Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Minister, collegas, we weten allemaal dat vrouwen veel makkelijker dan mannen met veel minder woorden een punt kunnen maken. (Opmerkingen. Rumoer)
We maken dat in dit parlement heel vaak mee. We zijn daar getuige van. Deze sterkte blijkt vandaag in ons nadeel te spelen. Uit de studie die enkele dagen geleden werd voorgesteld, blijkt dat vrouwen slechts 22 procent van de spreektijd krijgen. De rest is voor de mannen.
Er is een lichte stijging: 4 procent in negen jaar tijd. (Rumoer)
Enkel mevrouw Idrissi heeft het woord.
Aan dit tempo komen we tot een gelijkwaardige spreektijd in 2060. Ik vrees dat noch ik, noch u dat nog zal meemaken.
Minister, deze cijfers zijn flagrant. Wat vindt u van deze cijfers? Welke beleidsinitiatieven zijn er mogelijk om dit euvel te verhelpen?
Minister Lieten heeft het woord.
Ik betreur die cijfers ook. Ze zijn toch redelijk duidelijk. Ik voeg er nog een paar aan toe. Als de vrouwen aan het woord worden gelaten, is het meestal de vrouw in de straat en niet de vrouw als deskundige of als opiniemaker. Als de vrouwen mogen praten, gaat het meestal over de softere themas. En dan krijgen ze bovendien ook nog eens minder tijd om hun punt te maken dan de mannen. Blijkbaar is het ook zo dat de vrouwen met de functie van minister of partijvoorzitter minder aan het woord komen dan de mannelijke ministers of partijvoorzitters. Ik betreur dat ten zeerste.
Hoe werkt nu het beleid daaraan? Het is een taak voor zowel ons allemaal als voor de mensen in de mediasector uitgevers, redacties en andere om in de eerste plaats verder te werken aan de bewustmaking. Dat vind ik belangrijk. Het Elektronisch Nieuwsarchief (ENA) doet dit onderzoek met een subsidiëring en financiering van de Vlaamse overheid. Dat bewijst dat die bewustmaking helpt. Doordat er cijfers zijn, kan erover gesproken worden en kan er verder actie ondernomen worden om er rekening mee te houden, onder andere op de redacties.
Het mediahuis waar we wel rechtstreeks iets aan te zeggen hebben, is de VRT. We hebben in de beheersovereenkomst heel duidelijke streefcijfers opgenomen om een evenwichtigere vertegenwoordiging te krijgen voor en achter de schermen, en om een neutralere en minder clichématige beeldvorming te krijgen. Ik verwijs naar een initiatief van minister Smet van Gelijke Kansen: de Expertendatabank, die onder de vorige regering tot stand is gekomen, wordt verder ontwikkeld. Daarin worden vrouwen, allochtonen en mensen met een beperking die expert zijn in een bepaalde materie geïnventariseerd. De Expertendatabank moet een goed hulpmiddel zijn voor alle mensen die in de media werken om een diverser publiek aan te trekken en om diversere mensen op het scherm te brengen of te citeren.
Minister, ik dank u voor deze uiteenzetting. Blijkbaar is hier toch een gevoelige snaar geraakt: er is al de hele tijd geroezemoes op de achtergrond, vooral van de mannen. Vooral de mannen leveren commentaar. (Opmerkingen)
Dit punt bewijst dat er veel werk aan de winkel is. Ik mag hopen dat we niet tot 2060 moeten wachten om tot een gelijkwaardige spreektijd te komen.
De heer Wienen heeft het woord.
Ik wil dat allemaal wel, hoor: meer vrouwen in de televisiejournaals. Als ik mag kiezen tussen Elio Di Rupo op mijn scherm en Annemie Turtelboom, dan kies ik alleszins Annemie Turtelboom.
Minister, ik vind uw antwoord eigenaardig. Enkele maanden geleden ondervroeg ik u over een andere ENA-studie. Die ging over de ondervertegenwoordiging van de oppositie in televisiejournaals. De meerderheidspartijen kwamen ongeveer 80 procent aan bod, de oppositie 20 procent. Mijn fractie moest het stellen met amper 4 procent van de aandacht. Over die studie werd dan een discours afgestoken waarin werd gesteld dat dit niet kan, dat we toch niet gaan ingrijpen in de inhoud van journaals, dat we toch geen maatregelen zullen treffen. Nochtans gaat het over een democratisch deficit in de journaals. Hoe gaat u het democratisch deficit in de televisiejournaals aanpakken? (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Tommelein heeft het woord.
Dit is een echte schande. Het feit dat er maar 22 procent vrouwelijke vertegenwoordiging is in de journaals toont aan dat de openbare omroep daar in het verleden veel te weinig aandacht aan besteed heeft. We hebben de diversiteitsmanager vorig jaar welkom geheten. De openbare omroep zal echter een serieuze stap vooruit moeten zetten de komende jaren. Ik heb de indruk dat de commerciële omroepen het waarschijnlijk nog beter doen dan de openbare omroep. Zij nemen in hun programmas veel sneller mensen van allochtone afkomst en vrouwen op. Ik denk dat de openbare omroep met het vele belastinggeld dat ze krijgt, daar het nodige voor moet doen.
De heer Vandaele heeft het woord.
Mevrouw Idrissi, u bent verbaasd over het geroezemoes. Ik denk dat dit aan uw vraag ligt. Het ENA-onderzoek heeft niets nieuws aan het licht gebracht. Meer zelfs, op 10 oktober hebben we de discussie gevoerd in de commissie. De minister heeft daar zelfs verklaard dat zij in 2012 maatregelen zou nemen. Dat is voor ons meteen een geruststelling. Wij wachten dan ook op de cijfers van 2012. Blijkbaar bent u niet gerustgesteld, mevrouw Idrissi, en stelt u die vraag toch aan de minister.
De heer Verstrepen heeft het woord.
We moeten hier niet panikeren over de ondervertegenwoordiging van vrouwen op televisie. Het gaat hier alleen over de nieuwsuitzendingen. De programmatie bij een televisiezender bestaat uit 24 uur, 7 dagen op 7. Als we al die gegevens bij elkaar nemen, dan zullen we misschien nog andere cijfers krijgen. Ik begrijp echter dat alle vrouwen in het nieuws willen komen omdat dat de meest populaire uitzendingen zijn voor de vrouwen.
Ik heb nog een proactieve tip. Ik voer constructieve oppositie. Minister, ik stel voor dat u aan de VRT vraagt dat ze de rechten opkopen van de Miss België- en Miss Vlaanderen-verkiezing. Dan zal de balans misschien overhellen in de andere richting. Ik weet niet welke discussie hier nu gevoerd wordt. Ik weet alleen dat er cijfers zijn voor de nieuwsuitzendingen. Ik denk echter niet dat de vrouwen in hun totaliteit ondervertegenwoordigd zijn op televisie.
Wij willen wel meer te zien zijn dan in Miss België-verkiezingen en in kookprogrammas. (Applaus)
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Het is frappant, en dat blijkt uit het onderzoek, dat vtm het op alle vlakken beter doet dan de VRT ondanks het feit dat de VRT toch wel een diversiteitsplan heeft en vtm niet. In die zin ben ik niet gerustgesteld en vind ik dat de vraag van mevrouw Idrissi inderdaad terecht is. Er rust een grote verantwoordelijkheid bij de media want ik vind dat er absoluut geen verzachtende omstandigheden zijn. Mannen zijn veel langer en meer aan het woord. Zelfs wanneer mannen en vrouwen gelijkaardige topfuncties bekleden, zijn het de mannen die het vaakst aan het woord komen. Ook bij typisch vrouwelijke onderwerpen zoals het onderwijs, waar bijna geen man meer rondloopt, slaagt men er toch nog in om voor 53 procent van de gevallen mannen aan het woord te laten. Dat is wat het media-aspect betreft.
Ik wil echter ook de voorzitter van het parlement op zijn verantwoordelijkheid wijzen. Uit een vorig onderzoek door dezelfde onderzoeksgroep blijkt dat het vooral mensen in topfuncties zijn, ook in het parlement, die het meest aan het woord komen. In ons parlement is dat echt wel een probleem. Van de zeven fractievoorzitters is er geen enkele vrouwelijke voorzitter. Van de zeventien bureauleden zijn er drie vrouwen. Van de dertien commissievoorzitters zijn er twee vrouwen. Ik vind dan ook dat er dringend drastische maatregelen moeten worden genomen, zowel vanuit de media als vanuit de politiek. Ik heb een aantal voorstellen klaar. Misschien kunnen we daarover van gedachten wisselen, voorzitter, om ervoor te zorgen dat wij meer in die nieuwsuitzendingen komen. Want ik kom liever op het nieuws dan in de Miss België-verkiezing, hoewel dat laatste me ook wel aantrekkelijk lijkt.
Mevrouw Meuleman, ik mag me niet mengen in het debat maar ik zal u ontbieden in mijn kantoor.
De heer Yüksel heeft het woord.
De resultaten van het onderzoek zijn inderdaad heel opmerkelijk. Ik zou de zaken echter niet overroepen. Er zijn geen wetmatigheden. Journalisten selecteren gesprekspartners op basis van inhoud en wat ze te vertellen hebben.
Mag ik even? Dat is de realiteit. De journalisten kiezen mensen op basis van wat ze te vertellen hebben. (Rumoer)
Dit is geen grap. Omdat journalisten snel en tegen deadlines moeten werken, kiezen ze vaak snel voor een bepaalde oplossing, en hebben ze vaak niet de reflex om verder te zoeken naar een vrouw. (Rumoer)
Minister, ik heb een suggestie. Voormalig minister van Gelijke Kansen Miet Smet gaf ooit een boek uit getiteld Zeg niet te gauw, dr is geen vrouw. Ik stel voor dat u, samen met uw collega van Gelijke Kansen, tijd en geld vrijmaakt voor het actualiseren van die databank.
Ik heb het al gehad over kookprogrammas en missverkiezingen.
Mijnheer Yüksel, ik moet u toch even corrigeren. Als uit het onderzoek bijvoorbeeld blijkt dat vrouwelijke ministers minder aan het woord komen dan mannelijke ministers, dan ga ik ervan uit dat u niet stelt dat die vrouwen minder te zeggen hebben dan die mannelijke ministers.
De expertendatabank is eigenlijk een vervolg op de initiatieven die oorspronkelijk waren genomen door voormalig minister Smet en in boekvorm waren uitgegeven. Dat was al een eerste inventaris. Ondertussen is alles gedigitaliseerd. Daar is aan voortgewerkt en die expertendatabank is uitgebreid. Die is toegankelijk voor iedereen. Er is ook afgesproken in het actieplan Gelijke Kansen dat er over het bestaan van die databank meer zal worden gecommuniceerd ten behoeve van alle mogelijke gebruikers, zodat ze weten waar ze die kunnen vinden en hoe ze die kunnen gebruiken.
Ik ben het volledig eens met die leden die erop wijzen dat de VRT het slechter doet dan vtm. Dat is zo. Ik heb al een paar keer gedebatteerd met de parlementsleden over diversiteit. De geluiden verschillen al eens naargelang het onderwerp. Onder meer om voornoemde reden heb ik er bij het opstellen van de beheersovereenkomst met de VRT vanaf het begin zeer sterk op aangedrongen dat er zeer duidelijke streefcijfers ter zake zouden worden opgenomen. Toen heeft niet iedereen in het parlement me gevolgd, maar het lijkt me heel belangrijk dat de VRT hier werk van maakt en een tandje bij steekt. Ik weet ook dat de VRT met de uitvoering van de beheersovereenkomst is begonnen, ook met deze doelstelling. Op alle redacties worden er acties ontwikkeld om dat te verhelpen.
Mijnheer Wienen, ik begrijp u eigenlijk niet. U hebt het over een democratisch deficit. Als vrouwen maar voor 20 procent aan het woord komen, terwijl ze de helft van de kiezers en van de inwoners van dit land uitmaken, dan is dat zeker en vast ook een democratisch deficit. Ik heb hier hetzelfde antwoord gegeven als ik in de commissie aan u heb gegeven over de resultaten van de andere ENA-studies, die inderdaad ook vergelijkingen maken met betrekking tot de vraag welke partijen aan het woord komen. Het is net mijn taak om in middelen te voorzien voor het ENA om dergelijke studies te doen, zodat die cijfers publiek kunnen worden gemaakt. Twee jaar geleden heb ik ook gevraagd dat er zou worden gecommuniceerd over elk rapport ter zake, zodat iedereen aan het nadenken wordt gezet en er over alle studies en resultaten in de redacties en mediahuizen kan worden gepraat.
De VRT heeft daarnaast uiteraard een dubbele opdracht. Ik vind het heel belangrijk dat de VRT het voorbeeld geeft. We verwachten dat, als er meer vrouwen, allochtonen en mensen met een handicap achter het scherm werken, er ook meer mensen uit die categorieën op het scherm zichtbaar zullen zijn, dat er een divers beeld zal zijn, dat er minder clichés zullen worden benadrukt of opgevoerd. Die clichés zien we jammer genoeg zelfs vandaag nog regelmatig in diverse media.
Mijnheer Vandaele, ik stel vandaag een actuele vraag over dit onderwerp omdat een paar dagen geleden een studie is gepubliceerd. Dat zich naar aanleiding van dit recent cijfermateriaal een debat in het Vlaams Parlement ontspint, bewijst net dat dit eigenlijk noodzakelijk is. Als ik sommige uitspraken van collegas over vrouwen en inhoud hoor, ben ik wat onthutst en misschien zelfs een beetje beschaamd.
Mevrouw Meuleman, ik kan uw woorden enkel toejuichen. Ik heb opgevangen dat u solliciteert voor de functie van fractievoorzitter van Groen!. Ik kan dit enkel toejuichen. Mijn steun hebt u in elk geval.
Minister, er is nog heel wat werk aan de winkel. Ik hoop dat we niet tot 2060 moeten wachten om tot het gewenste resultaat te komen.
Het incident is gesloten.