Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Minister-president, ik weet niet of u het gekookte kikkersyndroom kent. Als men een kikker in heet water smijt, zal hij niet weten hoe snel hij er terug uit moet springen, maar als men een kikker in een pot lauw Scheldewater op een zacht vuurtje zet, zal hij langzaam doodkoken.
Minister-president, ik wil u absoluut niet vergelijken met een of andere padachtige, maar u gaat wel stilaan in dezelfde richting, vrees ik. Een citaat van u is: Nederland gaat een alternatief naar voren schuiven voor de ontpoldering van de Hedwigepolder. We zullen afwachten wat dat alternatief is.
Uiteindelijk komt dat alternatief er, maar het trekt op niet veel, doch we zullen in goed nabuurschap afwachten wat de reactie van de Europese Commissie is. De Europese Commissie reageert erg kritisch en vernietigend, en u zegt dat u in goed nabuurschap zult afwachten wat de reactie is van Nederland op de reactie van de Europese Commissie. Ondertussen is die reactie van Nederland er. Het zal u niet verbazen dat Nederland heeft beslist, na het consulteren van twee illustere proffen, ditmaal niet uit Rotterdam, maar uit Hamburg of dat goed is voor de objectiviteit weet ik niet , geen centimeter af te wijken van de oorspronkelijke plannen.
De heer Bleker heeft een brief teruggeschreven naar Europees commissaris Potočnik, waarin hij zegt: De Europese Unie is geen partij bij dit verdrag. Nederland en Vlaanderen zijn op grond van Europese verplichtingen niet gehouden tot een integrale aanpak van de Westerschelde. Het verdrag tussen Nederland en Vlaanderen betreffende de uitvoering van de ontwikkelingsschets zal daartoe aangepast worden. Van Vlaamse zijde is hiertoe bereidheid getoond.
Mevrouw De Ridder, uw vraag luidt?
Voorzitter, ik werd onderbroken.
Mijn vraag luidt: minister-president, gaat u op het moment dat u vaststelt dat uw brief van 16 januari weinig heeft uitgehaald, en dat Nederland vasthoudt aan zijn standpunt, eindelijk over tot het nemen van stappen tegen Nederland en tot het in gebreke stellen en opstarten van de procedure zoals bepaald in de verdragteksten?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw De Ridder, u hebt ooit de mosseloorlog uitgeroepen, waar iedereen natuurlijk nog altijd over spreekt. Wat mij betreft, is het het resultaat dat telt. We hebben toen de Schelde uitgediept en dat is heel belangrijk. Dat ook de andere aspecten van de akkoorden en verdragen moeten worden uitgevoerd, is heel concreet. Pacta sunt servanda: dat kent nu iedereen, en dat is nog altijd wat wij daarin verdedigen.
Ik citeer uit de brief die ikzelf heb geschreven op 19 januari en waar u naar verwijst. Mocht het parlement daarvoor interesse hebben, dan kan ik die overmaken. Ik ga er dan ook van uit dat u thans concrete uitvoering gaat geven aan wat Nederland en Vlaanderen in de goedgekeurde en geratificeerde Scheldeverdragen betreffende uitvoering van de ontwikkelingsschets van het Schelde-estuarium 2010, afgesproken hebben. Mag ik u vragen spoedig mij te berichten over uw intenties?
Ik denk dat dat duidelijke taal is voor Nederland. Op 20 januari heeft Henk Bleker een brief geschreven naar de Europese Commissie, zeggende dat hun alternatief en de studie van dat alternatief verder moet worden bekeken. Ik heb in het verleden naar aanleiding van vragen van de heer Penris de stelling ingenomen dat Nederland de zaken moet uitvoeren zoals afgesproken. We dringen daarop aan. Maar als er een alternatief is dat van de Europese Commissie het licht op groen krijgt, dan zullen wij dat met Nederland bespreken.
Mevrouw De Ridder, u hebt al gevraagd hoe lang ik zal wachten en hoe lang mijn geduld zal duren. Dit gaat nu in de laatste fase, maar het is wel belangrijk dat de Europese commissaris duidelijkheid moet geven. Dat heb ik ook in mijn brief meegegeven. Ik ga ervan uit dat het niet meer zo lang zal duren voor de Europese Commissie dat ook zal zeggen.
Minister-president, 300 jaar geleden zou dergelijk gedrag van een buurland tot oorlog hebben geleid. Ik hoop dat u dat beseft.
Ik ben zeer tevreden, minister-president, dat de maatschappijen en de burgers geëvolueerd zijn en dat er tegenwoordig vreedzame manieren zijn om geschillen op te lossen, begrijp me niet verkeerd. Maar u maakt geen gebruik van die manieren! U blijft stilzitten. U gaat niet naar voren. U zet nu geen stappen vooruit. U doet niets om de belangen van de natuur en de haven, die hier wonderbaarlijk en prachtig gelijklopen, te verdedigen. U doet niets om Nederland in gebreke te stellen.
Ze lachen met uw brief. Dat was een stap in de goede richting maar wordt weggelachen. U doet niets om de houding van Vlaanderen bekend te maken bij Europa. Ja, als u of de Vlaamse Regering niets doet, zal ik als burger het heft in eigen handen moeten nemen. U moet daar niet lacherig over doen. Misschien kent u het volkrechtelijke principe van de diplomatieke bescherming. Ik beroep mij als burger van dit land op de diplomatieke bescherming ten aanzien van Vlaanderen. Ik vraag aan u om stappen te ondernemen tegen de Nederlandse staat, en daarnaast zal ik zelf rechtstreeks aan de Europese Commissie vragen om de procedure van de ingebrekestelling op te starten ten aanzien van Nederland.
De heer Caluwé heeft het woord.
Mevrouw De Ridder, u gaat er echt wel aan voorbij dat het essentiële onderdeel allang geregeld is: de Schelde is verdiept.
Wat hier gaande is, zijn pure achterhoedegevechten, maar dit verdrag moet worden uitgevoerd. Ik heb er alle begrip voor dat Nederland met sommige punten problemen heeft. Maar het kan niet anders dan dat het uiteindelijk zal worden uitgevoerd.
Ik zie dat u nu aan een nieuwe oorlog begint. Ooit was er de Keteloorlog, het enige gevecht dat er ooit geweest is met één slag in een ketel. U hebt dan de mosseloorlog uitgeroepen en nu begint u aan de kikkeroorlog. Ik wens u veel succes, maar ik denk dat de normale procedures ertoe zullen leiden dat het verdrag integraal wordt uitgevoerd.
De heer Penris heeft het woord.
De Keteloorlog hebben we verloren. De oorlog met de Nederlanders naar aanleiding van de opera De Stomme van Portici hebben we ook verloren. Ik hoop dat we mevrouw De Ridder niet op oorlogzuchtige gedachten brengen, maar ik begrijp haar redenering niet meer helemaal.
Mevrouw De Ridder, we hebben een bilateraal akkoord. De Nederlanders zijn hun verplichtingen ten aanzien van Vlaanderen en de Vlaamse havens nagekomen. Ik blijf het herhalen want dit is een déjà vu, we hebben dit dossier in vier maanden tijd al vier keer behandeld of de fuut, de kluut en de rosse grutto nu moeten kweken en broeden in Walcheren dan wel in Schouwen-Duiveland, maakt voor die vogel geen enkel verschil. Voor de Zeeuwen maakt dit wel uit: ze zijn zeer gevoelig voor dit onderwerp. Ik hou de Zeeuwen graag als goede buren. Uw partijgenoot en onze collega van Rouveroij heeft vorige week in de commissie, voorzitter, zeer terecht een lans gebroken voor de haven van Gent. Hij heeft erop aangedrongen dat er met Nederland correcte en concrete afspraken worden gemaakt rond de sluis in Terneuzen. Als we die willen honoreren, dan moeten we de Zeeuwen te vriend houden. (Opmerkingen van mevrouw Annick De Ridder)
De heer Martens heeft het woord.
Voorzitter, ik denk niet dat hier achterhoedegevechten worden gevoerd. De gevolgen van het niet uitvoeren van het natuurgedeelte kunnen zeer verregaand zijn, ook wat betreft de toegankelijkheid van de Antwerpse haven. Het betekent immers dat de vergunningen voor het onderhoudsbaggerwerk die binnen een paar jaar moeten worden hernieuwd, op losse schroeven komen te staan en wellicht door de Nederlandse autoriteiten zullen worden geweigerd. Dit zijn geen achterhoedegevechten.
Ik vind dat we van Nederland moeten eisen dat de afgesloten verdragen volledig worden uitgevoerd. Minister-president, in uw brief van 16 januari slaat u de juiste toon aan. U schrijft dat we het alternatief een kans hebben gegeven. U spreekt over het groen licht van de Europese Commissie. Dat is er niet gekomen, integendeel, de Europese Commissie wijst het alternatief af. Ik denk dat we voet bij stuk moeten houden en aan Nederland duidelijk moeten maken dat moet worden uitgevoerd wat is afgesproken.
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, de pers meldde vorige week dat de Vlaamse overheid een schadeclaim zou voorbereiden. Dat stond in een vertrouwelijke nota die uitlekte. Het ging om een claim van 800 miljoen euro. Ik weet niet of dat klopt, maar wat me vandaag vooral interesseert, is het bezoek van premier Di Rupo aan zijn Nederlandse collega Rutte. Daar zou gesproken zijn over de IJzeren Rijn en over de ontpoldering. Weet u daarvan? Is daar terugkoppeling geweest? In welke richting gaat dat?
De heer Reekmans heeft het woord.
Voorzitter, collegas, het was zelfs veel specifieker wat de Nederlandse zender RTL vertelde. De Nederlandse zender RTL zei letterlijk dat ze een vertrouwelijke nota van de Vlaamse Regering heeft kunnen inkijken waarin duidelijk de berekeningen van de schadeclaim stonden en waaruit bleek dat Vlaanderen tussen de 250 en 785 miljoen euro dreigde mis te lopen.
Minister-president, bestaat die vertrouwelijke nota van de Vlaamse Regering, waar blijkbaar de Nederlandse pers sneller aan geraakt dan de Vlaamse?
De heer Peeters heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, u zegt dat het resultaat telt, en dat is inderdaad correct. Het is belangrijk dat het resultaat telt, maar het resultaat dat we voor ogen hadden in verband met de Scheldeverdieping, bestond uit drie luiken: economie, ecologie en veiligheid. Ik hoor zowel uit uw mond als uit de mond van uw fractieleider: De Schelde is toch verdiept. Alsof de andere twee minder belangrijk zouden zijn.
Ik verwijs naar de woorden van de schepen van Antwerpen, Marc Van Peel, die toch uitdrukkelijk heeft gewezen op het feit dat ook de natuurcompensaties in het kader van Natura 2000 moeten worden uitgevoerd, al was het maar om als bestuur vertrouwenwekkend over te komen en het geheel economie-ecologie in de Antwerpse haven gestalte te geven.
Minister-president, ik zou u met aandrang willen vragen: zet ook nu door. Laat dit niet passeren. Maak van uw houding een sterke houding. We hebben Europa mee en niet tegen, zoals in andere dossiers. Ga ervoor en verplicht de Nederlanders, desnoods met schadeclaim, om hun verbintenissen uit te voeren.
Voorzitter, collegas, ik begin met de laatste vraag van de heer Peeters. Begrijp me niet verkeerd: ik heb verwezen naar de oorlogsverklaring van mevrouw De Ridder inzake de mosselen met als resultaat dat de Schelde is uitgediept. Ik ben het met u eens dat ook de natuurpijler moet worden uitgevoerd. Pacta sunt servanda: dat geldt voor de drie pijlers, toegankelijkheid, veiligheid en natuur.
Mijnheer Reekmans, er is geen document van de Vlaamse Regering waar de schadeclaim is geformuleerd. In het verleden zijn er mensen geweest die publiekelijk uitspraken hebben gedaan over een mogelijke schadeclaim, maar noch door mezelf noch door Hilde Crevits is er een document gevalideerd waarin de schadeclaim, ten belope van 200 tot 800 miljoen euro volgens de pers, zou geformuleerd staan.
Mijnheer Vandaele, u weet dat Elio Di Rupo af en toe met mij informele contacten heeft, via de telefoon of op een ander moment. Voor hij naar Nederland ging, heeft hij mij gebeld om te vragen of de Scheldeproblematiek en de Hedwigepolder aan bod konden komen. Ik heb hem alle informatie gegeven. Ik heb hem ook informatie gegeven over de IJzeren Rijn en een aantal andere dossiers. De premier heeft er in het gesprek correct melding van gemaakt. De reactie van de heer Rutte kenden wij al: we hebben een alternatief dat we bij Europa zullen verdedigen en als dat aanvaard wordt, zullen wij daarmee verder gaan. Als het niet wordt aanvaard, zal Nederland moeten uitvoeren wat in het verdrag is opgenomen.
Mevrouw De Ridder zegt dat ze een nieuwe oorlog met Nederland gaat ontketenen. Dat is haar volste recht. Ik kan haar ook niet tegenhouden, denk ik. De brief van 16 januari is zeer duidelijk. In diplomatieke termen vertaald, is dit een belangrijk signaal. Europa heeft de brief van 20 januari van staatssecretaris Bleker ontvangen. Ik ga ervan uit dat Europa zeer snel duidelijkheid zal geven.
Dat is een juiste manier van handelen vanuit Vlaanderen naar Nederland. Diegenen die zeggen dat we niet voortvarend zijn en er niet de nodige aandacht aan besteden, vergissen zich. Ik wil wel diegenen die oorlogen verklaren aan buurlanden, waarschuwen: het zal niet het resultaat opleveren dat we allemaal beogen.
Minister-president, mijnheer Caluwé, die nota bestaat en is niet van de Groen-fractie, noch van de Open Vld, maar van uw eigen administratie, die dat al dan niet met uw dekking doet. Ik zal de nota bezorgen aan de parlementsleden en aan de voorzitter. In die nota wordt gewaarschuwd voor claims tot maar liefst 785 miljoen euro indien Antwerpen imagoschade oploopt, de komende jaren niet kan baggeren en indien we met de Scheldeverdieping terug op het niveau van de jaren 90 komen.
Ik zal de procedure aanmelden bij Europa. Ik zal hen een brief sturen en vragen de verdragsrechtelijke schending te onderzoeken en een procedure op te starten tegen Nederland. Ik zal dat ook ten aanzien van u doen. Ik lanceer op eigen initiatief de website www.havenvanantwerpeningevaar.be. Daar roep ik alle Vlamingen en Antwerpenaren op om samen met mij die documenten in te dienen en op te sturen. Ik hoop dat Nederland op een vreedzame manier kan worden gedwongen om zijn verdragsrechtelijke verplichtingen na te komen.
Pacta sunt servanda: niet meer of niet minder.
Het incident is gesloten.