Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Dehandschutter heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, we hebben via de media vernomen dat er over veertien dagen 44 werken van oude meesters bij het veilinghuis Sothebys worden aangeboden. Een van die oude meesters is Pieter Brueghel de Jonge. Drie werken van hem staan op het lijstje, waaronder De toren van Babel, maar ook het zeer merkwaardige schilderij De strijd tussen carnaval en vastenavond dat hij gekopieerd heeft van zijn illustere vader Pieter Brueghel de Oude.
Minister, als wij dat vernemen in de media, dan denken we bewust of onbewust aan onze eigen topstukkenlijst. Samen met een aantal collegas heb ik u in de commissie Cultuur hierover al ondervraagd, een eerste keer in januari vorig jaar naar aanleiding van de veiling van het retabel van Sint-Dympna, ook bij Sothebys. Ook de heer Delva heeft u een vraag gesteld in juni vorig jaar, naar aanleiding van de verwerving van De Baden van Oostende van Ensor. Minister, u hebt toen aangekondigd dat een werkgroep binnen het agentschap Kunsten en Erfgoed het Topstukkendecreet zou evalueren. U zei dat die evaluatie eind 2011 zou zijn afgerond. In antwoord op de vraag van de heer Delva hebt u dan gezegd dat de evaluatie in de lente van dit jaar zou worden gefinaliseerd.
Minister, wat is de stand van zaken van de evaluatie?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, we hebben inderdaad experts gevraagd om het Topstukkendecreet te evalueren. Dat is ook gebeurd, binnen de tijd. De evaluatie zegt dat het instrument van het Topstukkendecreet zeer goed is. Er zijn een aantal heel belangrijke verwezenlijkingen. Als de werken op de Topstukkenlijst komen, kan men de werken niet zomaar naar het buitenland brengen en bovendien kan er ook een restauratie van de werken gebeuren.
Er waren natuurlijk ook een aantal aanbevelingen in de evaluatie opgenomen, die we ook ter harte hebben genomen. Een eerste aanbeveling ging over het feit dat er in Vlaanderen een andere bescherming is dan in de Franse Gemeenschap. Wij werken met een lijst, de Franse Gemeenschap werkt met categorieën.
Er blijkt nu in Brussel een conflict te bestaan: men kan kiezen waar men goedkeuring aanvraagt om een werk naar het buitenland te brengen. Een van de aanbevelingen was om de regelingen op elkaar af te stemmen zodat er een gelijkaardige regeling is. Het agentschap is volop bezig met het uitwerken van een voorstel, samen met de Franse Gemeenschap.
Een tweede pakket van aanbevelingen lag volledig in de fiscaliteitssfeer. Een aantal aanbevelingen moeten volledig federaal worden geregeld. De gedeeltelijke vrijstelling van successierechten voor topstukken behoort wel tot onze bevoegdheden. In maart heb ik dit voorstel overgemaakt aan de bevoegde minister voor Financiën en Begroting, maar helaas hebben we nog geen feedback gekregen. We hopen dat dit snel zal gebeuren.
Er is dus een positieve evaluatie en er zijn twee aanbevelingen die al ter harte zijn genomen.
Minister, het zou goed zijn dat we in de commissie Cultuur kennis kunnen nemen van het evaluatierapport en er ook een bespreking kunnen aan wijden. U maakt het onderscheid tussen de Vlaamse methode met de lijst en de Franstalige methode met categorieën. Zijn er aanbevelingen daarover? Ik denk dat er voldoende aandacht en ruimte is voor de lijst met oude meesters, maar misschien staan er onvoldoende representatieve werken uit de moderne Vlaamse schilderkunst op de lijst.
De heer De Gucht heeft het woord.
Minister, staan de werken waarvan sprake in de lijst van de topstukken? Hadden ze erin moeten staan? Welke tijdspanne wordt er gehanteerd voor de aanpassing van de topstukkenlijst? U hebt het gehad over de evaluatie en dat er problemen zijn met de Franse Gemeenschap. Zou uw overleg met de Franstalige minister niet beter kunnen verlopen, mocht u al stappen hebben ondernomen om dat samenwerkingsakkoord eindelijk in gang te zetten? Welke stappen hebt u ondertussen ondernomen?
Zijn dat uw vragen, mijnheer De Gucht? Niet meer? U weet dat het reglement zegt dat u één vraag aan de minister kunt stellen. Welke vraag wilt u nu eigenlijk stellen? De eerste? De derde? De zesde? Zegt u het maar.
Ik heb er eigenlijk maar twee gesteld, voorzitter. De eerste was in verband met de werken, of ze er al dan niet op staan, en in welke tijdspanne de evaluatie gebeurt. De tweede is of de samenwerking met de Franse Gemeenschap niet beter zou verlopen, mocht er al een samenwerkingsakkoord ondertekend zijn tussen de ministers.
U hebt uw vragen nu herhaald. De minister zal zeker goed kunnen antwoorden.
De heer Delva heeft het woord.
Minister, ik sluit me graag aan bij de vraag van de heer Dehandschutter. Ik was getroffen door uw antwoord dat we in Brussel een oplossing zullen moeten zoeken omdat het systeem van de Franstaligen anders is dan bij ons. Dat hoeft geen probleem te zijn: Brussel is where two oceans meet. Of dat in het samenwerkingsakkoord met de Franse Gemeenschap komt of niet, lijkt me minder belangrijk. We moeten wel tot een oplossing komen. Ik vraag ook om inzage te krijgen in de evaluatie zelf. Het zou nuttig kunnen zijn om dat in het parlement te bespreken.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Een van de aanbevelingen was dat er in Brussel met beide systemen wordt gewerkt, met de categorieën en de lijsten. De voorstellen die op tafel liggen, zijn dat we niet alleen met de lijsten werken, maar eventueel ook met categorieën, zodat we niet elk stuk met naam op die lijst moeten plaatsen om te beschermen, maar dat je dat via een categorie kunt doen. Daar wordt nu aan gewerkt, ook in overleg met de collegas van de Franse Gemeenschap, om in Brussel een gezamenlijke regeling te kunnen krijgen.
Mijnheer De Gucht, het spreekt voor zich dat dit niet in het akkoord met de Franse Gemeenschap zal staan. Er zullen heel wat andere belangrijke zaken in staan, maar hiermee zijn we al ver gevorderd en we kunnen elkaar hierin perfect vinden.
Volgens mijn informatie staan die werken niet in de topstukkenlijst. Er is ook niet direct een aanbod geweest om die werken aan te kopen. Als er zich een mogelijkheid voordoet om topstukken of andere belangrijke werken aan te kopen en hier te houden, zoeken we daar de middelen voor.
U weet dat als die werken zich in Vlaanderen bevinden, ze niet kunnen worden geëxporteerd naar het buitenland zonder dat daar een toelating voor wordt gegeven.
Het voorstel tot gedeeltelijke vrijstelling van successierechten ligt op de tafel. Het is al in maart overgemaakt, het is zo goed als klaar. Ik hoop dat we vanuit Financiën en Begroting snel een signaal krijgen om daarmee door te gaan. Ook wat de lijsten en de categorieën betreft, zitten wij op schema. We kunnen vrij snel met een heel concreet voorstel komen.
Het spreekt voor zich dat de evaluatie die is gemaakt door de experts van de Topstukkenraad kan worden overgemaakt aan de commissie en dat daarover van gedachten kan worden gewisseld.
Ik heb daar niets aan toe te voegen. Ik kijk uit naar de discussie in de commissie zelf en ik geef graag het woord terug aan onze eigen oude meester, de weledelgestrenge heer voorzitter.
De actuele vraag is afgehandeld.