Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw De Knop heeft het woord.
Minister, er wordt de afgelopen dagen en weken toch wat victorie gekraaid, vanuit het federale niveau, vanwege de blokkering van de energieprijzen of in elk geval de blokkering van de indexering daarvan. Op zich is dat goed, mooi en hard nodig. De vraag die we ons moeten stellen en waarop we het antwoord al weten is: is daarmee het probleem van de hoge energieprijzen opgelost? We zijn zeker van niet en dat blijkt ook nog eens uit het jaarrapport dat vier Belgische energieregulatoren gisteren voorlegden. Daaruit blijkt nogmaals dat het Vlaamse energiebeleid eigenlijk verantwoordelijk is voor de sterke stijging van de energieprijzen.
Minister, ik kan me niet bedwingen om het te zeggen, de schizofrene houding van sp.a in dit dossier valt me enigszins op. Wat we op het ene vlak winnen, geven we op het andere vlak weer uit. Wat mensen kunnen besparen langs de ene kant, zullen ze langs de andere kant weer moeten uitgeven.
Uiteraard weten we dat u bezig bent met een evaluatie en dat u al voorstellen hebt neergelegd op de tafel van de regering, maar blijkbaar is het moeilijk om hieruit te geraken. Een normaal mens zou denken, aangezien men niet met een voorstel komt, dat het niet dringend, belangrijk of urgent zal zijn. Maar vele studies, onder andere onlangs van essenscia, wijzen uit dat het vijf voor twaalf is. Als we niet ingrijpen, zal tegen 2020 het gevoerde Vlaamse energiebeleid meer dan 690 miljoen euro kosten. Minister, wanneer mogen we van u enig resultaat verwachten?
Minister Van den Bossche heeft het woord.
Er zijn vijf deelaspecten aan het aanpakken van het distributienettarief. Deel één is versobering bij de distributienetbeheerders. Dat is volop bezig, bijna afgerond. Allerlei pr-stunts zijn terug naar af gestuurd. Ik denk aan de energieconcerten. Er zijn 802 mandaten minder vanaf de volgende lokale bestuursperiode. Dat is niet puur symbolisch of om het goede voorbeeld te geven, dat scheelt ook werkelijk in het tarief, want dat wordt allemaal doorgerekend in het tarief. Dat weet u. Daarmee hebben we grote stappen gezet, waarvan ik hoop dat u ze ook zult bepleiten in andere sectoren dan bij de energie-intercommunales.
Een tweede stap was een deel in de begroting stoppen. Naar aanleiding van de hervorming van de energiepremies, die is aangekondigd en ook doorgevoerd, is er 16 miljoen euro aan algemene middelen uit de begroting extra gegaan naar de distributienetbeheerders, om niet alles af te wentelen op die tarieven. Dat is een belangrijke stap. Eerder hebben ministers altijd de extras afgewenteld op het tarief. We hebben dat nu een stukje verlicht. Het is een stuk, akkoord, maar we hebben het wel gedaan.
De derde stap: nieuwe maatregelen komen niet meer op het tarief. Het hele groeipad groene warmte, dat eigenlijk meer rendement kan brengen in verhouding tot de kosten dan groene stroom, wordt niet op het tarief verrekend, maar in de begroting. Dat is 8 miljoen euro per jaar vanaf volgend jaar en jaarlijks komt er 4,4 miljoen euro bij. Dat komt volledig uit de begroting algemene middelen. Met andere woorden, de fouten uit het verleden worden niet opnieuw gemaakt.
Ten vierde is er de hervorming van het groenestroomsysteem. Er zijn beslissingen op korte termijn, zoals de afbouw van de subsidies voor zonnepanelen. Dat is vorig jaar al goedgekeurd hier in het parlement. Een omwenteling op langere termijn is een aanpassing naar een dynamisch systeem, dat ook deels een goed antwoord zou kunnen zijn op de kritieken, zowel van essenscia als van consumenten. Men moet meer waar krijgen voor zijn geld. Er mag geen mogelijkheid tot oversubsidiëring meer zijn in het nieuwe systeem.
Ten slotte is er de hervorming van de wijze waarop we de tarieven berekenen. Dat kan zodra die bevoegdheid naar Vlaanderen overkomt.
Minister, u hebt uiteraard een aantal maatregelen genomen waarvan de ene al zwaarder zal doorwegen dan de andere in het totaalplaatje van het distributienettarief in de elektriciteitsprijs. Ik wil nog even herhalen dat die component over de periode 2009 tot 2011 in totaal is gestegen met 48 procent. Daardoor is het de belangrijkste component in de totale energiefactuur. Met andere woorden, minister, ondanks uw goede bedoelingen is het niet vijf voor twaalf maar vijf na twaalf, zoals dat wel vaker het geval is in het Vlaams Parlement.
Wanneer we niet dringend ingrijpen, zullen de gevolgen van het gevoerde energiebeleid een impact hebben van 690 miljoen euro. U hebt me gezegd wat er te doen staat. Waarom kan dit niet op korte termijn gebeuren, zodat een deel van die impact tegen 2012 kan worden gerealiseerd?
Het is nu kwart voor vijf. (Opmerkingen van mevrouw Irina De Knop)
Grapje.
De heer Reekmans heeft het woord.
Minister, wat u opnoemt, de energieconcerten en de Bokrijkabonnementen die verboden zijn, daar ben ik heel blij mee. Ik heb er drie jaar over gedaan om dit aan te klagen. Ik ben zelfs ooit bijna met pek en veren uit dit halfrond gedragen toen ik dit voor de eerste keer durfde te zeggen. Ook de politieke mandaten zijn met twee derde gedaald, met steun van de oppositie.
Mevrouw De Knop, ik geef de meerderheid niet graag gelijk, maar u moet intellectueel wel eerlijk blijven. We wonen allebei in de provincie Vlaams-Brabant. Daar is distributienetbeheerder PBE actief. Uw partij heeft een heel grote rol in de raad van bestuur van PBE. Het is de enige intercommunale die vandaag weigert om politieke mandaten te schrappen. Als u de prijzen wilt zien zakken, kunt u misschien bij uw partijgenoten in onze provincie gaan aankloppen met de vraag om bij PBE de postjes met 60 procent te doen dalen. Het mag dan niet alleen gaan over initiële beloftes, ze moeten ook effectief worden uitgevoerd.
De voorzitter van Eandis is ook een liberaal. Ik pleit al heel lang voor gelijke tarieven binnen die distributiemarkt. Ook daar merk ik bij geen enkele traditionele partij de bereidheid om die distributietarieven gelijk te schakelen.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Voorzitter, u zei daarnet dat het kwart voor vijf is. Welnu, het is vijf voor twaalf in dit dossier. Collegas, de speeltijd is echt wel voorbij. Er wordt al heel lang aangekondigd dat er een beslissing zou worden genomen in het dossier over de groene stroom en de groene energie. Intussen hangt onze eigen groene economie in de touwen en dreigt de energiefactuur van de gezinnen extra te stijgen doordat er geen beslissing wordt genomen. Intussen trekken de grote energieverbruikers aan de alarmbel. Collegas van sp.a, maar vooral van CD&V en de N-VA, hoe verklaart u dat het zo lang duurt voor er een beslissing wordt genomen in dit belangrijke dossier?
Mevrouw De Knop, ik vind dat op een onterechte manier altijd alleen de kosten worden benadrukt van groene stroom. Er zijn ook heel wat baten. De stijging van de olieprijzen heeft een veel grotere impact op het gezinsbudget dan de groenestroomcertificaten.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Er is een groot verschil tussen de impact van de stijging van de olieprijs en de impact van de kostprijs van groene stroom. Op dat laatste heeft de Vlaamse overheid wel degelijk een grote invloed. Wat de olie betreft, ligt dat wat moeilijker. De minister heeft al een aantal concrete maatregelen opgesomd, goed voor 25 miljoen euro die niet in die nettarieven worden verrekend. Bij groene stroom gaat het over bijna 700 miljoen euro. Daar moeten we inderdaad streven naar meer kostenefficiëntie. De oversubsidiëring moet eruit en er moet investeringszekerheid komen.
Er moet niet alleen concurrentie zijn onder de leveranciers, er moet ook een grotere productiecapaciteit komen voor groene stroom. Onze fractie wil dan ook het belang benadrukken van een nieuw kader voor het stimuleren van groenestroomproductie. De productiecapaciteit, ook van groene stroom, moet op een kostenefficiënte manier worden opgedreven.
Ik sluit me zeker aan bij de opmerkingen van de heer Reekmans dat het te betreuren valt dat er één intercommunale is waar nog geen mandaten worden geschrapt. Als u daar iets aan kunt doen, dan bent u ons aller held. Ik heb al geprobeerd op velerlei manieren.
Mijnheer Sanctorum, het is inderdaad vijf voor twaalf in dit dossier. Er ligt een voorstel op tafel. Dat ligt er al even. Het is niet eenvoudig om er een consensus over te vinden. Waar al consensus over is, is over het feit dat de investeringszekerheid er moet zijn. Als die investeringszekerheid er moet zijn, dan betekent dat dat je een groeipad moet vastleggen. Dat groeipad moet voldoende duidelijk zijn, beantwoorden aan de Europese doelstellingen en er moet correcte ondersteuning zijn. Met correcte ondersteuning bedoel ik een degelijke terugverdientijd voor de consument of een correcte return on investment voor de investeerder uit de bedrijfswereld, dus niet noodzakelijk een belofte in absolute cijfers maar in precieze terugverdientijd of in return on investment.
De essentie is dat de kosten onder controle moeten komen omdat men enkel dan voldoende zal kunnen investeren. De enige manier om energie op lange termijn betaalbaar te maken, is steeds meer investeren in hernieuwbare energie, want de technologie wordt daardoor steeds goedkoper. De bronnen zijn grotendeels gratis. Als men op lange termijn de productie grotendeels in eigen handen wil houden, zekerheid wil hebben van voldoende productie maar ook minder afhankelijk wil zijn van fluctuerende olieprijzen, dan is het belangrijk om er nu in te investeren, vanzelfsprekend tegen een redelijke kost. Het voorstel ligt op tafel. Zodra er consensus over is, zal ik het ook in uitvoering brengen. Het blijft mijn ambitie om ook in 2013 een nieuw systeem te kunnen voorstellen.
Minister, mijn punt was dat de regering maar ook de sp.a eerlijk moet zijn tegenover de consument en de mensen geen rad voor de ogen mag draaien door te zeggen dat we de prijs kunnen verlagen. Als het de bedoeling van de Vlaamse Regering is om tegen 2020 aan 13 procent te komen en er staan ook prijsstijgingen tegenover, dan moet u dat ook duidelijk en eerlijk zeggen. Ik vind dat men op dat vlak een beetje aan windowdressing doet op het federale niveau.
Ik heb niet gezegd dat ik niet achter de evolutie van hernieuwbare energie sta. Voor ons moet dat wel op een zo kostenefficiënte mogelijke manier gebeuren en op een manier die de prijsstijgingen beperkt. Het was in het verleden niet zo dat distributienettarieven de grootste component waren. Laat ons terugkeren naar die periode of laat ons dat toch minstens proberen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.