Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de opleiding tot bachelor fiscaliteit aangeboden door de FOD Financiën
Actuele vraag over de opleiding tot bachelor fiscaliteit aangeboden door de FOD Financiën
Verslag
Mevrouw van Steenberge heeft het woord.
Voorzitter, tijdens het paasreces hebben we vernomen dat de FOD Financiën van plan is de eigen werknemers een bacheloropleiding in de fiscaliteit te geven. Dit is bedoeld voor mensen die bij de FOD Financiën werken, maar geen bachelordiploma hebben. Die mensen, die daar al werken en daarvoor een bezoldiging ontvangen, zullen dan een bachelordiploma kunnen halen.
Op een bepaald ogenblik dacht ik dat het om een 1 aprilgrap ging: het is immers de boswachter die mensen opleidt tot stropers. Niemand is verplicht om na die bacheloropleiding bij de FOD Financiën te blijven. Die mensen zullen heel gegeerd zijn bij allerlei fiscale kantoren. Niet alleen hebben zij een diploma fiscaliteit, zij zijn nog eens opgeleid binnen de Belgische fiscus. Het was echter geen grap, want dit is België.
Minister, is dit geen bevoegdheidsoverschrijding? De FOD biedt immers een bacheloropleiding aan, wat tot de bevoegdheid van de gemeenschappen behoort. Er zijn ook hogescholen die deze bacheloropleiding aanbieden.
Is dat geen discriminatie tegenover studenten die hun opleiding zelf betalen? Binnen de FOD moet niet voor de opleiding worden betaald. Studenten krijgen intussen geen verloning, moeten drie jaar opleiding volgen en daarvoor ook nog eens inschrijvingsgeld betalen. In welke mate is uw departement betrokken bij de opleiding binnen de FOD Financiën? Het is immers niet alleen een gemeenschapsbevoegdheid en een discriminatie tegenover de hogescholen die deze opleidingen aanbieden, maar ook een discriminatie tegenover de studenten die inschrijvingsgeld betalen voor die opleiding, terwijl die bij de FOD Financiën gratis is.
Mevrouw Celis heeft het woord.
Ik heb het artikel uit De Standaard van maandag 2 april eveneens gelezen. Daaruit blijkt inderdaad dat de FOD Financiën een bacheloropleiding fiscaliteit wil inrichten. De opleiding is nog niet volledig samengesteld. Men weet nog niet goed hoe het programma eruit zal zien. Men zegt wel dat 60 procent van de opleiding zal worden gegeven op kantoor en 40 procent in verbinding met de hogescholen. Binnen die opleiding zullen fiscale ambtenaren en docenten hun deel van de organisatie op zich nemen. Minister, hoe ziet u dit initiatief? Hebt u daar een evaluatie van gemaakt? En wat is de rol van de vzw Cocom hierin die mee de organisatie van de opleiding op zich zou nemen?
Mevrouw Moerman heeft het woord.
Minister, ook ik was geschrokken toen ik op 2 april hoorde dat de FOD Financiën een opleiding fiscaliteit zou inrichten. Ik dacht toen: Verdorie, waar is Pascal, excuseer, minister Smet? Bent u daar eigenlijk over geconsulteerd, minister? Bovendien is de FOD Financiën een federaal en tweetalig departement. Als men dat dus doet voor de Vlaamse ambtenaren, dan ook voor de Franstalige ambtenaren. Is daar overleg over geweest?
Er is een opleiding accountancy en fiscaliteit, maar er is ook een opleidingsstop. In het verleden hebben bepaalde hogescholen gevraagd een opleiding fiscaliteit te kunnen organiseren. Dat is niet doorgegaan. Sommige hogescholen weten nergens van en voelen zich gepasseerd.
Ik stel het initiatief niet ter discussie, ook niet van privébedrijven die hun personeel beter willen scholen. Dat is een goed idee, maar we moeten daar beleidsmatig en structureel over nadenken. Wij hebben een ruim maar eindig onderwijsaanbod. Hoe zult u dan dit met belastinggeld gefinancierde onderwijs ik zou bijna zeggen deze openbare dienst aanbieden op voet van gelijkheid om in te gaan op de vraag van al die bedrijven? Daar moeten duidelijk afgebakende objectieve criteria voor zijn. Bij mijn weten zijn die er momenteel niet. Hoe zult u dat allemaal aanpakken? Hoe past dat in een structureel beleid?
Is het tot slot zo dat de opleiding die onze hogescholen aanbieden aan mensen die al in het beroepsleven staan, niet aangepast of flexibel genoeg is?
Minister Smet heeft het woord.
Voorzitter, ik denk dat dit enigszins much ado about nothing is. Als ik het goed heb begrepen, gaat het eigenlijk immers over een overheidsdienst, in dit geval een federale overheidsdienst, die, zoals bedrijven, mensen met een bepaald kwalificatieniveau wil upgraden. Deze overheidsdienst wil hun de kans geven om via het werk, door een bijkomende opleiding, een hoger diploma te behalen. Dat gebeurt nog en hoeft op zich niet problematisch te zijn. Het initiatief is het Departement Onderwijs niet bekend. Er zal binnenkort wel een vergadering plaatsvinden. Ik heb mijn ambtenaren gevraagd om contact op te nemen en een ontmoeting te hebben, om uit te vissen wat er precies aan de hand is. Als het gaat over een soort beroepsopleiding om mensen te upgraden, waarbij al dan niet wordt samengewerkt met een bestaande hogeronderwijsinstelling, dan lijkt dat me geen probleem te zijn: mensen zullen immers toch altijd een examen moeten afleggen.
Als wordt samengewerkt met een bestaande hogeronderwijsinstelling, die de diplomas uitreikt, dan hoeft er geen procedure te worden gevolgd. Dan is het gewoon een samenwerkingsverband en is er niets aan de hand. Gaat men zelf een opleiding organiseren, dan moet men vragen te worden erkend. Daar is een procedure voor, met voorwaarden ter zake. Een dergelijke aanvraag is niet ingediend. Sowieso moet er op dat moment ook een toets nieuwe opleiding gebeuren. Een dergelijke aanvraag werd ook niet ingediend.
We zullen dus goed nagaan wat de federale overheidsdienst precies wil doen. Zij kennen de regelgeving: we hebben die al overgemaakt. Als het gaat over een beroepsopleiding, dan vind ik daar niets verkeerds aan. Men wil mensen de kans geven een diploma te behalen, zeker in een arbeidsmarktcontext waarin het niet evident is om dat gekwalificeerd personeel te vinden. Dan is het geen probleem. Is er sprake van een derde, alternatieve weg, dan moeten we bekijken met de hogeronderwijsinstellingen hoe dat komt. Nogmaals, mij lijkt het echter much ado about nothing.
Minister, we verschillen niet over alles van mening, dat geef ik toe, maar wel over veel zaken. Hierover verschillen we eveneens van mening. U zegt dat het gaat over much ado about nothing. Hoe kan men er nu iets op tegen hebben dat een werkgever zijn werknemers wil upgraden? Als het gaat over het aanbieden van een beroepsopleiding, is daar niets mis mee. Ik stel me daar echter wél vragen bij. Het gaat niet zomaar over het geven van een beroepsopleiding. Ik heb u gevraagd, net als mevrouw Moerman, of onze hogescholen dan niet goed genoeg zijn. Is die opleiding niet goed genoeg om te kunnen beginnen bij Financiën? Ook is dit concurrentie voor de hogescholen, die een bacheloropleiding geven. Nu kondigt de FOD Financiën dat zomaar aan, zonder dat u daarbij betrokken bent. U moet begrijpen dat ouders hun kinderen zullen aansporen naar de FOD Financiën te gaan, dat ze die studies niet meer zullen betalen, aangezien men daar een volwaardige, evenwaardige bacheloropleiding krijgt van de belastingbetaler, en ondertussen ook nog eens wordt betaald. Ik vind dit niet much ado about nothing. Ik vind het een misprijzen van alle docenten en hogescholen die deze opleiding geven. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister, ik dank u voor uw antwoord, maar ik vind het ook bijzonder eigenaardig dat u daar niet van op de hoogte was, dat nu moet worden uitgezocht hoe de vork daar eigenlijk aan de steel zit. Nu wordt er een signaal gegeven door de FOD Financiën, maar er is ook een FOD Economie, een FOD Justitie, een FOD Mobiliteit. Als iedereen probeert eigen initiatieven te nemen voor een eigen cursus, zelfs in samenwerking met hogescholen, dan meen ik dat we niet goed bezig zijn. U moet zeker klaarheid scheppen met betrekking tot het feit dat er hogere opleidingen zijn in het hoger onderwijs, aan de universiteiten. Er moet ook zeer duidelijk worden gemaakt wat de rol van de vrager, in dit geval dus de FOD Financiën, is geweest in heel het artikel en heel het opzet. Dat zou ik toch wel heel graag willen vernemen.
Minister, u zegt dat het much ado about nothing is, maar uit uw antwoord onthoud ik dat u van nothing weet, dat u niet op voorhand was geraadpleegd. Ik ben niet tegen dit soort initiatieven. Ze zijn zelfs heel lovenswaardig. Ook in de privésector doen vele werkgevers dit reeds. Ik wil ook niet ingaan op het probleem dat men mensen opleidt, dat dit geld kost en dat ze dan weglopen. Neen, beter opgeleide mensen zijn een winst voor iedereen. Dat is juist. We kunnen hier echter niet op ingaan en ermee doorgaan zonder dat u, als minister van Onderwijs, en uw tegenhanger in de Franse Gemeenschap ter zake een structureel beleid ontwikkelen.
Want als dit succes heeft het heeft veel weerklank gehad in de pers , gaan andere werkgevers dit ook willen doen. Dan moet u wel een bepaald criterium en een bepaalde omkadering vinden om dit te organiseren en dat is er op dit moment bij mijn weten niet.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Er zijn mensen die zich verbazen over het initiatief dat de FOD Financiën neemt. Mij verbaast de manier waarop het principe in twijfel wordt getrokken dat een dienst, een bedrijf, een organisatie mevrouw Moerman heeft die bedenking gemaakt ervoor zou zorgen dat mensen binnen die organisatie kunnen doorstromen. Steeds meer evolueren we naar een arbeidsmarkt waar kraptes en knelpunten bestaan. Een van de manieren om dat op te lossen, zal net die doorstroming zijn. Uiteraard moet je daar een aantal technische vereisten voor invullen, maar dat is niet nieuw.
In het verleden hebben verschillende honderden het cijfer 600 zit in mijn hoofd verzorgenden die in dienst waren, de kans gekregen opgeleid te worden tot verpleegkundigen. Dat is een heel goed voorbeeld. Mits de nodige technische invulling wordt geboden, is dat een belangrijk principe. We moeten de innovatie van nabij volgen, en zeker niet op voorhand verketteren.
Net zoals de heer Van Malderen ben ik een beetje verbaasd. De tijd was toch rijp om af te stappen van het idee dat onderwijs de exclusieve aanbieder is van opleidingen. Ik denk aan alles wat de VDAB en anderen doen, weliswaar in samenwerking, coördinatie en afspraak. We moeten het opleidingsaanbod uitbreiden. Ik ben het ermee eens dat niemand in het wilde weg opleidingen kan beginnen te geven. Dat gaat niet en dat zal de FOD Financiën ook nooit doen. De dienst moet zich inschrijven in onze procedures. Daarom maak ik me niet te veel zorgen.
Ofwel richten ze het zelf volledig in, maar dan moeten ze een aanvraag voor een nieuwe opleiding indienen. Dat hebben ze nog niet gedaan. Als we die krijgen, zullen we dat behandelen zoals we gewoon zijn. Dan zullen we ze ook registreren als instelling. Ofwel werken ze samen met een bestaande hogeronderwijsinstelling en dan is er ook niet veel aan de hand, maar ze hebben nog geen concrete aanvraag gedaan die ze moeten doen. Ze weten dat ze dat moeten doen. Daarom is het much ado about nothing.
Twee weken geleden heeft er in de nieuwsarme paasvakantie waarschijnlijk iemand iets gehoord, en dat wordt er dan meteen in geplaatst en dan krijg je een heel verhaal. Het verhaal zal zijn plaats krijgen. Nogmaals, we mogen niet de weg inslaan die u voorstelt, mevrouw Van Steenberge, dat alleen onderwijs die opleidingen mag organiseren. Nee, dat is niet de bedoeling. Het normaal traject moet natuurlijk via onderwijs gebeuren, maar daarnaast zullen we in onze samenleving nog andere trajecten hebben. Het gaat om mensen die geen diploma hebben en die men wel een diploma wil laten halen.
Mag ik u erop wijzen dat het een constant beleid is van de federale overheid van de afgelopen 30 jaar om mensen met een bachelorniveau te helpen naar een masterniveau, of mensen met een diploma secundair onderwijs naar een bachelorniveau? Dit bestaat al heel lang bij de federale overheid. Laat ons dit goed inpassen. Dat moet gebeuren en we gaan dat ook doen. In deze zaak ben ik heel zen.
Als er vandaag iets niet nieuw is, dan is dat het feit dat de heer Van Malderen er weinig van heeft begrepen. Hij verwijst naar de VDAB. Die geeft inderdaad opleidingen, maar dat is voor werklozen en werkzoekenden. Dit gaat wel over hogeschoolopleidingen. Die vergelijking hebben we gemaakt. Ik heb geen vergelijking gemaakt met het opleidingsaanbod dat nu al bestaat. Het enige verschil is dat de gewone weg niet wordt gevolgd. Ze hadden eerst met u moeten spreken om na te gaan of er een omkadering kon zijn.
De mensen die nu bij de FOD Financiën werken, krijgen geen uitkeringen, maar een loon. Ze krijgen een opleiding waarvoor anderen betalen aan hogescholen en universiteiten. Minister, u wordt gepakt in snelheid, want ze moeten eerst met u komen praten. Het gaat hier over een bevoegdheidsoverschrijding die ze niet hadden kunnen doen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister, ik volg u wanneer u zegt dat u duidelijkheid wilt verschaffen en dat er dus een kader moet komen waardoor iedere dienst ook weet waarbinnen hij moet werken. Heel belangrijk zijn het levenslang leren en het behalen van diplomacertificaten, dat stelt niemand ter discussie, wel de manier waarop het moet gebeuren en de voorwaarden die moeten worden gecreëerd inzake erkenning en accreditatie. We moeten heel goed de regelgeving volgen en er moet duidelijkheid zijn in dat kader. Op dat punt volg ik u heel goed.
Minister, uw antwoord geeft mij voor zover voldoening dat u het met mij eens bent dat er een structurele visie moet komen en dat die goed zou zijn voor alle partijen.
U probeert het nu wat te minimaliseren door te verwijzen naar de periode, maar het was wel 2 april, niet 1 april toen het in de pers stond. Het is dus een reëel initiatief.
Op dit moment is er geen aanbod. Er is een opleiding Accountancy en Fiscaliteit, geen opleiding Fiscaliteit alleen, dat wordt dan een nieuwe opleiding. Misschien, als we het dan toch doen, als u het kadert en u dan uw overleg begint, kunt u er ook een paar uurtjes in steken voor een speciaal vak, namelijk managementvennootschappen, want ik denk dat er ook bij u een aantal specialisten ter zake zijn. (Gelach. Applaus bij Open Vld en het Vlaams Belang)
De actuele vragen zijn afgehandeld.