Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Smaers heeft het woord.
Minister, ik vernam deze week dat u heuglijk nieuws had omdat u in het West-Vlaamse Staden het allereerste routeringsplan voor vrachtwagenroutenetwerken hebt voorgesteld. Uiteraard ben ik heel blij dat te vernemen. Het is wel in West-Vlaanderen, maar ik hoop dat de andere regios nog zullen volgen. Zowel wij in dit parlement als u in de Vlaamse Regering hebben herhaaldelijk gepleit voor die vrachtwagenroutenetwerken, uit hoofde van verkeersveiligheid en leefbaarheid in de dorpen.
Wel, vooral vanuit die principes van verkeersveiligheid, maar ook vanuit het oogpunt van een vlotte doorstroming van het zwaar vrachtvervoer en uiteraard de vlotte bereikbaarheid van bedrijvenzones, hebben wij dit dossier terecht op de prioriteitenlijst geplaatst en hebt u dat ook als prioritair aanschouwd in uw beleidsnota.
In de loop van dit jaar had u aangekondigd dat het raamwerk voor de diverse vrachtwagenroutenetwerken in de verschillende regios verder zou worden uitgerold, dat de bewegwijzering eraan zou worden aangepast en dat de kaarten zouden worden overgemaakt aan digitale kaartenmakers zodat ook de gps-leveranciers hun aanpassingen kunnen doen. Minister, ik ben benieuwd wat uw ervaringen en bevindingen zijn bij de voorbereiding van dit eerste routeringsplan in Vlaanderen? Wat zijn eventuele hinderpalen om de vrachtwagenroutenetwerken in alle andere regios te kunnen uitrollen en te realiseren op korte termijn?
Minister Crevits heeft het woord.
Het is absoluut een prioriteit om in Vlaanderen een vrachtwagenroutenetwerk te realiseren. Vlaanderen is daarvoor opgedeeld in 28 zones. Een paar maanden geleden is een studiebureau aangesteld om dat netwerk uit te tekenen voor elk van die 28 zones. Het is de bedoeling dat we, gebaseerd op het ruimtelijk structuurplan, alle zones die groter zijn dan 50 hectare, aanduiden, plus de interessante distributiezones. Het onderzoek is volop bezig.
Wat we enkele dagen geleden in Staden hebben uitgerold, is het model dat nog wat verfijnder is. De zone die daar is gestart, is een deelzone van een van de 28, maar waarin de lokale bedrijvenzones zijn opgenomen. Die oefening is gemaakt samen met de lokale besturen en de provincie, en die kan model staan voor alle andere kleinere regios in Vlaanderen en kan ook worden gebruikt door hen die erin willen investeren.
Een groot voordeel is dat we een model hebben, zowel voor de gemeenten als voor de 28 Vlaamse zones. Ik verwacht dat het voorstel van netwerk tegen begin volgend jaar klaar is. Het is wat later dan gepland, want ik dacht dat het dit jaar volledig klaar zou zijn. De oorzaak is vooral het consensusmodel dat we nastreven. Er gaat heel veel tijd in het grensoverschrijdende lokale overleg over de routes die moeten worden gevolgd. Je moet een consensus vinden met steden en gemeenten, met de Vlaamse overheid en iedereen moet zich erachter scharen.
We hebben alle gemeenten al bevraagd over de routes die vrachtwagens op hun grondgebied nemen. Van 95 procent van de gemeenten hebben we al informatie gekregen. Het studiebureau is nu volop aan het werk om die preferentiële routes uit te tekenen. Het is de bedoeling dat die begin volgend jaar overal worden geplaatst.
Minister, ik ben blij te vernemen dat ook de rest van de vrachtwagenroutenetwerken binnen redelijke termijn zullen worden gerealiseerd, zeker tegen begin 2013, hoor ik u zeggen. Dat is heel snel. Er moeten toch heel wat zones worden gerealiseerd. Ik wacht dus op de vrachtwagenroutenetwerken in mijn regio. Dan zullen we allemaal blij zijn dat het zware verkeer uit de dorpskernen kan worden gehouden.
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, ik kan u alleen maar succes toewensen met de implementatie van dat vrachtwagenroutenetwerk. Iedereen die vandaag bekommerd is over verkeersveiligheid en ‑doorstroming, weet dat er een probleem is met het zwaar vervoer. Het is goed dat uw diensten met de gemeenten kort op de bal blijven spelen omdat dit een gedeeld belang is. Dit is een verhaal van de ketting en de schakels: men is maar zo sterk als de zwakste schakel. Uw dienst Agentschap Wegen en Verkeer, maar ook andere diensten, moeten de gemeenten aansporen mee stappen te zetten en mee te overtuigen van de urgentie. Zo kunnen we samen winnaar worden inzake verkeersveiligheid en -doorstroming.
De heer DHulster heeft het woord.
Enkele weken geleden heb ik naar aanleiding van de dodehoekproblematiek een soortgelijke vraag gesteld. Er zijn veel regios in Vlaanderen die te kampen krijgen met verdwaalde vachtwagens. Die veroorzaken heel veel overlast en verkeersonveiligheid in de verschillende woonstraten en dorpskernen.
De rand rond Antwerpen is zon regio waar heel veel vrachtwagens een shortcut zoeken tussen de verscheidene autosnelwegen. Net als heel wat andere regios in Vlaanderen heeft de onze dringend nood aan zon vrachtroutenetwerk. Minister, ik wens u dan ook alle mogelijke succes toe bij het realiseren ervan tegen begin 2013.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Minister, ook ik wil u succes wensen met het verder uitwerken van dat vrachtroutenetwerk. Er is vandaag sprake van heel wat lofbetuigingen. De gemeenten zitten daar al lang op te wachten. Elke gemeente zal ook inspanningen moeten doen om verder samen te werken en ervoor te zorgen dat die vrachtwagens niet meer door straten rijden waar ze eigenlijk niet thuishoren.
Ik neem het u niet kwalijk dat dit lang heeft geduurd. Ik weet hoe ingewikkeld het is om alle betrokken actoren aan tafel en tot een consensus te krijgen. De knoop zal echter liggen bij de praktische uitvoering, namelijk bij het implementeren in de gps-systemen. Het is me nog niet duidelijk in welke mate dat al is gebeurd. Uiteindelijk is het immers belangrijk dat de vrachtwagenchauffeurs, waarmee niet is overlegd, op hun gps zien welke route ze moeten volgen en door welke straten ze absoluut niet mogen rijden.
De heer Peeters heeft het woord.
Minister, ik sluit me aan bij de lofbetuigingen. Ik wens u alle succes. Het lijkt me ook zinvol dat u deze problematiek bovenlokaal aanpakt. Wat dat betreft, sluit ik me aan bij wat de heer Keulen heeft ingebracht. Veel lokale besturen hebben mobiliteitsplannen, en hebben daarin ook bijvoorbeeld voorzien in tonnagebeperkingen. Hoe gaat u om met die bestaande reglementeringen? Zult u met dit systeem die mobiliteitsplannen overrulen of aanpassen? Hoe wordt daar overleg over gevoerd?
Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Voorzitter, minister, toen ik u eind vorig jaar ondervroeg over de beleidsbrief, kondigde u een aantal pilootprojecten aan. Ik had toen gezegd dat het toch wel tijd werd dat dit jaar aan een aantal pilootprojecten uitvoering werd gegeven. Dit is zon project. Ik hoop alleszins dat u daarin zult slagen, want andere pilootprojecten blijken maar niet van de grond te komen. Ik verwijs in dat verband bijvoorbeeld naar de problematiek van het sluipverkeer, naar de studie naar het sluipverkeer in de zuidoostrand van Antwerpen (SLUIZO), naar de studie van het Mobiliteitsoverleg ZuidOostrand (MOZO). Die zijn een stille dood gestorven. Ik stel alleen maar vast dat dit pilootproject van het vrachtroutenetwerk eigenlijk tot stand komt in een regio waar de problemen niet zo ernstig zijn als in de Antwerpse regio. De heer DHulster heeft daar ook naar verwezen.
Ik hoop alleszins dat u de moed zult hebben om deze legislatuur ook nog de andere pilootprojecten aan te pakken die echt een oplossing zouden kunnen betekenen voor de verkeersproblematiek.
Dat vrachtroutenetwerk is gebaseerd op een consensusmodel. Daarmee beantwoord ik al een pak vragen. Dat betekent dus dat, als we een zone uittekenen, we het akkoord van de lokale besturen nodig hebben. Anders zou dit nooit kunnen werken. Er was de vraag hoe dit zich verhoudt tot de lokale mobiliteitsplannen en zo. We hebben het akkoord nodig van de lokale overheden. Staan zij er niet achter, dan zal dat routenetwerk niet werken.
Ook moet er een sterke promotie worden gevoerd ten opzichte van de bedrijven. We hebben dat nu ervaren in de IDR-zone (Ieper-Diksmuide-Roeselare). Dat vrachtroutenetwerk heeft immers eigen aanwijsborden en codes. We moeten de bedrijven daar vertrouwd mee maken. We moeten een actieve politiek voeren ten opzichte van vrachtwagensbestuurders over wat goede routes zijn. Natuurlijk moeten we hun medewerking hebben.
Waarom is de IDR-zone de eerste zone geworden? Voor mij was het zeer interessant een regio te hebben waarin de lokale bestuurders echt die consensus wilden vinden. Ook daar waren er problemen met tonnagebeperkingen. Een gemeente heeft een dergelijke beperking ingevoerd op de weg, een andere zag dat liever via een andere weg. We moeten echt streven naar een consensus met betrekking tot het gaan gebruiken van bepaalde voorkeurroutes. Dat is daar absoluut gelukt. Met alle respect voor alle andere zones, waar dat ook heel dringend is, maar die zone is voor mij bovendien interessant omdat er voor het eerst een aantal gemeenten zijn die ook hun lokale bedrijvenzones mee in dat grote routenetwerk willen stoppen. We zien dat dat eigenlijk best mogelijk is. Dat is één en dezelfde oefening. Voor mij is het dus bijzonder interessant om dat daar uitgerold te zien.
Wat de gps-providers betreft, is het absoluut de bedoeling om dat kaartmateriaal ter beschikking te stellen. Zelf heb ik nog niet zo lang geleden immers vastgesteld dat veel vrachtwagens zomaar terechtkomen in kleine kernen, terwijl dat totaal niet nodig is. Veel vrachtwagens zijn ook niet uitgerust, want de voorkeurroutes voor vrachtwagens zijn nog niet juist ingesteld. Er is dus nog wel wat werk aan de winkel.
Collega Smaers, ik heb begin 2013 gelanceerd. Dat is natuurlijk in de veronderstelling dat ik een consensus krijg. Het is goed dat Vlaanderen is ingedeeld in 28 zones. Ik hoef niet te wachten op een consensus voor heel Vlaanderen om uit te rollen. Als we al tot een consensus kunnen komen in enkele zones, dan kunnen we daar uitrollen. Ik verwacht de eerste resultaten begin 2013 om dan in de loop van het jaar te zien wanneer we de borden plaatsen, hoe we dat zullen doen en hoe we al die info zullen bezorgen aan de gps-providers.
Iedereen, behalve mevrouw Van den Eynde, wenst mij succes. Dat is natuurlijk gevaarlijk maar het toont ook aan dat het een bijzonde complexe problematiek is om aan te pakken. Het is ook een problematiek die samen met de werkgevers, de werknemers en de lokale besturen moet worden aangepakt. Nog eens, tegen de zin van een lokaal bestuur is het zeer moeilijk om dat van bovenaf op te leggen. Ik heb wel de handschoen opgenomen om tot die consensus te komen. Ik hoop dat we volgend jaar een aantal goede resultaten zullen bereiken in een aantal van die zones.
Ik wil antwoorden op wat mevrouw Van den Eynde heeft ingebracht. Dit is juist een pilootproject en een dossier om sluipverkeer te weren en om vrachtverkeer uit de dorpen te houden en enkel via de hoofdroutes te laten rijden. Het is wel degelijk een project dat sluipverkeer tegengaat. Ik hoop met u dat lokale besturen snel met u in consensus gaan om dat te realiseren.
De actuele vraag is afgehandeld.