Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet van de heren Wilfried Vandaele, Lode Ceyssens, Bart Martens en Robrecht Bothuyne en de dames Tine Eerlingen, Tinne Rombouts en Michèle Hostekint houdende wijziging van diverse bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en wijziging van de regelgeving wat de opheffing van het agentschap Ruimtelijke Ordening betreft.
Ik stel voor dat de heer Bart Martens, mevrouw Tine Eerlingen en mevrouw Tinne Rombouts aan de bespreking deelnemen, want zij vinden toch dat dit voorstel van decreet in de plenaire vergadering moet worden behandeld.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, ik heb dit voorstel van decreet vrij uitvoerig toegelicht in de commissie. Hier kan ik het dus kort houden. Allereerst zijn er enkele technische aanpassingen wat betreft de terminologie, de onteigeningsmachtigingen, de mogelijkheid tot afwijken van de geldende stedenbouwkundige voorschriften voor handelingen van algemeen belang met een beperkte ruimtelijke impact en de mogelijkheid om een handhavingsambtenaar aan te werven in een intergemeentelijk samenwerkingsverband.
Er komen ook enkele verduidelijkingen die voor de burger van belang zijn, bijvoorbeeld over wanneer er wel en niet een verkavelingsvergunning nodig is. Die verkavelingsvergunning is namelijk wel nodig bij de verkoop van onbebouwde percelen.
Ook wordt een verkavelingsvergunning mogelijk om percelen te verkleinen in het kader van de afwerkingregel, wat nu niet het geval is. Het meest ingrijpend zijn ongetwijfeld een drietal elementen.
Ten eerste de mogelijkheid om op nog niet ontwikkelde bedrijventerreinen in havengebied tijdelijke terreinen in te richten voor lawaaierige sporten, zoals motorcross, uiteraard onder welbepaalde voorwaarden.
Een tweede element is dat er onder strikte voorwaarden een minnelijke schikking mogelijk is voor zware inbreuken, als die inbreuken niet in strijd zijn met de goede ruimtelijke ordening. Ook hier zijn een aantal strikte voorwaarden aan gekoppeld.
Een derde belangrijk element is de validering, het geldig verklaren van die ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUPs) waar door het volgen van het integratiespoor zoals we dat noemen wat het milieueffectrapport (plan-MER) betreft, een enigszins andere manier van bekendmaking aan de burger is gehanteerd dan in een normale MER-procedure. Door die aanpassing van het voorstel van decreet ontstaat de mogelijkheid om bijvoorbeeld het PRUP (provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan) Afbakening kleinstedelijk gebied Dendermonde, dat ondermeer de gevangenis mogelijk maakt, te hernemen en opnieuw goed te keuren.
Al bij al vinden wij dat dit voorstel van decreet een aantal dingen aanpakt die dringend moeten worden aangepakt en een aantal knelpunten wegwerkt. Voorzitter, we vragen dan ook de goedkeuring van dit decreet.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Voorzitter, net als de heer Vandaele is de CD&V tevreden over dit voorstel van decreet. Het is misschien niet het meest omvattende en ingrijpende voorstel van decreet, maar toch is het op sommige punten heel belangrijk.
Uiteraard gaat het niet over andere zaken dan de heer Vandaele heeft aangehaald, maar ik wil er toch enkele kanttekeningen bij maken. De validatieregeling die al werd toegelicht, zal onder andere ook tegemoetkomen aan het probleem van de gevangenis van Dendermonde. Dat probleem hebben we hier toch al een aantal keren de revue zien passeren.
De interpretatieve verklaring rond de verkavelingsplicht betekent in mensentaal dat het perfect mogelijk blijft om groepswoningbouw te realiseren en achteraf afzonderlijke woningen te verklaren. De Raad van State had hierover een aantal heel eigenaardige interpretaties die hier voor een aantal problemen zorgden.
Toen we in het verleden in de commissie over lawaaisporten praatten, werd al een aantal keren duidelijk de oplossing gesuggereerd van het tijdelijk mogelijk maken van lawaaisporten in zeehavengebied. Dat schept het kader en de mogelijkheid om tijdelijke bouwvergunningen af te leveren. Het is dus niet zo zoals men op sommige plaatsen al suggereerde dat men tijdens de weekends massaal naar de havengebieden kan trekken zonder dat daarvoor enige vergunning nodig is.
De interpretatie over de afwerkingsregel uit de codex wordt met dit voorstel van decreet ook duidelijk vastgelegd. Alleen dat heb ik in de commissie ook al gezegd vind ik het jammer dat we zo ver moeten gaan dat we, hoewel de geest van de beslissing heel duidelijk is, als wetgever de interpretatie nog eens verder moeten verklaren. Ik wil hierbij duidelijk verwijzen naar de Commissie Versnelling Maatschappelijk Belangrijke Investeringsprojecten. Destijds werd daar die Nederlander gehoord die duidelijk tegen ons vertelde dat je, als je vooruit wilt gaan, er al van uit moet gaan dat je niet alles kunt regelen met wetgevende oplossingen. Ik krijg hier de indruk dat we dat wel moeten doen. Ik betreur dat, maar het is daar alleszins mee opgelost.
Ten slotte denken we inderdaad dat de verruiming van de minnelijke schikking een zeer goede zaak is. Daardoor kan er meer energie worden gestoken in de vervolging van misdrijven die er echt toe doen.
De heer Martens heeft het woord.
Voorzitter, ik dank u. Gelukkig hebben mijn collegas al heel wat gezegd. Ik wil nog eens herhalen wat de heer Ceyssens verteld over het tijdelijk mogelijk maken van lawaaisport in de zeehavengebieden. Ik hoop dat daarmee geen valse verwachtingen worden gecreëerd. Het is uiteraard zo dat daarmee het kader wordt gecreëerd, maar dat het al dan niet verlenen van een vergunning voor dergelijke tijdelijke motorcross afhankelijk is van het kunnen respecteren van de sectorale milieuvergunningsvoorwaarden zoals die in het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM) II zijn omschreven voor dergelijke activiteiten en van het kunnen respecteren van de instandhoudingdoelstellingen die vaak op deze gebieden rusten. U weet dat veel van onze zeehavengebieden overlappen met gebieden waar de Vogel- en Habitatrichtlijnen gelden. Wij zijn conform de Europese natuurbehoudwetgeving verplicht om bepaalde maatregelen van instandhouding te nemen.
Dus pas indien activiteiten niet strijdig zullen zijn met de regelgeving en indien men de sectorale vergunningsvoorwaarden van VLAREM kan respecteren, bestaat er een kans dat in zeehavengebieden tijdelijk ruimte kan worden vrijgemaakt voor lawaaisporten. Dat zal dan nog moeten blijken, of men effectief aan die randvoorwaarden kan voldoen.
De heer Huybrechts heeft het woord.
Voorzitter, collegas, in de commissie heb ik al de opmerking gemaakt of het voorliggende niet veeleer een ontwerp van decreet is dan een voorstel van decreet. Ik heb de stellige indruk dat dit voorstel van resolutie van de hand is van de kabinetsmedewerkers van minister Muyters, die het daarna hebben doorgeschoven naar de collegas van de meerderheid.
De meeste artikelen van dit technische voorstel van decreet kan onze fractie goedkeuren. Maar over het gebied van de minnelijke schikking stel ik mij toch enkele vragen. Dit voorstel wil dat voortaan ook een minnelijke schikking kan worden voorgesteld voor de categorie van de zware inbreuken. In die uitbreiding van de mogelijkheid tot minnelijke schikking kunnen wij ons vinden.
De minnelijke schikking wordt echter uitgesloten voor hen die een bouwovertreding begaan in een professionele hoedanigheid. Dat is mijns inziens een te grote beperking, die ook voor niets nodig is. Het openbaar ministerie moet immers toestemming geven tot een minnelijke schikking. Wanneer de minnelijke schikking een bestaansrecht aan een onvergunde constructie zou verlenen, is daarenboven de toestemming van het vergunningverlenende orgaan noodzakelijk. Er zijn dus waarborgen genoeg tegen misbruik, zonder dat men de professionelen moet uitsluiten.
Daarom, voorzitter, collegas, zal het Vlaams Belang zich onthouden bij de stemming over dit voorstel/ontwerp van decreet.
De heer Peeters heeft het woord.
Voorzitter, collegas, mijn betoog is eigenlijk een herhaling van de argumentatie die ik al heb gegeven tijdens de bespreking in de commissie. Natuurlijk vinden wij het logisch dat er technische aanpassingen gebeuren en dat de terminologie wordt aangepast als gevolg van de opheffing van het Agentschap Ruimtelijke Ordening en de uitbreiding van de taken van het departement. We zijn ook verheugd dat er zij het voorlopig en tijdelijk en binnen de VLAREM-wetgeving een oplossing gevonden wordt voor terreinen voor lawaaisporten. Wij hebben daarvoor zelfs een voorstel van resolutie ingediend. Hiermee wordt ons voorstel voor een groot deel ingewilligd.
Collegas, wij zijn nooit voorstander geweest van de afwerkingsregel voor de blinde gevel. Hierdoor mag er zelfs gebouwd worden op gronden die niet als woongebied zijn aangeduid, en dat in Vlaanderen, de meest versteende regio van Europa, waar nog 300.000 à 400.000 bouwpercelen beschikbaar zijn. Denk maar aan de aanbeveling van de commissie Wateroverlast, waarin minder en niet meer verharding werd aanbevolen. De afbakening van 650 vierkante meter mogelijk maken met een verkavelingsvergunning, is een bestendiging van een foutieve beleidskeuze.
De minnelijke schikking uitbreiden onder voorwaarden is voor ons een voorbeeld van ruimtelijke ordening op maat op maat van de beller of van de klager. Dit neigt naar klassenjustitie. De voorwaarden die hieraan gekoppeld worden, zijn niet van dien aard dat ze veel beperkingen inhouden. Dit is de zoveelste uitholling van de beperkingen die gelden op zonevreemde woningen.
Maar met de validatieregeling wordt het pas echt gortig. Een plan-MER kan worden opgemaakt volgens het generieke of via het integratiespoor. Volgens het generieke spoor wordt de kennisgeving openbaar gemaakt via de krant, het infoblad en door aanplakking. Bij het integratiespoor gebeurt dat zonder deze actieve bekendmaking via een nota voor publieke consultatie. De Raad van State heeft geoordeeld dat hier het gelijkheidsbeginsel wordt geschonden, een gelijkheidsbeginsel dat in artikel 159 van de Grondwet staat. De Raad van State heeft op basis van die overweging het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan Kleinstedelijk gebied Dendermonde vernietigd. Maar een schending van het gelijkheidsbeginsel, collegas, is iets anders dan een vormfout en totaal iets anders dan een procedurefout.
Niet enkel de Vlaamse Regering, maar ook wij als Vlaams Parlement zijn gebonden aan het grondwettelijke gelijkheidsbeginsel, zodat een validatie wegens een schending van dit beginsel niet aan de orde kan zijn. Sterker nog, een voorstel van decreet dat een discriminerend besluit valideert, is uit zijn aard zelf discriminerend. Dit voorstel van decreet zal dan ook de toets bij het Grondwettelijk Hof niet doorstaan. Het Grondwettelijk Hof zal dit decreet vernietigen of ongrondwettig verklaren. De Raad van State passeren en de Grondwet negeren kan voor ons niet. Wij keuren dit voorstel van decreet niet goed.
Of dit voorstel van decreet de toets bij het Grondwettelijk Hof zal doorstaan, moet de toekomst uitwijzen.
Ik wil nog een kleine nuance aanbrengen bij het betoog van de heer Peeters over de afwerkingsregel. Het lijkt me niet juist om hier te suggereren dat we hiermee een gigantische uitbreiding realiseren in open gebied. Het gaat hier over halfopen bebouwingen die zonevreemd zijn. Ik zeg niet onvergund, maar zonevreemd. Ze dateren dus van vóór het gewestplan of staan in een verkaveling waarvan het andere gedeelte achteraf vervallen is. Midden in open gebied blijft men tegen een wachtgevel aankijken. Zonder deze afwerkingsregel zou men ook in de toekomst tegen die wachtgevel blijven aankijken. Deze ingreep is eerder een esthetische maatregel dan een aanslag op de open ruimte.
Voorzitter, mijnheer Peeters, wat de afwerkingsregel betreft, verandert er niets ten gronde aan de bestaande regeling. Alleen zeggen we dat die 650 vierkante meter, dat beperken van het perceel, voortaan ook kan via een verkaveling en niet louter via een notariële splitsing.
Mijnheer Huybrechts, u wilt de minnelijke schikking nog uitbreiden. Voor u moet dat ook kunnen in kwetsbaar gebied en voor professionele opdrachtgevers. De heer Peeters vindt dan weer dat dat te ver gaat. De oplossing die wij voorstellen, is een tussenweg, maakt de minnelijke schikking mogelijk, maar koppelt er toch voorwaarden aan vast. Het mag niet in kwetsbaar gebied, daar staan wij voor 300 procent achter. De professionele opdrachtgevers vallen ervan tussen, dat vinden wij een goede zaak. Verder moeten het openbaar ministerie en de vergunning verlenende overheid akkoord gaan met de minnelijke schikking. Dat alles samen vinden wij een verdedigbare oplossing voor deze dossiers.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2011-12, nr. 1494/1)
De artikelen 1 tot en met 37 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.