zorgen dat dit bedrijf de parel van de Vlaamse economie in deze sector verder kon groeien door andere partners te betrekken. De gesprekken met één van die partners zijn recentelijk negatief afgelopen, en deze week is de gerechtelijke bescherming aangevraagd.
Hoe staat het nu met dit dossier? Binnen deze gerechtelijke bescherming kan men nu zoeken naar andere oplossingen, met name naar andere partners. Daarnaast is het niet zo dat onze waarborg van 16,4 miljoen euro nu al wordt uitgewonnen. Als die zal worden uitgewonnen, is de vraag wat het totale verlies zal zijn. Wanneer men de waarborg uitwint, komen wij immers in de plaats van de schuldeisers, en dan gaan wij natuurlijk proberen de uitgewonnen waarborg maximaal te verminderen. De vraag is dan wat het uiteindelijke verlies is van Gigarant. De belangrijkste vraag is of het nu nog mogelijk is om met andere partners of met andere oplossingen het bedrijf Alfacam op een rendabele manier boven water te houden en op een rendabele manier verder te laten groeien.
Dan is er het bankenplan. Ik heb niet gewacht op Deloitte of Alfacam om met het bankenplan te starten. We hebben dat ook in de commissie besproken. Ik heb op 15 oktober met de banken en de werkgeversorganisaties zoals aangekondigd een gesprek gehad. Dat gesprek was tweedelig.
Het eerste deel ging over de gedragscode die ondertekend is op 21 december 2009 met een aantal aandachtspunten die werkgeversorganisaties en banken moeten nakomen. De conclusie van het gesprek was dat die gedragscode door beide partijen maximaal wordt ingevuld, maar dat er toch ook nog heel wat discussie is. Is het nu juist dat er een tekort is aan kredieten, is men te streng, enzovoort. Daarom is er een afspraak om elke zes maanden op hoog niveau bij elkaar te komen: de CEOs van de banken, de CEOs van de werkgeversorganisaties en de ministers Ingrid Lieten, Geert Bourgeois en ikzelf.
Het tweede deel ging over de elementen van het bankenplan. Daar is nog eens opgelijst welke voorstellen de werkgevers hebben aangebracht. Er zijn ook voorstellen van de banken aan bod gekomen. De afspraak is om op 13 november een ontwerp van bankenplan klaar te hebben dat nu door experten wordt voorbereid. Met dat ontwerp van bankenplan moet ik natuurlijk naar de regering gaan. Ik heb ook al toegezegd dat dit parlement en de commissie in volledige transparantie tekst en uitleg zullen krijgen. Ik begrijp immers de zorg van de heer Vereeck en ook van anderen over die waarborgen en over het bankenplan. Ik heb iedereen in dit parlement uitgenodigd om ook zelf voorstellen te doen die we kunnen meenemen. Ik ga ervan uit dat we tegen het einde van dit kalenderjaar een bankenplan hebben waarin we proberen een aantal discussies zorgpunten die ook in de studie van Deloitte aan bod komen op te lossen. Ik heb hier ook over gesproken met de federale collegas, omdat er ook fiscale instrumenten zijn die hier een rol kunnen spelen. Ik zal dus ook met de federale collegas in debat gaan om te bekijken hoe zij een bijkomende inbreng kunnen leveren.
Voorzitter, dit lijkt me een goede, coherente aanpak. Ik hoop dat we eind dit jaar het bankenplan hier kunnen toelichten.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord op drie vragen die inderdaad een vrij complexe problematiek behelzen.
We ervaren vandaag een verschrikkelijke paradox. Aan de ene kant staat er veel geld geparkeerd omdat de mensen nog altijd schrik hebben om te investeren. Het instabiele internationale financiële klimaat noopt tot voorzichtigheid. Aan de andere kant zitten de ondernemers en investeerders verlegen om krediet. Om die paradox te doorbreken, moeten we maatregelen nemen.
U vraagt om suggesties. Ik zou er u snel drie willen geven. Probeer de paradox te doorbreken door zoveel mogelijk spaargelden die vandaag uitstaan, te mobiliseren. Er zou een soort eigentijdse vorm van coöperatief financieren in de plaats kunnen komen. Ik verwijs naar de conceptnota die ik samen met de heer Sannen heb ingediend rond parlementaire controle hierop. Ten slotte moeten we ook werk maken van de aanbeveling rond de Gemeentelijke Holding, waar we pleiten voor een risicodepartement.
Minister-president, u relativeert de eventuele uitwinning van de waarborg. Ik begrijp dat gedeeltelijk, maar het economische klimaat is de laatste jaren sterk veranderd. We moeten sowieso scherper toekijken op elk individueel dossier. Ik meen uit uw antwoord te begrijpen dat u daar toch al een heel eind in die richting wilt evolueren.
U sprak over de Waarborgregeling voor Alfacam naar aanleiding van de lening. Ik dacht dat we in 2011 spraken over een schuldherschikking, waarbij de Vlaamse Regering zich borg zou stellen. Is dat niet te delicaat in zon geval? Het bedrijf is immers in moeilijkheden. Ik herhaal het: we leven in moeilijke economische omstandigheden. Elke euro van de overheid moet zeer goed worden besteed.
Ik dank u voor uw antwoord, minister-president. We moeten alle actoren responsabiliseren. U doet dat met het bankenplan. U neemt de banken op hun verantwoordelijkheid om geld in onze economie te pompen. Ondernemers zijn natuurlijk ook zelf verantwoordelijk voor hun ideeën, hun onderneming en hun investeringen. De overheid is verantwoordelijk voor het faciliteren en ondersteunen.
We moeten onderzoeken wat we op dat vlak nog beter kunnen doen. We kunnen de Winwinlening uitbreiden of het Agentschap Ondernemen of de PMV kunnen een platform zijn om crowdfunding mogelijk te maken. Risicoloos investeren, dames en heren, bestaat niet. De waarborgen die wij toekennen, dragen een risico in zich. Er wordt natuurlijk niet lichtzinnig toegekend. Er worden veel meer waarborgen aangevraagd dan er worden toegekend. De voorbije jaren is in Vlaanderen bewezen dat er niet lichtzinnig wordt omgegaan met de Waarborgregeling. Het is een zeer nuttig instrument. We mogen op basis van één dossier het kind niet met het badwater weggooien.
De heer Vereeck heeft het woord.
Minister-president, ik heb er geen problemen mee dat een overheid bedrijven in problemen af en toe beschermt. Het bedrijf kan dan op korte termijn herstructureren. Zeker als het om waardevolle technologische bedrijven gaat, is dat zinvol. We hebben daartoe een aantal instrumenten zoals bescherming tegen schuldeisers of chapter 11. U kunt hen helpen bij de zoektocht naar nieuwe investeerders, en noem maar op.
Op dit moment echter hebt u onrechtmatig gebruik gemaakt van de Gigarantwaarborg. Niet alleen is er het probleem van de gewaarborgde schuld, daar komen we in de commissie nog op terug. Een van de criteria voor het toekennen van een waarborg binnen Gigarant is dat het bedrijf niet in financiële moeilijkheden verkeert. Nogmaals, ik heb er geen probleem mee dat u een bedrijf af en toe eens uit de wind zet, als het zich daarna vlug herstelt, maar niet via dit instrument.
Sinds 2009 maken de media al duidelijk melding van de schuldenproblematiek en het exploitatieverlies van Alfacam. Uiteindelijk is de waarborg pas toegekend in 2010-2011. Het verwondert mij eigenlijk dat dat nog gebeurd is.
De heer Caron heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, de commissie Media heeft meerdere keren een werkbezoek afgelegd aan Alfacam. We hadden dan gesprekken met Fehervari. Iedereen erkent dat het een innovatief bedrijf is en dat het voor de verslaggeving van grote manifestaties top is, maar het heeft ook grote risicos genomen.
In de mediawereld is al enkele jaren alom bekend dat het op die manier niet verder kan. Ik wil er dan ook voor pleiten dat de Vlaamse Regering ook naar vakspecialisten luistert. Minister Lieten is trouwens in huis en kan u daar zeer goed over informeren. Dit is eigenlijk een voorbeeld van een ondersteuning die niet in evenwicht is met de potentie en de kansen van dat bedrijf.
De heer Diependaele heeft het woord.
Minister-president, we hebben het daar al over gehad in de commissie. Ik heb over de drie onderwerpen dan ook bitter weinig nieuws gehoord. U hebt in de commissie de timing voor het bankenplan en dergelijke meegedeeld. Het is dan ook logisch dat er nog niets nieuws te vertellen was.
De grootste zorg van de Vlaamse overheid op dit moment is de steun voor innovatieve en ondernemende bedrijven zoals Alfacam. Wij moeten ervoor zorgen dat die bedrijven door de economische crisis geraken. In dat geval blijft die waarborgregeling de beste optie in vergelijking met subsidies. U hebt dat zelf gezegd. Ik sluit me aan bij de heer Bothuyne wanneer hij zegt dat ondernemen zonder risico niet bestaat. Die waarborgregeling houdt uiteraard een zeker risico in. Ons grootste gebrek blijft echter nog altijd dat wij niet beschikken over fiscale instrumenten om onze ondernemingen de nodige steun toe te kennen. Het is jammer dat dat in de nabije toekomst niet zal worden verholpen.
Ik heb inderdaad in de commissie gezegd dat ik liever over fiscale instrumenten of over meer fiscale instrumenten zou beschikken om een Vlaams economisch beleid te voeren. Ik heb die voorlopig echter niet en ik doe wat ik kan. In de commissie is kamerbreed geopteerd voor de waarborgen boven de subsidies. Wat de waarborgen betreft, is er een hefboomeffect van 2,33 euro. 1 euro waarborg genereert dus een investering van 2,33 euro. Dat is een vrij belangrijke hefboom. Wat de generieke waarborg en Gigarant betreft, is het verlies eigenlijk zeer beperkt. Tot nu toe bedraagt die 0 euro.
Het waarborgsysteem valt binnen onze bevoegdheid. Het werkt vrij behoorlijk en heeft nog niet veel gekost. Het brengt ook op, want men moet premies betalen voor die waarborg.
Wat het concrete dossier van Alfacam betreft, betreur ik dat een aantal mensen nu zeggen dat wij dat hadden moeten zien aankomen. Toen dat bedrijf in volle opgang was, stond iedereen, ook de politici, aan te schuiven om daar naartoe te kunnen gaan en te zien hoe goed dat bedrijf het deed. Nu dat bedrijf wat in moeilijkheden is, zegt iedereen dat wij dat hadden moeten weten. We moeten correct zijn. Men gaat er al van uit dat dat bedrijf failliet gaat. Ik hoop van harte van niet, ik hoop dat we dit bedrijf overeind kunnen houden. U vecht voor de creatieve industrie, mijnheer Caron, maar u zou ook voor dit bedrijf wat meer moeten vechten. U zegt dat de sector dat al lang wist, maar u hebt dat nooit tegen mij gezegd.
Als we het dossier bekijken, dan is de vraag of er in 2010-2011 nog een waarborg kon worden toegekend binnen het wettelijke kader. Wij geven geen waarborgen buiten het wettelijke kader. Ik ga er dan ook van uit dat dit hier niet in vraag wordt gesteld.
Wat de opportuniteit van een waarborg betreft, was er een businessplan waar toen ook de banken in geloofden. Zij stopten er 20,5 miljoen euro bijkomende kredieten bij, ervan uitgaande dat 80 procent werd gewaarborgd. De eigenaars, de aandeelhouders en de banken geloofden dus dat dit plan toekomst had. Zoals sommigen onder u al hebben gezegd, houden waarborgen ook risicos in. Het kan daar al eens verkeerd mee lopen. Wanneer echter één keer zon waarborg wordt uitgewonnen, moet het kind niet met het badwater worden weggegooid. Sinds de start van dit politieke jaar heb ik in dit halfrond nog geen enkele kritische vraag gehoord over Alfacam. Iedereen ging ervan uit dat dit bedrijf een toekomst had.
Collegas, ik sluit af. Wij zullen dat instrument van waarborgen met heel veel zorg blijven inzetten. Ik ben bereid dit parlement en de commissie volledige toelichting en transparantie te geven, met dezelfde zorg waarover ik het al had. Wij gaan onderzoeken, samen met de anderen, hoe we dat bedrijf, dat nu in gerechtelijke bescherming zit, nog kunnen redden. We zullen geen overheidsgeld steken in een bedrijf dat geen toekomst heeft. No bad money after good money, zoals men dat zo mooi zegt. Die regel is al altijd toegepast en zal ook hier worden toegepast.
Ik hoop dat ook andere partners banken en andere partners bereid zijn om stappen te zetten en om bijkomende risicos te nemen om dit Vlaamse bedrijf, dat wereldwijd kwalitatief zeer hoog staat aangeschreven, te redden. Ik vind het dan ook vanzelfsprekend dat de minister van Economie samen met zijn collegas probeert om dat bedrijf, binnen dat kader, overeind te houden. Het zal de volgende dagen en weken blijken of dat effectief lukt.
Mijnheer Caron, het verleden voorspellen is al te gemakkelijk. Wij zitten hier vooral om de toekomst vorm te geven. Wij moeten, voor Alfacam en alle andere mogelijke kmos in ons land, ervoor zorgen dat zij kunnen voortwerken op basis van een realistisch plan, waarbij de financiële sector zijn verantwoordelijkheid opneemt. Ik sluit mij hier volmondig aan bij minister-president Peeters: Vlaanderen kan en zo heb ik het begrepen zál doen wat het kan, maar uiteraard zijn er buiten dit parlement belangrijke spelers die evenzeer een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben. Wij roepen hen op die op te nemen.
Minister-president, u gaat af en toe wat kort door de bocht. U zegt dat politici op bedrijfsbezoek gaan bij Alfacam en daar geen kritiek hebben. Integendeel, als je als volksvertegenwoordiger een bedrijfsbezoek doet, krijg je daardoor een referentiekader. Dat mag niet tot gevolg hebben dat je achteraf geen kritiek mag hebben over zaken die gebeuren.
Voor het overige wil ik u, zoals de heer Vereeck, waarschuwen voor de vraag wanneer je welke waarborg gaat geven. Ik blijf bij mijn punt: bij een eventuele schuldherschikking moet men extra opletten voor de waarborg die men zal geven. Een schuldherschikking wijst meestal op een zwaar probleem. Je moet dus heel attent zijn over welke waarborgen je gaat geven.
Ik wil eindigen op de manier waarop ik in dit halfrond al vaak ben geëindigd: het is jammer dat ook de zesde staatshervorming voor een deel zijn doel heeft gemist. We beschikken niet over de nodige fiscale instrumenten om een eigen beleid goed te kunnen voeren. Het is jammer dat we bij die zesde staatshervorming opnieuw een kans hebben gemist. (Applaus van mevrouw Marijke Dillen)
Het is duidelijk dat Vlaanderen doet wat het kan en wat het ook in de toekomst moet blijven doen. Alfacam is een belangrijk bedrijf. Alfacam is een belangrijk bedrijf geweest in het verleden en zal dat ook in de toekomst zijn, met de steun van Vlaanderen en met de steun van de banken.
Maar er is uiteraard meer. We moeten een fiscaal en financieel instrumentarium opzetten op maat van elk bedrijf, startende bedrijven en grotere bedrijven. Ik heb zelf dit jaar een klein bedrijfje gestart. Ik heb zelf ondervonden hoe moeilijk het is om de financiering rond te krijgen. Startende bedrijven verdienen alle steun. Minister-president, ik reken erop dat u de startende bedrijven maximaal zult ondersteunen bij hun financieringsvraagstukken.
De actuele vragen zijn afgehandeld.