Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over administratieve vereenvoudiging binnen het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening, naar aanleiding van de vernietiging door de Raad van State van het GRUP Parkbos Gent, wat het Wetenschapspark Rijvissche betreft
Verslag
De heer van Rouveroij heeft het woord.
Minister, op de Creative City Index staat de stad Gent op nummer 1 in Europa. Met 65.000 studenten in hogescholen en in de universiteit zijn we de grootste onderwijsstad van Vlaanderen. Wat heb je hier dus? Creativiteit en kennis. Creativiteit en kennis zijn de brandstof voor innovatie. Innovatie is de brandstof voor onze economie.
Maar wat ben je ermee als je de schakel van de wetenschapsparken niet hebt? De motor zal dan niet aanslaan. Op die wetenschapsparken wordt de technologietransfer tot stand gebracht tussen kennis en creativiteit en nieuwe producten, nieuwe diensten en productieprocessen.
In 2005 is er een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan goedgekeurd dat ruimte gaf voor een wetenschapspark van 65 hectare, Rijvissche genaamd, in het zuiden van Gent. Dat is niet zomaar daar, maar omdat het in vogelvlucht op 200 meter afstand ligt van het Wetenschapspark Ardoyen. We weten met zijn allen dat het clusteren van wetenschapsparken interessant is om een maximale synergie en een maximaal rendement tot stand te brengen.
We zijn nu zeven jaar verder. Ik zie u bedenkelijk kijken. Dat doen we met zijn allen. Het is duidelijk dat dit dossier zich heeft vastgereden in regels en in rechtspraak. We hebben daarover al een paar keer van gedachten gewisseld in de commissie en in de plenaire zitting want de Raad van State heeft al een paar arresten afgeleverd. U hebt de laatste keer gezegd dat u een keuze hebt gemaakt, maar dat als die keuze fout blijkt te zijn, we nieuwe stappen zullen moeten zetten. Sinds 24 januari 2012 blijkt die keuze spijtig genoeg fout te zijn, minister. Er is een arrest waarin een vernietiging is uitgesproken. Mijn vraag aan u is: wat is nu die volgende stap?
De heer Bouckaert heeft het woord.
Voorzitter, minister, mijn vroegere stadsgenoot de heer van Rouveroij heeft een mooie opening over Gent gegeven. Ik kan er nog een aan toevoegen: BASF heeft een akkoord gesloten met de Gentse universiteit om zeer grensverleggend onderzoek in verband met genetische manipulatie op te starten. Dat onderzoek had kunnen worden gelokaliseerd in dat wetenschapspark.
Het is nu al de derde keer. De vorige keer zei u dat u met vertrouwen de toekomst afwachtte. Het vernietigingsarrest bewijst het tegendeel. Wat gaat u doen, minister? Welke lessen trekt u hieruit om een dergelijk ongeval te vermijden in de toekomst? De wetenschapsinnovatie is vooral voor de stad Gent, maar ook voor heel Vlaanderen, cruciaal voor ons industrieel weefsel.
Minister Muyters heeft het woord.
Voorzitter, ik denk dat u beiden weet, ook door de antwoorden die ik in het verleden heb gegeven, dat ik altijd heb gezocht naar een oplossing die we zo snel mogelijk zouden kunnen realiseren. We zitten natuurlijk met een complexe wetgeving.
Als we even kijken naar de oorzaken ik ga toch een klein beetje op de technische aspecten in dan zien we dat we aan de ene kant met de gebiedsbescherming zitten en aan de andere kant met een GRUP. Op een bepaald moment werd de bescherming vernietigd en daarna het GRUP. De vernietiging van het GRUP had als basis het feit dat we in een beschermde zone lagen. In verband met de vernietiging van de bescherming waren we, na advies van de juristen van mijn departement, maar ook van externe juridische adviseurs, van mening dat we het GRUP opnieuw konden indienen, want met de vernietiging van de beschermingszone zit het dus niet meer in een beschermingszone. Men adviseerde mij dat het mogelijk was.
Dat was de manier waarop wij het hebben verdedigd. Het was ook de enige manier om de zaak heel snel te kunnen aanpakken. Ik had toen begrepen dat u daar ook begrip voor had, dat u het ermee eens was dat als dit de snelste weg was, we die maar beter konden lopen. We hebben die gelopen, maar nu stelt de Raad van State dat de Vlaamse Regering eerst een nieuw besluit had moeten nemen over de bescherming om daarna pas een nieuw GRUP in te dienen.
Het goede van de zaak is dat we niet stilgelegen hebben. Minister Bourgeois heeft een voorstel van beslissing genomen inzake de bescherming waardoor het gebied in kwestie in een overgangszone zit. Daardoor zou het wetenschapspark er wel kunnen komen. Het openbaar onderzoek is nu afgerond en als minister Bourgeois het vaststelt als overgangsfase, kunnen wij theoretisch opnieuw een GRUP indienen.
Er is natuurlijk ook een opportuniteitsvraag. De heer van Rouveroij zal daar misschien meer over kunnen vertellen. Net als u heb ik gemerkt dat de stad Gent ondertussen zegt dat het een juridische procedure is die al lang aansleept ook tot mijn spijt. Gent weet niet of het nog wil dat het er komt. Ik zal op heel korte termijn een gesprek aangaan met de stad Gent om te weten te komen of er nog een draagvlak voor is, of er nog vraag naar is, of de wil er van die kant nog is om een wetenschapspark te realiseren.
Ondertussen zullen we ook duidelijkheid hebben over de besluitvorming die minister Bourgeois neemt. Noch u noch ik kunnen verhinderen dat op basis van de nieuwe bescherming naar de Raad van State wordt gegaan. Evenmin kunnen u of ik verhinderen dat wanneer we daarna een GRUP zouden maken volgens wat wij denken wat kan en wat juridisch onderbouwd is, er iemand naar de Raad van State gaat.
U vraagt ook naar de administratieve vereenvoudiging. Dat is de essentie van wat we dan tegelijkertijd aan het doen zijn. U weet dat de commissie-Berx en de commissie-Sauwens een aantal procedurevoorstellen hebben gedaan. De quick wins hebben we voor een groot stuk al gerealiseerd of ze zijn ingediend. Ik denk aan het beroep van ambtenaren dat op een ander niveau plaatsgrijpt op het moment dat men in beroep gaat. Ik denk aan de vergunningen die meldingsplichtig zijn of aan de vrijstelling van vergunningen. Ik denk aan de niet-bindende adviezen van een aantal ambtenaren. Ik denk ook aan de conceptnota die we al hebben inzake de omgevingsvergunning, aan de stappen die gezet zijn rond de drietrapsraket en de integratie van de MER. We zullen dit in de loop van dit jaar verder uitwerken met het oog op een vereenvoudiging van de procedures om een einde te kunnen maken aan dergelijke lange wachttermijnen voor de overheid en de privésector.
De Raad van State is de Raad van State. Het is een federale bevoegdheid, en wij blijven uiteraard de rechtsgang volgen.
Minister, op het einde twijfelde ik even, maar ik zal het toch zeggen. Ik heb de indruk dat u deze keer niet verwijst naar Europa of naar de federale overheidsinstanties om te zeggen dat u er niets aan kunt doen. Neen, het gaat hier echt over Vlaanderen, over de slagkracht van Vlaanderen. Ik vraag u omdat u dat ook wilt, en wij steunen u daarin, maar u moet het dan ook doen om de vuist te ballen en om ervoor te zorgen dat het dossier tot stand komt.
Op het einde zei u ook en dat vind ik wel belangrijk dat u dat in samenspraak met het gemeentebestuur van Gent wilt doen. Terecht, want daar ontstaat een zekere procesmoeheid. Dat begrijpt u wel. Het wordt ook steeds dringender. Men gaat dus op zoek naar alternatieven, maar dit zijn wellicht suboptimale oplossingen. Ik zei het immers al, we hebben dat lapje grond van 65hectare niet zomaar gekozen, het is omdat het aansluit bij het wetenschapspark Ardoyen. Dit blijft een optimale oplossing, maar we mogen het onmogelijke niet blijven nastreven. We moeten dat goed afwegen, in samenspraak. Daarom vraag ik u: richt een taskforce op met de stad Gent, met al uw diensten, met juristen, en zorg ervoor dat die geoliede machine zo snel mogelijk een wetenschapspark tot stand brengt in Gent.
Ik sluit me aan bij de heer van Rouveroij wat dat laatste betreft. Gent moet inderdaad op zoek gaan, maar ik vrees dat dat opnieuw een lange lijdensweg gaat worden. Zo verliezen we jaar na jaar door het administratieve geklungel en rijdt Vlaanderen zich vast in zijn eigen regelgeving. Dat moet eens duidelijk gesteld worden.
Minister, u zegt dat de gevolgde werkwijze op mijn instemming kon rekenen. (Opmerkingen van minister Philippe Muyters)
Misschien kwam dat door mijn lichaamstaal, maar ik heb vorige keer zeker gezegd dat er een juridische beoordelingsfout geslopen is in de hele zaak. Men dacht dat, doordat overgangszone A in het beschermingsbesluit was vernietigd, het landschap onbeschermd was en dat men dat met een GRUP kon rechtzetten. Dat hebt u ook verklaard in de commissie. Dat zit juridisch fout. Neem de eerste de beste cursus ruimtelijke ordening en u zult merken dat er rechtsherstel moet gebeuren nadat iets vernietigd is en dat er een nieuwe beslissing moet worden genomen. Op die manier hebben we veel tijd verloren. Ik dring nogmaals aan, minister, op een drastische ingreep in de regelgeving.
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, we moeten ons niet inlaten met de werkwijze van de Raad van State in dit dossier, maar we kunnen misschien wel vaststellen dat er niet direct een oplossingsgerichte houding werd aangenomen. We kunnen alleen maar hopen dat we met de instrumenten die we in het leven roepen en hebben geroepen, zoals onze Raad voor Vergunningsbetwistingen, wel een vlotte werkwijze kunnen ontwikkelen. Er is nog werk aan de winkel, dat weten we. We willen via een bestuurlijke lus kunnen werken, via bemiddeling, en proberen om te remediëren tijdens de procedures. Vlaanderen kan proberen om dat beter te doen.
Mevrouw Pehlivan heeft het woord.
Minister, Gent is een stad van kennis en cultuur. Ik heb nog samen met de heer van Rouveroij hij als schepen in de gemeenteraad van Gent gezeten. Ik werd voor het eerst met het dossier geconfronteerd in 2006. Het is nu 2012. Een gewone mens zou er alleen maar moe van worden. De stad Gent is er echter nog véél véél langer mee bezig. Mijn collega kent het dossier nog veel gedetailleerder. Voor de stad Gent is het héél belangrijk dat daar een wetenschapspark komt. Ik kan begrijpen dat ze moe gestreden zijn. Ik wil de hoop niet opgeven. Ik dring erop aan dat u het dossier ter harte neemt en van heel nabij opvolgt.
De heer Watteeuw heeft het woord.
Minister, er is vooral veel tijd verloren gegaan. Ik acht u, de Vlaamse Regering en al die partijen, ook Open Vld, die hardnekkig voor het wetenschapspark op die plaats gingen, daarvoor verantwoordelijk. Dit is de kroniek van een aangekondigde dood. Ik heb voorspeld dat dit zou gebeuren. De heer Bouckaert heeft het ook voorspeld. U bent blijven gaan voor Rijvissche. Wat voorspeld werd, is gebeurd. U was veel beter toen begonnen met het zoeken naar andere locaties.
Nu hoor ik dat toch nog zou worden nagegaan of op die locatie iets mogelijk is. Ik val bijna van mijn stoel. Bovendien treedt de heer van Rouveroij dat standpunt bij. Mevrouw Bracke, die in Gent namens de Open Vld schepen is, is nochtans van mening dat beter een andere locatie wordt gezocht.
Er moet snel een andere locatie worden gevonden. Ik vind het ongelooflijk dat de minister nog geen alternatieve locatie klaar heeft. We hebben dat wetenschapspark nodig. De minister heeft tijd verloren. Ik vind dit zeer erg.
De heer Yüksel heeft het woord.
Voorzitter, blijkbaar is de heer Watteeuw, in tegenstelling tot het stadsbestuur, tegen de komst van dit wetenschapspark. (Opmerkingen van de heer Filip Watteeuw)
Ik wil namens mijn fractie het belang van dit wetenschapspark onderstrepen. Hightechbedrijven moeten zich hier kunnen vestigen. Ze moeten in een academische en wetenschappelijke context actief kunnen zijn. De daar ontwikkelde kenniseconomie zal de universiteit, de stad Gent en de tewerkstelling ten goede komen.
We dringen er dan ook op aan hier snel werk van te maken en hier een vervolgtraject aan te koppelen. Ik sluit me aan bij de heer van Rouveroij en de heer Bouckaert. De minister kan het best proactief een initiatief nemen.
De heer Vandaele heeft naar de Raad voor Vergunningsbetwistingen verwezen. Volgens mij kampt dit rechtscollege momenteel te zeer met een achterstand. Het door hem aangereikte denkspoor lijkt me momenteel dan ook niet nuttig.
Ik zal met het laatste punt beginnen. De Raad voor Vergunningsbetwisten biedt een groot voordeel. Er wordt immers een oplossing gezocht. Het blijft niet bij een weigering. Dat is de filosofie die hierachter schuilt. In mijn ogen is dit de juiste filosofie.
Ik begrijp dat iedereen, behalve de heer Watteeuw en zijn partij, achter de komst van een wetenschapspark staat. De stad Gent heeft die keuze gemaakt. De heer van Rouveroij heeft dat hier nogmaals bevestigd. Ik zou de heer Bouckaert willen vragen voorzichtig te zijn met wat hij zegt. Als ik het goed heb begrepen, is hij er ook voor gewoon het park op die plaats in te richten. Ik ben het eens met de heer van Rouveroij. Ik had trouwens eerder zelf al verklaard dat we het best met het stadsbestuur van Gent zouden gaan samen zitten en de beste oplossing zouden zoeken. Minister Bourgeois heeft de bescherming gewijzigd. U wil de oprichting van een taskforce. Ik ben het daarmee eens. Ik ben blij dat de sp.a dit denkspoor ondertussen onderschrijft. We moeten nagaan wat we kunnen doen.
We moeten natuurlijk de procedure volgen. Als iemand naar de Raad van State stapt, stapt hij naar de Raad van State. Dat kan overal gebeuren. Dat kan met betrekking tot deze locatie gebeuren. We proberen de snelheid van de procedure op te voeren. Indien we elders een nieuwe procedure starten, kan dat daar ook gebeuren. De taskforce moet dit verder uitwerken.
Ik betwist zwaar dat we een juridische fout zouden hebben gemaakt. Ik ben geen jurist, maar ik heb ondertussen ondervonden dat elke jurist een andere mening heeft. Volgens de heer Bouckaert moet ik er gewoon het eenvoudigste handboek bij nemen. Ik stel vast dat de juristen die mij hebben geadviseerd blijkbaar een ander handboek gebruiken. Volgens mij is er geen juridische exacte wetenschap. In verband met dit dossier is duidelijk gebleken dat er meningsverschillen kunnen zijn.
Wat de essentie van de zaak betreft, wil ik allereerst opmerken dat er het best een wetenschapspark zou komen. Ik sta open voor manieren om snel tot een oplossing te komen. De beroepsprocedures hebben ook in het verleden al een rol gespeeld. Het maakt niet uit of het hier om een universiteit, een privébedrijf of een nieuw aan te leggen weg gaat. Dit is voor iedereen duidelijk. De commissie-Sauwens, de commissie-Berx en de Vlaamse Regering zijn de uitdaging aangegaan een versnelling van de vergunningsprocedures op verschillende vlakken te bewerkstelligen. Zoals ik daarnet al heb aangetoond, zullen we de ingeslagen weg blijven volgen zonder de openbaarheid en de inspraakmogelijkheden van het individu te fnuiken.
De toezegging met betrekking tot de taskforce is zeer positief. We zullen er de minister aan houden.
Ik ben blij dat de minister-president, die ondertussen is toegekomen, een gedeelte van de vraagstelling en van het antwoord heeft kunnen volgen. We zullen zo dadelijk immers een zeer belangrijk debat over de erosie van ons industrieel weefsel voeren.
Minister-president, een deel van de oorzaak van die erosie, het eroderen van ons industrieel weefsel, vind je in dit debat: het ontbreken van de vertaalslag tussen kennis en creativiteit aan de ene kant en nieuwe productieprocessen aan de andere kant. Die vertaalslag valt stil omdat we er niet in slagen wetenschapsparken te bouwen waar ze thuishoren.
Ik blijf voorstander van de inplanting op die plek. We hebben dat ook uitgezocht aan de universiteit. Ik vrees echter dat het juridisch zeer moeilijk zal worden. Het probleem is ontstaan bij de landschapsbescherming. Eén administratie stelt een landschapsbescherming in, terwijl een andere administratie zit te broeden op een wetenschapspark. Die twee worden onverzoenbaar. Daarom moet Vlaanderen werk maken van een geïntegreerde procedure voor alle regelingen in verband met bodemgebruik.
Die story van Gent verspreidt zich vlug bij de bedrijfswereld. Om Uplace te kunnen bouwen, heeft Bart Verhaeghe een heel imbroglio moeten ondergaan. Vlaanderen is dus toch een hele handicap. De leuze van Vlaanderen zou weleens ABVV kunnen worden: Alle Bedrijven Verlaten Vlaanderen. (Rumoer)
Dat kunnen we straks nog verder bespreken.
Het incident is gesloten.