Verslag plenaire vergadering
Verslag
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is de bespreking van de verklaring van de Vlaamse Regering betreffende de algemeen maatschappelijke situatie en betreffende de krachtlijnen van de begroting 2013.
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Voorzitter, ik wil me in eerste instantie tot u richten als behoeder van de rechten van ons parlement. Zondag in De Zevende Dag en maandag bij uw openingstoespraak hebt u uitgebreid de lof van de Vlaamse Regering gezongen als een regering die een voorbeeldige relatie had met het parlement. Meestal is dat ook zo, maar u zult moeten toegeven dat de Vlaamse Regering maandag wat dat betreft een meer dan serieuze scheve schaats heeft gereden.
Minister-president, u hebt hier een verplicht nummer afgeleverd. U hebt hier de grote lijnen geschetst van de begroting 2013 zonder een cijfer te geven op één na. De cijfers en de grote lijnen qua cijfers waren blijkbaar bestemd voor de pers nadien.
Voorzitter, minister-president, dergelijk gedrag van een regering waarbij het parlement braaf mag komen luisteren naar vooral wollige volzinnen en er nadien aan de serieuze mensen van de pers tekst en uitleg wordt gegeven, getuigt van een grove minachting voor het parlement en is wat ons betreft onaanvaardbaar. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister-president, u had evengoed kunnen komen zeggen dat er een begroting in evenwicht was zonder nieuwe lasten en het daarbij kunnen laten om dan nadien naar de pers te gaan. Wij verwachten natuurlijk niet dat u het volledige begrotingsdocument komt toelichten, maar u had ons toch op zijn minst kunnen vertellen hoeveel miljoenen u dacht te moeten vinden en waar u die gevonden hebt. Kortom, de grote lijnen, maar zelfs die grote lijnen waren aan ons niet besteed.
Minister-president, elke Septemberverklaring verloopt volgens een bepaald ritueel waar u het ook en vooral hebt over de kwaliteit van het leven, de duurzame ontwikkelingen enzovoort en waarbij u zich eens te meer op borst klopt. Maar nieuwe wervelende dingen hebt u hier niet verteld. Structurele hervormingen hebt u niet aangekondigd.
De enige meeruitgaven zijn die die niet te vermijden zijn. U gaat dus geen nieuwe lasten heffen. Na het afschaffen van de jobkorting en, voor het reces, de schandelijke saga van de miserietaks, waarbij de meerderheid het debat daarover in deze plenaire vergadering heeft laten verworden tot een debat van de schande omdat er geen debat meer mocht worden gevoerd, zou het er nog aan ontbreken dat u de lasten zou verhogen.
Minister-president, samengevat komt het erop neer dat u zogezegd een begroting in evenwicht ingediend hebt, gebaseerd op uitstel van nieuw beleid, besparingen in het overheidsapparaat, het opsouperen van alle reserves en buffers. Het enige wat u niet kunt doen, is de niet te vermijden stijging van een aantal uitgaven niet financieren. Dat alles verpakt u onder de noemer uw openingszin : Vlaanderen staat er. We hebben als enige regering in dit land een begroting in evenwicht.
Minister-president, het is in de eerste plaats een begroting van de voorzichtigheid. Voorzichtigheid kan een goede deugd zijn, maar voorzichtigheid kan ook leiden tot blindheid: blindheid voor de oplopende werkloosheidscijfers, blindheid voor de krimp van de economische groei, de slabakkende investeringen, de stijgende armoede. Bovendien is het, denk ik, nu wel duidelijk dat u de grootste ambitie die uw regering in deze legislatuur had, met name de eerste twee of drie jaar financieel orde op zaken te stellen om nadien ruimte te hebben voor nieuw beleid, nu wel definitief kunt opbergen. Er komt niets meer van in huis.
Achter de hoerakreten over het begrotingsevenwicht, schuilt een andere realiteit: de echte realiteit. De realiteit die zegt dat dit geen begroting in evenwicht is. De realiteit dat dit zogenaamde evenwicht de toets van de komende maanden niet zal doorstaan. De realiteit die zegt dat dit in feite een virtuele begroting is. U zult zich het debat van vorig jaar herinneren, zowel het debat over de Septemberverklaring als het eigenlijke begrotingsdebat. Ook over dat debat hing een zweem van virtualiteit, toen vanwege de al veranderde groeiprognoses.
Vandaag schuilt de virtualiteit elders. De buffers van 130 miljoen euro vallen weg. Ze worden gebruikt. 80 miljoen euro voor Aquafin. De rentebuffer, de buffer voor de betaalincidenties en de conjunctuurbuffer samen goed voor 130 miljoen euro moeten eraan geloven. Indien de groei lager zal zijn dan voorspeld, betekent dit meteen een serieus probleem.
De tweede virtualiteit schuilt in het uitstel van nieuw en door het Vlaams Parlement beslist beleid. Dan gaat het inderdaad over het uitstellen en wellicht afstellen van het plannen van budgetten voor de kindpremie en de maximumfactuur in de thuiszorg en de zorgkas. Kortom, u voert die eigenlijk af. Minister-president, door ze af te voeren, geeft u eigenlijk de oppositie gelijk. Het decreet Sociale Bescherming, dat al die maatregelen bevat en dat onder meer de kindpremie en de maximumfactuur voor de thuiszorg invoerde, moest de aanzet zijn tot een Vlaamse hospitalisatieverzekering. Dat decreet moest en zou er komen voor het reces. Het moest mordicus door dit Vlaams Parlement worden goedgekeurd. We herinneren ons nog goed dat de voltallige oppositie talloze keren de vraag heeft gesteld waar de financiële basis was om de kindpremie te realiseren, waar de financiële basis voor de maximumfactuur in de thuiszorg was, waar de financiële basis voor de hospitalisatieverzekering was. Waar gaat u die centen halen? We hebben nooit een antwoord gekregen. Nooit. Dit is een kaderdecreet en we zullen eventueel wel zien hoe we dat financieel invullen.
We hebben dus vandaag, met de begroting die u voorstelt, gelijk gekregen. Toen was al duidelijk dat er meer dan waarschijnlijk geen middelen zouden zijn. Toch werd het kaderdecreet goedgekeurd. Ik neem aan dat het feit dat u vandaag de invoering van de kindpremie en de maximumfactuur op de lange baan schuift, door sommigen zal worden bestempeld als een daad van groot staatsmansschap.
Maar ik denk, minister-president, dat de realiteit anders is. Het decreet dat hier goedgekeurd werd, is gewoon boerenbedrog geweest. Het was een politiek decreet. De N-VA moest en zou haar kindpremie krijgen. Want was die, samen met de oprichting van een Vlaams Energiebedrijf dat de concurrentie zou aangaan met Electrabel, en de Vlaamse hospitalisatieverzekering niet een van de redenen om in de Vlaamse Regering te stappen? Over het Vlaams Energiebedrijf zullen we maar zedig zwijgen en de uitbouw van een volwaardige sociale zekerheid komt er niet.
500 euro per kind tussen nul en drie jaar, dat is wat de N-VA de Vlaamse kiezer in 2009 had beloofd. Het bedrag vandaag is 0. Een aantal bepalingen in het decreet Sociale Bescherming zijn dus, minister-president, collegas, gewoon window dressing geweest om het politieke blazoen op te poetsen, maar vandaag blijkt het decreet wat dat betreft een volslagen lege doos te zijn.
Ook de maximumfactuur voor de thuiszorg wordt op de lange baan geschoven, waarmee neem ik aan het politieke evenwicht tussen uw twee coalitiepartners opnieuw netjes wordt gerespecteerd.
Minister-president, de grootste bedreiging voor uw begrotingsevenwicht en het beste bewijs dat het om een virtueel begrotingsevenwicht gaat, schuilt in datgene waarover u niets zegt. Meestal is datgene wat men niet zegt en datgene waarover men het niet heeft, belangrijker dan wat men wel zegt, dan datgene waarover men het wel heeft. Met andere woorden: u zwijgt over wat onherroepelijk op u afkomt en waar u in uw begroting geen rekening mee houdt of geen rekening mee wilt houden. Dat is natuurlijk, minister-president, de kost van de zesde staatshervorming. U houdt er op geen enkele manier rekening mee.
Hoe kunnen we het beter verwoorden, collegas, dan met de woorden van onze goede collega alweer hij Eric Van Rompuy? In een opvallend interview begin september met De Standaard zei hij: Europa en de Hoge Raad van Financiën eisen dat de federale overheid en de deelstaten in dit land tegen 2015 een begroting in evenwicht hebben. Maar die strikte voorwaarde houdt totaal geen rekening met de gigantische kosten van de zesde staatshervorming, die tegen dan op kruissnelheid zit. In totaal hevelt het Vlinderakkoord 17 miljard euro aan bevoegdheden over, maar het bijbehorend federaal budget volgt maar voor 70 procent. Wil Vlaanderen die nieuwe verantwoordelijkheden maximaal uitoefenen, dan moet het op zoek naar 2,3 miljard euro extra. Dat zijn kosten die u niet in rekening brengt.
Mijnheer Van Rompuy, eerlijk gezegd, u hebt daar een bocht van 180 graden gemaakt, want u hebt toen ook gepleit voor het aanleggen van reserves om op die factuur, die op ons afkomt, te kunnen anticiperen. U zei: Daarom pleit ik om keuzes te maken en reserves aan te leggen. Maar vijf maanden geleden, bij het actualiteitsdebat over het Belgisch stabiliteitsprogramma, zei u: Neen, we moeten helemaal geen reserves aanleggen, dat zou volslagen ongeloofwaardig zijn.
Nochtans, minister-president, die factuur komt op ons af. Onze vraag is dus: waar zit in uw begroting de impact van de kost van de zesde staatshervorming, geraamd op 2,3 à 2,4 miljard euro? Waar zit in uw begroting bovendien de kost van de usurperende bevoegdheden? Waar zit in uw begroting de kost van de verhoogde bijdrage voor de pensioenen van de Vlaamse ambtenaren? Die drie elementen zijn geraamd op 2,3 miljard euro voor de zesde staatshervorming, op 250 miljoen euro voor de fantoombevoegdheden met een bedrag tussen 100 en 150 miljoen euro voor Vlaanderen, en de responsabilisering van de ambtenaren die erin zit, komt op 60 miljoen euro. Afgerond komt dat neer op een bedrag tussen 2,4 en 2,5 miljard euro. En daarover zegt u bij uw begrotingsvoorstellen niets. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Neen, u hebt daar niets over gezegd, buiten het feit dat u een groenboek zult voorstellen om de implicatie van de zesde staatshervorming, van de overdracht van bevoegdheden, eventueel te bekijken en om te zien hoe die het best gebeurt.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, om de heer Van Hauthem volledig te informeren alhoewel hij alles nu heeft gekregen is het zo dat wij wel voorzien in het leveren van een bijdrage voor de responsabiliseringsbijdrage van de pensioenen van de ambtenaren. Daarin is voorzien, maar natuurlijk wel onder bepaalde voorwaarden waarover, wat ons betreft, verder overlegd moet worden.
De heer Van Hauthem ziet iets over het hoofd. Het bedrag van, afgerond, 60 miljoen euro is in de begroting opgenomen.
Dat bedrag van 60 miljoen euro zit er al in. Dan blijft enkel nog de bagatel van 2,3 tot 2,4 miljard euro over.
Dat is uw berekening.
Dat is de berekening van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV).
Ik heb de federale overheid in mijn Septemberverklaring nogmaals om meer informatie gevraagd. Ik zou graag de fiches ontvangen. De ambtenaren zouden hierover moeten vergaderen. We rekenen erop dat dit allemaal zal gebeuren. Ik beschik momenteel over geen enkele concrete berekening van wat de zesde staatshervorming en de overdracht van bevoegdheden en middelen zou kosten. Ik ben daarmee bezig. Ik beschik echter over geen enkel concreet element, laat staan dat ik daar provisies voor zou kunnen aanleggen.
De heer Vereeck heeft het woord.
Voorzitter, net die onzekerheid is een reden om een buffer, hoe beperkt dan ook, aan te leggen. Dat de minister-president het niet weet, betekent niet dat hij geen provisies moet aanleggen of zich niet een beetje op de toekomst moet voorbereiden.
De heer van Rouveroij heeft het woord.
Voorzitter, ik wil hier naadloos op aansluiten. Het maximumbedrag is 2,4 miljard euro. De SERV heeft deze berekening van de Hoge Raad van Financiën (HRF) overgenomen. Laten we er even van uitgaan dat het maximumbedrag wat overtrokken is. Het gaat echter om een vork. Er is ook een minimumbedrag. Het minimumbedrag zal zeker enkele honderden miljoenen euro bedragen. De minister-president zou zich minstens op dat minimumbedrag kunnen voorbereiden. Zelfs dat gebeurt echter niet.
De heer Watteeuw heeft het woord.
Voorzitter, als we één zaak weten, is het wel dat het ons geld zal kosten. De minister-president brengt hier echter breaking news: het zal ons niets kosten. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Het lijkt me duidelijk dat het ons geld zal kosten. Ik vind het dan ook vreemd dat de minister-president hiervoor geen enkele provisie aanlegt. Hij heeft die beslissing allicht genomen om hier een begroting in evenwicht te kunnen presenteren. Eigenlijk had hij die provisies beter wel aangelegd.
Het mag ons geld kosten. We willen dit tenslotte. We willen die bevoegdheden krijgen. Ik vraag hier wat enthousiasme. CD&V, sp.a, Groen en Open Vld hebben dit institutioneel akkoord tot stand gebracht. Dat is noodzakelijk om de economische crisis in Vlaanderen te bestrijden. We hebben die hefbomen nodig. Ik vraag bijgevolg om wat enthousiasme.
Minister-president, u moet zich op die overname in 2014 en in 1015 voorbereiden. U moet dat niet doen de dag dat er iets gebeurt. U moet dat vandaag doen. Regeren is vooruitzien. U hebt dat vorig jaar trouwens mooi omschreven. U hebt toen verklaard dat u het onverwachte moest verwachten. Dat vraag ik u nu niet eens. U moet het verwachte verwachten. Wat u moet verwachten, is de zesde staatshervorming.
Ik zal daar straks tijdens mijn repliek nog verder op terugkomen. Ten eerste hebben we al in iets meer dan 60 miljoen euro voorzien voor de responsabiliseringsbijdrage. Ik ga er dan ook van uit dat het enthousiasme van de Federale Regering groot zal zijn om hierover eindelijk verder van gedachten te wisselen en dit te concretiseren. Ten tweede hebben de regeringen van het Waalse Gewest en van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest hiervoor nog in niets voorzien. We zullen nog even moeten afwachten. Ten derde zijn we met betrekking tot de zesde staatshervorming vragende partij. We bereiden ons hierop voor met het groenboek. Ik ga ervan uit dat de federale instanties maximaal zullen meewerken en ons in staat zullen stellen ons daar met kennis van zaken verder op voor te bereiden. Wat de voorbereidingen betreft, kan ik iedereen echter verzekeren dat geen enkele deelstaatregering in België al zo ver staat als de Vlaamse Regering. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
Staatssecretaris Verherstraeten heeft verklaard dat de zesde staatshervorming op schema zit en in 2014 zal kunnen worden geïmplementeerd. Dat is goed nieuws. Open Vld zal in de Federale Regering op een snelle uitvoering blijven aandringen.
De fiches zijn nu blijkbaar openbaar gemaakt. Er is een tijdje onzekerheid geweest over de mededeling van de inhoud van de fiches. Ik wil er echter op wijzen dat er niet enkel federale fiches zijn. De Vlaamse fiches staan al lang op de website van de minister-president. Die fiches hebben we al lang kunnen lezen. Ik zou echter graag eens de fase van de fichebak verlaten en echt aan de zesde staatshervorming beginnen.
Minister-president, uw partijgenoot is staatssecretaris voor Staatshervorming. Hij is bevoegd om deze zaak te laten vooruitgaan. Laat hem dat dan ook doen.
Minister-president, het is toch wat schizofreen. Over de ambtenarenpensioenen is er nog geen formeel akkoord, maar vooruitziend als u bent, reserveert u daarvoor 60 miljoen euro in uw begroting. Dat is goed. Er is nog geen akkoord over de kostprijs van de zesde staatshervorming. Die zal tussen 2 en 2,3 miljard euro kosten. Dat is wel wat anders dan 60 miljoen euro, en daarvoor plant u niets. Dat is de schizofrenie waar u aan lijdt. Trouwens, als u zegt: Ik heb de fiches niet, en ik krijg de cijfers niet, en ik zou ze toch zo graag hebben, geef toe, dat is bijzonder merkwaardig. Laat me toe te zeggen dat dit flauwekul is.
De bevoegde staatssecretaris voor Institutionele Hervormingen is uw partijgenoot, de immer vrolijke Servais Verherstraeten. De federale minister van Financiën is de altijd even ernstige Steven Vanackere, eveneens een partijgenoot van u. Maar u krijgt de cijfers niet, want, zegt u typische tsjevenstreek ik richt de vraag als minister-president van de Vlaamse Regering aan de eerste minister van de Belgische Regering.
De responsabiliseringsbijdrage is besproken in het Overlegcomité. Er is gezegd dat men de Bijzondere Financieringswet ging aanpassen omdat we hadden opgemerkt dat er een probleem was omdat in het jaar voorafgaand aan de bijdrage, een koninklijk besluit moest worden genomen. Vlaanderen heeft gezegd dat we die bedragen plannen wanneer er ook over de voorwaarden verder kan worden genegotieerd. Daarin voorzien we.
Over de financiële gevolgen en de mogelijke provisionering die we zouden kunnen aanleggen voor de zesde staatshervorming, is in het Overlegcomité nog met geen woord gesproken. Er is dus wel een verschil.
Ik zou ook graag voorbij de fichebak gaan, mijnheer van Rouveroij, maar het is belangrijk dat we zoals afgesproken in het begin, fiches maken. De federale overheid maakt ook fiches, maar die hebben we nog altijd niet gekregen. Mijnheer Van Hauthem, ik moet die hebben als minister-president, waardoor ik die ook aan het Vlaams Parlement kan overmaken. Dat is geen partijpolitieke aangelegenheid. Het is een aangelegenheid tussen de deelstaat Vlaanderen en de federale overheid om daarover duidelijke afspraken te maken.
Begin dus niet met mijn goede vrienden te noemen. Dat zijn mensen die heel hard werken, maar dat is eigenlijk naast de kwestie. De kwestie is dat we de fiches die we hebben opgemaakt, ook aan het Vlaams Parlement hebben gegeven. Ik zou ook heel graag hebben dat ik die met jullie kan delen zodra ik die ontvang. Het gaat er niet over dat ik die zou hebben verkregen op een slinkse manier of via mijn goede vrienden.
Maar goed, ik hoop dat die discussie zeer snel zal worden opgelost zodat we daar niet meer moeten op terugkomen.
Daar gaat het wel over, minister-president. Het zegt veel over de invloed van uw goede vrienden in de Federale Regering. Trouwens, die altijd zo jolige mijnheer Verherstraeten heeft een tipje van de sluier opgelicht in De Standaard van 21 september. Hij zei: De federale fiches over de over te dragen materies en instellingen zijn geen staatsgeheim. Toch krijgt u ze niet. Ik heb er geen bezwaar tegen dat het ambtelijk overleg daarover al start en en dan komt het ik geef toe dat dit gemakkelijker wordt nu ook de Waalse minister-president Rudy Demotte erom vraagt, maar de zaak zal pas in een stroomversnelling komen als de acht partijvoorzitters hun politieke beslissingen hebben genomen.
Ik denk dat dat duidelijk is. U staat dus helemaal achteraan in de rij. Eerst de partijvoorzitters, dan mijnheer Demotte, en dan mijnheer Peeters. Dat leid ik daaruit af. Het is pas als de minister-president van de Waalse Regering misschien even zijn vinger opsteekt en zegt dat hij graag wil weten wat er in die fiches staat, wat eventueel de berekeningen zijn in grote lijnen, dan pas zou het kunnen.
Excuus, minister-president, maar ik vind uw uitleg dat u dat als minister-president doet ten aanzien van de federale premier compleet ongeloofwaardig. U gaat me toch niet zeggen dat u niet eens de telefoon kunt nemen en zeggen Hallo, Servais, je spreekt met Kris, hoe zit het met die fiches? Heb je daar al enig zicht op? Kun je ervoor zorgen dat we die ook krijgen? U gaat me toch niet zeggen dat dat niet kan. Dat gaat u me toch niet wijsmaken.
Paradoxaal genoeg, minister-president, komt het u eigenlijk goed uit dat u de cijfers niet hebt, dat u dus geen zicht hebt op de budgettaire weerslag van die kostprijs, want alleen door het feit dat u de cijfers en de fiches niet hebt, kunt u vandaag pronken met een begroting in evenwicht, die daardoor hoogstens een paar maanden zal standhouden en dus een virtueel evenwicht is en een virtuele begroting.
En dat is net de grootste leugen van deze begrotingsvoorstelling. Minister-president, ik denk immers niet dat we ons veel illusies moeten maken over de zesde staatshervorming, over de overdracht van bevoegdheden. Dit debat zal niet meer gaan over de vraag of de bevoegdheidspakketten nu al dan niet homogeen genoeg zijn, of de bevoegdheden ordentelijk zijn verdeeld over de diverse beleidsniveaus, of er niet te veel versnippering is van de bevoegdheden die uit elkaar worden gerukt. Het debat over die zesde staatshervorming zal enkel en alleen gaan over de centen, en over niets anders. Dit onderdeel van de zesde staatshervorming dreigt immers een gigantische besparingsoperatie voor de federale overheid te worden, waarbij de factuur wordt doorgeschoven naar de deelstaten, naar Vlaanderen. Dát zal de realiteit zijn van uw grote zesde staatshervorming.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Mijnheer Van Hauthem, dat verbaast me. Ik dacht dat die staatshervorming niets betekende, dat wij de resoluties van het Vlaams Parlement hadden genegeerd, dat het allemaal peanuts, bullshit was. De heer De Wever heeft dat ook al een paar keer gezegd. Die staathervorming zou eigenlijk niets betekenen.
Ik stel echter vast dat het gaat over een overdracht van bevoegdheden voor 17 miljard euro. Dat cijfer van 2,3 miljard euro is eigenlijk een aanbeveling van de Hoge Raad van Financiën. Die stelt dat, als de deelstaten én de federale overheid in 2015 tot een evenwichtige begroting willen komen, ook de deelstaten inspanningen zullen moeten leveren. Ter zake is er een oefening gedaan. Bij die bevoegdheidsoverdracht ter waarde van 17 miljard euro zouden de deelstaten een beperkt aantal middelen overgedragen krijgen. Gaat het daarbij om 70, 80, 85 of 90 procent? De minister-president heeft natuurlijk een punt als hij stelt dat het op dit ogenblik niet duidelijk is welk percentage van de middelen naar de deelstaten zal gaan. Hij heeft dat ook al een paar keer in de commissie verklaard. In dat interview heb ik gezegd en ik heb dat al een paar keer gezegd dat die zesde staatshervorming een gigantische operatie is. Als men 17 miljard euro overhevelt naar de deelstaten, dan zullen ook die deelstaten deels een bijdrage moeten leveren aan de sanering van de publieke financiën van de Entiteit België, waarvan ook Entiteit II een onderdeel is. Dat heb ik gezegd: in de volgende jaren zullen we daar inderdaad mee worden geconfronteerd. Ook de minister-president weet dat zeer goed. Dan gaat het over de begrotingen voor 2014 en 2015. Ik hoop dat uw partij die staatshervorming zal steunen in de Kamer. (Opmerkingen van de heer Joris Van Hauthem)
Die belangrijke bevoegdheden wat de kinderbijslagen, de welzijnszorg, het gezondheidsbeleid, het arbeidsmarktbeleid betreft, komen naar hier, naar het Vlaams Parlement. We hebben daar zoveel jaren voor gevochten. Ik hoop dat dit wordt goedgekeurd in de Kamer, dat de Vlaamse Regering, op basis van informatie, die overdracht hier kan invoeren.
Ook gaan we naar een verdubbeling van de fiscale autonomie. Voorzitter, dat mag ook eens worden gezegd in een debat. De publieke opinie, die dat debat volgt, zou immers de indruk hebben dat het eigenlijk gaat over een bevoegdheidsoverdracht die niets betekent. De Vlaamse begroting zou daar de komende jaren echter wel voor moeten betalen. Wat de heer van Hauthem zegt, is dus totaal uit de context gerukt. Daarom wou ik er wat uitgebreider op ingaan.
Voorzitter, de heer Van Rompuy heeft het goed beschreven in zijn blog en heeft het nu nog eens helder uitgelegd. We zijn het daar helemaal mee eens. Open Vld heeft dezelfde analyse. Ik zou straks eens willen horen wat u tegen die analyse hebt. Daarnet liet u immers enigszins non-verbaal uw afkeuring blijken, ook toen de heer Van Rompuy het woord nam, maar hij heeft gelijk ter zake. Ook Open Vld heeft gelijk ter zake. We spreken dezelfde taal.
Mijnheer Van Rompuy, mijn punt was het volgende: het debat over de bevoegdheidsoverdracht zal niet meer gaan over wat wel en wat niet of hoe homogeen of niet, maar de vraag zal zijn wie de factuur gaat betalen. Wat de uitslag ook wordt, wij zullen de factuur daarvoor betalen. Daar zal het over gaan. Waarom zouden wij die factuur moeten betalen? Leg me dat eens uit. U verwacht van ons dat wij het geheel van de staatshervorming enthousiast steunen, zelfs de krakkemikkige overdracht van bevoegdheden, waarbij we nog niet eens weten welke beleidsruimte we bijvoorbeeld in het kader van kinderbijslag zullen hebben. Nee, we gaan dat niet enthousiast steunen.
U zou, mijnheer Van Rompuy, die vraag misschien eens kunnen stellen aan uw coalitiepartner in de Vlaamse Regering. Gaan zij in het federaal parlement enthousiast die overdracht van bevoegdheden steunen, ja of nee? U moet het niet aan ons vragen, vraag het aan uw coalitiepartner. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijnheer Van Hauthem, ik vind toch dat u een eigenaardige redenering maakt in uw pleidooi. Eerst zegt u dat de zesde staatshervorming eraan komt en dat er provisies moeten worden aangelegd. Ten tweede zegt u dat de echte discussie zal gaan over hoeveel dat zal kosten aan Vlaanderen. Ten derde zegt u dat het Vlaanderen niets mag kosten. U vraagt ons een provisie aan te leggen voor iets dat in uw overtuiging niets mag kosten voor Vlaanderen. Dat is toch een eigenaardige redenering.
Neen, neen, neen, u draait de zaken om. Wij zijn niet gelukkig met die staatshervorming, minister-president, en wij hebben hier en aan de overkant al in het lang en het breed uitgelegd waarom. U bent er zo enthousiast over. Ik sta hier namens een oppositiepartij. Ik vraag u, minister-president, omdat u het allemaal prima vindt, wat het ons gaat kosten en of u geen geld moet uittrekken. Als u vindt volgens mij niet, maar volgens u wel dat het wat mag kosten, moet u dat in de begroting opnemen. Dat is het enige dat ik zeg.
Natuurlijk mag het iets kosten, minister-president. Ten eerste: inhoudelijk willen we die bevoegdheden. Laten we daar niet over twisten. Ten tweede: er is zoiets als de gezamenlijke overheid, en die heeft nog altijd een naam, dat is België. Die gezamenlijke overheid bestaat uit onderliggende overheden, de zogenaamde entiteiten. Wij behoren tot die Entiteit II.
Mijnheer Van Hauthem, het spijt me: er is een probleem om die gezamenlijke overheden genaamd België in 2015 tot een begrotingsevenwicht te brengen. Dat zal een kostprijs hebben. Die zal iedereen betalen. De Vlaming heeft maar één portefeuille. Dat is geen Belgische, Vlaamse of Waalse portefeuille, maar één portefeuille. Er zal inderdaad een kost zijn. De kost is berekend. De HRF heeft gezegd dat het gaat over 1 procent ten opzichte van het bbp. Als we het verdelen over de entiteiten, is 65/35 een redelijke verdeling. Is er al een akkoord? Nee, en dat heb ik ook niet gezegd. Ik zeg enkel dat de HRF een oefening heeft gedaan en een invalshoek heeft aangegeven. Als je 65/35 omzet op 17 miljard euro en het bbp, kom je op 4 miljard euro. Als je die 4 miljard euro even zou nemen in de klassieke 60/40-verhouding, kom je op 2,4 miljard euro. Dat is allemaal zou, dat is waar. Dat is de maximale kost.
Het woord kost is hier oneigenlijk. Het gaat over een bijdrage die we allemaal zullen moeten leveren, ongeacht waar we wonen, om ervoor te zorgen dat het Stabiliteitsprogramma dat is afgesproken met Europa, ertoe zal leiden dat in 2015 de gezamenlijke overheden een budgettair evenwicht hebben. Dat gaan we met zn allen opbrengen. Dat betekent inderdaad dat de Walen en de Brusselaars ook moeten participeren, op een correcte manier, maar ook dat Vlaanderen dit moet voorbereiden. We zijn 2013 hier aan het voorbereiden, een jaar voor de overdracht van de zesde staatshervorming. Dit talmen is onaanvaardbaar. Ik benadruk dat kost oneigenlijk is, omdat het hier gaat over een participatie in een gemeenschappelijk probleem. (Applaus bij Open Vld)
Mijnheer van Rouveroij, ik kijk uit naar wat de andere entiteiten van dit land doen. Wij hebben een begroting in evenwicht, wat een belangrijke bijdrage is aan wat u de nv België noemt.
U verwijst naar de HRF. Die zegt dat we met een inspanning van alle entiteiten in dit land maximaal 1 procent kunnen bijdragen. Daar wordt nog overleg over gepleegd. Ik begrijp niet goed dat u zegt dat we nu al een bedrag van 2,4 miljard euro moeten reserveren. We moeten nog overleggen! Wat mij betreft, zal het een hard overleg zijn. De heer Van Hauthem heeft op dat punt gelijk, we zullen ons hard verdedigen omdat wij een begroting in evenwicht hebben en de andere entiteiten spijtig genoeg niet. We gaan overleg plegen over die 1 procent. Niemand kan het resultaat van dat overleg voorspellen.
Dat kunnen we inderdaad niet.
Ik heb niet gezegd dat u 2,4 miljard euro moet provisioneren. Ik heb gezegd dat u alleszins voldoende kredietruimte moet genereren, en laten we daarover praten. Een gesprek tussen meerderheid en oppositie is hier duidelijk heel erg moeilijk. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Laten we samen eens bekijken welk bedrag er nodig is om ten minste te vermijden dat we in 2015 het moment van de waarheid aan paniekvoetbal moeten doen.
Minister Bourgeois heeft het woord.
Ik vind dat de oppositie een totaal onwezenlijk discours voert. (Opmerkingen)
We hebben het Stabiliteitspact. Deze regering slaagt er keer op keer in om een begroting in evenwicht te realiseren. Geen enkele andere entiteit ook niet die waar u verantwoordelijkheid voor draagt, Brussel en de federale overheid evenaart dit. We zijn daarmee bij de uitzonderingen in Europa. We worden daarin alleen geëvenaard door Beieren en Sachsen-Anhalt, nergens anders. De discussie over de zesde staatshervorming moet nog plaatsvinden.
De heer Van Rompuy zei dat slechts 70 procent van de middelen zouden worden overgedragen. Betekent dat dat u de kinderbijslagen niet volledig zult overdragen? Maak dat eerst eens duidelijk. Er zijn geen federale fiches. Wij hebben fiches. We kennen de overdracht van de middelen en het personeel nog niet. U kent de economische situatie, er is 0,7 procent groei. We hoopten met zijn allen dat het veel beter zou zijn. We hebben de tering naar de nering gezet. We hebben een begroting in evenwicht. We provisioneren waar we moeten provisioneren. Nu beweren dat we ook nog een fictief bedrag zouden moeten provisioneren, een bedrag dat niemand kent en waarvan niemand zegt ook niet de heer Van Hauthem waar we het zouden moeten halen, dat is zeer onwezenlijk. We doen wat we moeten doen.
De staatshervorming zal wellicht nog niet in 2014 worden doorgevoerd, het wordt wellicht 2015. We gaan ons daarop moeten voorbereiden. Laat de Federale Regering eerst eens duidelijk maken wat er overkomt, welke middelen. Is dat 90 of 70 procent? Dan gaan we de discussie voeren met de federale overheid. We zullen dan zien hoe we dat gaan implementeren. Het is niet omdat de federale overheid 100 euro uitgeeft, dat wij daarvoor in de toekomst 100 euro nodig zullen hebben om een goed beleid te voeren. Dat zal onze verantwoordelijkheid zijn. Deze regering heeft die altijd genomen en zal dat blijven doen.
Minister, u zegt dat er geen federale fiches zijn. Hebt u daar weet van? Of bedoelt u dat u ze niet hebt?
Ik lees de interviews met Verherstraeten. Ik hoor van de minister-president dat hij al een paar keer naar de fiches gevraagd heeft. We hebben dat ook gedaan op het Overlegcomité. Ze zijn niet meegedeeld. Of ze nu bestaan en niet worden meegedeeld, dat weet ik niet. Wij hebben er in elk geval geen weet van. De onze zijn bekend. De fiches moeten heel concreet zijn. Ze slaan op een wetgeving die er nog niet is. De timing voor de goedkeuring van de federale wetgeving is medio 2013. Daarna komt de klassieke uitvoering van een staatshervorming: overdracht van middelen en mensen. Dat is een logistieke operatie. Daar heb ik en wellicht dit hele halfrond geen zicht op.
Men doet alsof het standpunt van de oppositie oppositiepraat is. Het is ook het standpunt van de SERV. Op 4 juli 2012 is dit door de SERV heel expliciet gesteld. Ik zal dat straks op de tribune nog eens herhalen. Als deze Vlaamse Regering in 2013 niet in reserves voorziet voor de zesde staatshervorming, dan doet ze aan struisvogelpolitiek. Ik citeer hiermee letterlijk uit de persmededeling van de SERV. Dat zijn dus de Vlaamse werkgevers en werknemers.
Ik zal straks vanop de tribune een aantal voorstellen formuleren. Ik geef u nu al mee dat de economische crisis waarin we ons bevinden dankzij de Financieringswet wat minder hard toeslaat in Vlaanderen. Dat financieringsmechanisme zorgt er nu alleszins nog voor dat u in 2013 afgerond 600 miljoen euro meer ontvangt. U hebt dus ruimte om keuzes te maken.
Minister Muyters heeft het woord.
Mijnheer van Rouveroij, bij het opstellen van zijn advies ging de SERV uit van een groei van 0,5 procent in 2012 en van 1,3 procent in 2013. Dat is bijgesteld in de loop van september naar 0,7 procent voor 2013 en naar -0,1 procent voor 2012. U weet dat elke 0,1 procent verschil in groei 20 miljoen euro vertegenwoordigt. De omstandigheden waarin de SERV zijn advies heeft geformuleerd, zijn fundamenteel gewijzigd. En nu haalt u die elementen aan om te zeggen dat ik moet doen wat de SERV heeft gezegd in een totaal andere omstandigheid. Dat lijkt mij niet de correcte weergave van de feiten.
Minister, u zegt nu dat u alleen iets doet als u geld krijgt. Alleen als de weg gemakkelijk is. Wel, het spijt mij, de weg zal voor ons allemaal moeilijk zijn. Bewandel die weg.
Mijnheer van Rouveroij, niettegenstaande de tegenvallende groei in 2012 en 2013 zullen wij de tering naar de nering zetten en de begroting toch in evenwicht brengen. Elke andere regering, waar ook Open Vld deel van uitmaakt, zoals die in Brussel, denkt er nog niet eens aan om een begroting in evenwicht te brengen. Niet in 2013 en ook niet in 2014. (Applaus bij de N-VA)
Voorzitter, het is misschien een virtuele discussie, maar ik heb gelijk als ik zeg dat het een virtuele begroting in evenwicht is. Minister Muyters, het advies van de SERV ging niet alleen over de begroting en eventuele groeiprognoses, maar over de aanbeveling om in 2,4 miljard euro te voorzien en om daarmee al in 2013 te beginnen, gelet op de bevoegdheidsoverdracht.
Bovendien stijgt de verwarring nu wel ten top. De minister-president zegt dat hij de fiches niet krijgt, minister Bourgeois zegt dat ze er gewoon niet zijn. Wat is het nu eigenlijk? Ik weet één ding: de HRF, de SERV en mijnheer Van Rompuy zijn dus blijkbaar allemaal idioten, en u sluit de ogen en zegt dat we dat niet moeten doen en dat we wel zullen zien wat er op ons afkomt. In die zin is het begrotingsevenwicht dat u vandaag voorstelt virtueel.
Minister-president, u geeft het zelf aan. U zegt dat u nog zult moeten overleggen over 70 of 80 of 85 procent. Als men op het federale niveau zegt naar een overdracht van pakweg 70 procent van de bijhorende middelen te gaan, betekent dat dat ze op dit ogenblik ook voor 70 procent een inspanning zouden kunnen doen. Maar ze doen dat niet. Ze blijven verder uitgeven. Maar als de bevoegdheden overgaan, gaat dat voor hen een gigantische besparingsoperatie zijn op de kap van de deelstaten, die die bevoegdheden dan zullen hebben. Geheel of gedeeltelijk, dat is dan nog een ander paar mouwen. Dit zit dus slecht. U had beter het advies van de SERV gevolgd om een provisie aan te leggen.
Minister-president, hoe ziet u die timing? U spreekt van een groenboek. Op basis waarvan komt dat groenboek er? Op basis van iets waarvan u zegt dat u het niet weet en waarvan minister Bourgeois zegt dat het er niet is? Wat moet het Vlaams Parlement dan doen? Wat wordt er van ons verwacht? Wat gaat u zelf doen? U hebt bij de federale premier gepleit voor een overlegplatform. Ik neem aan dat het er nog altijd niet is. Ook met betrekking tot de timing van de overdracht van bevoegdheden is er onduidelijkheid. U zegt, samen met uw collega Verherstraeten, dat de stemming in 2013 zal plaatsvinden. Maandag zei u dat eind 2013 al mooi zal zijn. En langs de andere kant hangen de Franstaligen blijkbaar aan de handrem. Zij zeggen dat het niet voor 2014 kan omdat zij op deelstatelijk niveau in Franstalig België in de oppositie zitten. Ik heb het dan meerbepaald over de Mouvement Réformateur (MR).
Hoe ziet u die timing? En vooral: hebt u met al uw coalitiepartners een akkoord om met een groenboek te werken? Om dat helemaal uit te werken, is er een akkoord nodig, met sp.a en de N-VA. U hebt dus een akkoord.
Wij gaan hier dus de schizofrene situatie krijgen dat de N-VA aan de overkant oppositie zal voeren en tegelijkertijd hier, in dit parlement, zal meewerken aan de implementatie van een staatshervorming die ze zelf verwerpelijk vindt. Dat is de schizofrenie ten top. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijnheer Van Hauthem, u hebt hier zelf al veel gesproken over de staatshervorming. Dat toont aan dat u die staatshervorming en de uitvoering ervan heel belangrijk vindt. Ik deel daarin uw mening.
Wat de timing van het groenboek betreft, heeft de Vlaamse Regering een besluit getroffen. Wij zullen een groenboek opmaken met de methodologie die ook werd bekendgemaakt. De voorzitter zal nu vast zeggen dat het te laat en via de media is gebeurd. De Vlaamse Regering heeft heel duidelijk beslist dat we daar tegen midden 2013 klaar mee zullen zijn. We hopen dat zal afhangen van het parlement daar verder over te discussiëren met dit parlement zodat we klaar zijn wanneer dat in 2014 hopelijk wordt afgerond op het federale niveau.
Mijnheer Van Hauthem, ik kan mij enkel maximaal voorbereiden met de elementen waar ik over beschik.
Nogmaals, in uw pleidooi is er sprake van enige schizofrenie. U verwijt mij schizofrenie, dus mag ik u dat ook verwijten. Langs de ene kant zegt u: Leg provisies aan. Leg bedragen opzij, anders is het een virtuele begroting. Langs de andere kant zegt u: Het mag Vlaanderen niets kosten. Er moet nog overleg over worden gepleegd. Hoe zult u dat aanpakken?
Met alle respect, ik begrijp dat het Vlaams Belang de zesde staatshervorming ook zo snel mogelijk wil uitvoeren. (Opmerkingen van de heer Joris Van Hauthem).
We zullen daar in dit parlement samen aan werken. Er zal met de andere entiteiten hard worden onderhandeld over de financiële gevolgen. U kunt er van op aan dat ik dat zal doen. Wanneer wij wat meer zicht krijgen op de financiële gevolgen, kunnen we dat dan inschrijven.
Minister-president, u draait de zaken alweer om. Ik probeer mij in uw gedachtegang te verplaatsen. U zegt dat u het belangrijk vindt en dat u het zult voorbereiden. Ik probeer uw logica te volgen en vraag u om die reden: Als u het zo belangrijk vindt, waarom volgt u dan het advies van de SERV niet? U moet dat niet voor mij doen, maar voor uzelf. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
U moet dat voor uzelf doen. Ik volg een bepaalde logica over die staatshervorming, die de uwe niet is. U volgt echter uw eigen logica niet. Ik stel u alleen de vraag: waarom volgt u, in uw logica, niet het advies van de Hoge Raad en van de SERV? Dat is mijn vraag.
Het advies van de SERV is, zoals minister Muyters terecht heeft gezegd, opgemaakt in andere economische omstandigheden. Dat advies is momenteel virtueel. Je kunt geen structurele reserves aanleggen in een situatie zoals die waarin we nu verkeren. Een begroting in evenwicht is al een hele krachttoer. Straks zullen we daar nog wat meer uitleg over geven. Het advies van de SERV is achterhaald. (Applaus bij de meerderheid)
De SERV bestaat dus uit idioten. Dat is begrepen.
Minister-president, ik noteer dat u kunt rekenen op de loyaliteit van al uw coalitiepartners om de overdracht van de bevoegdheden in goede banen te leiden.
Collegas van de N-VA, ik wens uw collegas-Kamerleden en collegas-senatoren veel succes toe in de Kamer en de Senaat. U geeft de meerderheid aan de overkant de argumenten op een schoteltje. U zult daar oppositie voeren en zij zullen u voor de voeten werpen dat u de staatshervorming in het Vlaams Parlement gewoon uitvoert. U legitimeert daarmee een slechte staatshervorming. Collegas van de N-VA, die spreidstand moet stilaan toch pijnlijk worden?
Minister-president, u geeft in uw beleidsverklaring, uw septemberverklaring, ook geen antwoord op de uitdagingen. Of toch en wat dat betreft hebt u gelijk : op een evenement van Voka, Knack en Trends hebt u onlangs gezegd: Diegenen die structurele hervormingen blijven uitstellen of afblokken, zullen daar later een zware prijs voor betalen. Uit studies van het Federaal Planbureau en de Nationale Bank blijkt dat een structurele verlaging van de patronale bijdragen de beste manier is om ons groeipotentieel en onze concurrentiekracht te verbeteren. Meer jobs en meer export zullen het gevolg zijn. Een forfaitaire vermindering van de patronale bijdragen met 1.600 euro per werknemer, zou na drie jaar 45.000 extra banen creëren.
U hebt gelijk, minister-president, maar u verwijst natuurlijk weer naar het federale niveau, waarvan u vandaag bewezen hebt dat u er niet weegt. De federale overheid zegt u zelfs niet wat ze van plan is. De zesde staatshervorming zal aan datgene wat u hier terecht aanhaalt, niets veranderen. De loonkosten zijn inderdaad te hoog, dat hebt u herhaalde malen gezegd: Als de bedrijven Vlaanderen niet meer aantrekkelijk vinden, hebben we een groot probleem. De vennootschapsbelasting is ook een element in een economische en tewerkstellingspolitiek. Laat die vennootschapsbelasting nu net iets zijn waarvoor u vandaag niet bevoegd bent, en waarvoor u ook na de zesde staatshervorming niet bevoegd zult zijn.
Minister-president, u hebt maandag een weinigzeggende verklaring afgelegd. De Vlaamse Regering zegt: wij hebben zelfs een begroting voor de gemeenteraadsverkiezingen. Er was nog even twijfel, ik las dat voor de sp.a de timing niet zo belangrijk was, als het maar een goede begroting was. Maar goed, wij hebben een begroting, de Federale Regering wacht op de verkiezingen.
Als ik dit zie, rekening houdend met datgene waar u geen rekening mee houdt en wilt houden, blijf ik erbij dat dit ook een verkiezingsbegroting is. U hebt maandag een kopie gebracht van de vorige Septemberverklaring, die al een kopie was van de Septemberverklaring daarvoor. U herhaalt zichzelf, als het over de zorg voor mensen gaat, als het over sociale woningen gaat, terwijl de wachtlijsten ook in de ouderenzorg en sociale woonsector ellenlang blijven. U geeft dus geen antwoorden op de vragen en uitdagingen waar we voor staan. U verwijst daarbij steeds weer naar het federale niveau, dat zijn verantwoordelijkheid niet neemt en ook niet zal nemen.
In heel dit koninkrijk is iedereen het erover eens dat de lasten op arbeid naar beneden moeten, en toch gebeurt het niet. Dat is het juist, minister-president: binnen die Belgische constructie zal alles geblokkeerd blijven, zesde staatshervorming of niet.
U pronkt met een begroting in evenwicht, die dat over een paar maanden niet meer zal zijn daar ben ik van overtuigd. U sluit op dit ogenblik de ogen voor de gigantische factuur die via de zesde staatshervorming naar Vlaanderen zal worden doorgesluisd. Daardoor is deze begroting ook de begroting van het surrealisme. Op basis daarvan kunnen wij u onmogelijk het vertrouwen schenken. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Caluwé heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, leden van de Vlaamse Regering, beste collegas, ik heb het werk van de Vlaamse Regering hier al eens vergeleken met het beklimmen van een berg of het rijden van de Tour de France. Maar deze keer kwam bij mij in de eerste plaats ik weet niet waarom het beeld van een triatlon voor ogen. (Gelach)
Alleen vermoed ik dat de Vlaamse Regering en wij allemaal hadden gedacht dat het werk van deze legislatuur zou zijn zoals een normale triatlon, waarbij eerst het zwaarste werk zou gebeuren, namelijk het zwemmen. Ik ben geen ervaringsdeskundige, maar het schijnt dat het zwemmen het zwaarste onderdeel is, en dat het fietsen en het lopen toch iets gemakkelijker gaan.
Dus eerst het zwemmen: het wegwerken van die grootste economische crisis in Europa die we in de laatste zeventig jaar hebben meegemaakt. We moeten echter vaststellen dat dit een ongebruikelijke triatlon is. Na even fietsen wordt er namelijk opnieuw een zwemfase ingebouwd. De heropflakkering van de eurocrisis in mei leidt er immers toe dat heel wat prognoses voor de komende jaren opnieuw neerwaarts werden bijgesteld. De voorziene groei in 2013 wordt van 2,2 procent naar 0,7 procent bijgesteld. De weekberichten van KBC vermelden vandaag wel al dat men voor 2013 mogelijk toch zou teruggaan naar 1,1 procent en dat de vooruitzichten toch al iets beter zouden zijn.
Laat ons daarom, zoals in het voorgaande jaar, toen wij bij de opmaak van de begroting werkten met de cijfers van het Planbureau, dezelfde aanpak hanteren. Toen kregen wij bij de bespreking hier wel het bericht dat de uitgangspunten wellicht in negatieve zin zouden moeten worden bijgesteld. Het is mogelijk dat in de komende weken en maanden de prognoses in positieve zin mogen worden bijgesteld. Maar dat kan dan tijdens de begrotingscontrole worden verrekend.
Die iets betere vooruitzichten zijn mogelijks een gevolg van het feit dat wij op Europees niveau uitzicht krijgen op een structurele oplossing. De Europese bankenunie krijgt vorm. De Europese Centrale Bank bekommert zich om landen met liquiditeitsproblemen. De Duitse ratificatie van het ESM-verdrag ter introductie van het Europees Stabiliteitsmechanisme en inwerkingtreding ervan komt dichterbij. Maar hoe dan ook bevinden wij ons in een economische en financiële storm. In die storm houdt Vlaanderen stand, in de kop van het Europese deelnemersveld, getuige zijn geringe schuld. Maar de economische terugval dwingt ons tot realisme. De bruto beleidsruimte neemt maar toe met ongeveer 600 miljoen euro, terwijl dat in normale tijden 1 miljard euro zou zijn.
De verleiding is dan groot om niet in de toekomst te investeren. Maar dat doet Vlaanderen niet. Vlaanderen blijft gericht investeren in zowel harde als zachte sectoren; in mensen en economie; in welzijn en onderwijs; in steden en gemeenten; in innovatie. Zoals in 2012 worden ook in 2013 voor die sectoren nieuwe uitgaven gepland. Als Vlaamse christendemocraten zijn wij ook bijzonder trots op de bijkomende middelen voor welzijn. De zesde staatshervorming geeft Vlaanderen meer bevoegdheden, om zijn gezinnen meer zuurstof te kunnen geven. De overheveling van de kinderbijslagen, het Fonds voor Collectieve Uitrusting en Diensten, de adoptie- en geboortepremies en de dienstencheques zijn hefbomen die Vlaanderen de kans bieden om naast het zorgaanbod en ondersteuning in natura werk te maken van rechtstreekse materiële gezinsondersteuning.
Ik vind uw fierheid wat misplaatst. Gisteren hoorde ik de mensen van het Vlaams Welzijnsverbond op de radio. De mensen van de sector zijn echt niet gelukkig. Het klopt dat het aanbod in de kinderopvang en de ouderenzorg wordt uitgebreid. Maar u bevriest wel voor het derde jaar op rij de uitgaven voor werkingskosten. Zo schuift u de factuur grotendeels door naar de gebruiker. Voedsel en verwarming worden duurder. Maar de voorzieningen krijgen geen euro meer om die uitgaven te dekken. Hoe moeten zij dat oplossen? Zij zullen nogmaals de uitgaven verrekenen in de factuur voor diegenen die worden verzorgd. Weet u wat de bewoners van een rusthuis vandaag al moeten betalen? U voorziet in meer zorg, maar het zal dan wel vooral elitaire zorg zijn. Ik verwerp dat. En ik zou daar zeker niet fier op zijn.
Die laatste insinuatie is volgens mij volledig fout. Het klopt dat de welzijnssector wordt gevat door een lineaire maatregel. Maar de insinuatie dat dit onontkoombaar leidt tot een selectief welzijnsbeleid is helemaal niet juist. Wij zullen met de deelsectoren overleggen en nagaan hoe wij kunnen helpen en hoe efficiëntiewinsten kunnen worden geboekt. Dat zal voor elke deelsector een andere uitdaging opleveren. Veronderstellen dat er automatisch verhoogde bijdragen zullen worden gevraagd, is niet juist. Er zijn trouwens sectoren die helemaal geen bijdragen vragen. Ik heb de bedoeling om deelsector per deelsector, met de mensen zelf, na te gaan hoe wij de inspanningen het best kunnen leveren.
In de kinderopvang wordt het inkomensgerelateerde systeem niet gewijzigd. De bijdrageregeling voor de gezinszorg wordt niet gewijzigd. In een aantal deelsectoren zullen de gevolgen niet ten nadele van de gebruikers worden verrekend. Dat neemt niet weg dat er een inspanning wordt gevraagd. Ik heb dat expliciet erkend. Maar wij zullen samen nagaan hoe efficiëntiewinsten kunnen worden gerealiseerd.
Voorzitter, mag ik daar nog heel kort op reageren?
Minister, het zou van goed bestuur getuigen dat u eerst overlegt en kijkt waar die efficiëntiewinsten mogelijk zijn, en dan beslist om de werkingskosten niet te verhogen. U noemt de kinderopvang, u noemt sectoren waar inderdaad inkomensgebonden bijdragen voorhanden zijn, maar deze winter zullen in de rusthuizen de facturen moeten worden betaald. Het zal zo zijn dat als die facturen niet kunnen worden betaald, dat doorgeschoven wordt naar de factuur van de rusthuisbewoner en dat de zorg voor ouderen nog maar eens duurder wordt.
Dat laatste voorbeeld slaat werkelijk nergens op want de financiering van de exploitatie van de woonzorgcentra zit zelfs niet in onze Vlaamse bevoegdheden. Als we spreken over lineaire maatregelen op index en werkingsmiddelen, gaat het uitdrukkelijk niet over die sectoren waarvan de financiering in de ziekteverzekering zit. (Opmerkingen van mevrouw Mieke Vogels)
Er zijn natuurlijk een aantal negatieve reacties, en er zullen er op andere terreinen ook nog zijn. Dat illustreert alleen maar dat een begroting in evenwicht brengen, geen gemakkelijke klus is en dat dat op een aantal punten pijn doet. Dat is evident. In deze tijd een begroting in evenwicht brengen, waarin we bijna uniek zijn in Europa, gaat niet zomaar vanzelf, dat heeft een aantal effecten. Vlaanderen zal echter de draagkracht van zijn gezinnen versterken door volop in te zetten op de kwalitatieve uitbouw van kinderopvang voor babys en peuters en de ontwikkeling van een gepast model voor buitenschoolse kinderopvang. Deze regering investeert niet louter in een kwaliteitsvolle uitbreiding, ook de nodige kwaliteit in het opvangaanbod wordt uitgebouwd. Met 15.000 bijkomende inkomensgerelateerde opvangplaatsen sinds 2009 is de betaalbaarheid beter gegarandeerd.
Gezinnen met specifieke zorgnoden worden ondersteund door een verdere ontwikkeling van gezinszorg en aanvullende thuiszorg. De uitbreiding van het subsidiabele urencontingent voor gezinszorg en de betere afstemming met de sector personen met een handicap, sluiten de cirkel.
Onder impuls van CD&V blijft het groeipad voor kinderopvang, ouderenzorg en beleid ten aanzien van personen met een handicap gevrijwaard. Dat is geen sinecure onder een budgettair slecht gesternte. Het maakt er de keuze alleen sprekender door. Deze regering maakt moeilijke keuzes maar blijft voorhouden waar het echt toe doet: de zorg voor het levenscomfort van elke Vlaming.
Intussen echter kreunt onze arbeidsmarkt. Ondanks de economische crisis houden we een hoog niveau van openstaande vacatures. De rol van de VDAB moet hieraan worden afgemeten. Klantgerichtheid wordt het kernwoord ten aanzien van werkgever en werknemer. De match tussen vacatures en profielen van werkzoekenden moet sterker.
De minister-president eist terecht de aandacht voor de positie van de nieuwe Vlaming. In deze groep steeg het aantal werkzoekenden het voorbije jaar met maar liefst 10 procent en maakt een kwart uit van de Vlaamse werkzoekende populatie. Taalbeheersing is essentieel om de kansen op de arbeidsmarkt te vrijwaren. Tot vandaag kampen we met wachtlijsten. Dat hindert de integratie van deze doelgroep op de arbeidsmarkt aanzienlijk. Gelukkig zien we bij een van de kansengroepen wel een trendbreuk: bij de 50-plussers is er een daling van het aantal werklozen ondanks de economische crisis. Dat is toch wel een mooi resultaat van het beleid.
Onze arbeidsmarkt, en bij uitbreiding onze economie, heeft alle mogelijke voedsel nodig. De Vlaamse Regering zet dan ook opnieuw in op meer innovatie. Dit jaar wordt bijkomend 50 miljoen euro geïnvesteerd in het groeipad naar de 3 procentnorm. Het gaat hierbij om 20 miljoen voor onderzoek en innovatie, 20 miljoen voor het cleanroomproject van het Interuniversitair Micro-elektronicacentrum (Imec) en 10 miljoen voor een verhoging van het SOFI-fonds ( Spin.Off Financieringsinstrument).
Met haar bankenplan stelt de Vlaamse Regering de kredietverlening en financiering van kmos, zorginstellingen en investeringsprojecten veilig. De waarborgregeling biedt bedrijven ademruimte en helpt hen investeren in hun transformatie in het kader van een nieuw industrieel beleid. Het stimuleert jaarlijks tot investeringen voor een bedrag van 450 miljoen euro. Om nog beter te kunnen inspelen op onverwachte obstakels wordt de regeling aangepast om snel te kunnen voorzien in overbruggingsfinanciering. Het TINA-Fonds (Transformatie, Innovatie en Acceleratie) laat bedrijven toe innoverende projecten economisch rendabel te maken.
Het veiligstellen van onze economische koppositie is evenwel niet louter een opdracht voor onze bedrijven. Kennis is de enige grondstof waarover Vlaanderen beschikt. Maar in een sterk veranderende kenniseconomie vraagt dit het voortdurend bijspijkeren van kennis en trainen van competenties. Daarin slagen we onvoldoende. Er is een mentaliteitswijziging nodig bij elke Vlaming. Levenslang leren is een absolute noodzaak om onze toppositie te handhaven. Laat dat nu precies het enige zijn waar we op het vlak van onderwijs ondermaats blijven scoren. De loopbaanbegeleiding en de verdere ontwikkeling van het ontwikkelingsplan moeten op kruissnelheid komen.
In partnerschap blijven we ook verder investeren in onze status als kennisregio met de ambitie om een topregio in Europa te zijn en te blijven. De rol die daarin is weggelegd voor het onderwijs, is niet te onderschatten. We hebben de mensen nodig met de juiste competenties om onze economie te versterken. Vlaanderen scoort goed op allerhande internationale onderwijslijstjes, maar we moeten de toegankelijkheid en de kwaliteit van ons onderwijs kritisch blijven evalueren. Nog steeds kiezen onvoldoende jongeren voor technische richtingen. De hervorming van het secundair onderwijs moet dit punt wegwerken zonder de andere sterktes van ons onderwijs in het gedrang te brengen. Dat is de uitdaging waar we voor staan.
Mijnheer Caluwé, ik ben blij dat u dat zegt over het onderwijs. De regeringsverklaring is op dat vlak echter heel teleurstellend. Daarin wordt gewoon gezegd dat in het onderwijs het goede zal worden behouden. Wat niet goed werkt, zal worden veranderd. Dat is echter zo nietszeggend. Er wordt al jaren gesproken over een noodzakelijke hervorming van het secundair onderwijs.
In 2008 was er daarover het rapport-Monard. In oktober 2010 kregen we daarover ook een oriëntatienota. Maar tussen 2010 en 2012 was er een complete windstilte. We moeten ons onderwijs hervormen, maar die trein staat gewoon stil. We hebben daar in de commissie een discussie over gehad. De minister heeft toen een tijdschema gegeven dat nog naar interkabinettenwerkgroepen en naar de commissie moet gaan. Daarnaast moet ook het veld nog worden geraadpleegd. Die noodzakelijke hervorming zit in een complete impasse. Het zou gepast geweest zijn om daarvoor in de regeringsverklaring een expliciet schema voor te stellen zodat we weten hoe de regering dit zal aanpakken.
Mijnheer Bouckaert, het klopt niet dat dit dossier twee jaar heeft stilgelegen. U weet beter dan dat. Er is achter de schermen veel overleg geweest. Het klopt dat dit niet altijd publiek is gebeurd. Op dat vlak spreekt u zichzelf tegen. Enerzijds zegt u dat het overleg niet publiek moet gebeuren en anderzijds zegt u dat er niets is gebeurd omdat u er niets over gehoord hebt.
Er is de afgelopen twee jaar enorm veel overleg geweest. We zijn er echter nog niet. We hebben wel een schema afgesproken. We zullen tijdens deze legislatuur doen wat er in het regeerakkoord staat, namelijk eensgezindheid bereiken over hoe het nieuw secundair onderwijs eruit moet zien. Het lijkt me dan ook evident dat we behouden wat goed is en vervangen wat niet goed is. We willen daarbij niet over één nacht ijs gaan en rekening houden met de argumenten voor en tegen. Het klopt dus niet wat u zegt.
U zegt dat u behoudt wat goed is. Ons aso is heel goed en boekt heel goede PISA-resultaten. Ik ga er dan ook van uit dat u het aso zoals dat vandaag bestaat, min of meer zult behouden. Dat lijkt me een logische conclusie uit wat hier is gezegd.
U zegt dat er achter de schermen wordt overlegd, maar ik heb het hier wel over een periode van twee jaar, van oktober 2010 toen u goed op dreef kwam met uw oriëntatienota tot nu. Twee jaar is 40 procent van een regeringstermijn. Daarin faalt deze regering. De noodzakelijke hervorming van het onderwijs die moet worden doorgevoerd, komt op die manier maar niet op gang.
De kwaliteit van ons onderwijs op peil houden en verbeteren, vraagt om degelijke infrastructuur. In de steden, maar ook buiten de steden, is een inhaalbeweging nodig. De lange wachttijden voor de realisatie van infrastructuurprojecten blijven onaanvaardbaar. Daarom verdient het alle lof dat de Vlaamse Regering ook hier ruimte vrijmaakt. De constante druk vanuit onze fractie heeft mee bijgedragen tot de 30 miljoen euro aan extra middelen om de eerste en ergste nood te lenigen.
Dit parlement plaveide intussen de weg voor een sterke hervorming van het hoger onderwijs. Onze studenten kunnen daarvoor rekenen op internationaal gerenommeerde opleidingen die hun positie op de internationale arbeidsmarkt verstevigen.
Vlaanderen kiest er verder voor te investeren in creativiteit. De minister-president verwees in zijn Septemberverklaring naar de belangrijke beslissing die de Vlaamse Regering eind juni nam om 3,5 miljoen euro extra te investeren in het bloeiende kunstenlandschap. Het is ontegensprekelijk de verdienste van de Vlaamse christendemocraten dat dit engagement behouden blijft. De belangrijkste uitdaging voor de kunstensector ligt in een grondige evaluatie van het Kunstendecreet uit 2003. Het subsidieproces in de kunstensector moet geoptimaliseerd worden. Het proces van decreetsevaluatie dat onlangs werd toegepast bij het Reisbureaudecreet, lijkt ons alvast een interessant model. CD&V wil graag het debat met de sector aangaan en met de collegas in het parlement.
We willen onderzoek naar de mogelijkheid van verfondsing voor bepaalde kunstendisciplines, de verdere uitbouw van een complementair cultuurbeleid, gebaseerd op het kerntakendebat en het subsidiariteitsprincipe, het optimaliseren van subsidie-instrumentering zodat er meer op maat kan worden gewerkt, met daarbij een evenwicht tussen structurele en projectmatige ondersteuning.
In de hardere sectoren zetten we als christendemocraten volop in op de vereenvoudiging van procedures. De permanente vergunning met milieueffectenrapportage is daarvan een schoolvoorbeeld.
Mijnheer Caluwé, u bent nogal fier op de 30 miljoen euro die vrijgemaakt is voor scholenbouw. Ik veronderstel dat u ook weet hoeveel er eigenlijk nodig is. Ik veronderstel dat u weet hoeveel procent van de nood die 30 miljoen euro uitmaakt. U weet hoeveel dossiers er zijn?
Ik heb uitdrukkelijk gezegd dat dit een eerste stap is.
Een eerste klein stapje. U weet hoeveel dossiers er zijn? Er staan 2500 dossiers open voor ongeveer 2 miljard euro. 30 miljoen euro is echt maar een eerste klein sprongetje omhoog, maar ver komt u daar niet mee.
Voorzitter, ik had graag aan de minister van Onderwijs gevraagd waarvoor hij die 30 miljoen euro zou gebruiken.
De minister van Onderwijs is wegens ziekte vertrokken, maar de minister-president kan ook antwoorden.
Mijn collega is naar huis omdat hij zich onwel voelt. Ik hoop dat iedereen hier begrip voor heeft.
De 30 miljoen euro wordt natuurlijk ingezet voor de capaciteitsuitbreiding. De volgende dagen en weken zal de minister van Onderwijs dat heel concreet maken en zeggen over welke dossiers het gaat. Ik ga ervan uit dat hij dan meer tekst en uitleg aan het parlement zal geven.
We geven dus een heel belangrijke, bijkomende impuls. Er zijn hier mensen van de oppositie die denken dat je in deze moeilijke omstandigheden provisies moet aanleggen voor de zesde staatshervorming en dat je nog meer inspanningen kunt doen. We hebben gedaan wat we konden, goed wetende dat er nood is aan bijkomende capaciteit in het onderwijs. Daarnet is al gezegd dat dit een eerste fase is. Bij de begrotingscontrole van februari of maart zullen we een aantal dingen opnieuw onderzoeken, maar er is zeker al 30 miljoen euro voor vrijgemaakt.
Minister-president, u kunt doen alsof het een grootse prestatie is, maar het is gewoon een schande. U verbergt zich altijd achter het begrotingsevenwicht. U zegt altijd dat u voor de toekomst van deze regio gaat. U hebt een begrotingsevenwicht, maar u hebt een maatschappelijk onevenwicht. Dit is gewoon een pure schande voor het onderwijs. Er zijn kinderen die in onwaardige omstandigheden les moeten volgen. 30 miljoen euro is een peulschil voor de nood die er is. U zou beschaamd moeten zijn wanneer u zegt dat u een topregio bent. (Applaus bij Groen)
Ik zou de minister-president er willen op wijzen dat schepen Voorhamme van Antwerpen al gezegd heeft dat die 30 miljoen euro schromelijk te weinig is om de noden in Antwerpen alleen al te ledigen.
Ik wou nog wijzen op iets dat breder gaat. De onderinvestering in schoolgebouwen is een echte schande van het Vlaams beleid en die is al veel langer bezig. Een collega, een straatgenoot van mij trouwens, Luc Van den Bossche, heeft destijds gezegd (Rumoer)
Ja, ik ben in dezelfde straat opgegroeid, daarom zeg ik straatgenoot, dat is een mooi woord.
Hij heeft destijds gezegd: Personeel betoogt en stenen niet, waarmee hij cynisch wou aangeven dat de Vlaamse Regering systematisch te weinig geïnvesteerd heeft in schoolgebouwen.
En, minister-president, dit is niet de eerste regering die u leidt. U hebt ook de vorige regering geleid en u bent dus eigenlijk een beetje medeschuldig aan die chronische onderinvestering.
Ik denk dat niemand de behoefte ontkent die op het terrein bestaat. Ik denk dat ook niemand de ambitie ontkent om daar iets aan te doen. Ik denk dat ook niemand de huidige financiële en economische toestand kan ontkennen.
Met de 30 miljoen euro doen we een eerste opstap. Ik heb ook oor naar de noden die op het terrein bestaan, maar ik wil toch ook wijzen op een innovatie die met deze maatregel werd ingevoerd. Dankzij de mogelijkheid om er creatief mee te kunnen omspringen, de mogelijkheid om er flexibel mee te kunnen omspringen, kunnen we ook bijkomende middelen genereren, bijvoorbeeld van stadsbesturen, om een hefboomeffect te krijgen met die 30 miljoen euro. Ik zou willen dat de heer Watteeuw ook daar niet blind voor is.
Ik heb begrepen dat de heer Bouckaert toch één straatgenoot heeft. Ik zou zeggen: koester die man, maar dit doet niets ter zake.
Mijnheer Bouckaert, u weet dat we ook in een vorige Vlaamse Regering met toenmalig minister Frank Vandenbroucke een inspanning hebben gedaan: een pps-constructie voor 1 miljard euro om effectief werk te maken van de achterstand. We hebben ook met deze regering inspanningen gedaan en we zullen inspanningen blijven doen, want u hebt natuurlijk gelijk wat de realiteit betreft, er is een probleem inzake capaciteit. In de mate van het mogelijke en ik kan u zeggen dat daar zwaar over werd gediscussieerd zullen we een maximale inspanning doen. Op dit moment, binnen dit kader, is die 30 miljoen euro de maximale inspanning die we kunnen doen. En we zullen dit opnieuw bekijken bij de begrotingscontrole. Er is dus geen discussie over de nood die niet alleen in Antwerpen, maar ook elders bestaat, maar over hoe we daar op een goede manier op kunnen antwoorden. En dit is het eerste antwoord dat we geven: 30 miljoen euro erbij.
Minister-president, ik denk dat niemand de enorme financiële problematiek waarmee Vlaanderen vandaag geconfronteerd wordt, ontkent, en iedereen in dit halfrond onderkent dat er een immens probleem is voor wat betreft de schoolgebouwen in Vlaanderen. Maar deze regering heeft van bij de aanvang reeds aangekondigd dat er een tweede operatie zou komen.
Ik richt me nu in het bijzonder tot de minister van Financiën en eigenlijk ook tot de minister van Onderwijs. Mijn vraag is hoever u al staat met de tweede inhaaloperatie die zou worden voorbereid.
Mijnheer De Meyer, ik denk dat we het beste beginnen met het realiseren van de eerste inhaalbeweging en de eerste pps, om dan een tweede te doen. De tweede wordt al door minister Smet voorbereid, maar we zijn volop bezig om voor de eerste alle mogelijke hindernissen weg te werken zodat we ermee kunnen starten. Dat is de eerste beweging, maar minister Smet bereidt ook een tweede voor.
Ik denk dat het belangrijk is om te weten of de eerste inhaaloperatie al dan niet ESR-neutraal is. Dat is een vraag die ik nu al drie jaar stel.
Ik denk dat de heer Van Mechelen heel goed weet dat het niet eenvoudig is, want dan had hij de operatie wellicht anders opgezet.
Mijnheer Van Mechelen, u hebt ze nog mee opgezet, samen met uw voormalige collega Vandenbroucke. Als het eenvoudig was geweest, zou ze toen wel al gerealiseerd zijn. Ondertussen hebben het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) en ESR een aantal regels veranderd. Wij proberen ons daar nu aan aan te passen. Dat is wat we nu doen. We willen ervoor zorgen dat we de investering van 1 miljard euro aan nieuwe schoolgebouwen kunnen realiseren op een ESR-neutrale manier.
Minister, pas af en toe toch eens op een objectieve manier de historische kritiek toe. U hebt het contract gewijzigd door de waarborgverlening substantieel te verhogen waardoor de ESR-neutraliteit in het gedrang is gekomen. En dat was natuurlijk het gevolg van de moeilijke positie op de financiële markten. Maar zeg niet dat het oorspronkelijke dossier niet ESR-neutraal was.
Ik had het daarnet over de vereenvoudiging van de procedures. We zijn zeer tevreden met de permanente vergunning met milieueffectenrapportage. We rekenen erop dat de eengemaakte vergunning in de loop van het komende jaar helemaal zal worden afgewerkt. We zullen er nauwgezet op toezien dat de andere conclusies van de commissie-Sauwens en van de commissie-Berx zullen worden uitgevoerd.
Vlaanderen maakt ook werk van een Vlaams klimaatsbeleidsplan. CD&V wil een ambitieus plan dat over alle beleidsdomeinen heen reikt. Dit plan moet voldoende maatschappelijk draagvlak hebben en mag de Vlaamse economie niet schaden. Het is daarbij van enorm belang een antwoord op het uiterst complexe energievraagstuk te geven. Dit antwoord verlangt een verzoening tussen alle sociale, economische en ecologische facetten.
Ik stel vast dat de Vlaamse Regering keihard werkt om de vlak voor het zomerreces goedgekeurde hervorming van het steunmechanisme voor hernieuwbare energie nog voor het jaareinde af te krijgen. De investeerder, de consument en het klimaat zullen bij deze hervorming gebaat zijn.
De oprichting van het Vlaams Energiebedrijf is volop aan de gang. We zullen dan ook de energieprestaties van de overheidsgebouwen kunnen aanpakken.
Mijnheer Caluwé, wat die eengemaakte vergunning betreft, hebt u een geloofwaardigheidsprobleem. Die vergunning zou er tegen juni 2012 zijn. U herinnert zich misschien dat ik de minister-president De Vier Jaargetijden heb aangeboden om hem aan al zijn seizoensgebonden beloftes te herinneren.
De eengemaakte vergunning zou voor juni 2012 volledig operationeel zijn. Ten gevolge van het nodige decretale werk zou het dan voor het najaar zijn. Nu wordt dit voor eind 2013 beloofd. Dit betekent dat de hele zaak anderhalf jaar opschuift.
Eigenlijk stond dit punt al in het regeerakkoord van toenmalig minister-president Leterme in 2004. Ik vraag me dan ook af wat de geloofwaardigheid van uw woorden is. U hebt hier net verklaard dat het in orde komt. U maakt in feite reclame voor uzelf. U bent er blijkbaar mee bezig. Het was echter al in 2004 beloofd. De eengemaakte vergunning zou er uiteindelijk in juni 2012 komen. We hebben echter nog altijd niets gezien.
Ik ga ervan uit dat dit vast engagement nu zal worden nagekomen. Wie de procedures wil versnellen, stuit vaak op een herwerking van die procedures. Dit maakt deel uit van de traagheid die we net willen aanpakken.
Mijnheer Caluwé, er is over de Septemberverklaring gezegd dat ze weinig inspirerend is. U hebt hier een weinig inspirerende waslijst voorgelezen van punten waar CD&V voor staat. (Opmerkingen van de heer Ludwig Caluwé)
Dat is uw goed recht, maar u moet dat ook kunnen hardmaken. U stelt dat er een stabiel investeringsklimaat voor hernieuwbare energie is ontstaan. Waarop baseert u zich?
Wat we hebben uitgewerkt, zorgt voor het nodige evenwicht. We zullen dit in de loop van de komende jaren kunnen vaststellen.
Mijnheer Caluwé, ik wil hier onmiddellijk op reageren. Dat is flauwekul. (Opmerkingen van de heer Ludwig Caluwé)
U moet maar eens met de sector van de hernieuwbare energie praten. Die sector blijft aan de alarmbel trekken. De investeringen in hernieuwbare energie gaan erop achteruit. U moet ook maar eens met de financiële sector praten. Volgens die sector is het investeringsklimaat met betrekking tot hernieuwbare energie erop achteruitgegaan. De financiële sector is minder geneigd tot dergelijke investeringen over te gaan. U moet misschien eens met een aantal maatschappelijke actoren rond de tafel gaan zitten en uw waslijst op die gesprekken baseren.
Ik ben graag even in herinnering dat het stabiel investeringsklimaat dat we willen garanderen, inhoudt dat we investeringen in hernieuwbare energie maximaal en met de laagst mogelijke subsidiëring willen ondersteunen. We willen doen wat nodig is om de investeringen van de grond te krijgen zonder de kosten voor de consument de hoogte in te jagen.
Er was op een aantal vlakken sprake van een oversubsidiëring. Dat heeft het maatschappelijk draagvlak voor hernieuwbare energie en de energiefactuur van de mensen geen deugd gedaan. We moeten steeds het midden zoeken tussen de investeringszekerheid en de factuur van de consument. Vlaanderen moet zijn deel doen voor de energiebevoorradingszekerheid, maar de impact op de factuur van de consument moet zo laag mogelijk blijven.
Wat de kwetsbare groepen betreft, wordt het energiearmoedebeleid continu gescreend. De mazen van het sociale vangnet worden steeds kleiner. De Vlaamse Regering timmert verder aan de vrijmaking van de markt. Dit begint stilaan vruchten af te werpen. Het aantal leverancierswissels stijgt aanzienlijk en de concentratiegraad van de markt blijft dalen.
Naast de energiefactuur is ook het verwerven van een eigen woonst bijzonder duur. Verdere inspanningen om mensen betaalbaar en kwaliteitsvol te laten wonen, zijn absoluut nodig. Kwaliteitsvol wonen is immers onontbeerlijk voor de totale menselijke ontplooiing. De inhaalbeweging die bij het begin van deze legislatuur werd ingezet ten aanzien van sociaal wonen, wordt onverminderd voortgezet. Kwaliteitsvol wonen is ook energiezuinig en duurzaam wonen. CD&V is van mening dat die duurzaamheid ook slaat op de aanpasbaarheid van woningen, om ouder wordende mensen zo lang mogelijk te kans te bieden in hun vertrouwde omgeving te blijven.
Mobiliteit is op haar beurt bepalend voor de rol die Vlaanderen opeist als logistieke draaischijf van Europa. De realisatie van de missing links blijft absolute prioriteit. Maar ook de multimodaliteit van het vervoersnet blijft de nodige aandacht opeisen. Fietspaden, tramlijnen, haveninfrastructuur, Vlaanderen zal hoe dan ook niet aan mobiliteit inboeten.
Inzake ruimtelijke ordening geeft deze regering opvallend meer verantwoordelijkheid aan lokale besturen. De Vlaamse overheid vermindert effectief haar bemoeizucht op het terrein. Procedures worden daardoor korter en doorzichtiger. Als anticrisismaatregel kan dit tellen. Het illustreert mee dat deze Vlaamse Regering duidelijk het partnerschap met de gemeenten wenst te behouden. Het illustreert ook het engagement om het Gemeente- en Stedenfonds op peil te houden en te verhogen met het vastgestelde ritme, ondanks de moeilijke economische en budgettaire situatie.
Intussen leveren de discussies over de interne staatshervorming resultaat op. De uitvoering van de maatregelen in het witboek zitten op schema. De werking van de verschillende overheden in Vlaanderen wordt beter op elkaar afgestemd om de slagkracht te verhogen.
Intussen bereidt Vlaanderen zijn toekomst voor. De Vlaamse Regering bereidt een groenboek voor voor de concrete implementatie van de zesde staatshervorming. Dit biedt ook het parlement de kans de uitvoering van de staatshervorming op een gestructureerde manier op te volgen. Vlaanderen zal zijn nieuwe bevoegdheden met beide handen aangrijpen om een nog doelgerichter beleid te voeren op het gebied van ouderenzorg, ondernemerschap, arbeidsmarktbeleid, wonen, verkeersveiligheid, enzovoort.
Op al deze bevoegdheidsdomeinen worden de deelstaten de draaischijf. Vlaanderen wordt dus steeds sterker als zelfstandige politieke gemeenschap. Het proces is niet af, maar stap voor stap neemt onze zelfstandigheid toe. Daarbij laten we uiteraard Brussel niet los. Ook in Europa wordt het belang van de regios steeds nadrukkelijker erkend, in het kader van de Europa 2020-strategie. We steunen de minister-president in zijn inspanningen om Vlaanderen nog meer aanwezig te maken in de Europese besluitvormingsfora.
In dat verband is het ook van belang dat we de komende maanden als Vlaams Parlement in een handvest de Europese grondrechten onderschrijven. Negen maanden geleden bij de viering van 40 jaar Vlaams Parlement had ik opgeroepen om dit rond te krijgen voor morgen, 27 september, de herdenking van 700 jaar charter van Kortenberg, de eerste vorm van grondwet op het Europese vasteland waarin ook de eerste vorm van parlement werd opgericht. De voorzitter heeft er eergisteren ook aan gerefereerd. We hebben die datum niet gehaald, maar goed, er ligt nu toch al een tekst, zij het van de meerderheid. Laat ons daar de komende weken verder aan werken, zodat we dat in de komende periode kunnen afwerken.
Collegas, ik besluit. Als de oogst wegens het slechte weer tegenvalt, moet je maatregelen nemen. Deze regering neemt die en op de juiste manier, namelijk: niet ten koste van de volgende generaties. Ze neemt geen voorschot op de opbrengst van de volgende jaren. Ze leent niet. Niet ten koste van de zwaksten: de investeringen in Welzijn gaan door. Niet ten koste van het zaaigoed voor de volgende jaren: de investeringen in onderwijs, innovatie en arbeidsmarkt gaan door. Niet ten koste van de partners: het groeipad lokale besturen blijft. Niet ten koste van de werkers die de oogst moeten leveren: burgers en bedrijven worden niet zwaarder belast.
Deze keuzes tonen afdoende dat deze beleidsverklaring blijk geeft van inzicht, kracht en doorzettingsvermogen, die nodig zijn om de immense uitdagingen niet alleen aan te gaan, maar ook in de kop van het deelnemersveld te eindigen.
Terwijl Spaanse regios moeten aankloppen bij de centrale staat en onze onmiddellijke buur met een gelijkaardige economische structuur, Nordrhein-Westfalen, een tekort heeft van 4 miljard op jaarbasis, legt deze regering opnieuw een begroting in evenwicht voor. Ze creëert daarmee de voorwaarden die Vlaanderen op schema houden. Ze bespaart op het eigen apparaat, om haar engagementen ten aanzien van haar vele partners ten volle na te kunnen komen. Een betere uitgangspositie kan Vlaanderen zich onmogelijk wensen. (Applaus bij de meerderheid)
Voorzitter, ik had graag nog een vraag gesteld aan de heer Caluwé, en aan mevrouw Robeyns. Ik heb eigenlijk gewacht, omdat ik dacht dat de heer Verfaillie zich ondertussen bij ons zou hebben gevoegd. Mijn vraag betreft de reactie van de meerderheidspartijen, in het bijzonder CD&V, op het opnieuw uitstellen van het Plattelandsfonds. Dat is nu al vier jaar dat ik de minister-president interpelleer over het Plattelandsfonds. Er werd altijd gezegd dat er eerst een studie zou worden gemaakt over de omschrijving van het begrip. Dan werd gezegd dat het Plattelandsfonds er in 2012-2013 zou komen, en nu komt het er toch niet. Mijnheer Caluwé, heel wat CD&V-burgemeesters, waaronder de heer Verfaillie, zijn heel misnoegd over dat uitstel. De heer Verfaillie heeft gisteren zelfs laten weten dat hij deze Septemberverklaring niet zou goedkeuren, omdat het Plattelandsfonds wordt uitgesteld. (Opmerkingen)
Voorzitter, ik heb gisteren met de heer Verfaillie gebeld. Zijn aan- of afwezigheid is dus niet ter zake, maar de fractievoorzitter zal daarop antwoorden.
Mijnheer Sintobin, in alle duidelijkheid, ik vind het ook jammer dat dit Plattelandsfonds er niet is gekomen. Ik heb daar sterk voor gepleit. U verwijt ons echter dat we geen keuzes maken. Wel, dat is nu een keuze. Ik had heel graag voor alle plattelandsgemeenten dat Plattelandsfonds ingevoerd, maar men kan niet alles doen: men kan geen begroting in evenwicht en andere prioriteiten hebben en het Plattelandsfonds er onverkort laten komen. Dit is een bewuste keuze. Ik hoop dat we die beslissing wél zullen kunnen nemen bij de begrotingscontrole, wanneer dat opnieuw op de agenda staat. U kunt echter met mijn groeten aan al die plattelandsgemeenten meegeven dat ik dat betreur, maar dat ik samen met de collegas ervoor heb gekozen dit niet te laten doorgaan, omdat er andere, nog dringendere prioriteiten waren.
Ik hoorde de fractieleider van CD&V daarnet zeggen dat de bijdragen voor de steden en gemeenten op peil worden gehouden en zelfs worden opgetrokken, maar in één adem zegt u dat u de plattelandsgemeenten nogmaals in de steek laat. Ik hoor u al vier jaar lang hetzelfde vertellen. Dit wordt opnieuw niet uitgevoerd. Het lijkt me tijd te worden dat ook met het platteland rekening wordt gehouden, dat het platteland niet zomaar opzij wordt geschoven. Het gaat om nauwelijks als ik dat woord mag gebruiken 8 miljoen euro per jaar. Ik heb hier met betrekking tot andere projecten over tientallen miljoenen euros horen spreken. Of dat terecht of onterecht is, laat ik in het midden. Mij lijkt het dat 8 miljoen euro voor het platteland toch wel op zijn plaats zou zijn geweest. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister-president, het is interessant dat u wel kunt bellen naar de heer Verfaillie, maar niet naar minister Vanackere, maar dat geheel terzijde. (Gelach)
Ik kan u eventueel het telefoonnummer van minister Vanackere bezorgen, mocht u dat niet hebben.
Niet alleen de heer Verfaillie, maar alle burgemeesters van de Westhoek, toch het meest rurale gebied in Vlaanderen, hebben gisteren een communiqué verspreid waarin ze dat betreuren. Het gaat vrijwel uitsluitend over burgemeesters van uw partij. Het gaat inderdaad over een heel klein bedrag, en u weet ook dat het gemeentelijk inzetten van dat bedrag een vermenigvuldigingseffect heeft. Dat maakt investeringen in het Vlaamse platteland mogelijk en vergroot de leefbaarheid van dat platteland. De minister van Ruimtelijke Ordening kan niet anders dan bezorgd zijn over die leefbaarheid morgen van dat Vlaamse platteland. Ik houd dus een warm pleidooi om dit kleine bedragje toch zo snel mogelijk in te zetten ten bate van het platteland. Overigens, de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) heeft daar gisteren ook sterk voor gepleit, en de grote steden hebben dat mee ondertekend.
Minister-president, het niet financieren van het Plattelandsfonds is geen keuze: het is een ontvluchten van uw verantwoordelijkheid. (Opmerkingen)
Ik vind het overigens ook onverstandig om dat te doen. De problemen die aan de grondslag liggen van uw Plattelandsfonds zijn reëel. De plattelandsgemeenten worstelen met een financiële armoede. Dat kun je oplossen, niet door een Plattelandsfonds op te richten, al zijn de beweegredenen nobel. Veel interessanter zou zijn, minister-president, dat u het Gemeentefonds opnieuw tegen het licht houdt. Het onderhoud van open ruimten, dat veel geld kost en weinig opbrengt, moet je beter financieren en de fiscale armoede, waarmee sommige kleine plattelandsgemeenten worstelen, meer laten wegen. Het Gemeentefonds is ook een vorm van solidariteit. Als je het globale bedrag niet laat stijgen, zullen verschuivingen het gevolg zijn, maar dan maak je ten minste echte keuzes en los je het probleem op binnen de bestaande budgettaire ruimte. (Applaus van de heer Boudewijn Bouckaert)
De voorzitter van de Groenfractie is nu even weg. Langs de ene kant wordt gezegd dat dit niets nieuws is en dat de Septemberverklaring niets anders bevat dan de vorige keren. Langs de andere kant zegt de heer Caron nu dat het toch jammer is van het Plattelandsfonds. Ik zeg u: in de Septemberverklaring en in de begroting zitten duidelijke keuzes en dit is er één van. Ik zou heel graag hebben, nogmaals, dat we een tegemoetkoming doen voor de plattelandsgemeenten in West-Vlaanderen en elders. Ik ken het probleem ook, mijnheer van Rouveroij. Maar dat is op dit moment via dat fonds niet te honoreren. Het is een duidelijke keuze, waarvoor ik mijn verantwoordelijkheid neem met deze Vlaamse Regering. Groen toont nog eens aan dat er wel echte keuzes in de Septemberverklaring zitten. De heer Watteeuw is waarschijnlijk zijn toespraak al aan het aanpassen.
Nogmaals, aan het probleem kan wel worden voldaan door de criteria op basis waarvan het Gemeentefonds werkt te wijzigen en meer aandacht te besteden en een groter gewicht te geven aan fiscale armoede voor kleinere gemeentes en aan het openhouden van wat vandaag open is. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Mijnheer van Rouveroij, dat is toch een valse discussie. Laat me even twee dingen zeggen. Als ik u even volg, legt u de factuur niet bij Vlaanderen als geheel, maar wel bij andere gemeenten. Er zal altijd iemand moeten betalen. Dat is één. (Applaus bij de meerderheid)
Twee, ik vind dat ook deze discussie illustreert dat het halen van een evenwicht geen evidente zaak is en dat het op een aantal punten pijn doet. Ik geef vrij toe dat het schrappen van het Plattelandsfonds ons inderdaad pijn doet. We hadden veel liever gehad dat het kon worden doorgevoerd. Het is voor ons de eerste prioriteit bij de begrotingscontrole, om te kijken of daarvoor toch ruimte kan worden gemaakt.
Ik wil even doorbomen op de interessante gedachte van de heer van Rouveroij. We hebben de analyse al diverse keren gemaakt. Er valt heel wat te zeggen over het Gemeentefonds. Ik maak er ook werk van. We hebben eerst andere prioriteiten uitgeklaard bij Binnenlands Bestuur.
U weet dat ik het voornemen heb om een oefening te doen om het Gemeentefonds in zijn totaliteit te hervormen. Dat is een moeilijke oefening. Het maakt ook geen deel uit van het regeerakkoord. In de loop van de jaren is er gesleuteld, gewerkt, veranderd aan het Gemeentefonds, waardoor het inderdaad onvoldoende verdelend werkt, wat nochtans de bedoeling was, in tegenstelling tot het Provinciefonds, dat niet herverdelend werkt. Het Gemeentefonds moet dat wel doen. Maar er zijn dusdanig veel parameters in geslopen dat ze elkaar opheffen en er zijn nog andere punten waardoor je kunt zeggen dat het Gemeentefonds niet meer beantwoordt aan de initiële doelstelling. Dat is een zeer moeilijke oefening, dat weet u ook, want er zijn bepaalde evenwichten tussen aanhalingstekens of verworvenheden bereikt. Het is heel moeilijk om af te nemen van de ene en te geven aan de andere.
Ik ga niettemin die oefening doen. We hebben daarover afspraken gemaakt met deze regering, met het oog op de volgende bestuursperiode. We hebben eerst alle andere prioriteiten in Binnenlands Bestuur aangepakt.
Minister, andermaal valt het woord moeilijk. Het is niet omdat het moeilijk is, dat het niet hoeft te gebeuren. U moet niet altijd kiezen voor de gemakkelijke weg. De moeilijke weg is soms aangewezen om de problemen op te lossen.
Ik ontvlucht nooit mijn verantwoordelijkheid. Alle moeilijke dingen pakken wij aan. We hebben prioriteiten bepaald en aangepakt met de interne staatshervorming, die volop op schema zit. We hebben ook een schema gemaakt voor het Gemeentefonds.
Nogmaals , het maakt geen deel uit van het regeerakkoord om dat in deze periode te doen. We gaan alle voorbereidingen treffen die nodig zijn.
De heer van Rouveroij heeft het woord.
Minister-president, Vlaanderen staat er, dat waren uw eerste woorden. Neen, minister-president, Vlaanderen staat er niet. Vlaanderen wankelt want Vlaanderen trappelt ter plaatse. Daarenboven, Vlaanderen moet er niet staan, Vlaanderen moet vooruitgaan. Maar om vooruit te gaan, moeten we een ambitieus project hebben, een doel uitzetten en keuzes maken. We moeten kortom de kracht van verandering voelen. (Opmerkingen van de heer Kris Van Dijck)
We moeten die kracht van verandering laten werken. Minister Muyters zou dat moeten weten. Welnu, ik voel die kracht van verandering niet. Nochtans is er niets niets dat u in deze Vlaamse Regering tegenhoudt om uw eigen slogan waar te maken. Als er toch iets is wat u tegenhoudt, dan moet u dat straks eens vertellen. Misschien is dat sp.a of CD&V: dan hoor ik het wel van u. Zo niet, dan is het maar een slogan.
Minister-president, bent u wel zeker dat u de juiste versie voor het juiste begrotingsjaar hebt gebruikt? Nu begrijp ik alleszins beter waarom minister Muyters zich vorige week de ongelooflijke en de onwaarschijnlijke luxe kon veroorloven om twee dagen op informele missie te gaan naar Cyprus.
Ik zal mijn repliek op de Septemberverklaring toespitsen op wat voor Open Vld de essentie moet zijn van ons politiek handelen in de komende 28 maanden die resten van deze legislatuur. Dit halfrond en de Vlaamse Regering, wij samen, staan voor de uitdaging structurele veranderingen tot stand te brengen. Niet alleen om de weerbaarheid van Vlaanderen in tijden van economische crisis te verhogen, maar ook om voldoende budgettaire ruimte te verschaffen voor de uitvoering van de zesde staatshervorming. Want laat het voor iedereen duidelijk zijn, ook voor degenen die zouden twijfelen: voor de Vlaamse liberalen is de uitvoering van de zesde staatshervorming meer bevoegdheden voor Vlaanderen een kritische succesfactor voor de strijd tegen de economische en sociale degradatie en degeneratie van Vlaanderen.
Collegas, ik heb een hekel aan mensen die aan de zijlijn staan klagen en hun handen niet vuil willen maken. Als oppositieleider wil ik die fout niet maken. The duty of the opposition is to oppose. Dat is niet goed genoeg. Het zou moeten zijn: The duty of the opposition is not only to oppose but also to come up with a worthy alternative. Maar laat me eerst voor ik met die alternatieven kom de ernst van de situatie nog eens in herinnering brengen. Dat is nodig. Want zoals een journalist gisteren in zijn commentaarstuk schreef en terecht opmerkte, was het op zijn minst merkwaardig te noemen dat de minister-president en ik citeer de journalist geen enkel vuiltje aan de lucht ziet. Ik krijg sterk de indruk dat de regering-Peeters II de ernst van de situatie niet goed beseft. Of erger, en ik kies voor deze hypothese want ik onderschat uw intelligentie niet, u beseft het wel maar u handelt er niet naar, verlamd door innerlijke twist, of minstens, en dan ben ik mild, door gebrek aan onderling vertrouwen.
Minister-president, er is een recessie, en die gaan we niet te lijf door te doen alsof die er niet is. Het negeren van de werkelijkheid is schijnbaar afgesproken in de Vlaamse Regering, minister Lieten. Zo liet u vorige week al weten dat en ik citeer leiders moeten stoppen met mensen bang te maken. Dat was een grote kop. Ja, minister Lieten, leiders moeten de mensen niet bang maken, daar zijn we het over eens. Ze mogen evenmin de burgers de waarheid onthouden. Ze moeten de problemen onder ogen zien en benoemen. Leiders moeten de angst die inderdaad kan oplaaien, blussen door de hoop op beterschap.
Die hoop kun je als leider enkel hard maken als je keuzes maakt en als die keuzes doortastend genoeg zijn om de problemen structureel op te lossen.
Uw regering stelt dat de Vlaming nog nooit zoveel op vakantie is geweest, nog nooit zoveel vastgoed en nog nooit zoveel spaargeld heeft gehad. Dus begrijpt uw regering niet waarom de Vlaming zich zo druk maakt, waarom hij zo druk bezig is met zijn geld op te potten, waarom de Vlaming het gevoel heeft dat er slechte tijden aanbreken. Minister-president, dat gevoel heeft de Vlaming omdat de feiten er zijn. De Belgische economie krimpt. De uitvoergroei wordt bijna gevierendeeld. Wij waren vroeger de kampioenen van de uitvoer. De betalingsbalans vertoont sinds 2011 een tekort. De koopkracht neemt af met 0,8 procent. De gezinnen schroeven voor het tweede jaar op rij hun investeringen in hun woning fors terug, met 3,8 procent. De concurrentiekracht neemt zorgwekkend af. (Minister Lieten vraagt het woord.)
Mijnheer Van Rouveroij wenst niet onderbroken te worden. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Minister-president, dat is de toepassing van artikel 45.
Minister-president, ik doe hetzelfde als wat u maandagnamiddag hebt gedaan. Als oppositieleider behoud ik mij hetzelfde recht voor. U wordt in uw Septemberverklaring niet onderbroken. Als oppositieleider wens ik dat ook niet. Op het einde van mijn toespraak sta ik hier desgevallend tot vanavond of tot morgenvroeg om op uw vragen en bemerkingen te antwoorden. (Applaus bij de oppositie)
Het aantal faillissementen bereikt een ongekend hoogtepunt. De industriële werkgelegenheid krimpt onafgebroken sinds het derde kwartaal van 2010. Het aantal werklozen neemt spectaculair toe. Ik citeer hier de sociaal-economische indicatoren die vorige week vrijdag door de SERV werden gepresenteerd. Een begrotingsevenwicht voor de gezamenlijke overheid en die heet nog altijd België wordt in 2015 aartsmoeilijk.
Minister-president, dit zijn de feiten die in de Vlaamse huiskamers binnendringen en die de Vlaming terecht bezorgd maken. De Vlaming maakt zich zorgen omdat hij niet bereid is om zijn vakantie op te geven, zijn vastgoed te verkopen of in waarde te zien verminderen. Hij is niet bereid om zijn spaargeld te zien verdampen. Terecht, want die Vlaming heeft voor dat alles hard gewerkt.
Minister-president, de Vlaming is heus wel bereid een inspanning te leveren, maar dan moet die inspanning de brand blussen en niet laten smeulen tot hij weer opflakkert. Dan moet die inspanning wel de dode takken en de wilde scheuten verwijderen, zodat de boom opnieuw groeit. Dan moet die inspanning wel rechtvaardig worden gespreid. Dus wil Open Vld een minister-president die de feiten erkent, aanpakt en ombuigt.
Ondertussen verlaat minister Muyters het halfrond, waarvoor dank.
Een goede start was uw uitspraak dat de begroting 2013 de lakmoesproef wordt van deze Vlaamse Regering en dat de periode van de broeksriem wat langer zou duren. Een beetje power talk voor de regeringstroepen kan inderdaad geen kwaad. Maar sinds maandag weten we waartoe dit leidt: tot nergens. Minister-president, 2013 is uw laatste volledige jaar. Half 2014 zijn er al verkiezingen. Het is dus niet meer dan redelijk en verstandig om ook voor 2014 de bakens uit te zetten. Natuurlijk bestaat de eerste opdracht erin dat de Vlaamse Regering voor beide jaren een begroting in evenwicht indient. Maar een begroting in evenwicht zal niet volstaan, de kaasschaaf al evenmin. De Vlaamse overheid weegt te zwaar, zowel in termen van regels als in termen van kostprijs, en moet dringend slanker en slagvaardiger worden.
Dat op zich, minister-president, zou een afdoende reden moeten zijn, maar wordt nog versterkt door het institutioneel akkoord om in 2014 de staatshervorming te implementeren.
Het is spijtig dat de Vlaamse minister van Begroting het halfrond heeft verlaten. Hij had beter nog eens geluisterd naar de volgende passage. Aangezien het begrotingsevenwicht, minister-president, pas wordt bereikt na de overdracht van de fantoombevoegdheden en uw begrotingsevenwicht in 2014 en 2015 pas wordt verkregen na de overdracht van de bevoegdheden inzake de zesde staatshervorming, staat uw Vlaamse Regering de komende twee jaar dus hoe dan ook een aanzienlijke bijkomende begrotingsinspanning te wachten, tenzij u alles verschuift naar de volgende regering. Onthoud die gedachte, ik kom daar nog op terug.
Ik ga er ook van uit dat minister Muyters niet lag te slapen toen het Stabiliteitsprogramma 2012-2015 werd voorgelegd aan de Interministeriële Conferentie van Financiën en Begroting. Daar werd uitdrukkelijk gesteld: Om het traject dat is dus een beweging, minister-president, naar het evenwicht 2015 te vrijwaren zullen de verschillende entiteiten de gepaste inspanningen leveren. Mijn vraag is: waar zijn die gepaste inspanningen bovenop een begroting in evenwicht?
Open Vld is niet de enige met die vraag. De Vlaamse werkgevers en werknemers zeggen in een persmededeling onder leiding van Karel Van Eetvelt, u welbekend, dat het begrotingsbeleid van deze regering-Peeters zich schuldig maakt aan pure struisvogelpolitiek wanneer men in 2013 geen budget uittrekt voor de Belgische evenwichtsdoelstelling van 2015.
U zei daarnet dat dit achterhaald is. Deze uitspraak dateert echter van juli 2012. Wij hebben al herhaaldelijk aangedrongen op het aanpassen van het regeerakkoord, omdat we dat achterhaald vinden. Dan geeft u echter niet thuis. Het regeerakkoord van 2009 is volgens u niet achterhaald.
Niet alleen Open Vld, maar ook de Vlaamse werkgevers en werknemers hebben het nu over overschotten die wenselijk zijn voor het Stabiliteitsplan, provisies die nodig zijn voor fantoombevoegdheden, het plannen van een eenmalig krediet om het verminderen van het KBC-dividend in 2014 op te vangen en het reserveren van een deel van de ontvangstengroei voor de aflossing van de schuld conform de schulddoelstelling 2020. Ik raad u aan zelf het document ook eens te lezen.
Samengevat: alle Vlaamse oppositiepartijen, alle Vlaamse partijen in de Federale Regering en alle Vlaamse werkgevers- en werknemersorganisaties eisen in mindere of meerdere mate hetzelfde, zodat deze Vlaamse Regering zich in een merkwaardig isolement heeft gemanoeuvreerd. Ik kan daar maar één verklaring voor vinden: het onvermogen van Peeters II om met deze coalitie de noodzakelijke structuurhervormingen tot stand te brengen.
Laat ons het debat voeren over 2013 en over hoe u Vlaanderen voorbereidt op 2014 en 2015. Zoals gezegd, vergt dat structurele ingrepen. Open Vld geeft er u enkele. De beslissing om de loonkost met 1 procent te verminderen, bevestigt het standpunt van Open Vld dat de oude maatregel om tegen 2014 het aantal ambtenaren met 6 procent te verminderen, niet volstaat. Het is goed dat u dat beseft. Maar waarom kiest u dan niet voor het voorstel van Open Vld om de helft van de 1800 ambtenaren die jaarlijks uit dienst gaan, niet te vervangen? Het aantal medewerkers zou dan met 10 procent, of 2700, dalen. Wanneer u dat optrekt tot 12 procent, komt u zelfs aan de 100 miljoen euro extra besparing die u zoekt.
Maar ik zal u een antwoord geven: u doet dat niet, omdat dit inderdaad bijzonder ingrijpend is.10 of 12 procent minder ambtenaren is bijzonder ingrijpend. Een kerntakendebat dringt zich dan dus op. U zult niet alles meer op dezelfde manier kunnen blijven doen. Geen kaasschaaf, maar keuzes. En daar faalt uw regering. Keuzes maken schuift u in dit dossier liever door naar de vakbonden.
In 2013 wordt u daarenboven geconfronteerd met de cao voor de ambtenaren die u vorig jaar afsloot. Ik heb u toen al gezegd dat Open Vld dat niet zou hebben gedaan. De meeste ambtenaren beseffen maar al te goed dat zij in tijden van crisis goed zitten bij de overheid en het best geen vragende partij zijn voor een loonsverhoging. Ik sprak toen, maar ook vandaag, drie weken voor de gemeenteraadsverkiezingen, over een verkeerd signaal op een verkeerd moment. Want wat u amper gisteren met een cao aan uw ambtenaren gaf, neemt u vandaag in veelvoud weer af. Dat is geen goed bestuur. Beheren is vooruitzien. Ook daarin slaagt uw regering spijtig genoeg niet.
Van de algemene administratie naar Welzijn. Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA) voorziet in subsidies voor infrastructuur in de welzijnssector. Studies wijzen uit dat VIPA de kosten van de projecten verhoogt, en de realisatie gemiddeld met vijf jaar vertraagt. Laat het duidelijk zijn: Open Vld wil de VIPA-middelen behouden. Geen euro minder. Daarover gaat het niet.
Wij willen echter wel de VIPA-administratie afslanken, door de subsidies die vandaag naar de infrastructuur voor ouderen gaan, rechtstreeks toe te kennen aan de ouderen die in een rustoord verblijven. Die ouderen zijn gekend, want zonder enige uitzondering genieten zij een uitkering van de zorgverzekering.
Open Vld wil in Welzijn ook geen nieuwe structuren opzetten of structuren uitbreiden, zolang aan de bestaande vragen, die zo terecht zijn, onvoldoende kan worden voldaan. Het decreet Sociale Bescherming voorziet in de ombouw van het Agentschap Zorgverzekering naar het Agentschap Sociale Bescherming. Het laat zich natuurlijk raden, collegas, dat het ambtenarenkorps zal uitbreiden naarmate de kindpremie en de maximumfactuur ooit ook effectief zullen worden uitgevoerd.
De kindpremie hoort niet in de koelkast, maar in de versnipperaar. Laat ons eerst op een ordentelijke en budgettair verantwoorde wijze de over te hevelen kinderbijslag op Vlaamse leest schoeien. Weet u dat er op dit ogenblik ongeveer tweehonderd soorten kinderen zijn? Ook de Gezinsbond klaagt dat aan. Een drastische administratieve vereenvoudiging, met bijhorende vermindering van het personeel, is mogelijk.
Ook de maximumfactuur hoort niet in de koelkast, maar in de versnipperaar. Hier wil Open Vld het doel behouden. Natuurlijk, want het doel is terecht gesteld. Laat het doel ons niet scheiden: het beheersen van de kostprijs van de zorg. Maar volgens ons kan dat zonder een nieuw agentschap. De hogere uitkering van de zorgverzekering voor zwaar zorgbehoevenden wordt gewoon uitgekeerd via het huidige Zorgfonds en de huidige zorgkassen. De chronisch zieken kunnen rechtstreeks een korting krijgen op de tarieven die de thuiszorgdiensten aanrekenen. Een nieuw agentschap is dus overbodig.
Vlaanderen moet ook veel meer inzetten op private initiatiefnemers. De steeds groeiende vraag naar opvang, hulp en ondersteuning kan de overheid nooit helemaal alleen beantwoorden. Dat kan toch niet de bedoeling zijn? Private rustoorden, private kinderdagverblijven, ouders van kinderen met een handicap die infrastructuur willen bouwen. Collegas, hebben jullie gisterenavond dat vtm-programma bekeken over elf ouderparen met gehandicapte kinderen? Zij hebben zelf voor de infrastructuur gezorgd, omdat ze het beu waren jarenlang te moeten wachten. Ze hebben die infrastructuur zelf gemaakt. Het was een ontroerende reportage. Het enige wat ze nu nog vragen, is dat ze eindelijk een PGB krijgen, een persoonsgebonden budget, zodat ook de financiering rond komt.
De initiatiefnemers uit de privésector de vaders en moeders verdienen onze waardering en steun. Wij moeten stoppen de privésector tegen te werken. Alleen als de overheid en de privésector echte partners worden en hun krachten bundelen, kunnen wij de uitdagingen van de komende decennia aan.
Van welzijn ga ik naar mobiliteit. U hebt beslist om de kostendekkingsgraad bij De Lijn met 0,5 procent per jaar te verhogen. Maar dat is onvoldoende om de schade van gratis te herstellen. Gratis heeft niet alleen de kostendekkingsgraad van De Lijn verknoeid, maar op de koop toe niets uitgehaald. (Opmerkingen bij CD&V)
De Lijn kost 3 miljoen euro per dag, en toch is het aandeel van bus en tram gedaald tot amper 3,7 procent. Ook op dit punt is Open Vld duidelijk. Herzie het decreet over basismobiliteit, want de kosten ervan zijn onaanvaardbaar. Herstructureer De Lijn ingrijpend en geef de steden en gemeenten meer beslissingsbevoegdheid. Schaf gratis openbaar vervoer af en investeer in beter openbaar vervoer, tegen een lagere kost. En de kostendekkingsgraad moet omhoog, niet met 0,5 maar met 2 procent per jaar, dus vier keer sneller.
Mijnheer de minister-president, de beste bescherming tegen welvaartsverlies is een goed draaiende economie. Jobcreatie is in tijden van economische crisis niet evident. De harde waarheid is dat de werkgelegenheidscreatie in Vlaanderen sinds het eerste kwartaal van 2012 zo goed als stilgevallen is. Ook dat blijkt uit cijfers van de SERV. Daarom is het uw eerste opdracht om de jobaanbiedingen die al beschikbaar zijn, in te vullen. Open Vld vindt het onaanvaardbaar dat er 58.000 werklozen onder de 25 jaar zijn terwijl duizenden jobs niet ingevuld geraken. Ik herhaal het: dat is onaanvaardbaar.
De regering-Peeters II en de VDAB zijn tevreden dat 65 procent van de herschoolde werklozen een knelpuntberoep ook opnemen. Open Vld is daar absoluut niet tevreden mee. Een lasser, een vrachtwagenchauffeur, een schoonmaakster, een metser, een verzorgende, een strijkster: na een herscholing moet behoudens een uitzondering iedereen aan de slag kunnen. Het is duidelijk dat een groot aantal werkzoekenden de opleiding enkel aanvaarden om een schorsing te vermijden. En ondertussen besteedt de Vlaamse Regering belastinggeld aan het aantrekken van Spaanse werklozen voor onze arbeidsmarkt. Het klopt dat dit niet veel kost. En de zaak wordt door Spanje georganiseerd. Maar toch: men nam het initiatief voor een jobdating in Spanje. 3850 kandidaten schreven zich in. Degenen die uiteindelijk in Vlaanderen een job zullen krijgen, kunnen vervolgens een beroep doen op een waaier aan ondersteuningsinstrumenten: het Vlaams Instituut voor Vorming en Opleiding in de Social Profit (VIVO), de sectorfondsen, de VDAB, de huizen van het Nederlands, allerlei inburgeringsprogrammas, enzovoort.
Mijnheer de minister, zijn wij wel goed bezig? Natuurlijk moeten wij onze arbeidsmarkt niet nodeloos afschermen en is het in ons eigen belang om een verstandig economisch migratiebeleid te voeren. Het is natuurlijk een en-enverhaal. Maar dat uw diensten zelf op zoek gaan naar buitenlandse werknemers, terwijl ik veel bedrijven hoor klagen over de begeleiding en vorming van Vlaamse werklozen ik hoor het Vlaams netwerk van ondernemingen (Voka) en de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO) dat zeggen , vind ik abnormaal. Quo vadis, minister Muyters?
Voor Open Vld is onderwijs te belangrijk om in onze repliek onbesproken te blijven. Vanop deze tribune wil ik nog eens beklemtonen dat Open Vld uw doelstelling deelt om alle elementen te behouden die ons secundair onderwijs aan de top hebben gebracht en tegelijkertijd datgene te veranderen wat nodig is om aan die top te blijven. Maar stop dan wel met onrust stoken en ruziemaken. Het onderwijsschip is al overbeladen: het loopbaandebat, het dreigende lerarentekort, de achterstand in scholenbouw, de talennota. Ik zou zo nog een tijdje kunnen doorgaan. Wanneer de kanonnen van het eigen schip dan ook nog naar binnen gekeerd staan, kunnen wij het helemaal vergeten.
Minister-president, in de regering-Peeters II is het vaak koekenbak, zoals de heer Van Rompuy het zo treffend op zijn blog schrijft. Het is een mooi woord, koekenbak. Ik hoop dat de koekjestrommel dit jaar leeg blijft want de tijd die rest is te kort en de situatie te ernstig voor onderlinge twisten.
Maar het gevolg van dat deloyaal gedrag van sp.a, zoals De Wever het omschrijft, en van de sabotage door de N-VA, zoals Tobback het kapittelde, is wel dat tal van dossiers gewoon doorgeschoven worden naar een volgende regering.
Voorzitter, omdat de mij toegestane spreektijd niet volstaat, geef ik u een onvolledige lijst van waartoe de kracht van verandering in deze regering niet in staat is. Een structurele oplossing voor de achterstand inzake scholenbouw nu indienen, is twintig jaar wachten. Het zal iets zijn voor de volgende regering. De realisatie van 43.000 sociale huurwoningen, 21.000 sociale koopwoningen en 1000 sociale kavels is vertraagd en zal dus, logisch ook een stuk voor haar maar in hoofdorde iets zijn voor de volgende regering. Het woord Oosterweel als Gentenaar kan ik dat niet echt betreuren haalde deze keer zelfs niet de Septemberverklaring. Iedereen weet dat het recente BAM-decreet niets zal doen bewegen voor de volgende regering. De kilometerheffing voor vrachtwagens werd uitgesteld naar 2016. Dus: iets voor de volgende regering. De klimaatdoelstellingen 2020 worden duidelijk niet gehaald collega Watteeuw herhaalt het bijna elke dag en zijn dus iets zijn voor de volgende regering. Het groeipad voor ontwikkeling en onderzoek is weer wat verbeterd en daar zijn we heel erg blij mee, maar het blijft te traag. We halen niet en niet tijdig de doelstellingen. Een tempoversnelling is dus iets voor de volgende regering. 38.000 hectare extra natuurgebied en 10.000 hectare bosgebied zijn nog steeds niet gehaald en zullen iets zijn voor de volgende regering. Het Plattelandsfonds, waar we het daarjuist over hebben gehad, wordt ingesteld maar het is wachten op, ja collegas, de volgende regering. In de zorg blijven de wachtlijsten onverkort bestaan. Ze groeien nog, zelfs al is er een capaciteitsuitbreiding. Je moet vooral kijken naar wat je behoeften zijn. Zijn je behoeften gegroeid? Dat is essentieel. Dus, de zorg voor die wachtlijsten zal ook, meer dan ooit, een zorg zijn voor de volgende regering.
De Vlaamse schuld, mijnheer Van Rompuy, die u bekommert en die mij bekommert, die ons beider partijen bekommert, dat weet ik maar al te goed, die Vlaamse schuld wordt ook in deze begroting 2013 nog niet afgebouwd. Zoals de SERV het vraagt, zal het ook hier weer een zorg worden, collega Van Rompuy, voor de volgende regering.
Maar het moet gezegd zijn, deze regering heeft wel de belasting op de werkende Vlaming verhoogd door de jobkorting af te schaffen. De regering-Peeters heeft wel de ellende van een mislukte relatie nog verder uitgediept door de verhoging van de miserietaks. Die kracht van verandering heeft wel gewerkt.
Minister-president, ik las vorige week een tweet van uw partijvoorzitter. Hij schreef: We moeten oppassen voor een waterbedeffect: door een probleem op één plaats weg te duwen, een probleem op een andere plaats te creëren. Deze tweet is perfect toepasbaar op de onwil van de Vlaamse Regering om inspanningen te leveren voor het Belgische begrotingsevenwicht in 2015. Maar als ik het lijstje van daarjuist nog eens goed bekijk, collega Van Dijck, dan lijkt mij het risico veel groter dat u op dat waterbed gewoon in slaap gaat vallen. Open Vld is alleszins hard van plan om u wakker te houden en zal haar vertrouwen niet schenken. (Applaus bij Open Vld, het Vlaams Belang en LDD)
Minister Muyters is gastheer voor Waals minister Antoine en minister Weykmans van de Deutschsprachige Gemeinschaft in verband met de ontvangst van de atleten van de Olympische Spelen en de Paralympics.
Minister Lieten heeft het woord.
Mijnheer van Rouveroij, gisteren hebben we twee nieuwe woorden geleerd: PIP, positief ingesteld persoon, en NIP, negatief ingesteld persoon.
Ik ben PIP.
Dat denk ik niet. Als ik naar uw toespraak luister, dan bent u duidelijk NIP. U zegt dat de regering een begroting in evenwicht moet hebben, provisies moet aanleggen om de staatshervorming te kunnen uitvoeren, reserves moet aanleggen voor de toekomstige grote problemen. En dat moet allemaal worden gefinancierd door meer besparingen door te voeren. De caos met personeelsleden moeten in vraag worden gesteld. Dat zijn allemaal negatieve boodschappen. Geen enkele econoom zal u zeggen dat u op die manier het consumentenvertrouwen kunt herstellen en een economische groei zult kunnen organiseren. U bent duidelijk NIP. Uw partijvoorzitter zegt dat hij PIP is.
Deze regering kiest er uitdrukkelijk voor om te blijven investeren in infrastructuur, gezinnen en bedrijfsleven om daarmee de economische groei en het consumentenvertrouwen aan te wakkeren. Zij wil ook de zwakkeren in de samenleving niet vergeten. Ze doet dat door een begroting in evenwicht af te sluiten om op die manier het vertrouwen in de economie te kunnen bewerkstelligen. Mijnheer van Rouveroij, als u dus spreekt over een isolement, dan kan ik u alleen maar zeggen dat deze regering helemaal niet geïsoleerd is en duidelijk positieve signalen geeft. Ik vraag me af of u niet geïsoleerd bent als NIP in uw PIP-familie. (Applaus bij de meerderheid)
Minister Lieten, ik dreig inderdaad NIP te worden als ik naar het beleid van deze Vlaamse Regering kijkt. Maar ik ben PIP omdat ik nog altijd de illusie koester dat ik als oppositieleider dit beleid kan bijsturen. Ik blijf positief ingesteld maar als ik u bezig zie, dan denk ik soms wel dat het echt fout gaat. Maar ik heb geen Prozac nodig.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Ik wil op een aantal zaken inhoudelijk wat dieper ingaan. Wat het VIPA betreft, weet u dat er een studie bezig is over de woonzorgcentra. Ik ben wel blij dat u de berichtgeving uit de krant van vanmorgen enigszins corrigeert. U suggereerde dat er geen investeringssubsidies meer konden worden gegeven. Dat komt ervan als u al een aantal zaken vertelt nog voor de Septemberverklaring.
Er is dus een studie bezig over de woonzorgcentra. Wij wachten op de resultaten daarvan. Er zal een belangrijk moment komen om onze politiek van investeringen in woonzorgcentra en ziekenhuizen te bekijken. Dat zal gebeuren op het moment dat de staatshervorming plaatsvindt waarbij een aantal van die bevoegdheden naar Vlaanderen zal worden overgedragen. Ik heb het dan zowel over de investeringsmiddelen voor de ziekenhuizen, als over de financiering in de woonzorgcentra. Het is belangrijk om tot op dat ogenblik rechtszekerheid te geven. De grote uitdaging inzake de woonzorgcentra en de ouderenzorg is de jaarlijkse groei vol te houden. Er zijn echter nog andere betrokken sectoren zoals de jeugdzorg, de centra voor algemeen welzijnswerk en de kinderopvang. Ook die sectoren hebben investeringssubsidies nodig. Zelfs sectoren die vroeger geen subsidies kregen, en waar de financiering via de werkingsmiddelen gebeurde, hebben gesmeekt om op het VIPA-systeem te kunnen overstappen.
Ik vind dat u nogal kort door de bocht gaat. Zeker wordt het budgettair een wat moeilijk te begrijpen verhaal als u suggereert dat die middelen beter op een andere manier worden ingezet. Dan zijn ze in ieder geval geen onderdeel van een structureel saneringsplan. Wat mij betreft, is er een debat mogelijk We moeten dat trouwens voeren op basis van objectieve gegevens. Naar aanleiding van de staatshervorming is dat wellicht ook een belangrijk moment. Er zijn belangrijke sectoren waarvoor dit instrument essentieel is.
Ik hoop nu echt dat uw partij ook in de voorlinie zal staan op het federale niveau wanneer het er op aankomt om de bijkomende compensatie voor de zelfstandigen te organiseren zodat de rechten op kinderbijslag voor iedereen gelijk zijn, ongeacht het sociaal statuut. Dat is in het federale regeerakkoord wel beschreven als een voorwaarde om dat onderdeel van de staatshervorming te kunnen waarmaken.
Ik heb begrepen dat uw partij alleen mevrouw Van der Borght heeft zich onthouden in de vorige legislatuur het Woonzorgdecreet heeft goedgekeurd en daarin is de maximumfactuur opgenomen. Ik begrijp dus niet dat er nu een aantal zaken worden betwist die uw partij zelf mee heeft goedgekeurd.
Ten slotte hebt u gesproken over de sector personen met een handicap en het mooie initiatief dat we gisteren op televisie hebben kunnen bekijken. Dat initiatief past perfect in het transitiebeleid dat we in die sector aan het organiseren zijn. Sterker nog, het project dat u gisteren hebt kunnen bewonderen, is uitdrukkelijk met onze steun tot stand gekomen. Doen alsof dit haaks op het beleid zou staan, is niet juist. Het tegendeel is waar. We hebben er op meerdere manieren en zeer concreet er mee voor proberen te zorgen dat dit project kon worden gerealiseerd. Het is trouwens niet het enige project van dien aard in Vlaanderen. Op meerdere plaatsen zijn initiatiefnemers, zijn ouders, zijn voorzieningen met zulke formules bezig. In het uitbreidingsbeleid van de volgende jaren zullen we zulke projecten meer kansen en mogelijkheden geven. Dat ligt helemaal in de lijn met het transitiebeleid dat we voeren. Ik zie de grote contradictie niet met het Perspectiefplan zoals blijkbaar door u wordt gesuggereerd.
Minister, ik ben blij dat u het debat over het VIPA opent of al geopend had maar nu ook nog eens duidelijk stelt dat u bereid bent om de voorstellen van Open Vld daarbij te betrekken.
Wat betreft de kinderbijslag, zijn we absoluut elkaars bondgenoten. Zonder dat er binnen onze eigen kringen al een formele beslissing over is genomen, denk ik dat naar alle waarschijnlijkheid er bij het bepalen van het aantal categorieën kinderen er is maar één kind en een kind is een kind er in feite maar twee criteria mogen spelen: de leeftijd en de beperking. Sommige kinderen zijn spijtig genoeg het slachtoffer van een beperking. Volgens mij kunnen we een enorme sanering van de administratie doorvoeren. We staan schouder aan schouder voor de gelijkberechtiging van de kinderen van zelfstandigen.
Ik wil nog iets zeggen over het project dat we gisteren op televisie hebben bekeken. Minister, ik ben het met u eens dat het niet haaks staat op uw beleid dat heb ik ook niet gezegd. Ik zeg alleen maar dat het niet voldoende in lijn staat met het beleid, en dan bedoel ik dat we ook hier schouder aan schouder moeten staan. We moeten elkaar vooruitstuwen en steunen. Toen ik de ouders hoorde, had ik toch het gevoel dat het een vlucht was uit het eindeloos wachten op de diensten om bijstand die ze vroegen. Ze hebben toen zelf de hand aan de ploeg geslagen en zelf keuzes gemaakt. Die indruk had ik heel sterk. Ik wil er dus voor pleiten om meer partner te zijn in het verhaal. Ik zeg niet dat het haaks staat op het beleid, maar het staat onvoldoende in lijn.
Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Voorzitter, ik wil me aansluiten bij wat onze fractievoorzitter heeft gesteld.
Minister, ik herinner me nog heel goed uw allereerste commissievergadering als minister. Als CD&V-minister hebt u toen een aantal uitspraken gedaan die bij mij heel vernieuwend overkwamen. Ik dacht: Yes, we zijn vertrokken.
En ik herinner me ook nog heel goed dat na die bewuste commissievergadering mevrouw Heeren bij mij kwam en zei: Oei, oei, Jo Vandeurzen heeft daar precies iets gezegd. Ik reageerde daarop dat ik heel blij was met uw uitspraken.
Maar ik moet zeggen, minister, dat u mij maar één keer blij hebt kunnen maken en dat was die keer. (Opmerkingen van de regering. Gelach)
Pardon? Ja, u hebt me inderdaad weer NIP gemaakt. Dat is nu net het probleem dat we hebben bij Welzijn. Ik heb soms de indruk dat u het wel zou willen proberen, maar toch durft u de sprong niet te maken en tot op vandaag weet ik nog altijd niet goed waarom niet.
U noemt het VIPA en u verwijst naar een studie. Dit is een mooi voorbeeld om aan te tonen waar het mank loopt. Met talloze vragen, schriftelijke vragen, vragen om uitleg en betogen in de commissie heb ik al meerdere keren willen aantonen dat er iets fout loopt bij het VIPA voor ouderenvoorzieningen. Waarom kan ik dat zo duidelijk zeggen? Omdat we heel goede voorbeelden hebben van voorzieningen die werken zonder VIPA-middelen. Ze werken aan dezelfde voorwaarden en erkenningsnormen als alle andere die wel werken met het VIPA. De prijs staat in eenzelfde verhouding als in de andere voorzieningen voor ouderen. Een normaal denkend mens moet zich dan toch afvragen waarom we er als overheid zo veel geld moeten blijven in steken als het ook op een goedkopere manier kan. Waarom zetten we die middelen niet op een andere manier in, op een manier waarvan de ouderen rechtstreeks beter worden? Dit is een voorbeeld.
Na lang dralen hebt u dan beslist om een studie te laten doen. We moeten er voor eens en voor altijd van af en dus gaan we een studie doen. Opnieuw was ik eventjes PIP. Het heeft weer niet lang geduurd, want de eerste resultaten van die studie waren blijkbaar niet voldoende voor u. Of ze verontrustten u. De studie werd toegewezen aan het HIVA (Hoger Instituut voor de Arbeid) en professor Pacolet, toch een instituut dat meestal heel goed werk levert voor u en uw administratie. Nu was het plotseling niet zo goed meer en er moest bijgestuurd worden. Die mensen kregen dus de opdracht om hun huiswerk opnieuw te maken. Ik ben nu benieuwd. Ik ben nu echt benieuwd wanneer we de studieresultaten zullen zien en hoe we ze zullen zien.
Ten tweede zijn er de personen met een handicap. Inderdaad, ook daar zijn er mensen die klaarstaan om onze overheid te helpen. Ze willen mee aan de kar duwen, ze willen mee voor een stuk van de oplossing zorgen. Waarom wordt zo halsstarrig geweigerd om op een constructieve manier met die mensen in gesprek te gaan en om te bekijken waar het mangelt, wat er moet gebeuren om vooruit te geraken? Het gaat om mensen die het willen doen. Die antwoorden zou ik nu echt graag vernemen.
Ik neem aan dat we het debat niet zullen verengen tot de problematiek van het VIPA. De insinuatie dat een studie wordt uitgesteld wegens een conclusie die ons niet zou bevallen, betwist ik met klem. Ik zal professor Pacolet vragen om daarover publiek, of minstens tegenover u persoonlijk, zijn standpunt te geven. Ik neem het eerlijk gezegd niet dat dingen worden geïnsinueerd die totaal niet overeenstemmen met de werkelijkheid. Het is het HIVA zelf dat uitstel heeft gevraagd omdat het niet rond geraakte met de cijfers. Het zal het HIVA zijn dat op een bepaald moment de studie zal bekendmaken. En dan zullen wij maar niet met de intenties die we in een studie willen lezen en die bij u minstens zo hardnekkig zullen zijn als u suggereert met andere de studie bekijken en gebruiken in functie van wat zal komen, namelijk de transfer van die belangrijke bevoegdheid naar Vlaanderen, om onze financieringstechnieken voor die sector aan te passen.
Maar ondertussen weten wij van het kenniscentrum dat we tussen 1500, 1600, 1800 en meer dan 3000 bedden bij moeten creëren elk jaar om de noden van de vergrijzing te kunnen bijhouden. Dat wil zeggen dat ik rechtszekerheid moet organiseren voor iedereen die gevat is in die uitdaging en die met de vergunning waarover de betrokkene beschikt inderdaad die initiatieven moet nemen. Ik kan u geruststellen: zowel de commerciële sector als de social profit is op dat vlak op dit moment heel actief in de realisatie van die capaciteit. We halen de Vlaamse ambities 2011-2012, we zullen die absoluut wel bereiken. Ik ben absoluut niet van plan om die dynamiek op dit moment met rechtsonzekerheid te fnuiken. We gaan dat op een correcte manier doen, we gaan het zorgvuldig doen en op momenten dat we een aanleiding hebben om financieringstechnieken op een goede manier te wijzigen. En als ik de Open Vld goed begrijp, zal dat heel snel gaan, want de staatshervorming zal heel snel tot in de Vlaamse begroting doordringen.
Wat personen met een handicap betreft, verzet ik me werkelijk tegen het idee dat we dergelijke initiatieven niet genegen zouden zijn. Ik kan enkel herhalen wat ik al heb gezegd. De mensen die gisteren zulke mooie resultaten hebben getoond, hebben dat enkel kunnen doen omdat wij hen onder meer hebben gefinancierd. We hebben bepaalde zaken zelfs projectmatig gefaciliteerd om het mogelijk te maken dit te leren.
Het staat in de sterren geschreven. Indien iemand een initiatief neemt dat voor wooncapaciteit voor het aangepast wonen in alle verscheidenheid zorgt, kunnen we dat deels ondersteunen door middel van de rugzak die de persoon met een handicap meebrengt als hij zich in een dergelijke faciliteit huisvest. Dit is een evolutie die we uiteraard stimuleren en zelfs móéten stimuleren. Dit neemt echter niet weg dat we nog jarenlang in het volume aan handicapspecifieke ondersteuning zullen moeten investeren. Dit staat los van het persoonsgebonden assistentiebudget en de andere vormen van ondersteuning. Om het volume voldoende groot te maken, zullen we moeten blijven investeren. Die twee bewegingen staan niet haaks op elkaar. Ze gaan hand in hand. Dat is een evolutie die we gedurende de komende jaren absoluut moeten ondersteunen.
Ik wil het nog even over die rechtsonzekerheid hebben. Ik heb er op geen enkel ogenblik voor gepleit een rechtsonzekerheid in het leven te roepen. Indien de voorzieningen er momenteel zonder die structuren komen, gebeurt dat ook zonder die rechtsonzekerheid.
In dat geval moeten we nagaan wat het resultaat is. Dit is de volgende uitdaging die de Vlaamse overheid moet aangaan. Kunnen we de kwaliteit objectief meten? In dat geval zullen we weten waarover we spreken.
Ik wil absoluut geen oordeel over vellen of enig vooroordeel uiten. Indien het om andere financieringsmanieren gaat, moeten we weten welke kwaliteit van dienstverlening wordt verstrekt. Het maakt niet uit of het om een ziekenhuis, een woonzorgcentrum of een andere vorm van dienstverlening gaat. De resultaten moeten duidelijk zijn.
Op dat ogenblik zal de Vlaamse Regering over het juiste instrument beschikken om een handhavingsbeleid te organiseren. Dit staat los van de aard van de initiatiefnemer. We moeten de correcte gegevens meten. Wat de woonzorgcentra betreft, kan ik iedereen alvast geruststellen. We zijn daar snel en effectief mee bezig.
Dames en heren, we zullen de bespreking van de verklaring van de Vlaamse Regering vanmiddag voortzetten. Dan zullen de andere fractieleiders aan bod komen.