Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Pehlivan heeft het woord.
Minister, waarschijnlijk hebt u vanochtend ook het artikel gelezen in De Morgen. In opdracht van Volksgezondheid is er een onderzoek uitgeschreven. Dat onderzoek is gevoerd door de Universiteit Gent. Daarbij heeft men een aantal vaststellingen gedaan. Allochtonen zouden vaker ziek zijn dan autochtonen. Zo zou diabetes tweemaal zoveel voorkomen bij Turkse en Marokkaanse vrouwen dan bij autochtone vrouwen.
Ik schrok ervan dat discriminatie in de gezondheidszorg als oorzaak wordt aangehaald. Ik kan me niet inbeelden dat dat bestaat, maar het onderzoek zegt van wel. Vooroordelen en het niet kennen van die wereld spelen ook een rol. Onze samenleving verandert en wordt diverser, mensen in de gezondheidszorg weten soms niet hoe ze moeten omgaan met bepaalde ziektes die voorkomen in de gemeenschap.
Minister, het is beter voorkomen dan genezen. We moeten meer inzetten op preventie in de gezondheidszorg. De zorgsector moet aandacht schenken aan de zwakke groepen in de samenleving.
Minister, we kunnen heel veel problemen voorkomen als we een diversiteitsopleiding opnemen in het curriculum van de gezondheidsverstrekkers. Bent u bereid om dat samen met de minister van Onderwijs te doen?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Dank u wel, mevrouw Pehlivan. We hebben de studie die gisteren is bekendgemaakt, opgevraagd. Ze is gemaakt in opdracht van federaal minister Laurette Onkelinx. Ik vind ze zeer interessant. Er staan 46 aanbevelingen in. We hebben aan al onze administraties gevraagd om te kijken wat er relevant is voor ons in die aanbevelingen. Ik neem dat document au sérieux en beschouw het als een opportuniteit.
De toegang tot gezondheid en de gezondheidszorg is een belangrijke uitdaging. We weten dat dat een sociale component heeft. We moeten daarvoor voortdurend alert zijn en kijken hoe we die toegang beter kunnen organiseren.
Wij doen al wat inspanningen, precies ook voor de allochtone gemeenschap. Op bepaalde aanbevelingen die in het document staan, wordt op dit moment al ingespeeld. Er zijn aanbevelingen voor infectieziekten. We hebben verenigingen aangesteld om actief te zijn in verband met tuberculose. We hebben ondertussen extra aandacht gevraagd voor de screening van bepaalde risicogroepen. Aan Sensoa zijn ook uitdrukkelijk vragen gesteld. In het actieplan over het middelengebruik kijken we ook heel uitdrukkelijk naar de allochtone jongeren. In het actieplan voeding en beweging hebben we de vereniging die zich met de diabetesproblematiek bezighoudt, gevraagd heel specifiek te kijken hoe we met onze boodschap van gezondheidspromotie en ziektepreventie duidelijker kunnen overkomen bij de allochtone gemeenschap. Er zijn dingen uitgerold de voorbije maanden.
Binnen de bijzondere jeugdzorg, het agentschap Jongerenwelzijn en Kind en Gezin hebben we interculturele bemiddelaars. Zo zijn er ondersteuningsteams allochtonen in de bijzondere jeugdzorg. Bij Kind en Gezin zijn er mensen die een specifieke opleiding hebben genoten, om de toegang tot de zorg vanuit de preventieve contacten te organiseren. Ook de centra voor geestelijke gezondheidszorg hebben in 2009 een extra injectie gekregen, precies om de toegankelijkheid voor de allochtone gemeenschappen te vergroten. Een aantal aanbevelingen komen ook overeen met algemene verwachtingen voor de toegang naar de gezondheidszorg.
Wat de opleiding betreft, proberen wij, in het kader van het actieplan om meer jonge mensen aan te trekken voor de zorgberoepen, in overleg met het Minderhedencentrum, de acties ook specifiek te vertalen naar de allochtone gemeenschappen. Het is een uitdrukkelijk aandachtspunt. We proberen jonge mensen te motiveren om te kiezen voor een zorgberoep. Iemand uit de eigen gemeenschap die actief is in de gezondheidszorg kan een uitdrukkelijke meerwaarde zijn, onder andere als rolmodel en voor de toegankelijkheid van de zorg. Dat was ook een van de aanbevelingen. Dat willen we echt promoten.
Minister, ik ondersteun uw acties volledig, maar enkel de inzet van intercultureel bemiddelaars is niet voldoende. Er zullen er nooit genoeg zijn. De vraag is groter dan het aanbod. We zullen de diversiteit verplicht moeten opnemen in ons curriculum. We leven hier met 164 nationaliteiten. Je kunt geen intercultureel bemiddelaars van elke origine inzetten. Ook de gewone zorgverstrekkers moeten op de hoogte zijn van de leefgewoonten van alle mensen van verschillende origine. Dat zal de zorgsector veel meer ten goede komen.
U zult toch eens met uw collega van Onderwijs aan tafel moeten zitten.
Mevrouw Dillen heeft het woord.
Voorzitter, ik heb de vraagstelling van mevrouw Pehlivan aangehoord en ik heb ook heel nauwlettend geluisterd naar het antwoord van minister Vandeurzen, dat al regelmatig in de commissie Welzijn aan bod is gekomen.
Mevrouw Pehlivan, ik kan uit uw repliek alleen vaststellen dat, hoewel de Vlaamse Regering al zeer veel inspanningen doet, het voor u blijkbaar nooit genoeg is. Er moet altijd maar meer en meer en meer komen. Op een bepaald ogenblik is de grens bereikt. (Applaus bij Vlaams Belang)
Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Minister, u besteedt vaak middelen aan projecten om nieuwe initiatieven te ondersteunen. Ik weet dat Solidariteit voor het Gezin in Brussel een nieuw zorgproject heeft lopen in de Foyer, in de kern van het probleemgebied. Misschien moet u daar eens gaan kijken wat u er kunt leren om het probleem, zoals mevrouw Pehlivan het beschrijft, aan te pakken.
Misschien moet ik, wat dat laatste betreft, eens die concrete situatie bekijken.
In het algemeen wil ik toch nog eens benadrukken dat we echt wel proberen om de competentie te verhogen, en om de kennis van de culturele wereld van waaruit mensen zich aanbieden in de zorgsector te vermeerderen. Wij investeren daar wel degelijk in. Het is ook belangrijk dat wij allochtone jonge mensen motiveren om te kiezen voor een opleiding in de zorgsector. Wij moeten daar voldoende goede mensen krijgen. Wij staan voor een grote uitdaging. Er is absoluut vraag naar meer mensen die aan de slag kunnen in die sector. Wij hebben er alle belang bij dat we alle groepen proberen aan te spreken om met de juiste motivatie en instelling te kiezen voor een carrière in de zorgsector. Ik kan alleen maar bevestigen dat het actieplan hierop wel degelijk inspeelt.
Minister, ik zit niet in de commissie Welzijn en volg dit dus niet van nabij. Maar ik voel mij wel betrokken. Ik zie wat er gebeurt in mijn omgeving. Ik heb enkele vrouwen ontmoet met diabetes, die een amputatie hebben ondergaan. Wij moeten inzetten op preventie en vorming. Het gezondheidsbudget zal daar in de toekomst baat bij hebben, want als die groep steeds groter wordt, zal het onze gezondheidssector ook veel meer kosten. We kunnen dus alleen maar meer inzetten op preventie. Ik zal dat in de nabije toekomst samen met u opvolgen.
Het incident is gesloten.