Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, aan de orde is de voortzetting van het actualiteitsdebat over de vervanging van het klein beschrijf door een woonkorting.
Mevrouw Smaers heeft het woord.
Voorzitter, ik heb een kwartiertje geleden mijn vraag gesteld aan minister Muyters, maar het is natuurlijk ook een pertinente vraag ten aanzien van minister Van den Bossche. Uiteraard kan er in het kader van het woonbeleid maar gestart worden met een volledig eigen woonbeleid als ook de fiscaliteit daarop is afgestemd. De Vlaamse huiskorting hoort als eerste aangepakt te worden in de Vlaamse fiscaliteit. Mijn vraag naar de stand van zaken inzake de invoering van de Vlaamse huiskorting is vooral gericht tot minister Muyters, net als de vraag of we de streefdatum van 2013 kunnen halen. Er zijn ook een pak andere bedenkingen te maken in het kader van het woonbeleid, maar we weten allemaal dat we moeten wachten, in de eerste plaats op de studie over de Vlaamse huiskorting, vandaar mijn vraag aan minister Muyters.
Mevrouw Hostekint heeft het woord.
Voorzitter, leden van de regering, collegas, vandaag bestaat een vermindering van de registratierechten, het zogenaamde klein beschrijf, voor de zogenaamde bescheiden woningen, zijnde woningen met een kadastraal inkomen (ki) van minder dan 745 euro. We weten allemaal dat de kis vandaag niet meer beantwoorden aan de realiteit, dat ze niet meer de echte verhuurwaarde van een woning weerspiegelen en dus eigenlijk geen goede basis vormen voor het bepalen van wat al dan niet een bescheiden woning is. Het kan niet de bedoeling zijn dat wie vandaag een mooi gerenoveerde fermette koopt op het platteland, wel in aanmerking komt voor een vermindering van registratierechten, maar dat wie een kleine, verkrotte woning koopt in de stad, vaak niet in aanmerking komt voor die vermindering. Dat gebeurt louter en alleen omdat in 1975, op het moment dat die kis werden vastgelegd, de mooi gerenoveerde fermette nog een vervallen boerderij was en dat de kleine verkrotte woning in de stad toen in een florissante handelswijk lag.
Net daarom heeft de Vlaamse Regering het was trouwens een oud strijdpunt van onze fractie in het Vlaams regeerakkoord de Vlaamse huiskorting ingeschreven ter vervanging van het klein beschrijf. Ik denk dat iedereen in dit halfrond het met me eens zal zijn dat, als we tot een rechtvaardig systeem van vermindering van registratierechten willen komen, we dan het best een aantal andere parameters in acht nemen. Ik denk dan in de eerste plaats aan de verkoopwaarde van de woning, maar ook aan de oppervlakte van de woning, aan het profiel van de koper en aan de buurt waar zon woning gelegen is. Op die manier kunnen we de stadsvlucht tegengaan en kunnen we ervoor zorgen dat de huiskorting een efficiënt middel wordt om te zorgen voor de opwaardering van bepaalde verkrotte of verloederde buurten.
Leden van de regering, collegas, ik meen dat een huiskorting de uitgelezen kans is om ervoor te zorgen dat de middelen die we vandaag besteden aan het klein beschrijf, aan de vermindering van registratierechten, terechtkomen bij de mensen bij wie ze zouden moeten terechtkomen: bij jonge gezinnen, bij eenoudergezinnen, bij mensen zonder dik spaarboekje, die toch hun eigen woning, hun eigen huisje willen verwerven en ieder steuntje in de rug kunnen gebruiken, maar ook bij mensen die willen investeren in buurten die vandaag minder gewild zijn of die verloederd zijn. We kunnen de huiskorting echt inzetten als instrument om de opwaardering van het woonpatrimonium, maar ook de opwaardering van die buurten in de hand te werken.
Minister Muyters, u hebt op een vraag van mij in de commissie, ik meen in juni, geantwoord dat u een studie van het Steunpunt fiscaliteit verwachtte na het zomerreces het vorige.
Ik heb geen probleem met het feit dat het zes maanden later is. U kunt beter goed dan overhaast tewerk gaan, zolang we maar de implementatie van januari 2013 halen, zoals u die hebt aangekondigd in uw beleidsbrief.
Minister, zult u die vooropgestelde datum van januari 2013 ook effectief halen? Welke parameters hebt u daarbij voor ogen? Hoe ziet u de samenwerking met minister Van den Bossche?
Mevrouw Heeren heeft het woord.
Voorzitter, mevrouw Hostekint, u hebt een aantal parameters opgenoemd namelijk de ligging en de prijs. Vanuit onze fractie zou ik toch ook willen zeggen dat de energiezuinigheid van de woning even belangrijk is als de ligging en de prijs van de woning. Vorig jaar hebben we een pleidooi gehouden voor een energetisch kadaster als aanvulling op het federale kadaster. Als er nu voor Vlaanderen een mogelijkheid komt om een woonkorting te geven, dan is het belangrijk om de energiezuinigheid van woningen op een of andere manier te belonen bij verkoop of verhuur.
Mevrouw Heeren, ik ben het er helemaal mee eens. Wij vinden dat het ook een van de belangrijke parameters kan zijn.
Minister Muyters, het is belangrijk om de resultaten van het Steunpunt fiscaliteit te kennen. Er zal ook onderzoek gevoerd zijn naar die parameters. Ik ben wel benieuwd naar de resultaten om te weten of het haalbaar is. Maar ik ben het met u eens dat energiezuinigheid een belangrijke factor is.
De heer Penris heeft het woord.
Voorzitter, ik zal een kort betoog houden vanaf het spreekgestoelte. Ik heb alle begrip voor de toestand van mevrouw Smaers, maar mevrouw, als u mijn buik ziet, zou ik evengoed vanaf mijn stoel kunnen spreken. Ik ga dat niet doen, want ik sta hier liever in de kijker. Ik kijk u liever allemaal in de ogen wanneer ik het standpunt van mijn fractie ten aanzien van het recent gecreëerde nieuws over de hervorming van het registratierechtensysteem mag komen toelichten.
Want inderdaad: nieuws wordt soms op een heel eigenaardige manier gemaakt, mevrouw Homans. Het voornemen om het registratierechtensysteem te herzien, stond al heel lang in de beleidsbrieven en beleidsnota van de minister. Over het onderwerp werd zoals collega Reekmans zei al bij herhaling in de commissie Wonen gedebatteerd. Dat er een andere basis zou kunnen worden gevonden dan het kadastraal inkomen om registratierechten te heffen, dat was al lang geweten. Maar er is een voorzitter van een bepaalde partij die in de marge van een nieuwjaarsreceptie komt vertellen dat het systeem grondig zal worden herzien en poef, het is nieuws. Nietwaar, mijnheer De Wever? Nietwaar, mijnheer De Wever? (Applaus bij het Vlaams Belang en LDD)
Dat het kadastraal inkomen al lang niet meer actueel is, dat weten we al jaren. Mevrouw Smaers zegt dat er sinds 1975 geen perekwatie meer is geweest. Ik wil het jaartal niet betwisten, maar ik dacht dat het ook 1973 of 1974 kan zijn geweest. Laat ons zeggen dat het sinds de vroege helft van de jaren 70 niet meer herzien is. De vraag is of het systeem wel moet worden herzien. Mevrouw Homans, ik ken maar weinig Vlamingen die vandaag de dag durven te pleiten voor een herziening van het kadastraal inkomen. Zelfs de mensen die u goed kent de mensen van De Bilzen, want uw partijvoorzitter gaat soms met zijn sleutelbos wapperen in De Seefhoek , zeggen dat u van dat systeem moet afblijven.
We hebben een kadastraal inkomen waarmee we kunnen leven. Welke Vlaming heeft zijn lege zolder niet ingericht als kinderkamer? Welke goede huisvader heeft geen tweede badkamer gezet om zijn kinderen te laten douchen? Wie heeft geen carport? Wie heeft geen garage bijgebouwd? Wie heeft geen veranda bijgebouwd? Wie heeft geen maatregelen genomen om de kwaliteit van zijn huis en dus zijn kadastraal inkomen te verhogen? Mevrouw Homans, blijf er voorlopig af.
Ik weet dat ik in het verleden in de fout ben gegaan. Dat wou u zeggen. Ook wij dachten dat we tot een algemene herziening van het kadastraal inkomen moesten komen.
Maar vandaag, horend wat ik hoor, wetend wat ik weet, sprekend met de mensen in de straat, denk ik dat geen enkele Vlaming voorstander is van een herziening van dat systeem.
Mevrouw Homans heeft het woord.
Mijnheer Penris, u hebt inderdaad het geweer van schouder veranderd. In de commissievergadering van vorige week hebt u het pleidooi gesteund.
U vergist zich ook wat in het onderwerp van het debat. Het gaat hier niet over de hervorming van het kadastraal inkomen, want wij zijn daar totaal niet bevoegd voor. We vragen enkel volgens mij met de steun van de voltallige regering om het kadastraal inkomen niet meer in aanmerking te nemen voor het toekennen van het klein beschrijf. Dat is natuurlijk een ander debat.
Ik wil daar graag op aansluiten. Mevrouw Homans heeft voor 100 procent gelijk. Het gaat hier over de registratierechten die betaald moeten worden bij de aankoop van een woning. Het gaat niet over de onroerende voorheffing, die ook gebaseerd is op het kadastraal inkomen. Er zijn andere parameters nodig dan het kadastraal inkomen om de waarde of de huurwaarde van een huis te bepalen.
Daar mag geen verwarring over bestaan. Het gaat niet over een totale hervorming van het kadastraal inkomen, bijvoorbeeld als grondslag voor de onroerende voorheffing. Daar zijn we nu niet mee bezig. In het regeerakkoord staat heel duidelijk dat het over de registratierechten gaat. In de plaats van het klein beschrijf, denken we aan een huiskorting, geen woonkorting.
Als ik mijn betoog gewoon had voortgezet, zouden jullie die vragen niet hebben gesteld. Ik kom tot het tweede en misschien wel belangrijkste gedeelte van mijn uiteenzetting.
U wilt een herziening van het registratierechtensysteem, dat nu gebaseerd was op het kadastraal inkomen. Er wordt een korting van 5 procent toegekend voor panden of gronden met een kadastraal inkomen lager dan 745 euro. U bent het niet meer eens met het kadastraal inkomen in de heffingsgrondslag en stelt dat we tot een algemene herziening van de heffing moeten komen.
Ik zal u zeggen waarom ik het daar niet mee eens ben. We leven in economisch onzekere tijden. De mensen zijn op zoek naar zekerheden. Jonge gezinnen, jonge starters worden geconfronteerd met gewijzigde pensioenhorizonten. Jonge starters worden geconfronteerd met een crisis, mogelijkerwijze zelfs met een recessie, en jobonzekerheid die daarmee gepaard gaat. Ze zijn dus op zoek naar zekerheden. Een van de zekerheden die u jonge starters vandaag nog kunt geven, is het verwerven van een kleine of bescheiden eigendom. Zij worden daartoe aangemoedigd door de fiscus. Het systeem dat daartoe bestond, mag wat mij betreft worden behouden.
In economisch onzekere tijden moeten we de spelregels niet blijven veranderen. We voeren straks het debat over de indexsprong. Ideologisch of intellectueel gezien kan men zeggen dat het indexsysteem niet goed is. Ideologisch of intellectueel gezien kan men zeggen dat de heffingsgrond die we nu hanteren in de eigendomsverwerving niet de beste is. We moeten de spelregels in deze onzekere tijden echter niet veranderen. Voorzitter, ministers, dat is het pleidooi van mijn fractie.
Mijnheer Penris, ik vind dat u een vreemd verhaal vertelt. Ik heb daarnet gezegd wat u gezegd hebt: laat ons de mensen die vandaag ieder steuntje in de rug kunnen gebruiken voor het verwerven van een eigen woning, die kans geven door net voor een rechtvaardig systeem te zorgen als we een vermindering van registratierechten toekennen.
We merken vandaag dat de vermindering van registratierechten, het zogenaamde klein beschrijf, helemaal niet of vaak niet terechtkomt bij die bescheiden woningen. Er zijn bijvoorbeeld heel wat woningen op het platteland die mooi gerenoveerd zijn en toch zon klein beschrijf genieten, terwijl kleine woningen in de stad dat niet genieten.
Als we jonge starters de kans willen geven om zich te vestigen in de stad en een bescheiden woning aan te kopen die nog moet worden gerenoveerd, is het net belangrijk dat we hen een steuntje in de rug geven en dat we ervoor zorgen dat de vermindering van de registratierechten op een eerlijke en solidaire manier wordt gegeven.
Ik ben het grotendeels met u eens, mevrouw Hostekint. Een van de vragen die ik aan de minister heb gesteld was ook wat ze bedoelt met het terechtkomen van dat fiscale voordeel bij de juiste mensen. Dat was een van die uitspraken in de pers die aanleiding hebben gegeven tot onze initiatieven.
Ik ben blij dat u die opmerking maakt. Uw fractie zegt dat de juiste mensen en ik hoop dat de anderen dat straks herhalen jonge starters of jonge gezinnen zijn, die de eerste stappen op de eigendomsmarkt moeten zetten. Daarover zijn we het eens. Maar die jonge starters en jonge gezinnen kennen de spelregels van vandaag. Wanneer ze hun budget opstellen, houden ze rekening met die spelregels. Het heeft geen zin om de spelregels in de loop van het verhaal te veranderen, omdat je op dat moment onzekerheden creëert waar niemand bij gebaat is. Daar wordt alleen de markt beter van, niet de juiste mensen die u probeert te bevoordelen.
Ik wil er geen welles-nietesspelletje van maken, maar ik denk dat u het een klein beetje verkeerd voorstelt als u zegt dat we de spelregels tijdens de koers aanpassen. Dat klopt niet. Het geldt natuurlijk voor mensen die straks een woning zullen verwerven. Het gaat over de vermindering van registratierechten bij de aankoop en heeft dus helemaal niets te maken met de grondslag, waarop bijvoorbeeld een onroerende voorheffing wordt gebaseerd.
Mijnheer Penris, ik moet toch vaststellen dat u zelf onzekerheid en verwarring creëert. U hebt dat vorige week proberen te doen in het debat over het afschaffen van de fiscale aftrek voor hypothecaire kredieten. Dat wordt overgeheveld naar Vlaanderen. U hebt toen ook voor verwarring gezorgd in de commissie.
Nu zegt u dat we de jonge gezinnen of jonge starters die een huis willen kopen zekerheid moeten bieden en dat we de spelregels dus niet mogen veranderen. Ik weet niet hoe lang het geleden is dat u naar een notaris bent geweest, maar mensen die nu een huis kopen, moeten soms wachten tot het moment dat ze de akte ondertekenen, om te weten of ze klein of groot beschrijf hebben. Dat pleidooi lijkt eigenlijk echt nergens op, mijnheer Penris.
Mijnheer Penris, dat geldt voor alle vormen van fiscaliteit. Als we fiscale maatregelen nemen, creëren we uiteraard een nieuwe situatie, waarin de vorige fiscale regeling niet geldt. Ik begrijp u niet, als u het ten gronde eens bent met wat hier aan de orde is. Jonge starters of jonge gezinnen enzovoort zullen een aansporing krijgen voor eigendomsverwerving. Dat is positief. Ik begrijp niet waarom u dat nu probeert voor te stellen als iets dat onzekerheid creëert. Ik begrijp uw houding niet, vorige week ook niet. Bent u dan tegen elke vorm van verandering in fiscaliteit? Hoe zal men het systeem dan ooit kunnen veranderen?
Nee, mijnheer Van Rompuy, wij zijn hier de oppositie. Wij hebben als taak om kritisch te staan tegenover maatregelen die u denkt te moeten doorvoeren. Ik ben heel onzeker over de manier waarop dit verhaal afgewikkeld zou kunnen worden. Ik weet niet hoe de huiskorting er zal uitzien. Ik ben als oppositielid verplicht om u daarover kritisch te ondervragen.
Ik ken het huidige systeem. Ik weet dat veel jonge starters en jonge gezinnen met dat systeem hun eigen woning hebben kunnen verwerven en ik weet dat veel jonge starters en veel jonge gezinnen met het systeem zoals het nu bestaat, een huis zullen kunnen blijven verwerven, maar ik weet niet wat u van plan bent. Daarom wordt uw regering vandaag door ons ondervraagd.
Wacht dan tot u weet waarover het gaat, maar probeer niet om de publieke opinie en iedereen die van plan is een huis te kopen in onzekerheid te brengen.
Ik doe geen government by announcement. Daar, de heer die afwezig is, die heeft dat gedaan! (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Collegas, volgens de aankondigingspolitiek van de Vlaamse Regering lezen we in de kranten dat het systeem van de registratierechten zal worden aangepast. De N-VA en sp.a verschillen kennelijk van mening. In plaats van als belastbare basis het kadastraal inkomen te nemen, wenst men, volgens de krant, 5 of 10 procent registratierechten te koppelen aan de prijs, de grootte van de eigendom of zelfs het inkomen van de kopers.
Ik moet de heer Penris gelijk geven dat het opnieuw onduidelijkheid troef is. De Vlaamse Regering moet stoppen met onrust te zaaien over de laatste zekerheid van de Vlaming, zijn eigen huis. (Applaus bij Open Vld en bij het Vlaams Belang)
77 procent van de Vlamingen is eigenaar. Dat is drie vierde. We moeten daar fier op zijn. Het is een uncium. We mogen echter het kind met het badwater niet weggooien.
Als er iets is dat we niet moeten veranderen, dan is het de eigendomsverwerving. We moeten eigendomsverwerving verder aanmoedigen, want het is een ideale buffer voor wanneer het minder goed gaat en het is een ideale pensioenpijler. Er moeten niet alleen lasten zijn, maar ook lusten, want er zijn al genoeg lasten zoals de registratierechten die 5 of 10 procent bedragen. Dat bedrag moeten mensen betalen bij de aankoop van een woning. Meestal gaat het om het eerstgespaarde geld dat jonge mensen hebben. Ze hebben daar jarenlang voor opzij moeten zetten en hebben zich veel moeten ontzeggen. 21 procent bij nieuwbouw en dan nog eens een jaarlijkse onroerende voorheffing, louter om een eigendom te hebben die men zelf betaalt of aan het verdienen is, en dat met een inkomen waarop 50 procent belasting wordt geheven.
Zon 30 procent van de mensen heeft een leningslast die hoger ligt dan een derde van hun inkomen. Dat valt voor velen zwaar. Een verhoging van het ki en de onroerende voorheffing is dan ook absoluut te vermijden en zelfs onbespreekbaar.
Het is een goede zaak dat de overheid stimuleert bij de aankoop door een abattement toe te kennen en bij het afsluiten van een hypothecaire lening. Wij stellen dan ook voor dit bedrag te verhogen. Het is juist dat jonge mensen die vandaag een bescheiden nieuwbouw zetten, vaak zijn gestraft omdat het ki hoger ligt dan 745 euro en 10 procent moeten betalen in plaats van 5 procent. We moeten dat niet oplossen met een aankondigingspolitiek, maar met daadkracht. We moeten daar een pasklare oplossing voor vinden. In het verleden zijn er al tientallen studies gebeurd, maar er werd nooit een daadkrachtige oplossing gevonden.
Als er een nieuw systeem komt, dan moet men rekening houden met een aantal zaken. Bestaande panden en nieuwbouw moeten onder eenzelfde effect ressorteren. Waarom kan een sociale woning gebouwd worden tegen een tarief van 5 procent registratie en 6 procent btw en een bescheiden woning met dezelfde bouwkost niet? Waarom krijgen 500 kopers van een sociale koopwoning die bonus en een gunstig fiscaal regime en andere mensen in dezelfde omstandigheden niet?
Zoals mevrouw Hostekint heeft gezegd, is het ki in de stad vaak hoger dan op het platteland. Mevrouw Homans zegt in de krant dat het niet goed is dat de vroegere chique wijken nu een hoog ki hebben in vergelijking met het hippe Zuid waar men minder belastingen moet betalen. Waarom? Wil ze de mensen in het hippe Zuid dan belasten omdat ze een verloederde buurt hebben opgeknapt en in de stad zijn komen wonen? Dat is toch precies wat de Vlaamse Regering probeert aan te moedigen.
Een nieuwe regeling moet voor iedereen in dezelfde omstandigheden dezelfde voordelen geven. We noemen dat horizontale rechtvaardigheid. En het ki is dat niet. Een evenwaardig goed in dezelfde omstandigheden zou tot eenzelfde ki moeten leiden. Raken aan het ki is nu echter niet mogelijk omdat het een federale bevoegdheid is. Vanwaar dan die aankondigingspolitiek? Wil men opnieuw raken aan die 77 procent eigenaars in Vlaanderen? Is dat het Vlaamse beleid van de N-VA? Wil de N-VA in Vlaanderen telkens opnieuw onrust zaaien?
Wanneer u tot een nieuw systeem komt, op basis van welke parameters gebeurt dat dan? Gaat het om een systeem zoals in Nederland met om de vier jaar een nieuwe taxatie? Dat zal mijns inziens alleen maar leiden tot een belastingsverhoging. Er zullen effectief kortingen zijn voor woningen met een laag E-peil. Uiteraard vind ik dat een goede suggestie, mevrouw Heeren. Zelfs in de meerderheid moet men nog suggesties doen. Men weet echt niet van welk hout pijlen maken.
Wij zijn duidelijk: een nieuw systeem mag absoluut niet tot enige belastingverhoging leiden. De onrechtvaardigheid van het klein beschrijf kunnen we oplossen, door iedereen die zijn eerste woning koopt, een verlaagd registratietarief van 5 procent te geven, ten belope van de eerste schijf van 200.000 euro.
Voorzitter, ik heb het verhaal van mevrouw Van Volcem niet goed begrepen. Ik heb het gevoel dat ze veel op een hoop gooit en niet erg consequent is in wat ze aan het vertellen is.
Mevrouw Van Volcem, u zegt dat we niet mogen raken aan het systeem, omdat we daarmee weer de 75 procent eigenaars treffen. U hebt niet goed geluisterd naar wat voordien is gezegd. Het is net omdat we die woonzekerheid ook aan jonge starters willen geven, dat we vandaag een rechtvaardiger basis zoeken voor de vermindering van de registratierechten dan het ki. Het is net om die reden dat we vandaag een discussie voeren over welke parameters dan wel tot een zogenaamd klein beschrijf of tot die huiskorting moeten leiden.
Wat u daarstraks allemaal verkondigd hebt, heb ik eerlijk gezegd niet begrepen. Ik vond het niet erg consistent.
Ik kan het misschien nog een keer herhalen. Ik heb duidelijk gezegd dat we tot rechtvaardigheid moeten komen. Er wordt echter in de kranten een heel debat gevoerd over iets waarvoor de Vlaamse Regering niet bevoegd is.
Dat is helemaal niet waar. Het gaat niet over het ki.
Men moet zekerheden bieden, zoals de heer Penris heeft gezegd. Men moet zekerheid bieden over het eigen huis van de Vlaming. U bent er zelf nog niet uit in de Vlaamse Regering. Mevrouw Van den Bossche wil het koppelen aan mensen met een bepaald inkomen. Mevrouw Homans zegt in de krant dat dat niet de bedoeling is. Aan wie gaat u die huiskorting geven? Dat is niet duidelijk. De vrees van elke Vlaming is dat de belastingen opnieuw omhoog zullen gaan, want de N-VA zegt in Knack dat er een nieuw Vlaams ki moet komen.
U zegt nu dat we helemaal niet bevoegd zijn voor het ki, maar daar gaat het vandaag ook niet over. Het gaat erover om een andere basis voor een vermindering van registratierechten te behouden dan het ki. (Opmerkingen)
Welke?
We zullen straks horen wat uit het onderzoek van Fiscaliteit gekomen is. U zegt dat u het in de krant leest. Ik ben natuurlijk niet verantwoordelijk voor wat bepaalde voorzitters op nieuwjaarsrecepties zeggen en voor het feit dat dat dan nieuws is volgens de kranten.
Het staat allemaal heel duidelijk in het Vlaamse regeerakkoord. U zult het ook terugvinden in diverse beleidsbrieven.
Ik wil ook mijn verbouwereerdheid uiten ten aanzien van mevrouw Van Volcem. Zij gooit alles op een hoopje. Het gaat hier niet over onroerende voorheffing, fiscale aftrekken bij het verwerven van een woning of fiscale aftrekken op een hypothecaire lening. Het gaat hier ook niet over het kadastraal inkomen an sich, want dat is inderdaad federale bevoegdheid. Minister Muyters heeft daarstraks duidelijk gezegd dat het over de huiskorting gaat, zijnde een alternatief dat een vereenvoudiging moet beogen, een minder complex systeem om een vermindering toe te kennen op de huidige registratierechten, wat we nu kennen als het klein beschrijf.
Waar Vlaanderen op wil inzetten, is een vereenvoudiging, het minder complex maken. Het gaat hier helemaal niet over belastingverhogingen, laat staan over andere systemen in werking laten treden die meer complexiteit met zich zouden meebrengen. Neen, het gaat net om een vereenvoudiging van de vermindering in registratierechten.
Mevrouw Van Volcem, ik heb u een prachtig pleidooi horen houden waarom het kadastraal inkomen geen goede parameter is. U hebt voorbeelden gegeven, u hebt naar voren gebracht dat jonge mensen in staat moeten zijn om een eigendom te verwerven enzovoort. Alleen is uw conclusie het tegenovergestelde van uw pleidooi. Dat is een rare zaak.
Lees de beleidsnota, lees de beleidsbrieven, zowel van mezelf als van mevrouw Van den Bossche. Daarin staat uitdrukkelijk dat het hier gaat over een alternatief waarop het verlaagde tarief van het registratierecht kan worden geheven.
Dat is onze doelstelling, dat is wat we naar voren schuiven. Dit is geen nieuws, want het staat bij ons allebei in onze beleidsbrieven. Mevrouw Van Volcem, ik ondersteun uw pleidooi helemaal maar uw conclusie, wanneer u het hebt over het verlaagde tarief voor registratierechten, is eigenaardig. Ik dacht dat u in de commissie precies de tegenovergestelde conclusie hebt verdedigd.
Ik wil eerst onderschrijven dat de verkoopprijzen van huizen met een gelijk ki sterk variëren. Het klein beschrijf correspondeert daarmee helemaal niet. Voor eenzelfde verkoopprijs krijgen sommigen een klein beschrijf en anderen niet. Zeker in steden is er een grote uitval. Dat ki is dus helemaal geen zinvolle graadmeter om te bepalen of je al dan niet een klein beschrijf moet krijgen.
In het verleden heb ik een aantal criteria naar voren geschoven, in de commissie maar ook in mijn beleidsnota. Dat is niet, zoals u suggereert, het inkomen, maar wel: de aankoopprijs en de oppervlakte van het huis, en de gezinssamenstelling omdat het logisch is dat een groot gezin misschien een wat groter huis nodig heeft. Vanzelfsprekend moet het gaan om een enige woning. Het lijkt me niet meteen nodig om voor een tweede of derde woning een korting te organiseren.
Elke keer dat ik daarover in de commissie werd ondervraagd, heb ik gezegd dat ik wacht op het onderzoek van minister Muyters om te zeggen welk systeem ik zou voorstellen. Zolang ik dat onderzoek niet heb, zult u mij geen uitspraken ontlokken, behalve het loutere gegeven dat de basis van vandaag geen goede basis is om te beslissen wie al dan niet een klein beschrijf krijgt, en de drie criteria die ik hier naar voren heb geschoven als mogelijk zinvolle criteria. Maar ik wacht op die studie.
Minister Van den Bossche, ik wilde in mijn toespraak deze vraag stellen, en dat was ook de reden waarom ik vroeg dat u aan dit debat zou deelnemen: heeft een van jullie beiden al een onderzoek of een studie op zijn kabinet? Wanneer is die studie opgeleverd door uw kabinet? En, minister Muyters, van u had ik graag vernomen wat in die studie staat.
Mevrouw Hostekint, wij willen vandaag het debat over de parameters voeren. Voorzitter, u waakt over het parlementaire functioneren van dit halfrond. Soms is de oppositie het daar niet mee eens, soms wel. Maar ik dacht nog altijd dat als een lid van de Vlaamse Regering een studie bestelde en dat als hij die in zijn bezit had, dat deze studie werd overgemaakt aan de parlementsleden in de commissie, en dat de commissie dat zou behandelen of bespreken of er een voorstel aan zou koppelen. (Opmerkingen)
Ik ga even mijn gedachtegang afmaken. U kunt zo meteen repliceren.
Waarmee zijn we hier bezig? Ik zal nu even heel plat zijn. Uiteindelijk heeft receptiepraat dit debat tot stand gebracht. In dit debat moet mevrouw Hostekint, een lid van de meerderheid, zeggen dat we vandaag over de parameters zullen debatteren. (Opmerkingen)
Het zijn leden van de meerderheidspartijen die dit debat hebben gevraagd. Daar kom ik straks uitvoeriger op terug.
Als je degelijk parlementair beleidswerk wilt doen, moet je over de parameters debatteren in een vakcommissie. Voorzitter, u hebt altijd dat principe gehuldigd en daar hebt u gelijk in. Zon debat moet je niet voeren in een actualiteitsdebatje waarin iedereen gedurende vijf of zes minuten vooraan zijn ding kan komen doen. In tijden van onzekerheid kan dat niet. Gisteren heeft de bouwsector een noodkreet geslaakt. Na de federale begrotingsperikelen gaan we nu, voor de zoveelste keer, aankondigingspolitiek krijgen die onzekerheid brengt en die hier tot een non-debat leidt.
Minister Muyters, ik stel twee concrete vragen. Wat staat er in de studie en wanneer heeft uw kabinet die studie opgeleverd? Dat had ik graag vernomen en ik denk mijn collegas ook, want dat is heel belangrijk voor dit debat.
Mijnheer Reekmans, ik zal u straks in mijn antwoord, na alle uiteenzettingen, antwoorden. Dan zult u zien dat het niet nodig was daarvoor de aanwezigheid van minister Van den Bossche te vragen. (Opmerkingen)
Maar het parlement heeft blijkbaar het recht om dat te doen. Ik zal dat respecteren. (Opmerkingen van de heer Peter Reekmans)
Maar laat me toch eens uitspreken! U vroeg dat net zelf ook.
Ik zal het antwoord geven. Iedereen krijgt te kans om te repliceren. Ik zal al uw vragen beantwoorden. U zult merken dat ik dat doe met respect voor het parlement.
Mijnheer Reekmans, ik bepaal natuurlijk niet wat er in de kranten komt en wat actueel is. Ik laat de nieuwjaarsreceptiepraat aan u over. Ik heb dit niet in de krant verkondigd.
Als u goed hebt geluisterd, hebt u mij wel horen zeggen dat ik in het verleden al gevraagd heb aan minister Muyters hoe het staat met de studie van het Steunpunt Fiscaliteit. Toen is gezegd dat de studie zou worden opgeleverd na het vorige zomerreces. Ik heb aan de minister gezegd dat ik hem enige vertraging niet kwalijk nam. Ik heb u wel gevraagd, minister, of de studie er vandaag reeds is, wat uw conclusies zijn en dat dat de basis moet zijn voor verdere discussie over die parameters.
We zijn nu inderdaad in het parameterdebat verzeild geraakt. Ik ben blij dat minister Van den Bossche hier nu aanwezig is. Zij heeft drie van de parameters aangegeven. Ik hoop dat dat de visie is van de hele regering, minister Muyters. Het zijn de aankoopprijs, de grootte en de gezinssamenstelling. Ik zou nog willen suggereren: de ligging, het type woning of nog andere. Daarover horen we niets. Het is natuurlijk gemakkelijk... (Minister Philippe Muyters maakt een afwijzend gebaar)
U mag gerust zo doen, minister Muyters. Uw lichaamstaal spreekt voor zich! Dat is alweer eens een belediging van het parlement! (Opmerkingen van minister Philippe Muyters)
U mag tegen mij minachtend doen. (Minister Philippe Muyters schudt van neen)
Jawel, u deed minachtend. Ik zal tegenover u niet minachtend zijn. Ik waardeer het antwoord van uw collega, die ons tenminste antwoordt op de vragen die we stellen! Wat zijn de nieuwe parameters in plaats van het kadastraal inkomen? De minister zegt: de aankoopprijs, de grootte en de gezinssamenstelling. Bevestigt u dat? Of niet?
Mijnheer Penris, voor de volledigheid, minister Van den Bossche heeft gezegd: ik zie drie parameters als mogelijkheid, maar ik wacht op de studie van het steunpunt om dan de parameters te benoemen. (Rumoer. Opmerkingen van de heer Peter Reekmans )
Ik zal, mijnheer Reekmans, nadat iedereen de kans heeft gehad om zich hierover uit te spreken, daarop het antwoord geven. (Rumoer)
Mevrouw Van Volcem, u beweert dat de N-VA per se een nieuw Vlaams ki wil. U gooit daar van alles op een hoopje. Wat ik gezegd heb in Knack, is dat het huidige systeem niet rechtvaardig is. Verschillende leden hebben dat hier bevestigd niet alleen als basis voor de onroerende voorheffing maar ook door de zaken die eraan gekoppeld zijn, zoals de registratie, de personenbelasting voor een deel, en eventueel studiebeurzen. Dat is niet rechtvaardig.
Wij pleiten ervoor om dat hele kadaster, en niet alleen het ki, over te brengen naar de gewesten zodat we daar als Vlaamse overheid op een rechtvaardige manier mee aan de slag kunnen. We zouden het ook wat kunnen moderniseren en bijvoorbeeld koppelen aan performante systemen die we al hebben, zoals de Geografische Informatiesystemen (GIS).
Het stedelijk fiscaal instrumentarium heeft een studie gerapporteerd aan het Overlegforum Wonen. Alle parameters staan erin. Ik ben zeer blij.
Ik vind het wel een spijtige zaak dat ik in Het Laatste Nieuws op pagina 2 heel dat debat moet lezen.
Ik hoor nu van minister Van den Bossche dat ze aankoopprijs, grootte en gezinssamenstelling belangrijk vindt. Dat laatste wil ik nog in het midden laten.
Aan elk systeem en dat staat in elke studie zijn er voor- en nadelen. In dezelfde studie staat ook dat de prijzen tussen de steden enorm verschillen. Dat de prijzen verschillen tussen het platteland en de stad. Als men een nieuw systeem zou invoeren, zou dat wellicht opnieuw tot oneerlijkheden leiden. Waarom heeft nieuwbouw altijd zon hoog ki en een bestaande woning zo laag? Waarom heeft een sociale woning een verlaagd tarief? Iemand die met hetzelfde budget een eigen woning bouwt, krijgt dat tarief niet. Er zijn veel onrechtvaardigheden.
Om die reden stellen wij voor het abattement te verhogen. Dat is voor iedereen eerlijk en voor iedereen hetzelfde. Ik vind dat de overheid voor iedereen in dezelfde omstandigheden hetzelfde moet doen. Daarom zijn we er voorstander van voor de schijf tot 200.000 euro op het platteland en in de steden een registratierecht van 5 procent in plaats van 10 procent aan te rekenen. Dit staat los van de prijs van een woning.
De minister heeft verwezen naar de oppervlakte van woningen op het platteland. Iemand kan echter een appartement op de zeedijk kopen. Dat appartement kan 60 vierkante meter groot zijn en toch 600.000 euro kosten. In dergelijke gevallen lijkt de oppervlakte me ook niet belangrijk. De gezinssamenstelling is belangrijk.
Ik vraag me af hoe de minister dit allemaal wil taxeren. Zal ze, zoals in Nederland, constant mensen op pad sturen? Zal ze constant oefeningen maken en bij de mensen binnenvallen? Hoe zal ze dit allemaal controleren? Hoe zal ze de gezinssamenstelling en dergelijke opvolgen?
De bepaling van de woonprijzen in Vlaanderen is een zeer moeilijke en complexe materie. Dit heeft onder meer te maken met de schaarse beschikbare ruimte, met de leninglasten, met de termijnen van leningen, met de hypothecaire rente enzovoorts. Wij pleiten dan ook voor eenvoudige systemen. Iedereen moet hetzelfde krijgen. Wij pleiten voor een registratierecht van 5 procent op de eerste schijf van 200.000 euro.
Aangezien ik hier onder vuur lig, zal ik afronden. Ik stel voor dat de Vlaamse Regering voortaan beslist en dan pas communiceert. Op die manier zal er geen onzekerheid of hetze ontstaan. (Applaus bij Open Vld, het Vlaams Belang en LDD)
Mijnheer Reekmans, u hebt twee opmerkingen tot de voorzitter gericht. Ik zal daar schriftelijk op antwoorden. (Opmerkingen van de heer Peter Reekmans)
U vindt onder meer dat bepaalde studies automatisch ter beschikking moeten worden gesteld. Ik zal u daar een antwoord op sturen.
Voorzitter, mijn vraag was tot de minister en niet tot u gericht.
Mevrouw Homans heeft het woord.
Voorzitter, sommigen hebben het hier over aankondigingspolitiek gehad. Ik zal even kort schetsen wat er precies is gebeurd.
De omvorming van het klein beschrijf tot een huiskorting staat in het Vlaams regeerakkoord, in de beleidsbrief van minister Van den Bossche en in de beleidsbrief van minister Muyters. In de commissie Wonen voeren we dit debat al twee jaar. Misschien kunnen de mensen die hier vandaag vertellen hoe het allemaal moet nu en dan eens naar een commissievergadering komen. De voorzitter van de commissie, die het tot op heden altijd eens was met ons pleidooi het kadastraal inkomen hier uit te lichten, kan getuigen dat die discussie daar al is gevoerd. Ook in de commissie Financiën is dit punt al verschillende keren aan bod gekomen.
Aangezien bepaalde mensen het blijkbaar niet goed weten, zal ik even vertellen wat er concreet is gebeurd. Afgelopen zondag heeft een spreker tijdens een lokale nieuwjaarsreceptie van de N-VA aangekondigd dat de Vlaamse Regering goed bezig is met de omvorming van het systeem van het klein beschrijf. Dat was gewoon een pluim voor de Vlaamse Regering. (Opmerkingen)
Tijdens die receptie is enkel gesteld dat de minister-president fier mag zijn op zijn hele ploeg. Ik geef toe dat de woorden van bepaalde personen een grotere impact hebben dan de woorden van anderen. De kranten zijn hier allemaal op gesprongen en behandelen dit als groot nieuws.
Dat is eigenlijk niet juist. Volgens mevrouw Van Volcem hebben we dat nu allemaal in Het Laatste Nieuws moeten lezen. Ik wil er echter op wijzen dat dit een jaar geleden al op de voorpagina van De Standaard heeft gestaan. Dat is blijkbaar niet opgevallen.
De bespreking in de commissie is blijkbaar ook niemand opgevallen. Minister Van den Bossche kan beamen dat ik het systeem van de huiskorting tijdens commissievergaderingen te pas en te onpas heb aangehaald. Volgens mij gaat het om een effectief middel tegen de stadsvlucht. Volgens sommigen heb ik dit allicht tot vervelens toe aangehaald.
Volgens sommigen verschijnt dit bericht in de krant, terwijl er nog geen beslissing is genomen of beleid is ontwikkeld. Dat is kort door de bocht en absoluut niet fair. Er is geen sprake van een aankondigingspolitiek. Wie de beleidsnota, de beleidsbrieven, het Vlaams regeerakkoord en de Handelingen van de commissievergaderingen leest, weet dat we hier al twee jaar mee bezig zijn.
Ik dacht dat wij het erover eens zijn dat het kadastraal inkomen een achterhaalde maatstaf is. Het probleem ligt bij elke discussie over de staatshervorming op tafel, maar jammer genoeg zijn wij er niet in geslaagd om het dossier over te hevelen. Wij moeten dus creatief zijn met de bevoegdheden die Vlaanderen wél heeft. Ik denk dat wij het daarover eens zijn. Wel, dat is precies wat deze Vlaamse Regering wil ondernemen. Ik zal geen uitspraken doen over de parameters die wij moeten gebruiken. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Mijnheer Penris, ik heb daarover nog nooit een uitspraak gedaan. Ik laat dat aan de deskundigheid van de leden van de Vlaamse Regering over. Onder uw deskundige leiding zullen wij daar te gepasten tijde over debatteren in de commissie Woonbeleid. Ik spreek mij niet uit over de parameters; ik zeg enkel dat het kadastraal inkomen een achterhaalde maatstaf is. Daar zijn wij het toch over eens?
Mevrouw Homans, die is geen calimerohouding, maar een pinocchioattitude. U hebt wel degelijk parameters naar voren geschoven in de kranten.
De journalist heeft dat gedaan.
Schuif de schuld maar in de schoenen van de journalisten, die de N-VA onheus behandelen. U kunt dit enkel waarmaken wanneer u de parameters wijzigt. Bij mijn weten staan de parameters niet in het regeerakkoord. Wanneer ik dit schouwspel overschouw, dan moet ik besluiten dat de meerderheid het er absoluut nog niet over eens is welke parameters moeten worden gehanteerd.
Wegens uw verwijt roep ik hier een persoonlijk feit in.
Mijnheer Reekmans, dit is geen persoonlijk feit.
Mevrouw Homans zei zo-even dat mensen die hier het woord nemen niet weten waarover zij spreken en beter eens naar deze commissievergaderingen zouden komen. Wel, ik geef u een tip. Uw partijvoorzitter, die zijn ideeën op een nieuwjaarsreceptie heeft gelanceerd, doet zelfs de moeite niet om hierover het debat te komen voeren. Hij is er trouwens nooit, maar blijkbaar mogen sommigen meer dan anderen.
Mevrouw Homans, voor mij is de parameter van het ki niet heilig. Die is geen fetisj. Het is wel een parameter die wij kennen. De jonge gezinnen kennen hem. Zij houden daar rekening mee wanneer zij op het punt staan een huis te kopen.
Wat u voorstelt, is een politiek avontuur aan het worden. U probeert een alternatief te formuleren, maar u weet nog niet welke parameters u zult hanteren. Welke parameters zult u aan de kopers en de jonge gezinnen kenbaar maken? Als u uitspraken doet over een zo belangrijke aangelegenheid als deze, dan moet uw dossier af zijn en moet u weten welke parameters zullen worden gehanteerd. Vandaag bent u in het ijle aan het praten, en ik betreur dat. (Applaus bij het Vlaams Belang en LLD)
Ik sluit mij aan bij de vorige spreker: vooraleer men over dit dossier wil spreken, moet men de parameters kennen, zo niet praten wij in het ijle. Het voorstel van mevrouw Van Volcem is tenminste duidelijk, dan weet iedereen waaraan men zich moet houden. Men zou bijvoorbeeld heel eenvoudig het kadastraal inkomen kunnen optrekken. Zo kan men heel wat onrechtvaardigheden wegwerken. Dat vereist geen grote studies. De mensen die het systeem zullen moeten toepassen de notarissen en de administratie zullen zeer duidelijke parameters vragen die niet voor extra administratieve rompslomp zorgen.
Uw inbreng moet eigenlijk aan de overkant van de straat worden gehoord. Het gaat hier niet over de aanpassing van het kadastraal inkomen. Ik dacht dat dit op dit ogenblik toch al duidelijk is. De Vlaamse Regering en de meerderheid stellen dat zij het kadastraal inkomen niet als een van de parameters willen weerhouden. Dat is het enige wat is aangekondigd en dat is ook het enige wat daarover in het Vlaams regeerakkoord staat: er zal worden gewerkt aan een beter systeem.
Ik heb er geen enkel probleem mee dat die parameters nog moeten worden ontwikkeld. Ik heb liever dat men er wat over nadenkt dan dat men hier gewoon aankondigt dat en dat en dat te zullen doen. Voor de oppositie zal het nooit goed zijn.
U verwijst naar de overkant, maar die hebt u niet nodig om het kadastraal inkomen te verhogen, van 750 euro tot 1000 of 1500 euro, of wat men ook wil beslissen.
U pleit dus voor een belastingverhoging. Of hoe moet ik dat interpreteren?
Neen, het is net een verlaging. Wie een huis heeft met een kadastraal inkomen van 1000 of 1500 euro, zou maar 5 procent registratierechten hoeven te betalen. Dat is geen belastingverhoging. Heel wat mensen vallen daaronder.
Voorzitter, ik vind dat we de Vlamingen met dergelijke debatten geen angst mogen aanjagen. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Vorige week hebben we het debat gevoerd over de onduidelijkheid in verband met de aftrekbaarheid van hypothecaire leningen. Het lijkt me duidelijk dat ook wij willen dat mensen zich de komende decennia een woning kunnen blijven aanschaffen, door te bouwen of door te kopen.
We zijn het er echter allemaal over eens dat het systeem van het ki zoals velen dat kennen, een onrechtvaardig systeem is. Vlaanderen heeft een aantal middelen om dat te kunnen bijsturen. Vandaag gaat het over het klein beschrijf, maar we zouden een gelijkaardig debat kunnen houden over de aanpassingspremies. Ter zake is het ki ook een middel. We zoeken middelen om op een rechtvaardige manier te kunnen bijsturen. Er is een studie aangekondigd. We gaan hier geen debat houden over parameters: dat is een feit.
Er worden suggesties gedaan. Wij hebben zelf ook suggesties gedaan. We kijken uit naar de resultaten van die studie, en dan zullen we als volwassen mannen en vrouwen oordelen welke parameter het geschiktst is om ervoor te zorgen dat we een rechtvaardig systeem kunnen implementeren, niet voor twee of drie jaar, maar voor de volgende tien jaar.
We wachten de resultaten van die studie af. We zijn het er eenvoudigweg over eens dat het ki achterhaald is. Dat was eigenlijk de enige aanleiding tot dit debat, lijkt me. Voor wie er nog aan zou twijfelen: ikzelf en mijn hele fractie hebben er absoluut vertrouwen in dat minister Muyters, minister Van den Bossche en de minister-president, die hier ook aanwezig is, hier een goede zaak van zullen maken en een rechtvaardiger systeem tot stand zullen brengen.
Laten we in dit Vlaams Parlement alstublieft creatief omspringen met de bevoegdheden die we wél hebben. Wie het daarover niet eens is, kan zich misschien beter de vraag stellen of hij hier wel op zijn plaats is. (Rumoer)
Voorzitter, toen mevrouw Van Volcem daarnet aankondigde dat er een belastingverhoging zou komen, begreep ik het niet goed, tot ik daarnet de heer Vanden Bussche hoorde. Hij heeft daarnet onomwonden gepleit voor een algemene verhoging van de belastingen. Ik kan alleen maar zeggen: niet met ons. (Rumoer)
Mijnheer Van Malderen, ik zal het nog eens uitleggen voor u. Wie nu naar de notaris gaat om een woning te kopen van een ki onder 745 euro, of ongeveer 30.000 Belgische frank, betaalt het klein beschrijf. Wij pleiten ervoor die grens op te trekken, tot een ki van 1000 of 1500 euro, het bedrag moet men onderling maar uitmaken. Dan zullen heel wat mensen die daar niet onder vielen, er wel onder vallen. Dat heeft uiteraard niets te maken met een belastingverhoging, mijnheer Van Malderen.
De heer Reekmans heeft het woord.
Voorzitter, geachte Vlaamse meerderheid, geachte leden, ik wil om te beginnen de minister verwelkomen. Minister, u bent er nu toch voor dit erg belangrijke debat, dat u mijns inziens aangaat en dat blijkbaar ook de minister-president aangaat. Minister-president, u bent immers ook al aanwezig bij dit actualiteitsdebat. Dat een zo ruime delegatie van de Vlaamse Regering over een belangrijk onderwerp als de woonkorting komt praten, wijst op respect voor het parlement.
Waar ligt de mens in de straat vandaag wakker van? Dat is hoe hij in de komende periode zijn rekeningen zal betalen, en vooral of zijn rekeningen nog kloppen. Is er rechtszekerheid voor bepaalde stimuli die hij van de overheid heeft gekregen? Dat is waar mijn partij eerst wil voor pleiten, los van dit debat. Geef de burger in de straat ten minste rechtszekerheid. Dat is vandaag absoluut niet het geval. Dit debat bewijst dat die rechtszekerheid er niet is.
De sfeer in uw rangen, collegas van de meerderheid, is blijkbaar goed, heel goed zelfs. Het is zelfs zo ver gekomen dat leden van de meerderheid een actualiteitsdebat vragen op basis van een speech op een nieuwjaarsreceptie van een meerderheidspartij. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Sterk is dat. Goed bezig. De sfeer is goed en het is leuk. Op nieuwjaarsrecepties hou je de sfeer er goed in een glaasje cava kan wonderen doen , maar op een overleg tussen meerderheidsfracties moet je nuchter blijven en dan kom je in de harde realiteit, en dat is hoe we het gaan doen.
Collegas, hou u even in, ik kom dadelijk tot de essentie van mijn betoog.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Maar ik heb nog niets gezegd. (Gelach)
De heer Van Dijck heeft het woord.
Mijnheer Reekmans, dat klopt. U hebt al veel gesproken en weinig gezegd. Ik dacht dat het de geplogenheid is in dit parlement, dat wanneer meer dan vier actuele vragen over hetzelfde onderwerp worden gesteld, de voorzitter automatisch beslist tot een actualiteitsdebat.
Soms worden ze tegengehouden. Dat is niet waar. Mijnheer Van Dijck, u bent lid van het Bureau, ik niet, maar lees uw reglement, want het klopt niet wat u zegt.
De vraag voor dit debat is in elk geval niet gesteld door mijn fractie, en ik dacht ook niet door de CD&V-fractie.
Voor de duidelijkheid: het is de voorzitter van dit parlement die, als er twee of meer vragen over hetzelfde onderwerp zijn ingediend, vrij is te beslissen om daar een actualiteitsdebat over te houden. Niet meer en niet minder. Daar heeft geen enkele partij mij over beïnvloed. Het is geen automatisme, mijnheer Van Dijck. We zouden hier veel actualiteitsdebatten kunnen houden.
Het was dus geen vraag van de meerderheid om hierover een debat te houden, maar het is op basis van vier actuele vragen dat de voorzitter dit heeft beslist. Ik deel uw mening ten volle dat het een grote bekommernis is van mensen om te zien of hun rekening klopt. De regering is aan het werken aan een voorstel waarbij geen rekeningen zullen wijzigen tegenover wat in het verleden is gebeurd. De limiet die we stellen voor een aankoop, is 5 of 10 procent. Die regel die momenteel wordt gehanteerd, vinden we onrechtvaardig. Daar gaat het over. We moeten komen tot een regel waarbij het klein beschrijf aan andere regels voldoet die legitiemer zijn. Daarvoor wachten we straks het antwoord van de regering af op basis van de aan de gang zijnde studie. Ik denk dat in dit parlement een meerderheid is die zegt dat het kadastraal inkomen alleen geen rechtvaardige basis is.
Mijnheer Van Dijck, u wordt heel zenuwachtig. U begint nu al te antwoorden op zaken waarover ik nog niet heb gepraat. Ik zal het dadelijk over de inhoud hebben. U probeert me voor te zijn. U hebt inderdaad ook niets gezegd. Het reglement is het reglement. Als lid van het Uitgebreid Bureau en fractieleider wordt u geacht dat te kennen. Leden van uw twee regeringspartners hebben vragen ingediend en liggen aan de basis van dit actualiteitsdebat.
Mijnheer Van Dijck, ik heb de moeite gedaan na te gaan hoeveel actualiteitsdebatten we hebben gehad waar twee van de drie regeringspartijen over uitspraken van de andere vragen hebben ingediend. Dit is de eerste keer dat uw collegas in de regering, na uitspraken van die regering, ze met vragen op de rooster komen leggen. De eerste keer. En dat is verwonderlijk. Eigenlijk vraag ik me af of ik hier nog nodig ben met mijn betoog vanuit de oppositie, want de oppositie zit vandaag in de meerderheid, met name sp.a en CD&V. Met de nieuwjaarsreceptieverkondigers van de N-VA wilt u hier een debat voeren. (Applaus bij LDD en het Vlaams Belang)
Nu, collegas, het gaat ook over het parlement op zich. Uiteindelijk gaan we hier debatten voeren, gebaseerd op receptiepraat. Ik weet niet of jullie dat doorhebben, maar op basis van wat in de kranten staat en op basis van wat op recepties is gezegd, gaan we hier een inhoudelijk debat voeren.
Wat concreet de inhoud betreft, gaat het gaat over de huiskorting, nu ook plots door de N-VA in de kranten een woonkorting genoemd. Ik dacht nog altijd dat het in het regeerakkoord en in de beleidsbrief een huiskorting wordt genoemd, mevrouw de minister, en geen woonkorting. We noemen dat nu allemaal woonkorting. Het is nochtans geen Latijnse vertaling, dus begrijp ik dat niet zo goed.
De huiskorting zou in de plaats komen, maar de invulling bleef tot vandaag nog altijd koffiedik kijken. De nieuwjaarsreceptie van de N-VA brengt dit thema nu in de belangstelling, misschien ook voor u, mevrouw de minister, net zoals voor mij. Niet langer het kadastraal inkomen zal straks bepalen of de koper kan genieten van lagere registratierechten, maar de prijs en de grootte van de woning, zo lees ik. Daardoor zou alleen wie een bescheiden woning koopt, korting krijgen op de registratierechten, de belasting die geheven wordt op de aankoopprijs van een woning.
Ik zei het al: LDD pleit in eerste instantie voor een absolute rechtszekerheid, laat ons daar van uitgaan en elkaar over de partijgrenzen heen vinden. We mogen niet de fouten maken van de federale collegas, maar moeten ten minste in het Vlaamse beleid de mensen rechtszekerheid geven op alle domeinen.
Ik sta vooral verbouwereerd te kijken naar dit spektakel, want ten gronde vind ik het zelfs een discussie in de marge, collegas. LDD ziet immers liever de invoering van een vlaktakssysteem inzake de hele fiscaliteit in dit land in plaats van kunstgrepen als klein beschrijf of woonkorting. Maar bon, ons fiscaal stelsel is wat het is, en dus is voor mijn partij een update inzake registratierechten als tussenstap absoluut mogelijk.
Het voornemen om voor de bepaling van de registratierechten het erg gedateerde kadastraal inkomen te vervangen door criteria die eerlijker zijn en meer aangepast aan de tijd, is niet nieuw. Het is immers een probleem dat jaren geleden ontstaan is. Hier iets aan doen, is een goed streven. De laatste dagen brengen verklaringen hierover echter onrust en vaagheid. Ik wil vooraf duidelijkheid in verband met die nieuwe criteria. Wordt het grootte? Prijs? In welke mate dan? Wat met locatie? Groot of klein gezin? Mevrouw Heeren bracht daarnet nog, terecht, energie en isolatie in het debat. Wat doet men daarmee?
Collegas, een dergelijk onderwerp met een belangrijke impact op vele Vlaamse gezinnen mag niet lichtvaardig worden behandeld. Wat is er nu eigenlijk concreet veranderd sinds de bespreking van de beleidsbrief? Gaf de regering opdracht tot een studie? Gaf u een opdracht tot een studie, mevrouw de minister? Gaf u opdracht tot een studie, mijnheer de minister? Vandaag blijkt van wel. Wanneer hebt u die studie ontvangen? Wanneer werd die opgeleverd? Wat staat daarin?
Normaal gezien voer je een debat zoals dit nadat de Vlaamse Regering de studieresultaten heeft bekendgemaakt. Ik was niet op die nieuwjaarsreceptie, maar ik heb er wel over gelezen. Ik ga er nog altijd van uit dat de journalistiek in ons land degelijk is en dat die mensen hun job hebben gedaan en hebben geschreven wat er verteld is. De N-VA twijfelt daar blijkbaar aan. Wat staat in die studie? Waarom wist de N-VA op de nieuwjaarsreceptie wel wat de parameters in de studie zijn en hebben wij het antwoord nog niet? Is die studie toevallig gelekt vanop het kabinet? Voor ons is het nog altijd een verborgen studie. Minister, ik wil graag weten wat erin staat. Hoe lang hebt u die studie al? Minister, als straks blijkt dat u deze studie al weken of maanden hebt, dan hebben we hier een probleem. (Applaus bij het Vlaams Belang en LDD)
Mijnheer Reekmans, ik heb toch enkele bedenkingen. U hebt blijkbaar heel goed gehoord wat er op onze nieuwjaarsreceptie is gezegd. U was daar niet. Ik zou dat ook graag zo houden. (Opmerkingen van de heer Peter Reekmans)
U zegt dat alles wat er in de krant staat, juist is. U zou als politicus moeten weten dat u niet altijd alles moet geloven wat in de krant staat. Er stond gewoon in dat wij zeer blij zijn met het goede werk dat deze Vlaamse Regering uitvoert in het kader van de omvorming van het klein beschrijf. Punt. Niet meer, niet minder. U doet hier nu alsof er deze week zou zijn aangekondigd waar laat ik in het midden dat het kadastraal inkomen niet meer als parameter zou meetellen. U bent blijkbaar van uw stoel gevallen. Mag ik u erop wijzen dat de eerste discussie in de commissie in dit parlement op 21 januari 2010 is gevoerd? Dat is twee jaar geleden. Het is dus absoluut ongepast dat u hier een sfeer wilt creëren als zou dit plots aankondigingspolitiek zijn, want dat is het niet en dat weet u maar al te goed, mijnheer Reekmans. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Homans, ik herhaal het nog eens: na het calimerocomplex begint u nu last te krijgen van het pinocchiosyndroom. Alleen kunnen we dat niet echt zien, dat is spijtig aan het pinocchiosyndroom. Bij Pinocchio zelf zie je dat wel.
Alle gekheid op een stokje, ik citeer u letterlijk uit de krant, mevrouw Homans: We zijn een eigen systeem van parameters aan het uitwerken om te bepalen welke woning in aanmerking komt voor zon woonkorting. Dat is iets helemaal anders dan wat u daarnet vertelde. Hoe kunt u in godsnaam een systeem aan het uitwerken zijn als u geen weet hebt van die studie? (Opmerkingen van mevrouw Liesbeth Homans)
De Vlaamse Regering? Uw collegas van de meerderheid dienen vragen in omdat ze niet snappen wat u hebt verteld op de nieuwjaarsreceptie! U bent als parlementslid van de N-VA heel goed op de hoogte van de studie die al weken of maanden op het kabinet van de N-VA-minister ligt. De datum die minister Muyters straks zal noemen, de datum waarop hij de studie heeft ontvangen, zal alles verklaren.
Ik wil duidelijkheid scheppen. Vanuit CD&V werd niet naar aanleiding van de nieuwjaarsreceptie van N-VA een actuele vraag gesteld. Ik heb twee weken geleden een vraag om uitleg ingediend ten aanzien van minister Muyters. De vraag stond nog op de rol van de commissie Financiën en werd vandaag omgezet in een actuele vraag omdat er vanuit de oppositie actuele vragen werden gesteld over hetzelfde thema.
Komt u nu dus niet zeggen, mijnheer Reekmans, dat CD&V naar aanleiding van een nieuwjaarsreceptie van de N-VA een actuele vraag stelt.
Mijnheer Reekmans, voor de duidelijkheid, mevrouw Smaers heeft haar vraag ingediend op 16 januari 2012.
En wanneer heeft sp.a de vraag ingediend? U wordt straks gecounterd. Ik vind het heel merkwaardig dat twee van de drie regeringspartijen een actuele vraag of een vraag om uitleg indienen na verklaringen van de andere regeringspartij in de pers. (Rumoer)
Ik voel eigenlijk absoluut geen behoefte om mij te verdedigen voor het stellen van actuele vragen. Ik had daar een vraag om uitleg over en die heb ik naar aanleiding van de krantenberichten omgezet in een actuele vraag. Actuele vragen zijn mijns inziens altijd gebaseerd op de actualiteit en op wat in de kranten of de media aan bod komt.
Het siert u dat u als parlementslid van de meerderheid vragen durft te stellen. U moet ook opletten, of uw neus wordt afgebeten.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Voorzitter, er wordt hier gedaan alsof wanneer meerderheidspartijen actuele vragen stellen, er hommeles is in de meerderheid.
Collegas, elke week stellen wij twee actuele vragen, elke week stelt sp.a twee actuele vragen en elke week stelt CD&V drie actuele vragen. Tot nader order richten we die nog altijd tot ministers van diezelfde partijen. Dat zal zo vijf jaar lang het geval zijn. (Applaus bij de N-VA en bij sp.a)
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Voorzitter, collegas, ik ben geen lid van de commissie Wonen. Ik zeg het zelf, voor u me daarop pakt. Ik ben me daarvan bewust. Ik heb dus het voordeel dat ik vrij onbevangen kan kijken naar de materie en naar het gehele schabouwelijke schouwspel. De Vlaming voelt ondertussen de vaste grond vanonder zijn woning wegzakken, met dank aan de Federale Regering en de Vlaamse Regering.
Mevrouw Heeren wees er al op dat we nog maar net de slechte communicatie hebben gehad over de hypothecaire aftrek en de woonbonus. Vooral minister Muyters werd verweten de oorzaak te zijn van die stuntelige communicatie. Daarna begon de wedloop om de Vlaming gerust te stellen. Elk om beurt hebt u gezegd dat u zeker niets zou veranderen en dat u als u dat zou kunnen, er nog iets bovenop zou doen. De minister-president heeft daarna met de mantel der liefde zijn sussende woorden moeten uitspreken. Hij zei dat alles wel in orde komt.
Wouter Beke heeft toen ook gezegd, op de CD&V-receptie, dat het gedaan moest zijn met het lanceren van ideetjes, dat alles wat overkomt van de federale overheid inzake wonen en de woonfiscaliteit grondig zal worden voorbereid, dat er goed over zal worden nagedacht om er dan te gepasten tijde met één stem vanuit de regering over te communiceren.
Zijn woorden waren nog niet koud of de N-VA doet het weer. Het is nieuwjaarsreceptie en er moet opnieuw een ideetje worden gelanceerd. Ik vind het zeer kwalijk voor de Vlaming die een huis moet kopen. Zeer kwalijk ook voor de bouwsector die de onzekerheid over de groene leningen en de energiebesparende aftrekken heeft moeten slikken en die nu opnieuw enige onrust voelt.
Ik denk dat we nood hebben aan rust en dat dit niet de manier is om te werk te gaan. Ik heb uit het debat kunnen opmaken de hele discussie rond de parameters is nieuw voor mij dat de huiskorting, nog veel meer dan ik dacht, een complete lege doos is. Men spreekt over bepaalde parameters voor een huiskorting, maar welke het zullen zijn, lijkt mij nog compleet onduidelijk. Er wordt gewacht op een studie waarvan ik intussen nu ook met zeer grote belangstelling uitkijk naar wat er zal instaan.
Ministers, de hamvraag van het hele debat is of, in het licht van alle voorgaande discussies over de hypothecaire aftrek, over de woonbonus, over de energiebesparende aftrek, over de groene lening, over de huiskorting het geen tijd is om een coherent beleid uit te werken en te wachten tot het hele pakket woonfiscaliteit in 2014 geregionaliseerd is zodat we een visie kunnen uitwerken. Een coherent verhaal voor die 77 procent eigenaars, maar ook voor de 23 procent huurders die soms vergeten worden. De 77 procent eigenaars zijn in de meeste gevallen nog de gelukkigen. We moeten ook denken aan die mensen die zich geen woning kunnen permitteren, en in sommige gevallen wel gedoemd blijven om te huren.
We willen een visie die toegepast wordt op het kopen van woningen, op het bouwen van woningen, op het verbouwen van woningen, maar ook op het huren van woningen. Eén coherente visie die vertrekt van een aantal sociale bekommernissen, van een aantal ecologische bekommernissen en waar alle Vlaamse ministers zich achter kunnen scharen. Dan kunnen we hier een zinnig en grondig debat voeren.
Ik vind het vrij beschamend dat we, vanwege een nieuwjaarsreceptie en vanwege het lanceren van een ideetje, hier nu staan en de discussie op deze manier moeten voeren. Ik hoop dat de minister straks toch een kleine invulling zal kunnen geven aan de doos die de huiskorting nu is en dat het deksel een beetje gelicht zal worden. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Dehaene heeft het woord.
Voorzitter, ik wil, voor de minister aan het woord komt, graag nog eens de aandacht vragen voor de volgende problematiek. Er is door zeer veel sprekers gezegd dat het ki niet meer werkt, dat er iets anders moet komen en dat er studies moeten komen.
Ik denk dat er een aantal zaken zijn waarvoor we die studies duidelijk niet nodig hebben. Mevrouw Heeren heeft er daarnet naar verwezen, maar door het overdonderend geluid van de spreker op dat moment, is dat misschien wat verloren gegaan. Ik zou ervoor durven pleiten om zo snel mogelijk de bepaling die is opgenomen voor een aanpassingspremie het gaat over oudere woningen die kunnen worden aangepast door bijvoorbeeld het toilet van buiten naar binnen te brengen, door een douche te plaatsen, waardoor oudere mensen langer kunnen blijven wonen en die zegt dat het ki niet meer mag zijn dan 1200, eruit nemen zodat we de aanpassingspremie ruimer ter beschikking kunnen stellen. Over tien jaar zullen zeer veel woningen niet meer aangepast zijn voor de vergrijzende bevolking en de stijgende zorgbehoevendheid.
De heer Strackx heeft het woord.
Voorzitter, ik stel voor dat, als nog iemand een idee wil lanceren, hij het nu doet.
Het staat in het regeerakkoord.
Minister Muyters heeft het woord.
Voorzitter, collegas, het gaat over de huiskorting en over niets anders. Het gaat over een verlaagd tarief van registratierechten: 5 in plaats van 10 procent.
Aan allen die beweren dat we onrust creëren: die zaken komen uit het regeerakkoord, uit beleidsnotas en beleidsbrieven. Ik dacht dat alle parlementsleden willen dat in het regeerakkoord wordt aangekondigd wat we zullen doen, dat in beleidsnotas wordt aangekondigd waar we aan zullen werken en dat we in beleidsbrieven aankondigen wat we het volgende jaar zullen doen. Ik veronderstel dat niemand er een probleem mee heeft dat dat aankondigingspolitiek is. Er wordt ons gevraagd aan te kondigen wat we zullen doen en waar we mee bezig zijn. Dat moet dus geen onrust creëren.
Mijnheer Strackx, er staat nog heel wat in het regeerakkoord, de beleidsnotas en beleidsbrieven dat nog niet werd uitgewerkt. U kunt daar nog wel wat zaken vinden.
Het is in ieder geval zo dat we een studie hebben, die werd gestart door mijn voorganger. Op een bepaald moment heb ik het steunpunt gevraagd de studie af te ronden in het najaar van 2011. Dat werd ook aangekondigd in mijn beleidsbrief. Ik heb de resultaten ontvangen eind 2011. Het departement bekijkt nu welke wetgeving moet worden gewijzigd om de regelgeving aan te passen. Het departement bereidt een nota voor. Ik zal die nota eerst doornemen met minister Van den Bossche en nadien voorleggen aan de Vlaamse Regering. Vervolgens wordt die uiteraard voorgelegd aan het Vlaams Parlement. Mijnheer Reekmans, om die reden heb ik geen enkele reactie gegeven na de aankondiging op de nieuwjaarsreceptie. Ik hecht eraan en dat heb ik ook zo verteld aan iedereen die mij gecontacteerd heeft om die studie eerst aan de regering en nadien aan het parlement voor te leggen. Ook minister Van den Bossche houdt zich daaraan.
Mijnheer Reekmans, het is belangrijk dat we draagvlak creëren, in dit parlement, maar ook bij andere belanghebbenden. Die beide zinnen staan uitdrukkelijk in mijn beleidsbrief. Diegenen die de brief gelezen hebben, weten dat.
Ik wil mij niet vastpinnen op data. Ik wil dat het parlement alle mogelijkheden en instrumenten inzet om het debat op een goede manier te voeren. Onmiddellijk nadat we die studie besproken hebben met de Vlaamse Regering, zullen we ze overmaken. De invoering begin 2013 houd ik als mogelijkheid. Uiteindelijk bepaalt u wanneer het ingang zal vinden. De krijtlijnen zijn gekend en staan in de beleidsbrief. Enkele van de krijtlijnen, mevrouw Van Volcem, zijn: budgetneutraliteit, technische uitvoerbaarheid en controleerbaarheid. Je moet een systeem invoeren dat je kunt controleren. Omdat je moet inspelen op een totaal woonbeleid, is de samenwerking tussen mijn kabinet en dat van minister Van den Bossche noodzakelijk.
Er zijn een aantal parameters, zoals aankoop- en verkoopprijs, het aantal kinderen, de oppervlakte. Uit de studie zal blijken welke parameters zinvol of minder zinvol zijn. Je moet altijd oppassen. Zo wordt de prijs niet door de overheid, maar door de koper en verkoper bepaald. Er kan steeds sprake zijn van een prijsbewimpeling, waardoor die parameter niet meteen de beste is of de enige mag zijn. Dat zullen we de volgende dagen bekijken. Op basis van de nota zullen we het debat ten gronde kunnen voeren in dit parlement. Daartoe engageer ik mij, samen met de collegas van de Vlaamse Regering.
Minister Van den Bossche heeft het woord.
Voorzitter, ik heb daarnet al gezegd wat voor mij essentieel is: ik kijk uit naar de studie.
Minister, u hebt de studie al iets langer dan een maand, sinds eind december. U denkt toch niet dat wij geloven dat u dit niet besprak met uw partijvoorzitter? Het is geen toeval dat uw partijvoorzitter dit op de receptie heeft aangehaald.
Ik stel één ding vast: ik heb de indruk, minister Muyters, dat u sneller zaken aan het bespreken bent binnen uw eigen partij dan met uw collegas in de Vlaamse Regering. Ik denk dat dat mee verklaart dat er hier vandaag twee vragen zijn van uw coalitiepartners. U kunt neen knikken. Ik haal een voorbeeld aan dat ik nog niet naar voren heb gebracht. Ik stel zelfs vast bij elke parlementaire vraag die ik richt aan een N-VA-kabinet, dat het antwoord sneller bij de N-VA-afdeling is van de gemeente waarover het gaat, dan bij de parlementariër in kwestie. Daar heb ik de bewijzen van en die zal ik aan de voorzitter geven.
Ministers, mijn fractie hoopt dat we in 2014, als de woonfiscaliteit inclusief dat scheefgetrokken ki-verhaal wordt geregionaliseerd, een coherent en sociaal rechtvaardig woonbeleid zullen krijgen. De huiskorting kan een goed instrument zijn. Ook een hervorming van het ki is absoluut nodig. Het kan niet meer dat we de grotere woningen op het platteland bevoordelen. We kunnen dat wegwerken met de huiskorting, maar er zijn wel meer zaken aan het ki die zorgen voor een grote onrechtvaardigheid op bepaalde vlakken.
Minister Van den Bossche, er is heel wat werk aan de winkel om het woonbeleid sociaal rechtvaardiger te maken. Ik hoop en ik reken erop dat u zich daarvoor zult inzetten.
Ik onthoud uit het debat dat we het registratierechtenstelsel gaan hervormen en dat we daarbij afstappen van het ki als medeheffingsgrondslag of belangrijke parameter, omdat we dat ki een onrechtvaardige parameter vinden. Ik vraag u, minister van Financiën, terloops even of we dan ook het stelsel van de onroerende voorheffing, waarin het ki ook een belangrijk rol speelt, helemaal gaan herdenken. Dat is misschien stof voor een ander debat.
Vandaag stellen we dus dat we het ki gaan buitengooien als parameter in het registratierechtenstelsel. De vraag die de oppositie stelde, was: welke nieuwe parameters komen er in de plaats? Die nieuwe parameters kennen we vandaag nog niet. Er is een schot voor de boeg gelost, met losse flodders. Er is veel government by announcement, zonder dat we weten wat de consequenties zijn. U verwijt ons dat we de mensen ongerust maken. Helaas, neen, dat doet u zelf. Om de mensen alsnog gerust te stellen, zullen wij tot besluit van dit debat een actualiteitsmotie indienen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijnheer Reekmans, u zegt hier in het openbaar, en dat zal ook zo in de Handelingen worden genoteerd, dat ik lieg. Ofwel bewijst u dat, ofwel trekt u die woorden in. Ik pik niet dat u mij er in een vol parlement van beschuldigt te liegen. Ik heb twee weken geleden nog een schriftelijke vraag gesteld aan minister Muyters en minister Van den Bossche wanneer de resultaten van de studie bekend zouden zijn. Denkt u nu echt dat ik zo dom zou zijn om die vraag te stellen als ik die studie zou hebben? Nee dus! Ofwel trekt u die woorden in, ofwel bewijst u dat. Dat pik ik niet! (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Homans, ik stel voor dat u het verslag erop naleest. Ik heb niet gezegd dat u liegt. Ik heb gezegd dat de N-VA na het calimerosyndroom begint te lijden aan het pinocchiosyndroom. (Gelach)
Als mevrouw Homans vraagt om de woorden in te trekken over het liegen, wil ik ook vragen aan de heer Van Malderen dat hij zijn woorden intrekt dat de Open Vld pleit voor een verhoging van het kadaster. Ik heb hem niet meer gehoord na die opmerking.
Iedereen kijkt uiteraard uit naar die studie, die intussen al meer dan drie jaar duurt. Ik heb daarover twee vragen, ook de kijkers waarschijnlijk van Actua-TV. Wie heeft de studie opgemaakt? Hoeveel heeft die studie intussen al gekost? Als nu blijkt dat er nog een studie van de studie moet beginnen, zijn we nog enkele jaren bezig.
Ik stel voor, collegas, dat we niet te fijngevoelig worden in de politiek, want dan moeten we al onze woorden intrekken.
Minister Muyters, komt u nu gewoon met de studie naar de regering en vervolgens zonder commentaar naar het parlement en begint dan het debat in het parlement? Of komt u op basis van die studie met een voorstel vanuit de regering naar het parlement, zoals met de BIV?
Mijnheer Vanden Bussche, het Steunpunt fiscaliteit & begroting had van mijn voorganger de opdracht gekregen voor die studie. Die is nu afgerond.
Mijnheer Vereeck, ik breng de studie naar de regering. Het zal de regering zijn die beslist of ze daar iets extra aan koppelt voor die naar het parlement gaat.
Dat is ook afgesproken in de commissie. Wij zijn daar al sinds begin vorig jaar mee bezig. Mevrouw Hostekint, mevrouw Schryvers en mevrouw Smaers waren daar ook. Dat duurt lang, veel te lang, vinden wij in de commissie Financiën. Maar de afspraak is dat de minister, nadat hij dat deel heeft besproken in de regering, naar de commissie Financiën komt, waar we daarover van gedachten zullen wisselen. Voor de commissie Financiën is dat niet echt nieuws.
Voorzitter, u beslist of een actualiteitsdebat al dan niet plaatsvindt. Vandaag hebben we echter een debat gevoerd dat we niet meer kunnen herhalen. We zijn aan het debatteren over verklaringen die zelfs niet van de regering komen en over studies die zijn aangekondigd maar nog niet zijn gebeurd. Villa Politica bestaat tien jaar. Daar kijkt toch een paar honderdduizend mensen naar. We kunnen toch niet op die manier debatten voeren over zaken die de mensen raken. Het gaat om een confrontatie tussen parlement en regering. Alles wat daartussen ligt, is voer voor kranten maar niet voor een publieke vergadering in een parlement. Zo kunnen wij dat niet behandelen. Het is geen kritiek op u, voorzitter, u doet wat u moet doen. We moeten in onze collectiviteit, over meerderheid en oppositie heen, ervoor zorgen dat we zulke debatten niet kunnen voeren. We geven daarmee totaal verkeerde signalen aan de publieke opinie. (Applaus)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Het debat is gesloten.
Actualiteitsmoties
Door Open Vld en door het Vlaams Belang werden tot besluit van dit actualiteitsdebat actualiteitsmoties aangekondigd. Ze moeten uiterlijk om 16.30 uur zijn ingediend.
Het parlement zal zich daarover straks uitspreken.
Het incident is gesloten.