Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het nieuwe actieplan suïcidepreventie en de eventuele terugbetaling van psychotherapie
Actuele vraag over het nieuwe actieplan suïcidepreventie en de eventuele terugbetaling van psychotherapie
Verslag
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, zaterdag jongstleden vond hier in Brussel de gezondheidsconferentie suïcidepreventie plaats. Die conferentie werd al sinds begin dit jaar in diverse werkgroepen voorbereid. Ze werd ook heel druk bijgewoond. Op de conferentie is ernstig gedebatteerd over de oorzaken en de manier waarop het grote aantal zelfdodingen in Vlaanderen kan worden aangepakt. Dit moet de basis vormen voor het tweede Vlaams actieplan suïcidepreventie. Een van de vaak aangehaalde elementen is dat het Vlaamse maatschappelijke model en de problemen vergelijkbaar zijn met die in Nederland, en dat in Nederland het aantal zelfdodingen heel wat lager ligt. Er werd meer bepaald verwezen naar de bespreekbaarheid van problemen en de toegankelijkheid van de hulpverlening.
Minister, het hoge aantal suïcides in Vlaanderen is een groot probleem. De voorbije dagen nog werden we ermee geconfronteerd in de pers. Dat tweede plan is dringend noodzakelijk. Hoe zal uw verdere procedure eruitzien voor de opmaak van dat plan? Wat zullen de kernpunten zijn van dat plan?
Het aantal zelfdodingen verminderen is ongetwijfeld niet voldoende. Het vergroten van het algemene geestelijk welbevinden moet het doel zijn. Minister, de toegankelijkheid van de hulpverlening heeft diverse facetten. Dat weet u. Er is de bereikbaarheid en de erkenning van hulpverleners. Er is de betaalbaarheid. Ook moet men mensen de stap doen zetten naar die hulpverlening. Het taboe moet worden doorbroken.
Minister, ik weet dat er ook federale componenten zijn, maar welk beleid zal Vlaanderen ter zake uitstippelen?
Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, ik sluit me aan bij mevrouw Schryvers. Zaterdag vond inderdaad de gezondheidsconferentie suïcidepreventie plaats. Er waren inderdaad heel veel aanwezigen. Toen ik op weg was naar die conferentie, hoorde ik op de radio een interview met u. U stelde dat een van de grote problemen en uitdagingen het terugbetalen was van mensen die therapie volgen. Zoals mevrouw Schryvers zegt, is dat inderdaad een federale component. Ook die namiddag werd dat aangehaald. Ook tijdens de besprekingen in de werkgroepen werd de erkenning van de psychologen en de andere mensen die daar werkzaam in zijn, en de terugbetaling ter zake, telkens bestempeld als een van de zwaarste uitdagingen.
U hebt zich vrij sterk geëngageerd ter zake. U hebt dat mee onderschreven. Ik denk dat iedereen dat onderschrijft. Het is natuurlijk een federale aangelegenheid. Ik ben heel benieuwd hoe u dat zult aanpakken en hoe u daarmee zult omgaan ten overstaan van uw federale collegas. Maakt u zich sterk dat u dat kunt waarmaken, en hoe zult u dat precies concreet doen?
Mevrouw De Wachter heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, ik wens mij in eerste instantie aan te sluiten bij de twee voorgaande sprekers. Minister, ik kan alleen maar vaststellen, en gelukkig maar, dat het onderwerp van zelfdoding steeds meer bespreekbaar wordt. De conferentie van dit weekend en uw beleid daaromtrent maken dit ook verder mogelijk en we zullen dit absoluut mee ondersteunen. We zijn absoluut bondgenoten in dit geheel.
Het preventieplan zelfdoding dat u opstelt, met de ambitie om dit met 20 procent te reduceren naar 2020, is absoluut noodzakelijk. Het is belangrijk om te kijken hoe we dit effectief ten aanzien van terugbetaling en van betrokkenheid van de verschillende zorgverstrekkers verder kunnen bewerkstelligen. Het federaal regeerakkoord voorziet nu in de mogelijkheid via de preventieve acties, samen met de zorgverstrekkers, om de terugbetalingen mogelijk te maken via het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV).
Minister, gaat u heel binnenkort overleg plegen met het RIZIV om dit mogelijk te maken? Als we dit verder bespreekbaar en behandelbaar willen maken, dan is het heel belangrijk dat de zorgverstrekking terugbetaalbaar wordt. Uit de studies blijkt immers ook dat bij het aantal zelfdodingen heel wat personen te maken hebben met een psychologische aandoening. Vandaar het belangrijke van dit gegeven.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Voorzitter, collegas, eerst en vooral wil ik u danken voor de aandacht voor deze problematiek. Ik vind het een zeer ernstige problematiek. In het bijzonder wil ik degenen danken die vorige zaterdag aanwezig waren op de druk bijgewoonde conferentie.
Zoals in het decreet bepaald, hebben we nu een conferentie gehad en zijn er strategische doelstellingen geformuleerd. Nu moet er werk worden gemaakt van een actieplan. Dat zal met de gezondheidsdoelstelling voorgelegd worden aan de Vlaamse Regering en aan het Vlaams Parlement. We zullen daarover hier een gesprek kunnen hebben.
De continuïteit in de opmaak van dat actieplan wordt verzekerd omdat er een overeenkomst is met een consortium van een aantal experts, namelijk het Centrum ter Preventie van Zelfdoding (CPZ), de Werkgroep Verder, de eenheid van de Universiteit Gent die zich specifiek met deze problematiek bezighoudt en andere, om zowel de voorbereiding als de opstelling van het actieplan te begeleiden.
Die strategische oefening heeft ons tot een aantal conclusies gebracht. De eerste conclusie is dat een aantal strategieën van het vorige actieplan succesvol zijn. Die moeten we dus voortzetten, verstevigen en verdiepen. Daarvoor zijn trouwens in de schoot van de regering de voorbije weken ook al een aantal belangrijke beslissingen genomen. Ik denk hierbij aan het omzetten van projectfinanciering in wat langlopender afspraken en beheersovereenkomsten met een aantal belangrijke partners. Ik denk aan het verhogen van het aantal medewerkers dat kan worden ingezet in de deskundigheidsbevordering. We gaan van 8,5 naar 18. Het bevorderen van de geestelijke gezondheid, ik denk aan het project coaches voor de scholen, het verhogen van de deskundigheid, de versterking van onze equipe deskundigheidsbevordering, de online hulpverlening, het contract met het Centrum ter Preventie van Zelfdoding dat wat stabiliteit geeft, dat zijn strategieën die we voor de volgende jaren verstevigen en verdiepen.
We hebben ook de strategie gehad rond specifieke kwetsbare groepen. Ook daar zijn een aantal verstevigingen nodig.
Daarnaast zijn er een aantal nieuwe strategieën. Die gaan voornamelijk over de behoefte aan een soort evidence-based guideline, een aanbeveling aan de professionelen wat de goede behandeling is en de samenwerking in de behandeling van een suïcidaal patiënt. Er is ook duidelijk vraag naar meer klaarheid in wat ieder op zijn terrein en in zijn werkveld kan doen om mee te werken aan een succesvolle suïcidepreventie. Wat kun je doen op de werkplek? Wat kun je doen in de school en in de vrijetijdsetting? Daar zullen we een aantal aanbevelingen moeten formuleren.
Een nieuwe strategie zal ook zijn om meer in te zetten op de destigmatisering. Ook daarover is er gelukkig een overeenkomst tussen de vereniging en het project Te gek?!, waardoor we met een eenduidige boodschap volgend jaar ook extra inspanningen kunnen doen. Er zijn een aantal nieuwe kwetsbare groepen opgesomd: 75-plussers, bepaalde leeftijdsgroepen bij mannen en vrouwen. Op een aantal specifieke doelgroepen die we als kwetsbaar hebben aangestipt, moeten we onze acties wat meer focussen.
Een consortium bereidt het actieplan voor. Dat zal politiek worden besproken door de regering en het parlement. Er zijn consolidaties van strategieën en nieuwe strategieën.
Ik heb het punt van de psychotherapie uitdrukkelijk vermeld omdat het, zoals mevrouw Van der Borght terecht opmerkt, in vele gesprekken aan de orde werd gesteld.
Het is een federale materie, dus ga ik mij daar uiteraard niet in engageren. Als vanuit een suïcidepreventiestrategie echter blijkt dat de toegankelijkheid van de geestelijke gezondheidszorg een issue is, moet ik dat aankaarten via de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid. Het is geen eenvoudige problematiek. Dat heeft te maken met de erkenning van de klinisch psychologen, seksuologen en orthopedagogen in het kader van het koninklijk besluit 78 en met de vraag naar terugbetaling.
Wat we in Vlaanderen kunnen doen, proberen we ook te doen. Er werden een aantal projecten gelanceerd met de inzet van een psycholoog in de eerste lijn. We willen daaruit leren in welke setting we dat het best en meest succesvol kunnen doen, ook wat de bereikbaarheid van kwetsbare groepen betreft. Er werden een zevental projecten goedgekeurd die nu in heel Vlaanderen worden uitgerold. We testen daarbij waar het het meest effectief en succesvol is om een psycholoog in te zetten. Een aantal mutualiteiten voorzien alvast in bepaalde terugbetalingen via een aanvullende verzekering, zij het beperkt en voor bepaalde leeftijdsgroepen. Ook dat kan mee het debat voeden om dit thema opnieuw op de federale agenda te krijgen.
Minister, ik dank u voor uw antwoord.
Ik onderschrijf volledig dat het beleid over geestelijke gezondheid over alle verschillende beleidsdomeinen heen moet worden gevoerd: Werk, Jeugd, Sport, Onderwijs enzovoort.
Het project rond de coaches geestelijke gezondheid loopt af. Ik wil u vragen om aan de minister van Onderwijs voldoende aandacht te vragen voor geestelijk welbevinden op school.
In het algemeen ben ik heel tevreden met uw antwoord, de aandacht die u eraan geeft en met het feit dat u het op federaal niveau zult opnemen. We zijn er niets mee gebaat te zeggen dat bepaalde zaken enkel op federaal en andere enkel op Vlaams niveau moeten worden behandeld. We moeten er samen voor zorgen dat mensen zich beter in hun vel voelen.
Minister, ook ik dank u voor uw antwoord. Ik kan mij volledig vinden in wat u hebt gesteld.
Ik blijf alleen wat op mijn honger zitten. U hebt zaterdag als minister van Welzijn een uitspraak gedaan, zowel op de radio als op de gezondheidsconferentie. Het is dan niet vreemd dat heel wat mensen daar nu een aantal verwachtingen over hebben. Veel mensen liggen niet wakker van het federale of Vlaamse niveau. Zij willen gewoon een oplossing. In uw antwoord vinden ze misschien de hoop dat er iets zal bewegen. In de mate dat ik daar mijn steentje toe kan bijdragen, wil ik dat zeker doen. U moet daar als minister in de eerste plaats over onderhandelen met uw federale collegas.
U zegt dat u de problematiek zult aanpakken. Welk traject heeft u daarvoor uitgestippeld? Zo weten mensen waar ze zich aan kunnen verwachten.
Minister, ik dank u voor uw antwoord.
Dit thema is zo belangrijk dat we daar de komende periode wat dieper op zullen moeten ingaan in de commissie, ook op het traject en de timing die daarvoor wordt vastgelegd.
Ikzelf ben zeer tevreden over het feit dat u dit zaterdag hebt aangekaart. Dat betekent dat u echt bereid bent om daar heel concrete acties rond te ondernemen. Het is belangrijk dat u de verantwoordelijkheid neemt om daar samen met de federale overheid aan te werken.
Op het moment dat we het traject voortzetten, moeten we effectief grote aandacht besteden aan wie die zorgverstrekkers kunnen zijn. Als we het efficiënt en kwaliteitsvol willen aanpakken, moet daar binnen een heel korte termijn een duidelijk antwoord op komen.
Mevrouw Dillen heeft het woord.
Minister, ook onze fractie sluit zich graag aan bij de terechte bekommernissen die door de drie vraagstellers werden geformuleerd.
Het is een zeer ernstige problematiek. Ik ben dan ook zeer verheugd dat u een nieuw actieplan aankondigt waarin u de bestaande strategieën wilt voorzetten en waarin u ook aandacht besteedt aan nieuwe strategieën, in het bijzonder aan het doorbreken van het taboe.
Dat is immers een heel ernstig probleem dat op dit ogenblik nog bestaat in de hele problematiek van de destigmatisering.
Minister, u hebt inderdaad heel verwachtingen gecreëerd bij de mensen met betrekking tot de terugbetaling van de psychotherapie. Het is een federale materie, maar uw partij zit ook in de Federale Regering. U kunt daar dus heel gemakkelijk zeggen dat men er iets aan moet doen. Dat is een heel belangrijke hefboom die in het kader van suïcidepreventie moet worden gehanteerd.
Mevrouw Godderis heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, ook onze fractie heeft akte genomen van de voorstellen in het nieuwe suïcidepreventieplan van de minister. Voor ons is het duidelijk dat de Vlaamse overheid in dezen een sterke voortrekkersrol moet blijven spelen.
Opvallend is ook, minister, dat mensen nog maar weinig vertrouwd zijn met de centra voor algemeen welzijnswerk en de centra voor geestelijke gezondheidszorg. Daarom vragen wij dat de Vlaamse overheid meer zou investeren in een betere bekendmaking daarvan.
Wat ons ook opvalt, zijn de grote geografische verschillen in zelfdodingscijfers tussen de Vlaamse provincies. Hebt u daar een verklaring voor? Kunt u oorzaken aanduiden voor die grote regionale verschillen? Zult u de aanbevelingen volgen om meer in te zetten op suïcidepreventie in die regios?
Mevrouw Werbrouck heeft het woord.
Ook onze fractie onderschrijft de mening van de minister en van de collegas dat er een prioritaire nood is aan acties om het hoge cijfer van het aantal zelfdodingen in Vlaanderen terug te dringen. Het terugbetalen van psychotherapie zou inderdaad drempelverlagend kunnen werken. Wij hopen dat dat op korte termijn wordt aangekaart bij de federale minister.
U hebt de verwachtingen voor de nieuwe kwetsbare groepen heel hoog gemaakt, minister, maar ik hoop dat u ook de jongeren niet vergeet. Ook dat is een heel belangrijke groep. Ik hoop dat u die mensen niet vergeet mee te nemen in het debat.
Mevrouw Vogels heeft het woord.
De kern van wat vandaag op tafel ligt, is de terugbetaling van psychotherapie. Dat is de grootste vraag van iedereen in het werkveld. U onderschrijft dat ook, minister, maar het is toch een beetje mager om te zeggen dat u het zult aankaarten op de interministeriële conferentie.
Veerle Beel, journaliste van De Standaard, noemde het het BHV van de geestelijke gezondheidszorg. Brussel-Halle-Vilvoorde los je niet op via een interministeriële conferentie. Er zijn nogal wat tegengestelde visies tussen Vlaanderen en Wallonië wat betreft de erkenning en terugbetaling. Daar is dus iets meer voor nodig. Wij hebben in het verleden BHV al mee opgelost, en dus willen we nu gerust mee aan tafel schuiven, samen met Ecolo, om ook deze BHV samen met u op te lossen. (Opmerkingen)
Collegas, ik heb inderdaad bewust de vraag gesteld naar dit debat, omdat dit uit de voorbereiding van de conferentie zo nadrukkelijk naar voren is gekomen, dat ik niet anders kon dan de tolk te zijn van wat in de voorbereiding door velen is bepleit. Het is op een interministeriële conferentie dat je dat formeel moet aankaarten.
Ik ben natuurlijk ook niet blind voor de budgettaire context waarin de ziekteverzekering zich zal bevinden, maar ik vind wel dat het debat over de prioriteiten een maatschappelijk debat is. Het is niet voor niets dat in het akkoord over de staatshervorming zoiets is ingeschreven als een interfederaal orgaan, precies om toe te laten dat er vanuit de gemeenschappen en hun bevoegdheden op het vlak van gezondheid en gezondheidszorg mee wordt gesproken over de keuzes in de zorg die moeten worden gemaakt in een traject van jaren.
Ik vind het belangrijk dat wij dat vanuit Vlaanderen aangeven. Ik zal daar uiteraard de nodige contacten voor leggen.
Mevrouw Godderis, er zijn inderdaad belangrijke verschillen in de cijfers tussen de verschillende regios. Men kijkt dan in hoofdzaak naar West-Vlaanderen, waar de cijfers hoger liggen. De wetenschappers kunnen daar niet allemaal formele en exacte verklaringen voor geven. Men vermoedt dat de problematiek van de land- en tuinbouw gecombineerd met misschien een wat introverter karakter, de af- of aanwezigheid van het aanbod van geestelijke gezondheidszorg mee bepaalt. De mix bepaalt mee of daar al dan niet regionale verschillen in ontdekt kunnen worden. Ik moet daar heel voorzichtig mee zijn omdat ik daar geen harde wetenschappelijke verklaring voor heb. De land- en tuinbouw behoort wel degelijk tot de groepen die een verhoogde aandacht nodig hebben. De ervaringsdeskundige in het voorbereidend traject heeft dat uitdrukkelijk aangegeven. Het gaat immers ook om een beroep dat men relatief alleen uitoefent. Een aantal elementen geven aan waarom het aangewezen is om op een goede manier samen te werken met de sociale partners die opkomen voor deze mensen.
Wat de groep van jongeren betreft, mag u ervan uitgaan dat wij proberen mee te monitoren wat er maatschappelijk aan de orde is. We moeten daar heel zorgvuldig mee omgaan. Men moet niet altijd grote statements doen. Naar aanleiding van wat er gebeurt, delen wij de zorg. U mag ervan overtuigd zijn dat wij dit opvolgen en dat we samen met de deskundigen blijven kijken wat we moeten doen. Ik doe ook een oproep aan de media om daar op een zorgvuldige manier mee om te gaan wanneer zij daarover rapporteren. De mediarichtlijn is een van de resultaten van het vorige actieplan.
Minister, we kijken allemaal uit naar het tweede actieplan en de bespreking daarvan in het parlement. Ik hoop dat u inderdaad stappen kunt zetten in de richting van de toegankelijkheid van de hulpverlening voor geestelijke gezondheidsproblemen. Ik wil alle ministers en collegas oproepen om elk op zijn eigen terrein samen te werken aan de destigmatisering daarvan.
Minister, ik kijk echt uit naar het overleg met uw federale collega. Ik zal op het gepaste moment vragen naar de stand van zaken daarover.
Minister, ik dank u voor uw uitgebreide uiteenzetting. De aanzet is zaterdag gegeven, ook inzake het preventieplan. De mogelijkheden zijn aanwezig op het federale niveau. Dit is een thema dat heel gevoelig ligt. We moeten vooral het taboe doorbreken. Daar zijn we mee bezig. Het bespreekbaar maken van dit thema zal veel effect hebben op de hele maatschappij.
Het incident is gesloten.