Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de toepassing van het rechts afdraaien voor fietsers bij een rood licht
Actuele vraag over de toepassing van het rechts afdraaien voor fietsers bij een rood licht
Verslag
Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
De huidige staatssecretaris voor Mobiliteit is tegen, zijn voorganger, Etienne Schouppe, was tegen, de Vlaamse minister van Mobiliteit lust het niet, het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid is sceptisch, de Voetgangersbeweging houdt er niet van, en gisteren waarschuwde ook de Vereniging van Blinden en Slechtzienden voor de maatregel. Inderdaad, minister, vanaf midden februari komt er een nieuwe maatregel, waarbij fietsers op bepaalde kruispunten door het rode licht kunnen rijden om rechtsaf te slaan.
Deze maatregel lokt enige reactie uit. Ik kan dat wel begrijpen, temeer omdat België in 2000 het grootste aantal fietsslachtoffers kende van de hele Europese Unie.
Minister, op welke manier zal deze verkeersmaatregel geïmplementeerd worden, gelet op de veiligheid? Welk signaal geven wij aan onze kinderen? Kunnen wij door het rood rijden? Wanneer wel, wanneer niet? Gaat een verkeersbordje het ons duidelijk maken? Ik denk dat deze verkeersmaatregel een slecht signaal is. Ik ben benieuwd hoe u hier tegenover staat.
De heer DHulster heeft het woord.
Minister, we hebben het in deze arena en in de commissie heel vaak over de doorstromingsmaatregelen voor het openbaar vervoer of de auto, maar misschien staan we soms iets te weinig stil bij de mogelijke doorstromingsmaatregelen voor de fietsers. Er valt mijns inziens nog heel wat winst te boeken op dat vlak.
Een derde van de verplaatsingen gaat over een traject van minder dan 5 kilometer, maar meer dan 70 procent van die verplaatsingen gebeuren met de auto. Daar kunnen we dus echt nog een sprong vooruit maken, vooral in de stedelijke context.
De aangepaste regelgeving op federaal niveau reikt ons, als wegbeheerder en als regisseur ten opzichte van de gemeenten, twee instrumenten aan de fietsstraat en rechts door rood om de doorstroming voor fietsers in de stedelijke context op een aantal plaatsen te verbeteren en om de troeven van de fiets wat beter uit te spelen.
Minister, hoe ziet u de toepassing daarvan? Ik heb in de pers al gelezen dat u er een beetje terughoudend tegenover staat. Ik had daar graag wat meer toelichting bij gehad.
De heer Van Der Taelen heeft het woord.
Minister, ik denk niet dat men in Nederland en Duitsland gek is. Daar bestaat die regel al heel lang. Hij wordt ook in Frankrijk experimenteel toegepast.
Ikzelf ben ervaringsdeskundige. Ik fiets al dertig jaar in het gevaarlijkste fietsgebied van het land, namelijk deze stad. Ik kan u verzekeren dat een regel waarbij men zorgvuldig kruispunten uitkiest en een aangepaste bewegwijzering invult, een zegen zou zijn voor fietsers. Het is trouwens ook een vraag van de Fietsersbond. Het wordt tijd dat men ook eens luistert naar de echte ervaringsdeskundigen, die weten wat het betekent als je aan een kruispunt staat waar je zonder enig gevaar naar rechts zou kunnen afslaan, en die weten dat dat geen kamikazehandeling is.
Men heeft dezelfde alarmerende berichten gelanceerd toen het enige jaren geleden fietsers werd toegelaten om in bewegwijzerde eenrichtingsstraten te rijden. Toen was dat ook ongehoord en kondigde men aan dat de fietsers zouden worden doodgereden. Dat is tot nader order nog altijd niet gebeurd. En het levert ons, fietsers, geweldig veel tijdwinst op.
Ik wil ook nog laten opmerken dat je in de Verenigde Staten buiten de steden zonder enig probleem, op je eigen verantwoordelijkheid en daarbij zorgvuldig het kruispunt in het oog houdend, naar rechts kunt afdraaien. Die regel is zeer handig. Ik heb me altijd afgevraagd waarom die in Europa niet bestaat. Maar dat is een ander debat.
Ik vind in elk geval dat men van het invoeren van deze regel voor fietsers geen karikatuur kan maken. Ik begrijp dat men er bedenkingen bij kan hebben, maar ik zou het van u als minister kort door de bocht vinden, mocht u meteen zeggen dat u er niet op wilt ingaan. Elk kruispunt heeft zijn eigen verhaal. Bent u bereid om deze wet op een genuanceerde manier te onderzoeken en toe te passen?
Minister Crevits heeft het woord.
Collegas, laat mij duidelijk zijn: alle initiatieven die het fietsgebruik kunnen stimuleren of die het fietsgebruik veiliger kunnen maken, dragen mijn absolute goedkeuring weg. Toch heeft de Vlaamse Regering ervoor gekozen om negatief advies te geven op het toen nog wetsvoorstel om rechts afslaan door rood. Ik geef u de redenen waarom we dat hebben gedaan.
Ik kan achter het principe staan: er zijn omstandigheden waarbij een fietser toch rechts zou moeten kunnen afslaan ondanks het verkeerslicht. Maar in onze huidige Vlaamse context, en zeker op de Vlaamse gewestwegen, is het maar de vraag of het zo verstandig is om dat op te lossen door middel van een bord. Ik krijg van alle collegas regelmatig klachten over het feit dat er veel te veel borden staan. En nu zouden we een principe dat al zo lang bestaat rood is rood en dan moet je stoppen negeren en zeggen dat je daar nu en dan door mag. Collegas, er zijn andere middelen om tot een andere situatie te komen.
Ik heb begrip voor het feit dat je soms rechts zou moeten kunnen afslaan. We zijn sinds enkele jaren in Vlaanderen bezig met het aanleggen van dergelijke situaties: als er fietspaden zijn, komt het fietspad rechts van het verkeerslicht. Daardoor staat het verkeerslicht links. Het is algemeen bekend dat je geen rekening moet houden met lichten die links staan, dan mag je gewoon rechts afdraaien. Een andere mogelijkheid is een lichtje dat speciaal voor de fietsers duidelijk maakt wanneer ze mogen doorrijden.
Collegas, ik heb vandaag de website van de Fietsersbond bekeken. Daar staat heel nadrukkelijk vermeld: Door rood fietsen? Niet zo snel. Maak er dus alstublieft geen algemene regel van. Niemand wil dat. Ik heb in Vlaanderen nog niemand gehoord die mij zegt dat ik dat nu overal moet gaan plaatsen. Men zegt: in de praktijk zal dit enkel het geval zijn wanneer er een fietsstrook of fietspad en een minimum aan conflicten met voetgangers is. Je voelt dus dat daar heel restrictief mee moet worden omgegaan. Voor de gewestwegen of voor de wegen die eigendom zijn van de Vlaamse overheid is het heel belangrijk dat we alle situaties waar het kan, proberen op te lossen door ofwel de verkeerslichten links van het fietspad te plaatsen, ofwel een eigen lichtje te plaatsen voor het fietsende verkeer. Ook het mogelijke conflict met voetgangers is vrij gevaarlijk.
Daarom heeft de Vlaamse Regering een negatief advies gegeven over dat voorstel. Mijnheer DHulster, we hebben een positief advies gegeven over het voorstel van de fietsstraat. Daar gaat het om het beperkte eenrichtingverkeer: je kunt er in twee richtingen fietsen. Er zijn weinig gewestwegen waar dat kan. Op lokale wegen heb je veel dergelijke situaties. We zien dat dat inderdaad aanleiding geeft tot positieve effecten. Mijnheer Van Der Taelen, het enige verschil met de verkeerslichten is dat je daar niet door een rood licht moet. Daar heb je een algemeen verbodsbord waarop staat dat fietsers in de twee rijrichtingen mogen rijden. Dat is nog een andere situatie.
De federale wet is goedgekeurd. Ze zal straks wellicht worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. We moeten er dus mee omgaan. Het is niet omdat er een negatief advies werd verleend, dat we niet moeten omgaan met de nieuwe situatie.
Voor wat betreft de Vlaamse gewestwegen moeten we terughoudend zijn. We moeten de veiligste oplossing kiezen. Gewestwegen zijn bestemd om verkeersstromen te bundelen. Er is daar dus veel vrachtverkeer. Voor wat betreft de lokale wegen, had ik liever gehad dat men, tegelijk met de goedkeuring van die wet in het federale parlement, meteen ook het flankerende inrichtingsbesluit mee zou hebben aangepast, waarbij zou worden duidelijk gemaakt in welke situaties dat goed zou zijn. Nu zegt men aan iedereen: doe wat je denkt dat goed is.
Voor Vlaanderen, en dus voor mij, zal de taak zijn weggelegd aangezien het tot nu toe niet is geregeld in de federale uitvoeringsbesluiten om samen met de Fietsersbond, de Vlaamse Stichting Verkeerskunde en het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid, te onderzoeken op welke manier we dat nieuwe bord een plaats kunnen geven in het Vademecum Fietsvoorzieningen, misschien met een aantal voorbeelden van lokale praktijken die in het buitenland al tot gunstige gevolgen hebben geleid.
Ik ben dus een beetje ongelukkig met de manier waarop de beslissing goedgekeurd is, zo zonder flankerend programma. We hebben een negatief advies gegeven, maar als het reglement bestaat, moeten we het een plaats geven in het vademecum. Het bord bestaat, we moeten uitzoeken hoe we het goed gaan gebruiken. Ik ben bijzonder blij met de genuanceerde berichtgeving van de Fietsersbond. Op hun website staat duidelijk: pas op, plaats die borden niet overal, zo creëert men wellicht gevaarlijke situaties. We leren aan onze kinderen dat rood gevaar betekent, als het licht op rood staat, mag men niet door, en nu gaan we daarvan afwijken. We moeten daar voorzichtig mee zijn.
Ja, ik ben terughoudend, zeker wat de gewestwegen betreft. Het is niettemin goedgekeurd, het wordt straks gepubliceerd. We moeten uitzoeken hoe we het in het vademecum een constructieve plaats kunnen geven.
Ik dank u voor uw antwoord, minister. Ik ben zeer tevreden met uw antwoord. Ik ben zeer tevreden met uw houding. U stelt veiligheid boven snelheid en daar draait het eigenlijk om: dat de fietsers sneller zouden kunnen doorrijden. Ik vind het niet wijs, collegas, om te zeggen dat elk kruispunt anders is. Welke verkeerseducatie moeten we dan nog geven aan onze kinderen? Ik ben tevreden met uw uitgangspunt, minister, en dat is: laat het licht links liggen.
Ik ben tevreden met uw antwoord, minister. U hebt het over terughoudendheid. Ik hoor daar voorzichtigheid in, wat uiteraard heel goed is. Ik hoor ook dat u de deur niet volledig dichtdoet voor het rechts afdraaien voor fietsers bij een rood licht. In een aantal steden en gemeenten belangrijke steden zoals Antwerpen Gent en Mortsel zijn er toch wel kruispunten te vinden waar het wel een goede oplossing kan zijn.
Heel veel gemeenten zullen na de berichten van de afgelopen week ongerust zijn. Gaat u via de Mobiliteitsbrief of een ander middel duidelijkheid scheppen?
Minister, ik ben blij dat u blijk geeft van een constructieve houding. U gaat ervan uit dat, nu de wet goedgekeurd is, ze ook kan worden toegepast.
Ik doe echt een beroep op het gezond verstand. De maatregelen die u zelf voorstelt, zijn natuurlijk beter, maar, ze hebben één nadeel: ze kosten veel meer geld. Het is niet zo eenvoudig en niet zo goedkoop om een verkeerslicht te verplaatsen. Een extra verkeerslicht plaatsen met een pijl naar rechts bijvoorbeeld, is leuk, maar kost ook veel geld. Ik ben zeker dat er situaties zijn waarin we het erover eens zouden zijn dat zon nieuw bordje op zijn plaats is. Het enige wat ik vraag, is gezond verstand. Laat ons kijken waar het mogelijk is. Ik ben zeer blij dat u de veiligheid van de fietsers zo hoog in het vaandel draagt. Als we ergens zon bordje kunnen plaatsen, gaan we daar toch niet principieel tegen zijn! Ik ben blij, ik heb het gevoel dat u mijn mening deelt op dit vlak.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Wij zijn zeker voorstander van het principe. We willen dat toepassen waar de verkeersveiligheid het toelaat.
Ik sluit aan bij de heer Van Der Taelen. Als we moeten wachten tot er overal infrastructurele ingrepen kunnen gebeuren, gaat het lang duren voor het principe toepassing kan krijgen. Minister, u bent terughoudend voor de gewestwegen. Wil dat zeggen dat u op dit moment de toepassing van het bord niet in overweging neemt? Zult u het principe alleen toepassen bij infrastructurele maatregelen? Of gaat u het punt per punt bekijken?
Mevrouw Smaers heeft het woord.
Mijn fractie is voor verkeersveiligheid boven alles. Wij hebben ons in de Kamer onthouden bij de stemming over dat wetsvoorstel. Ik dank u voor uw antwoord, minister. We moeten kijken in welke mate we in Vlaanderen infrastructurele maatregelen kunnen nemen om het veiliger te maken voor fietsers. We moeten de nadruk en de prioriteit leggen op de infrastructurele ingrepen voor fietsers, om betere doorstroming te bereiken voor fietsers, in plaats van andere maatregelen zoals opgenomen in dat wetsvoorstel. Daarom zijn we blij met uw terughoudende houding, minister.
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, we moeten goed beseffen dat in verband met verkeersreglementering, zoals vaak in verband met reglementering in het algemeen, duidelijkheid troef moet zijn. Er mogen niet te veel aan omstandigheden of situaties gekoppelde uitzonderingen zijn.
Eerlijk gezegd, zie ik echt geen probleem indien een vrijliggend fietspad beschikbaar is. Ik vraag me af waar er dan gevaar kan schuilen. De fietser draait mee. Er is geen beweging dwars over de weg. Het rechts afdraaien bij rood licht moet kunnen. Voetgangers doen dat trouwens ook.
Dit bestaat in het buitenland. Als het om de verkeersreglementering gaat, is Nederland toch enigszins een gidsland. We kunnen ons spiegelen aan de ervaringen die ze daar hebben opgedaan.
Indien we echter uitzonderingen op de regel invoeren, zullen we situaties creëren waar mensen de dupe van dreigen te worden. De fietser is een zwakke weggebruiker. Dit kan leiden tot zware en zelfs dodelijke accidenten. De Open Vld is, voor alle duidelijkheid, voor de invoering van dit principe. We mogen echter niet te veel uitzonderingen toelaten.
Ik kan het eigenlijk heel kort houden. Ik vind het spijtig dat de stemming in de Kamer van Volksvertegenwoordigers op deze manier is verlopen. Ik heb dat daarnet al trachten uit te leggen. Het begeleidend reglement van de wegbeheerder is niet aangepast.
De heer Keulen heeft net gesteld dat er duidelijkheid moet zijn. Dat is precies wat nu ontbreekt. Er is een keuze gemaakt. Er komt een nieuw bord. Onduidelijkheid is troef. Komt dat bord nu overal? Mogen fietsers nu overal rechtsaf slaan? Dit betekent dat we iedereen nog duidelijk moeten maken dat het enkel zal mogen indien er een aansluitend fietspad is. Ik vind het spijtig dat de stemming tot dergelijke situaties leidt. Ik vraag me af waarom niet een beetje is gewacht. In dat geval hadden we alle mogelijke gevaarlijke situaties in beeld kunnen brengen en zouden we nu kunnen melden dat het bord sowieso enkel kan worden geplaatst indien er een fietspad is en indien er geen voetgangers zijn die ook kunnen oversteken. Nu moeten we de feiten achternahollen. We zullen hier snel werk van moeten maken.
Een andere vraag luidt of ik zal weigeren die borden te plaatsen. Indien een nieuw bord is goedgekeurd en in het Belgisch Staatsblad is verschenen, is het uiteraard mijn taak als minister van Mobiliteit de Vlaamse gewestwegen te bekijken en zelf een checklist met mogelijke situaties te overlopen en de gemeenten een tool aan te reiken om hier zelf goed mee te kunnen werken.
Ik had al dat voorbereidend werk graag op voorhand zien verrichten. Indien het reglement mee zou zijn aangepast, zouden we nu die onduidelijkheid niet hebben. Wie twijfelt aan mijn constructieve houding om hier duidelijkheid in te scheppen, heeft het echter verkeerd.
Ik twijfel niet aan de constructieve houding van de minister. Daar gaat het hier echter niet om. We worden met een verkeersreglement geconfronteerd. Dat wordt ons door de Kamer van Volksvertegenwoordigers opgelegd. De minister is echter niet verplicht dit allemaal uit te voeren. Ze moet dit niet allemaal onderzoeken. Ze kan dat doen wanneer ze dat noodzakelijk acht. Dat is een duidelijk verschil.
Ik citeer nog even de krant: Dit is democratie. Eigenlijk is het wetsvoorstel maar door volksvertegenwoordigers van enkele partijen ingediend. Een aantal partijen, waaronder de N-VA, was in feite helemaal geen voorstander. Ik meld dit enkel omdat ik wil aanduiden dat deze wet op een zeer spijtige wijze tot stand is gekomen.
Ik wil me niet over de totstandkoming van wetsvoorstellen uitlaten. De nieuwe federale regelgeving biedt de mogelijkheid het comfort en de snelheid van de fietsers in de steden te laten toenemen. We hebben het net vooral gehad over de mogelijkheid rechts af te slaan als het licht rood is. Ik denk dat de fietsstraat ook een mogelijkheid biedt de fietser in de stedelijke context centraler te plaatsen. Ik hoop dat dit ertoe zal leiden dat we wat minder tijd verliezen.
Ik zou de minister tot slot graag oproepen te profiteren van de ervaringen in het buitenland. Ik ben er zeker van dat ze op een zeer eenvoudige manier de Nederlandse ervaringen ter zake zou kunnen gebruiken.
De minister heeft zelf de gematigdheid van de Fietsersbond geloofd. Het zou dan ook interessant zijn dit dossier samen met hen op te volgen.
Het incident is gesloten.