Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Brusseel heeft het woord.
Minister-president, collegas, door het doorgedreven fokken van rashonden en door inteelt lijdt 40 procent van de rashonden aan erfelijke aandoeningen, met veel problemen en leed als gevolg. (Rumoer. Imitatie van geblaf. Gelach)
90 procent van de King Charles Spaniëls heeft een te kleine schedel. Daardoor ligt er een enorme druk op de hersenen, die duwen op het ruggenmerg, met een aantal zenuwaandoeningen en pijn tot gevolg.
Uiteraard is het niet enkel voor de King Charles Spaniël een probleem, maar ook voor andere hondenrassen waarbij aan inteelt wordt gedaan om een schoonheidsideaal te bereiken en om snel veel geld te verdienen met de kweek van populaire honden.
Minister-president, we hebben het er al vaak over gehad in de commissie. Het probleem ligt veel mensen na aan het hart. Ook al lachen verschillende collegas zich hier een breuk, voor sommige mensen is het wel een bron van verdriet.
U hebt daarvoor twee werkgroepen in het leven geroepen. Ten eerste is er de wetenschappelijke werkgroep waarvan ik betwijfel dat ze snel het verhoopte resultaat zal boeken, aangezien er geen eensgezindheid is binnen die werkgroep, noch over de te onderzoeken hondenrassen, noch over de te halen timing. In de werkgroep Consortium is er ook weinig eensgezindheid en constructieve samenwerking.
Minister-president, aangezien die werkgroepen niet zoveel vooruitgang boeken, wil ik heel graag weten wat u zult ondernemen om dit probleem alsnog uit de wereld te helpen, veel mensen en dieren uit hun leed te verlossen en hun welzijn te garanderen.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, collegas, dit is een probleem dat we vanuit Landbouw al een tijdje opvolgen, niettegenstaande dierenwelzijn tot nader order nog altijd een federale materie is. We hopen dat dat op een bepaald moment ook een Vlaamse materie wordt.
In mijn beleidsbrief is ook al melding gemaakt van de problematiek die mevrouw Brusseel terecht aankaart. Ik heb 50.000 euro uitgetrokken voor het wetenschappelijk onderzoek aan de KU Leuven. Mevrouw Brusseel maakt zich zorgen dat het te lang zou duren. Ik ga ervan uit dat de studie zal worden opgeleverd tegen 30 juni 2012.
Daarnaast zijn er heel wat stamboekverenigingen actief, en die zijn zich niet allemaal in dezelfde richting aan het oriënteren. Daarom hebben we een consortium in het leven geroepen om daar wat meer dynamiek in te krijgen. Dat gaat stap voor stap.
Tot slot is er een centraal meldpunt voor die erfelijke aandoeningen, waar men zich kan aanmelden als er een probleem is.
Voorzitter, collegas, dit probleem moet worden aangepakt. We pakken het op een goede manier aan door enerzijds wetenschappelijk onderzoek en anderzijds door de sector zelf in beweging te proberen krijgen. Dat vraagt wat tijd. Ik zou het ook liever vandaag dan morgen opgelost zien, maar het is beter om het draagvlak zijnde al die stamboekverenigingen maximaal te stimuleren, dan wel daar met force tegenaan te gaan, met een averechts effect. Ik vraag dus wat geduld, maar we zijn ermee bezig.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Ik weet dat u ermee begaan bent en ben daar zeer blij mee. Ik wou toch mijn ongerustheid uiten, want als het partieel blijkt te zijn, zal het niet voor alle verhoopte resultaten zorgen, en er moet nu eenmaal gesensibiliseerd worden ten aanzien van kopers en eigenaars.
Ik wil ook nog wijzen op een ander aspect van dit dossier, dat we nog niet behandeld hebben, omdat we nog in de fase van het onderzoek zitten, namelijk dat heel wat mensen die betrokken zijn bij die kweek, zowel hier als in Oost-Europa, waar heel veel hondjes vandaan komen het gaat jaarlijks over de kweek van zon 150.000 pups niet altijd begaan zijn met de ethische kant van de zaak en dat men hondjes kweekt op een manier die hun gezondheid schaadt, ethisch niet goed bezig is en in de plaats van eerlijke handel te bedrijven, fraudeert. Dat moeten we aanpakken. Daarvoor reken ik op u.
De heer De Meyer heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collegas, op 6 oktober 2010 heeft mevrouw Eerlingen in de commissie Landbouw al een vraag gesteld over dit onderwerp. Op 12 januari vorig jaar had ook de heer Peeters er al een vraag over gesteld. Wij hebben toen geleerd, minister-president, dat u volop met die materie bezig bent, maar dat het vandaag nog grotendeels federale materie is.
Op het moment dat deze materie zal worden overgeheveld naar Vlaanderen, mogen we er dan van uitgaan dat de minister van Landbouw de volledige bevoegdheid voor dierenwelzijn zal krijgen, zowel voor landbouwhuisdieren als voor gezelschapsdieren?
Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Zoals de heer De Meyer al aanhaalde, is het thema al enkele keren besproken in de commissie. Inteelt bij rashonden kan aanleiding geven tot gezondheidsproblemen, maar ook tot gedragsproblemen. Ik ben blij, minister-president, dat u aangeeft dat er al vooruitgang is geboekt en dat in juni de studie wordt opgeleverd.
Enerzijds is er onderzoek, anderzijds een meldpunt voor problemen. Is er geen mogelijkheid om consumenten al voor de aanschaf van een rashond te sensibiliseren dat er mogelijke problemen kunnen zijn, zodat ze vooraf kunnen uitkijken voor signalen dat de hond die ze zich willen aanschaffen, problemen zou kunnen krijgen?
De heer Reekmans heeft het woord.
Voorzitter, ik verwonder mij erover welke actuele vragen soms deze zitting halen. Alsof de actualiteit buiten dit halfrond geen andere prangende problemen heeft.
Mevrouw Brusseel, alles wat met honden en de rassenproblematiek te maken heeft, is nog altijd federale bevoegdheid. Ik heb even de verslagen en notulen van de bevoegde Kamercommissie nagelezen, en heb daar geen vragen van uw partij gevonden. Dus zou ik u aanraden om de vragen op het juiste niveau te laten stellen. U zit daar in de regering. De honden zullen dan wel gered worden, als dat een van de strijdpunten van uw partij wordt. (Opmerkingen van mevrouw Ann Brusseel)
De heer Peeters heeft het woord.
Voorzitter, om het in hondentaal te zeggen: ik zal een tandje bijsteken. Minister-president, u wijst op het federale bevoegdheidspakket maar ook op het gebrek aan overleg. Daaraan moeten we het gebrek aan controle toevoegen. Daar loopt een en ander fout. Aansluitend bij de vraag van de heer De Meyer zou ik willen voorstellen om, wanneer de bevoegdheid naar het Vlaamse Gewest overkomt, ze niet bij Landbouw te steken. Dat is voor mij echt niet vanzelfsprekend. Ik verwijs daarvoor naar uw antwoord op mijn schriftelijke vraag: De fokkerij van gezelschapsdieren en de handel in gezelschapsdieren is immers geen landbouwmaterie en is bijgevolg in alle redelijkheid geen landbouwbevoegdheid van de gewesten.
Minister-president, is uw antwoord van destijds nog geldig? Betekent dat, wanneer dierenwelzijn overkomt naar de gewesten, dat dit niet automatisch naar het beleidsdomein Landbouw komt? Dat hopen wij.
Mijnheer Peeters, wat u citeert, is een volledig ander antwoord in de gegeven omstandigheden. Het is dus geen antwoord voor de vraag of, wanneer de bevoegdheid dierenwelzijn overkomt, dat dan bij Landbouw zou kunnen. Ik weet niet waar u het wel onder zou steken. Daar bent u niet op ingegaan. Op 15 februari krijgen wij het rapport van de administratie. Wij hebben in de regering afgesproken dat wij ons daarna over zulke materies zullen buigen in de schoot van de Vlaamse Regering. Het is niet direct mijn grootste zorg welke bevoegdheid bij welke minister zal komen. We moeten eerst inhoudelijk discussiëren hoe we het zullen aanpakken. Ik begrijp dat Groen-zonder-uitroepteken zich daar al zorgen over maakt. (Opmerkingen)
Het is toch juist dat het uitroepteken weg is?
We moeten sensibiliseren en voorlichtingscampagnes doen. Er heeft een symposium plaatsgevonden in Gent. Nu zullen we een aantal workshops organiseren voor rasverenigingen en keurmeesters. Daar zal de problematiek in detail worden toegelicht. Mijnheer van Rouveroij, u was daar ook. Ik herinner mij dat nog. Wij zullen daar verdere stappen zetten.
Voorzitter, in afwachting van het moment dat wij daarover de bevoegdheid hebben, nemen wij ook dit probleem ter harte. Dit is een goed voorbeeld van hoe wij proactief werken met betrekking tot een problematiek die terecht door mevrouw Brusseel is aangekaart.
Wat de bevoegdheidsverdeling betreft: het hangt ervan af hoe men dit probleem bekijkt. We hebben daarover al meerdere keren van gedachten gewisseld in de commissie. Je kunt ervan uitgaan dat preventie eerder een Vlaamse aangelegenheid is. De meeste hondjes worden geïmporteerd is import een Vlaamse of federale materie? Voor diegenen die echt aan kommaneukerij willen doen: consumentenzaken, dat is misschien een federale materie.
Mijnheer Reekmans, ik wil u geruststellen: mijn collega Ine Somers is daar in de Kamer wel mee bezig. Misschien moet u dat nog eens goed nakijken. Ik ben alleszins blij dat andere collegas met mij deze zorg delen. Ik ben zeer tevreden dat ik de vraag wel mag stellen, mijnheer Reekmans. Misschien staat u een beetje verder van uw kiezers af, maar als volksvertegenwoordiger weet ik mij wel in te leven in de problematiek waarover veel burgers bezorgd zijn.
Het incident is gesloten.