Verslag plenaire vergadering
Verslag
Voorstel tot spoedbehandeling
Dames en heren, vanmiddag heeft de heer Bart Martens bij motie van orde een voorstel tot spoedbehandeling gedaan van het voorstel van decreet van de heren Bart Martens, Lieven Dehandschutter, Jan Durnez, Marnic De Meulemeester, Peter Reekmans en Bart Caron houdende wijziging van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking.
De heer Martens heeft het woord.
Voorzitter, dit voorstel van decreet moet het de distributienetbeheerders mogelijk maken een statuutwijziging door te voeren die tot doel heeft het aantal mandaten binnen die verenigingen aanzienlijk te verminderen. Aangezien die operatie nog voor de gemeenteraadsverkiezingen zou moeten worden afgerond, moeten we hier zo snel mogelijk de decretale basis voor creëren. Er is dan ook enige dringendheid mee gemoeid.
Verschillende gemeentebesturen vaardigen momenteel al mandatarissen af naar de algemene vergaderingen van de netbeheerders waar die statuutwijziging op de agenda staat. Indien we niet snel voor een decretale basis zorgen, riskeren we dat die operatie in gevaar komt. Iedereen zit op een vermindering van het aantal mandaten te wachten. We moeten naar een soberder distributienetbeheer. Om te vermijden dat dit niet meer voor de gemeenteraadsverkiezingen kan worden afgerond, hebben we een voorstel tot spoedbehandeling ingediend.
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Voorzitter, gisteren is in de commissie Binnenlands Bestuur een discussie over dit onderwerp gevoerd. Een voorliggend voorstel van decreet is plots aangevuld met de elementen die de heer Martens nu bij hoogdringendheid wil regelen. We hebben toen vastgesteld dat de meerderheid niet goed werkt. De meerderheid heeft op het laatste moment allerlei amendementen ingediend. Het is een hele poespas geworden. Wij hebben toen voorgesteld dat voorstel van decreet terug te trekken en volgende week bij hoogdringendheid een voorstel van decreet in te dienen. Nu wil de heer Martens dat toch deze week nog doen.
Wij zullen de hoogdringendheid mee ondersteunen. Dat hoeft ons echter niet te beletten erop te wijzen dat de meerderheid hopeloos verdeeld is en knoeiwerk aflevert. Indien dit voorstel van decreet het mogelijk maakt dit allemaal te repareren, zullen wij daar constructief aan meewerken. (Opmerkingen van de voorzitter)
Mijnheer Martens, u hebt hierover iedereen behalve ons geraadpleegd. We zullen de spoedbehandeling mee goedkeuren. Straks zal de heer Penris op de inhoud ingaan. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Dan stemmen wij bij zitten en opstaan over het voorstel tot spoedbehandeling.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel wensen aan te nemen, wordt verzocht op te staan.
De tegenproef.
Het voorstel tot spoedbehandeling is aangenomen. Dan stel ik voor dat het voorstel van decreet van de heren Bart Martens, Lieven Dehandschutter, Jan Durnez, Marnic De Meulemeester, Peter Reekmans en Bart Caron houdende wijziging van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking onmiddellijk wordt behandeld.
Is het parlement het daarmee eens? (Instemming)
Het incident is gesloten.
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet van de heren Bart Martens, Lieven Dehandschutter, Jan Durnez, Marnic De Meulemeester, Peter Reekmans en Bart Caron houdende wijziging van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Martens heeft het woord.
Voorzitter, gezien het gevorderde uur zal ik het vrij kort houden. Wat hier voorligt, is een voorstel van decreet dat het decreet betreffende de intergemeentelijke samenwerking wil wijzigen.
Artikel 42 van het decreet betreffende intergemeentelijke samenwerking stelt dat tijdens het jaar van de gemeenteraadsverkiezingen in principe geen wijzigingen aan de statuten kunnen worden aangebracht. Dat is ook logisch. Het is niet de bedoeling dat gemeentebesturen op het einde van de legislatuur nog de statuten van hun intergemeentelijke samenwerkingsverbanden kunnen wijzigen. Dit zou immers de beleidsruimte en de financiële consequenties hiervan voor de volgende bestuursploeg vastleggen. Dat is de reden waarom dit artikel destijds is ingevoerd.
Het is echter zo dat een statutenwijziging die een transparantere werking van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden voor ogen heeft en die finaal leidt tot een vermindering van het aantal mandaten in een intergemeentelijk samenwerkingsverband geen financiële lasten legt op een volgende bestuursperiode, integendeel. Dergelijke statutenwijziging legt ook geenszins de beleidsruimte voor de volgende bestuursploeg vast. Om die reden hebben wij in dit voorstel van decreet voorgesteld om artikel 42 te wijzigen zodat een statutenwijziging in het jaar van een gemeenteraadsverkiezing met als finaliteit de vermindering van het aantal mandaten binnen het intergemeentelijk samenwerkingsverband, wel moet kunnen worden toegelaten.
Eigenlijk is het voorstel van decreet helemaal daarrond opgebouwd. Artikel 42 wordt in die zin gewijzigd. We maken het ook via een wijziging aan artikel 55 van het decreet Intergemeentelijke Samenwerking mogelijk dat er regionale bestuurscomités worden opgericht, een orgaan dat wordt opgericht om ondanks de forse vermindering van het aantal mandaten in een intergemeentelijk samenwerkingsverband, voor de deelnemende gemeenten toch nog beslissingsbevoegdheid te behouden voor zaken die van belang zijn voor het specifieke werkingsgebied van een intergemeentelijk samenwerkingsverband in die bepaalde gemeente.
We maken het dus mogelijk dat regionale bestuurscomités worden opgericht, uiteraard op voorwaarde dat men afziet van de oprichting van een directiecomité en van regionale adviescommissies, op voorwaarde dat de specifieke geografische aspecten een dergelijke oprichting verantwoorden en op voorwaarde dat die operatie finaal leidt tot minder mandaten binnen het intergemeentelijk samenwerkingsverband. Dat is de strekking van dit voorstel van decreet.
Als we dit vandaag goedkeuren, creëren we de decretale basis om die statutenwijziging door te voeren die de gemengde en de zuivere distributienetbeheerders voor ogen hebben, en dat zal finaal leiden tot 66 procent minder mandaten in het gemengd distributienetbeheer en ongeveer een halvering van het aantal mandaten in het zuiver distributienetbeheer. Uiteindelijk kunnen we op die manier komen tot slankere, meer sobere en meer transparante distributienetbeheerders in Vlaanderen. Ik meen dat het ons daar allemaal om te doen is.
Ik denk dat we ook het overtal aan bestuursmandaten in die intergemeentelijke samenwerkingsverbanden maximaal moeten reduceren. We hebben daar niet meer bestuurders nodig om een degelijk bestuur te kunnen uitbouwen, vandaar dat ik de vergadering zou willen verzoeken om dit voorstel van decreet straks goed te keuren.
De heer Reekmans heeft het woord.
Voorzitter, collegas, ik zal het niet te lang trekken, maar ik vind ook niet dat we dit parlement moeten laten verworden tot een parlement waar we binnen bepaalde uren moeten werken. Ik meen dat we hier als vertegenwoordiging effectief de dingen moeten bespreken die moeten worden besproken. Dit is een belangrijke mijlpaal in de evolutie van de energiedistributie en van de intercommunales in het algemeen.
Ik zal niet herhalen wat de heer Martens toelichtte. Het is een praktische regeling zodat de statuten kunnen worden aangepast van een veel belangrijker verhaal: eindelijk zullen we als politici durven snijden in eigen vlees en zullen we de tering naar de nering durven zetten. Dat is uiteindelijk wat hier gebeurt. Ik moet dan ook de meerderheid feliciteren omdat ze dit gedaan heeft, of althans een aantal leden van de meerderheid die dit ondersteund hebben. Ik herinner me nog toen ik hier bijna drie jaar geleden voor de eerste keer over de raden van bestuur van de intercommunales en over de excessen van de intercommunales durfde aanklagen, het pek en de veren al klaarstonden. Vandaag is dit bespreekbaar geworden. Dat bewijst, collegas, dat de oppositie soms tamelijk revolutionair en vooruitstrevend is en bepaalde dingen bespreekbaar maakt die de meerderheid achteraf mee bespreekt en effectief realiseert.
Ik verklaar waarom dit zo belangrijk is. Vandaag is hier gedebatteerd over armoede. Een van de belangrijkste en aan belang winnende armoede is de energiearmoede. Mensen kunnen almaar moeilijker hun energiefactuur betalen. Bedrijven gebruiken de V-TEST om aan te tonen dat zij als elektriciteits- en gasleverancier de goedkoopste zijn, om toch maar aan te tonen dat zij de beste zijn. Dat is goed voor wat de productie betreft, maar de distributie vertegenwoordigt nog altijd 43 procent van de factuur. De distributie is in handen van Eandis en Infrax, en die moeten de statutenwijziging mogelijk maken. De afbouw moet er komen.
Maar toch heb ik enkele bedenkingen. Eandis is een koepel van gemengde intercommunales, van Electrabel, aangevuld met steden en gemeenten als aandeelhouders. Infrax bestaat uit zuivere intercommunales. Zonder Electrabel goed te praten: uiteindelijk slagen de gemengde intercommunales erin om te beslissen om het aantal mandaten met twee derden te verminderen. De mandaten van de zuivere intercommunales, die 100 procent in handen zijn van de lokale overheden, zouden met 60 procent verminderen. Dat heeft de minister aangekondigd. In de praktijk gaat het over een vermindering met 50 procent.
Dat is een goede aanzet, en daarom ondertekende ik met plezier die wijziging. Elke vermindering is immers een stap in de goede richting. Maar als politici kunnen wij er toch niet mee akkoord gaan dat wij minder mandaten schrappen in entiteiten waarover wij voor 100 percent zeggenschap hebben dan in entiteiten waarover dat niet het geval is.
Ik neem hier niet de verdediging van Eandis op, maar in de media kreeg Eandis steeds opnieuw de zwartepiet toegespeeld. Als ik kijk naar de dividenden en de distributietarieven, dan treft Infrax volgens mij veel meer schuld dan Eandis. Als ik dan vaststel dat Infrax minder mandaten schrapt, dan moet ik zeggen dat Eandis het heeft begrepen en Infrax het begint te begrijpen. Dat is een verschil.
Ik geef de meerderheid niet graag felicitaties. Maar er is één uitzondering: de PBE. Eigenlijk ben ik wat beschaamd. Want ik heb jarenlang gepleit voor een mandatenafbouw, maar de distributie-intercommunale van mijn eigen streek, die de mensen bedient die ik hier vertegenwoordig, blijkt meer mandaten te hebben dan wie ook in Vlaanderen. Overal schrapt men mandaten, maar de PBE is de enige entiteit in Infrax die weigert om voor de verkiezingen mandaten te schrappen. De PBE zegt doodleuk dat men principieel akkoord gaat, maar dat dit in november zal gebeuren. De reden waarom wij dit met een spoedbehandeling moeten goedkeuren, is wel dat wij de gemeentebesturen en de intercommunales in staat moeten stellen om de statuten te wijzigen. De PBE is natuurlijk een gewestoverschrijdende identiteit, en dat wordt dan ook nog uitgespeeld.
Een van de redenen waarom ik dit op de regionale tv heb aangeklaagd, was dat de voorzitter van de PBE vertelde dat wij nu toch niet een dure algemeen vergadering kunnen samenroepen om dat snel goed te keuren. Ik heb daarop geantwoord dat ik die samenroeping wel zou verzorgen, en dat het niet nodig is om ook een maaltijd te verschaffen. Ik heb gelukkig nog wel wat mollen in die entiteiten die mij informatie aanleveren.
Eén partij van deze meerderheid heeft bij de raad van bestuur van de PBE aangedrongen dit toch door te voeren en dat was sp.a. In de PBE zitten ook Open Vld en CD&V, want er zitten maar drie partijen in die intercommunale. Daarom doe ik concreet een oproep aan de collegas van CD&V en Open Vld om de mensen te overtuigen in het arrondissement Leuven in Vlaams-Brabant om die statutenwijziging te stemmen en effectief de mandaten te doen afnemen. Het lijkt me koosjer en correct dat we dat voor de gemeenteraadsverkiezingen overal in Vlaanderen aankondigen.
Probeer de mensen van de PBE te overtuigen. Ik weet dat er heel veel oude krokodillen zitten die het niet graag hebben. Ik ken de PBE ook tamelijk goed. Dit voorstel van resolutie zal door meerderheid en oppositie worden goedgekeurd. Laat alstublieft niet één stukje in Vlaanderen bezoedeld met mandaten die men weigert af te slanken, terwijl er in heel Vlaanderen over alle partijgrenzen heen een akkoord is dat dit moet gebeuren.
Die mandaten nu schrappen is één ding, maar ik wil er toch nog een bedenking over kwijt. Het feit dat we vandaag effectief gaan snijden in eigen vlees, siert de meerderheidspartijen. Voor een oppositiepartij is het natuurlijk gemakkelijker om dat te vragen, voor een meerderheidspartij is het ook effectief doen. Het betekent dat je bepaalde mensen in de politieke partijen moet teleurstellen omdat ze minder mandaten of postjes hebben. Het is nooit leuk dat je iets moet afpakken of dat je moet bezuinigen of besparen, zeker in mandaten, want het gebrek aan mandaten kan soms sociale onrust creëren in de partij. Dat is natuurlijk een van de redenen dat die wildgroei aan politieke mandaten er gekomen is.
Ik wil dit negatieve punt niet het positieve verhaal laten overschaduwen, maar het feit dat we twee derde van de mandaten bij Eandis in één keer kunnen schrappen en 50 tot 60 procent bij Infrax, zonder enige studie, berekening of doorlichting, collegas, is eigenlijk toegeven dat dit de voorbije jaren totaal nutteloze mandaten waren. Dat was totale verspilling. Dat moet toch eens worden gezegd. Dat heeft de consument via zijn factuur altijd betaald. Ik ken geen enkel bedrijf dat effectief ooit zijn raad van bestuur naar één derde heeft herleid en dan kon zeggen: we waren goed bezig.
Collegas, laat dit een les zijn. We hebben daarnet het Dexiaverhaal besproken. Ik zoek hier ook geen schuld of verantwoordelijkheid. Het gezond verstand heeft gezegevierd. We gaan afbouwen. Maar het is een belangrijke les voor de politiek dat we moeten stoppen met nutteloze mandaten.
Ik hoop dat de volgende stap kan zijn, collegas, dat we kunnen gaan naar één distributiekost voor alle Vlamingen en dat de dividenden aan de gemeentebesturen afgeroomd zullen worden en zullen worden afgetrokken van de energiefactuur van de mensen. (Applaus bij LDD en Groen)
De heer Penris heeft het woord.
Mijnheer Reekmans, u hebt een veelbetekenende verspreking gedaan. U zei dat het gaat om een voorstel van resolutie, maar natuurlijk gaat het om een voorstel van decreet. Met voorstellen van decreet, collegas, ik kan dat enkel blijven herhalen als jurist, moeten we zorgvuldig omgaan. Ik heb geen enkel probleem met het hoogdringende karakter van dit voorstel van decreet. Mijn fractie heeft die hoogdringendheid trouwens mee goedgekeurd. Ik heb ook geen enkel probleem met de politieke achtergrond van het voorstel van decreet. Het tegendeel zou u allicht verbazen. Maar wij zijn natuurlijk in snelheid gepakt. We hebben dit voorstel van decreet niet mee mogen bekijken of besnuffelen, dus heb ik de moeite genomen om het grondig na te lezen. Als decreetgever moeten wij met onze decreetgeving zorgvuldig omgaan.
Voorzitter, morgen wordt er in uw commissie misschien een ontwerp van decreet goedgekeurd, waarin minstens drie zogenaamde drukfouten moeten worden rechtgezet: het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 16 juni 2006 betreffende de begeleiding van de scheepvaart op de maritieme toegangswegen naar de havens en de organisatie van het maritiem reddings- en coördinatiecentrum.
Men zou kunnen denken dat dat een detail is, dat het een technisch ontwerp van decreet is. Maar nee, het is meer dan dat. Als je als decreetgever drukfouten moet rechtzetten, dan is er met ons decreetgevend werk heel wat verkeerd. Zo ook hier. Ik zou aan de heer Dehandschutter willen vragen of hij artikel 71 van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking heeft nagelezen. Dat staat erin, mijnheer Dehandschutter. U zwijgt.
Ik zou aan de heer Durnez willen vragen wat erin staat. De heer Durnez steekt zijn hand op. Hij weet waarover het gaat. U gaat straks antwoorden. Ik zou het aan de heer De Meulemeester willen vragen. Ik zou het aan de heer Reekmans willen vragen. Die weet ook waarover het gaat. Ik zou het aan de heer Caron willen vragen. Mijnheer Caron, waarover gaat artikel 71? Zeg het mij. Zeg het mij, mijnheer Caron. Zeg het mij, mijnheer De Meulemeester. Zeg het mij, mijnheer Dehandschutter. U tekent een decreet en u weet niet waarover het gaat.
Mijnheer Durnez, ik ga u de pijnlijke stilte besparen. Ik zal zelf artikel 71 voorlezen.
Artikel 71 zegt: Onverminderd de bepalingen waarbij sommige beslissingen onderworpen zijn aan het bijzonder toezicht, zijn alle beslissingen van alle organen van de dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen onderworpen aan het algemeen toezicht van de Vlaamse Regering.
Met het oog op de uitoefening van het algemeen toezicht stelt de Vlaamse Regering een commissaris aan die over de nodige bevoegdheid beschikt om een onderzoek en de controle op de beslissingen waarvan sprake is in het vorige lid, te verrichten.
De regeringscommissaris woont van rechtswege de vergaderingen bij van de organen van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging. Die is verplicht een uitnodiging te sturen. Bevoegdheidsdelegatie is mogelijk binnen de perken van het aanstellingsbesluit van de Vlaamse Regering.
Dan zegt uw artikel 4, dat artikel 55 wijzigt in de tweede alinea, laatste zin van het gewijzigde artikel 55: De regionale bestuurscomités zijn bestuursorganen zoals bedoeld in artikel 71. Lees ik dat goed? Zijn we mee, collegas? Weten we juridisch waarover we spreken? Ik denk het niet. Ik denk, collegas, dat het jullie bedoeling en ambitie was tenminste, dat hoop ik om in algemene zin het algemene toezicht te regelen voor die nieuwe instellingen die u creëert, zoals bedoeld in hoofdstuk IV van het hier bedoelde decreet.
Zouden we dan als goede juristen en politici met de ambities die we allemaal samen dragen, niet eenvoudiger zeggen: Inzake het algemene toezicht gelden voor de regionale bestuurcomités dezelfde regels zoals vastgelegd in hoofdstuk IV van dit decreet in plaats van die storende zin die u daar nu hebt staan? Ik vraag het u maar. Het is een voorstel. Ik geef daarmee aan dat we als decreetgevers nooit haastwerk mogen maken, maar al onze teksten, hoe hoogdringend ze ook zijn, moeten durven na te lezen. Ik doe u een voorstel dat uw tekst alleen maar kan verbeteren. U mag hem afwijzen, maar ik zou het betreuren en ik denk dat de hele gemeenschap het betreurt. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Durnez heeft het woord.
Ik ben geen goede jurist en het voorstel van de heer Penris is ook bruikbaar. Maar wat hier voorligt, sluit perfect in dat het algemeen en het bijzonder toezicht voluit toepasbaar is op de bijkomende organen die hierbij worden ingericht, want artikel 72, 73 en 74 hebben het over alle organen van de vereniging, en wij definiëren dit als een orgaan, zoals bedoeld in artikel 71. Het uwe is bruikbaar, het onze evenzeer.
Toen u daarnet vroeg of iemand artikel 71 kende, heb ik teken gedaan dat ik het wou toelichten. Artikel 71 gaat over het toezicht van de regeringscommissaris. Ik lees die paragrafen graag omdat ik graag de regeringscommissarissen opvolg. Bij de Vlaamse Watermaatschappij doe ik dat heel consequent.
Ik ben absoluut geen jurist maar artikel 71 heeft een heel andere toepassing dan artikel 55. Het is natuurlijk een ingewikkeld kluwen. Het is pas door de intercommunales beter te leren kennen dat ik u kan antwoorden. Er is enerzijds de koepel Eandis en anderzijds de koepel Infrax. De regeringscommissarissen hebben controle binnen de koepels. Onder die koepels zijn er verschillende entiteiten. Ik noem er enkele op: bij Eandis is dat Iverlek, Iveka enzovoort; bij Infrax heb je PBE, Interelectra enzovoort. Daar zitten geen regeringscommissarissen in, en dat is het verschil.
Ik wil altijd amendementen van collegas uit de oppositie steunen, maar uiteindelijk heeft dit amendement geen voorwerp wegens het feit dat de regeringscommissaris enkel van toepassing is op de koepels, zijnde Eandis en Infrax, en niet van toepassing is op de regionale entiteiten. Dat is het grote verschil. Daar zaten ook die massale mandaten. Je moet ook kijken wat er onder die koepels zit.
Wat vandaag voorligt, vind ik een stap in de goede richting. Het is durven te snijden in eigen vlees. Dat is het verschil tussen artikel 71 en artikel 55: de regeringscommissaris is alleen van toepassing op de koepels en niet op de aparte entiteiten.
Voorzitter, ik vind de tekst van het voorstel van decreet heel helder. Artikel 71 zegt onder meer dat alle beslissingen van alle organen van dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen onderworpen zijn aan het algemeen toezicht van de Vlaamse Regering. Wat zeggen wij in artikel 55 in de geciteerde zin van collega Penris: dat de regionale bestuurscomités als zon orgaan moeten worden beschouwd met als gevolg dat het algemeen toezicht van de Vlaamse Regering ook op die regionale bestuurscomités van toepassing is en dat alle daarop volgende artikelen die inderdaad slaan op het toezicht op de verschillende organen van de dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen ook van toepassing zijn op die regionale bestuurscomités. Het kan niet helderder zijn dan dat.
Ik denk dat het amendement van collega Penris meer verwarring creëert. Het zegt dat het toezicht wordt geregeld zoals in hoofdstuk 4, maar als je niet bepaalt dat die regionale bestuurscomités een orgaan zijn zoals bedoeld in artikel 71, dan blijf je daar verwarring over creëren. De tekst zoals hij voorligt in het voorstel van decreet is veel helderder en duidelijker dan het amendement dat de Vlaams Belangfractie voorstelt.
De heer Dehandschutter heeft het woord.
Voorzitter, ik kan me aansluiten bij wat de heer Martens zegt. De tekst van ons voorstel is zeer duidelijk en houdt impliciet in wat de heer Penris blijkbaar expliciet duidelijk wil maken in zijn amendement. Er wordt duidelijk gesteld dat de regionale bestuurscomités voor het toezicht op dezelfde manier moeten worden behandeld als de bestuursorganen. Dat is ook maar logisch omdat ze ook beslissingsbevoegdheid hebben.
Voorzitter, er is hier in het parlement een goede dienst die legistiek advies geeft over een aantal initiatieven die we nemen. Hier moet nu bij hoogdringendheid een beslissing worden genomen en we hebben die hoogdringendheid mee aanvaard. Ik zou gewoon voor de sport aan de legistieke dienst willen vragen welke van de twee teksten juridisch het duidelijkst is. Voorzitter, gewoon voor de sport en om de dienst te laten bewijzen dat hij goed werkt. Ik erger mij als jurist over de wijze waarop wij met onze decreetgevende taak omgaan. U mag mij afwijzen maar u doet dat maar met één bedoeling: omdat het van het Vlaams Belang komt. Een Vlaams Belanger heeft in uw ogen nooit gelijk.
Mijnheer Penris, u kent het standpunt dat LDD inneemt ten aanzien van andere partijen. Wij beoordelen inhoudelijk. LDD beoordeelt de voorstellen van Vlaams Belang net zoals van iedere andere fractie in het parlement, inhoudelijk.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2011-12, nr. 1629/1)
De artikelen 1 tot en met 3 worden zonder opmerkingen aangenomen.
Er is een amendement op artikel 4. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2011-12, nr. 1629/2)
De stemmingen over het amendement en over het artikel worden aangehouden.
Artikel 5 wordt zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.