Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Diependaele heeft het woord.
Minister-president, vorige week werd bekendgemaakt dat 7 miljoen euro zou worden vrijgemaakt als steun aan projecten voor de transformatie van onze Vlaamse industrie. Dat past in het Nieuw Industrieel Beleid (NIB) dat ondertussen ruim twee jaren geleden werd aangekondigd, naar aanleiding van de sluiting van Opel. Vorig jaar was er dan het witboek Nieuw Industrieel Beleid dat vijf concrete antwoorden gaf op de aangehaalde problemen.
Er kan in grote lijnen een opdeling worden gemaakt. Langs de ene kant zijn er de klassiekers die we regelmatig horen vanuit de industrie. Het gaat dan over energiekost, infrastructuur, loonkost waar wij natuurlijk niets aan kunnen doen , vergunningenbeleid, afstemming van het onderwijs op de arbeidsmarkt enzovoort. Op heel wat van die punten voert de Vlaamse overheid reeds een beleid. Vorige week werd het energieprobleem deels opgelost, er is het STEM-actieplan (Science, Technology, Engineering, Mathematics) voor de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt, er wordt gewerkt aan de unieke vergunning enzovoort. We proberen dus al iets te doen aan het flankerend beleid.
Aan de andere kant is er de eigenlijke transformatie van de industrie. U stelde heel terecht dat, om dat ingang te doen vinden in de Vlaamse economie of industrie, we de grootst mogelijke inspraak moesten hebben van die Vlaamse industrie zelf. Om die reden hebt u de Vlaamse Industrieraad opgericht, die sinds november aan het werk is. In de commissie hebt u al gezegd dat die dringend toe was aan een versnelling. U was zelf wat geërgerd door het feit dat we daar nog steeds geen concrete adviezen van hadden ontvangen. U hebt toen een versnelling aangekondigd.
Minister-president, is die 7 miljoen euro daar een van die adviezen van? Een paar weken geleden was er in de commissie namelijk nog geen sprake van die 7 miljoen euro en plots is die er wel. Normaal gezien komt er pas op 19 juni een aankondiging van de concrete punten, maar past die 7 miljoen euro daar ook al in?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, collegas, ook wat het NIB betreft, werd mijn geduld en dat van een aantal mensen in dit halfrond op de proef gesteld. We hebben ruim een jaar geleden een witboek Nieuw Industrieel Beleid gelanceerd, met vijftig acties in. Waar staan we nu? U zei zelf al dat het de bedoeling is om op 19 juni heel duidelijk te maken waar we nu staan. De voorzitter van de Industrieraad, Wouter De Geest, zal namens de Industrieraad verduidelijken waar die Industrieraad voor staat en wat er volgens hem moet gebeuren.
Er is ook het concept Fabriek van de Toekomst. We hebben een eerste oproep gelanceerd. 46 projecten werden ontvankelijk verklaard. We zullen ook daar een stand van zaken over geven.
U hebt terecht verwezen naar de tweede oproep van vorige week vrijdag van 7 miljoen euro. Die oproep betreft projectvoorstellen die focussen op het inzetten van technologieën als geavanceerde productie- en procestechnologieën, Cleantech enzovoort. Die tweede oproep is dus ook al gelanceerd.
Van het TINA-Fonds (Transformatie, Innovatie en Acceleratie), dat wij een hele tijd geleden hebben opgericht, zullen de resultaten, de concrete dossiers die werden goedgekeurd, aan bod komen. Er zal tekst en uitleg worden geven over een aantal andere projecten, zoals het FISCH-project (Flanders Strategic Initiative for Sustainable Chemistry) van de chemie.
Wij hebben ook de bouwsector uitgenodigd om het te hebben over de stand van zaken van de transformatie van de sector. Ook anderen zijn uitgenodigd. Het is de bedoeling om op die dag heel concreet na te gaan wat er al is gebeurd en wat er nog moet gebeuren. Wat het relancebeleid betreft, zitten wij met de timing goed. De conclusies van de Industrieraad en van het colloquium van 19 juni zullen worden meegenomen, zodat het beleid nog wordt versterkt en ook het federale niveau een en ander kan worden meegegeven.
Ik dank u voor het antwoord. Uw en ons geduld wordt op de proef gesteld. Wij moeten er dringend werk van maken. Laat dat echter geen eindpunt zijn. Wij moeten ook werk maken van de klassieke taken: het flankerend beleid, de administratieve vereenvoudiging en het vergunningenbeleid. U verwijst naar het TINA-Fonds. Enkele maanden geleden hebben wij in de commissie gehoord dat maar een heel klein deel van die 200 miljoen euro is opgenomen. Is daar ondertussen al verandering in gekomen?
Wij moeten onze voorstellen erg concreet maken, zodat wij het federale niveau kunnen vragen om zijn relancebeleid af te stemmen op het Vlaams economisch beleid, onder meer inzake de transformatie van de industrie.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collega's, de transformatie van de Vlaamse industrie is in het kader van het NIB al lang een gespreksonderwerp en daar wordt al lang op ingezet. Ik kan alleen maar de heer Diependaele bijtreden wanneer hij zich afvraagt waar wij nu eigenlijk staan. Enkel praten in werkgroepen leidt tot niets. Wij moeten resultaten zien. In de persmededeling over de 7 miljoen euro voor industriële transformatie staat onder meer dat er een nieuwe oproep tot beroeps- en sectorfederaties, interprofessionele organisaties en kenniscentra komt. Binnen welke termijn wordt hieraan gevolg gegeven?
Mevrouw Ceysens heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collega's, vanmorgen spraken professor Soete en zijn ondervoorzitter, professor Oosterlinck, in de commissie over het nieuwe rapport. Een van hun grote kritieken is wel dat economie en innovatie niet bij dezelfde minister zitten. Ik kan daar inkomen. Ik denk dat dit nodig is om een goed NIB te voeren. Dat lijkt me dus een gemiste kans. U had het over de chemische sector en de vzw FISCH. Ik ben blij dat u dat deed, want het gaat in dit geval over een industrietak die zelf heel goed weet hij naartoe wil en waar hij wil innoveren. Met FISCH lukt dat, en dat komt tegemoet aan een van de voorstellen in het rapport-Soete. De tweede industrietak die zowel qua productie als qua wetenschappelijke ontwikkeling goed is, is de farmaceutische industrie en de gezondheidstak in het algemeen. Zelf vind ik dat wij op dat vlak niet vooruit geraken. Ooit begon u met de idee Medisch Centrum Vlaanderen te werken. Nadien werd dat Flanders Care. Ik heb alleszins het gevoel dat wij de witte economie niet de plaats geven die zij verdient.
De heer Sabbe heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collega's, de heer Diependaele behoort tot de meerderheid, en ik begrijp dat hij het allemaal rustig en omfloerst moet zeggen. In februari 2010 was er de staten-generaal. In mei 2011 was er het witboek. Het groenboek zit er ergens tussen. In september 2011 is de Industrieraad opgericht. Op 19 juni 2012 zullen wij 2,5 jaar voorbij het moment zijn waarop is gezegd dat wij er iets zouden moeten aan doen. Ik hoop dat ik mij vergis, maar ik vrees dat het een praatbarak zonder concrete besluiten zal worden. Misschien moet u een beroep doen op een goede West-Vlaamse kmo, die Red Bull invoert. Misschien moeten alle ministers een kistje Red Bull krijgen. Dat geeft vleugels en zal alles sneller laten gaan. Zo werken wij dan ook nog eens met een kmo uit eigen streek, dat is dan mooi meegenomen.
De heer Watteeuw heeft het woord.
Minister-president, nog negentien dagen. We zullen even wachten. We wachten al zo lang. De heer Sabbe heeft dat daarnet terecht geschetst. Er is bijna drie jaar van deze legislatuur verstreken. U zult met een aantal voorstellen voor de dag komen. Ik hoop dat er een concreet tijdschema zal worden gemaakt voor de volgende twee jaar. Ik hoop dat op 19 juni duidelijk zal worden wat u de komende twee jaar zult doen met betrekking tot het Nieuw Industrieel Beleid, en ik hoop dat u niet altijd bij de chemische nijverheid zult blijven hangen. Daar gebeuren zeer interessante dingen. We hebben geprobeerd ervoor te zorgen dat u aandacht kreeg voor FISCH, maar bijvoorbeeld ook Fedustria doet interessante dingen met betrekking tot duurzaamheid. U moet ook hen ondersteunen en niet altijd blijven hangen bij dezelfde sectoren.
Mijnheer Sabbe, mijnheer Watteeuw, ik probeer het allemaal wel te begrijpen. Mijnheer Sabbe, Red Bull zal niets bijbrengen. Ik geef een voorbeeld: we hebben het TINA-Fonds, waarin 200 miljoen euro zit. Misschien moet u opnieuw ondernemer worden. Dan kunt u daar misschien met diezelfde bevlogenheid een voorstel doen. We hebben die instrumenten in het leven geroepen. We hebben er geld voor op tafel gelegd. Mijnheer Diependaele, we hebben twee projecten goedgekeurd. Er zitten een aantal projecten in de pijplijn. Dat zal daar ook allemaal worden toegelicht. De vraag waarom men 200 miljoen euro niet kan aanwenden voor de transformatie van onze industrie, is een vraag die voornamelijk de industrie moet beantwoorden. Ik kan immers zelf niet die projecten opstellen, tenzij ik de politiek zou verlaten, wat sommigen misschien wel graag zouden hebben. Waar zit het probleem? Daarop moeten antwoorden worden gegeven. Er zijn prachtige projecten. Er is FISCH. Mevrouw Ceysens, er is Flanders Care, zoals dat nu heet. Er wordt nu bekeken in welke mate we dat met het industriële kunnen verbinden. Ook dat zal aan bod komen. Ik vind echter dat we erin geslaagd zijn een aantal bijkomende instrumenten op tafel te leggen. Ik wil weten wat de respons is op dit moment, waarom die respons is wat ze is en of we die respons groter kunnen maken. Het geld is er echter. De instrumenten zijn er.
Mijnheer Watteeuw, het klopt dat het niet alleen over FISCH gaat. Ik heb de bouw genoemd. Ik wil er ook nog andere noemen. Ze krijgen allemaal de kans om te tonen waarmee ze bezig zijn en hoe ze dat zien. Het antwoord moet nu komen van de industrie zelf. Daarom hebben we de Industrieraad opgericht, die daar ook tekst en uitleg zal geven.
Mijnheer Deckmyn, wat u zei over die werkgroepen en zo is wat populistisch, als u me dat toestaat. We hebben de industrie heel duidelijk een aantal mogelijkheden gegeven. Er is de tweede oproep, voor 7 miljoen euro. De timing vindt u terug in de oproep. Dat is dus zo transparant als maar mogelijk is. Voor de eerste oproep waren er 46 projecten, wat positief is. We zullen de geselecteerde projecten daar ook voorstellen. We zullen daar een aantal conclusies uit trekken. Aan zowel de oppositie als de meerderheid wil ik echter zeggen dat we heel snel hebben gereageerd, dat we heel snel dat Nieuw Industrieel Beleid op poten hebben gezet. De vraag is hoe het komt dat dit toch traag van start gaat. Hoe kunnen we een en ander versnellen? Daarop hoop ik op 19 juni een antwoord te krijgen.
Mijnheer Sabbe, u moet altijd zeer voorzichtig zijn als u iemand woorden in de mond legt, zeker als dat mijn mond is. Als u mijn eerlijke mening moet weten: ik denk dat het Nieuw Industrieel Beleid en die transformatie van de industrie zeer belangrijk zijn, maar wat voor deze Vlaamse overheid nog veel belangrijker is, en terecht, is dat flankerend beleid. Dat zijn de klassiekers die ik daarnet heb genoemd. Er zijn de loonkosten, waarvoor we zelf geen inspanning kunnen doen. Er is het vergunningenbeleid, waaraan wordt gewerkt. Er is de afstemming van het onderwijs op de arbeidsmarkt, waaraan eveneens wordt gewerkt. Er is het energiebeleid en dergelijke meer enzovoort. Wat de transformatie van de industrie betreft, hebben we er uitdrukkelijk voor gekozen om de grootste inbreng vanwege de industrie toe te laten. Ik denk dat dit de juiste keuze is geweest. Daartoe hebben we die Industrieraad opgericht, die onafhankelijk van de overheid werkt. Daar zitten geen mensen van kabinetten in. Dan moeten er echter natuurlijk wel voorstellen komen van daar.
Om het volgens uw ideologie nog iets duidelijker te maken: laat het ondernemen aan de ondernemers mogelijk. Wij moeten het flankerende beleid mogelijk maken, en daar wordt momenteel hard aan gewerkt in de Vlaamse Regering, en dat steunen wij ook. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.