Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de voortschrijdende ontbossing van Vlaanderen en de achterstand in de afbakening van ruimte voor bos in het kader van de afbakening van de gewenste agrarische en natuurlijke structuur
Verslag
De heer Martens heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, het wordt zon jaarlijkse traditie. Deze week bracht de Vereniging voor Bos in Vlaanderen haar Bosbarometer uit. Dat instrument is ontwikkeld om de vinger aan de pols van het Vlaams bosbeleid te houden.
De barometer staat op storm. Uit de Bosbarometer blijkt dat Vlaanderen in 2010 nog eens 500 voetbalvelden aan bos verloor, in weerwil van een groeiend maatschappelijk draagvlak voor nieuwe bossen, in weerwil van wat in het regeerakkoord staat het realiseren van de doelstelling van het ruimtelijk structuurplan voor de uitbreiding van het bosareaal met 10.000 hectare , in weerwil ook van de internationale trend. In Europa is de laatste twintig jaar een extra bosareaal van 2,5 miljoen hectare ontstaan.
Vlaanderen slaagt er dus niet in om zijn doelstellingen te halen. Een van de redenen is een talmende ruimtelijke ordening. Sinds het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen is er maar 20 procent van de doelstelling van 10.000 hectare bijkomend bos gerealiseerd.
Uw collega, minister Schauvliege, had vorig jaar, ook naar aanleiding van het uitbrengen van de bosbarometer, aangekondigd twintig groene ruimtelijke uitvoeringsplannen per jaar te zullen doen goedkeuren door de regering, om meer ruimte aan bossen te kunnen geven. Welnu, voor dit jaar staat de teller op nul: we hebben geen enkele ruimtelijk uitvoeringsplan zien goedkeuren voor nieuwe ruimte voor bossen. In 2010 is er zelfs 0 euro uitgegeven aan daadwerkelijke bosuitbreiding. Minister, waar staan we nu met dat befaamde AGNAS-proces, waarin men de natuurlijke en agrarische structuur zou afbakenen en net in meer ruimte voor bossen zou voorzien?
De heer Peeters heeft het woord.
Minister, ik wist al dat we zone-eigen en zonevreemde bossen hadden, maar deze namiddag heb ik geleerd dat er nu ook legale en illegale bossen zijn. Dat verrast me. Bij nacht en ontij is er blijkbaar een bos aangeplant. Voor alle duidelijkheid, mijn vraag betreft de legale, zone-eigen bossen en de ruimte daarvoor. Ik sluit me aan bij het betoog van de heer Martens, maar wil even terugkomen op de commissiebespreking die we in juni hebben gehouden over de voortgang van de afbakeningsprocessen. Daaruit bleek dat in de volledige planperiode van het RSV, van 1994, 1995 tot 2012, slechts 2000 hectare van de beloofde 10.000 hectare bos werd gerealiseerd. Dat is slechts 20 procent op ongeveer vijftien jaar. Bij de herziening van het RSV dit voorjaar heb ik er al op gewezen dat we achterlopen op die planning, en heb ik gesteld te vrezen dat we de doelstelling van 2013 zoals die nu is verlegd niet zullen halen.
Nu is het bijna 2012. We naderen het einde van de rit en zullen die 8000 hectare volgend jaar dus in één beweging moeten realiseren, of we zullen ze niet hebben. Hoe zult u in 2012, gezien die korte tijdspanne, die ontbrekende 8000 hectare bos nog realiseren?
Minister Muyters heeft het woord.
Voorzitter, ik denk dat de beide sprekers de fout niet hebben gemaakt, maar er is natuurlijk een verschil tussen de planning van een bos en het verwezenlijken ervan. Ik ben verantwoordelijk voor de planning en wil het daar dan ook voornamelijk over hebben.
Als het gaat over de planning van nieuwe bosgebieden, komen we eigenlijk al heel snel bij AGNAS terecht. U weet allebei dat die AGNAS-procedure ook is gebaseerd op wat de commissie-Sauwens heeft gezegd, namelijk dat we heel vroeg met iedereen aan tafel gaan zitten en veel tijd besteden aan het vooroverleg, om te proberen een draagvlak te creëren. U beseft beide wellicht dat dit niet zo eenvoudig is voor bossen, hoewel wordt gezegd dat het draagvlak groot is. Wie bossen creëert, neemt automatisch iets weg van iemand. In vele gevallen wordt landbouwgrond weggenomen van een aantal boeren. Dat vergt natuurlijk ook enigszins een draagvlak. Die mensen willen wat vooruitzicht hebben in hun landbouwproces. Ze willen zien wanneer dat moet en kan worden gerealiseerd.
Een ander aspect is dat verkeerdelijk wordt gedacht dat alleen AGNAS een mogelijkheid is. Een GRUP geeft ook een mogelijkheid. Ik neem het Vlaams Strategisch Gebied rond Brussel als voorbeeld. In dat GRUP zijn ook heel uitdrukkelijk groene gebieden ingetekend.
Het rapport maakt, denk ik, een fout als het stelt dat er alleen in donkergroene gebieden bossen mogelijk zijn. Ook in natuur- en parkgebied kunnen bossen worden gecreëerd. Als we die in overweging nemen, blijkt er van midden 2008 tot midden 2011 3100 hectare aan groene gebieden, natuurgebieden, reservaten en bosgebieden is gecreëerd. Dat is natuurlijk iets anders. Als alleen het donkergroene gebied telt, bevinden we ons in een andere situatie.
Wat AGNAS en de vraag hoe we dat kunnen versnellen betreft: we zijn volop bezig met die evaluatie. We bekijken hoe we dat proces nog kunnen versnellen, ook in het licht van de drietrapsraket die is voortgevloeid uit de werkzaamheden van de commissie-Sauwens, die u mee hebt gesteund. We zien dat, indien er een draagvlak wordt gecreëerd en een landbouwer er bijvoorbeeld mee akkoord gaat over zes of tien jaar bosgebied op zijn stuk grond te laten creëren, die afspraken nu misschien wel kunnen worden gemaakt, maar er soms problemen rijzen op het vlak van de wetgeving.
Als we weten dat het binnenkort bosgebied wordt, dan kunnen er een aantal dingen niet meer gebeuren en dat heeft een aantal legistieke problemen tot gevolg. Ook dat zullen we in de evaluatie, die we in het begin van volgend jaar zullen afronden, met de verschillende collegas bekijken. We zullen met de collega bevoegd voor de landbouw en met de collega bevoegd voor het leefmilieu bekijken hoe we het proces kunnen versnellen zodat we die aspecten inzake planning, en dus niet inzake realisatie, effectief kunnen realiseren.
Ik heb nog een laatste punt. Wat u de zonevreemde bossen noemt, zou ik de ruimtelijk bedreigde bossen noemen, want men heeft me gezegd dat zonevreemde bossen geen juiste benaming is. Die bossen vallen volledig onder de bevoegdheid van minister Schauvliege en zij is bezig met een plan van aanpak ter zake. We moeten er dus even op wachten om ook dat aspect te bekijken.
Minister, ik ben het met u eens dat niet alleen in bosgebieden bossen kunnen worden gerealiseerd, dat kan ook in landbouwgebied. We merken echter op dat grondeigenaars die vrijwillig tot bebossing willen overgaan, telkens botsen op een negatief bindend advies een van de weinige bindende adviezen die we nog hebben van de administratie Landbouw.
Ik ben het ook met u eens dat we moeten zoeken naar een maximaal draagvlak, maar het draagvlak mag geen zitvlees worden. Ik stel alleen maar vast dat we van de beloofde twintig ruimtelijke uitvoeringsplannen per jaar, er het laatste jaar nul hebben gezien. Dat ligt niet alleen aan een gebrek aan draagvlak.
Kijken we even naar het stadsrandbos van Antwerpen. In de gemeente waar u zelf woont, Edegem, en in Kontich en Aartselaar zou een reusachtig stadsrandbos komen. Die plannen waren al volledig klaar op het einde van de vorige legislatuur. We zijn nu twee jaar later en er is nog niet eens een openbaar onderzoek opgestart. Dus, alstublieft minister, ik meen dat hier meer dan een tandje moet worden bij gestoken. De gemeente Aartselaar en de provincie vragen bovendien delegatie om zelf via de provincie dat ruimtelijk uitvoeringsplan te mogen realiseren. Als het gewest het niet doet, geef dan minstens aan de lokale besturen de kans om het te doen.
Mijn reactie is voor een stuk gelijklopend met die van de heer Martens. Ik wil wijzen op het draagvlak dat bij de bevolking bestaat om over te gaan tot de herbebossingsacties. Ik wil ook wijzen op het feit dat, wanneer zelfs privémensen of landbouwmensen de vraag stellen om actief te mogen meewerken aan herbebossingsprogrammas, ze vaak botsen op de administratie. Het programmadecreet zal hier waarschijnlijk een oplossing aan bieden, ik ben daar blij mee, het zal ons een beetje vooruit helpen, maar ik stel ook vast dat we in de periode van het Structuurplan Vlaanderen, in die vijftien jaar, de groene doelstellingen, waarvan bos er één is, totaal hebben genegeerd en verwaarloosd. Dat verklaart natuurlijk de achterstand. Slechts 20 procent op vijftien jaar, dat ligt niet alleen aan u, minister, maar ook aan uw voorgangers, maar het zegt wel iets over de prioriteit die de Vlaamse Regering op dat vlak stelt.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik vind dat er werk gemaakt moet worden van gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen. U hebt in uw beleidsnota aangekondigd dat u dat zou doen. De afbakening van de bossen laat op zich wachten, maar uw conceptnota of uw nota inzake een afwegingskader voor de windmolens, iets waar ook iedereen op wacht, komt er evenmin aan.
De minister van Ruimtelijke Ordening moet keuzes maken en daarbij kan niet iedereen gespaard worden. U schuift de zaken voortdurend voor u uit, maar zo kunnen de planningsprocessen niet evolueren. U wilt voor iedereen een draagvlak creëren, maar in een samenleving zijn er tegengestelde belangen. Het is aan u om keuzes te maken. Ik meen dat u in uw planningsprocessen wat sneller moet gaan.
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, planning en inkleuring zijn natuurlijk één zaak, de minister zei het al. We kennen de knelpunten in verband met AGNAS, denken we alleen al aan de planschade. Maar de uitvoering op het terrein is iets anders en voor die uitvoering kijken we niet alleen naar minister Muyters, maar toch ook wel naar minister Schauvliege. Zonevreemde bossen zijn een probleem, het gaat om 45.000 hectare. Ik wacht persoonlijk toch op het plan van aanpak dat minister Schauvliege heeft beloofd voor het einde van dit jaar de tijd dringt dus en ook naar de resultaten van het overleg met het middenveld die ze ons heeft beloofd.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Als je de AGNAS-procedure doorloopt zoals de minister stelt, lijkt het niet meer dan normaal dat je de correcte zoneringen handhaaft om er invulling aan te geven. Anders vraag ik me af waarom er nog een AGNAS-procedure met zoveel inspraak en draagvlak moet worden doorlopen.
Minister, u zei dat er wordt nagegaan wat er mogelijk is voor het landbouwgebied, maar ik ga ervan uit dat er in de AGNAS-procedure naar alle gebieden wordt gekeken en dat dat niet de enige zone is.
Minister, heb ik het goed begrepen dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen de groene kleur ten aanzien van enerzijds natuur en anderzijds bos? Als er in de AGNAS-procedure groenzones worden afgebakend, is er in principe ook bebossing mogelijk.
Dat klopt. In natuurgebied kan ook bos komen. Het is niet zo dat er alleen in donkergroen gebied bossen kunnen worden aangeplant.
Mevrouw Van Volcem, natuurlijk moeten er keuzes worden gemaakt, maar jullie hebben er in de commissie-Sauwens samen voor gekozen om een draagvlak te creëren voor alle partners. Natuurlijk zijn er tegengestelde belangen. De landbouwer zal dit gebied anders bekijken dan natuurgebieden.
Ik hoor hier altijd dat er in ruimtelijke ordening voor alles een draagvlak is, tot je op het terrein komt. Op het terrein zie je altijd een draagvlak voor een motorcrossterrein, tot je in iemands tuin komt, want dat is er geen draagvlak meer. Dat telt ook voor bos. Men is voor het draagvlak, maar pas op als een landbouwer morgen een hectare verliest. Ik zie dat Lode Ceyssens net binnenkomt, hij komt op het juiste moment. De discussie wordt altijd opnieuw ten gronde gevoerd. Ik dacht dat de keuze in de commissie-Sauwens heel duidelijk was.
Over de windmolens hebben we het gehad in de commissie. Daarom moeten we het er hier niet over hebben. Ik heb daar gezegd welke procedure we volgen, welk rapport er is gegeven. We hebben ons werk gedaan en we zetten nu de volgende stap.
Die 20 procent gaat over het donkergroen. Van begin 2008 tot midden 2011 is er 3100 hectare omgezet naar bos, natuur en reservaten. Ofwel nemen we die filosofie, ofwel praten we over verschillende zaken. We mogen niet alleen het donkergroene bekijken.
Mijnheer Martens, u had het over het negatief bindend advies. De Vlaamse Regering heeft beslist de bindende adviezen weg te werken. Daarvoor zullen de nodige voorstellen worden gedaan.
Ik ga ervan uit dat iedereen hier akkoord gaat met de filosofie, met het creëren van draagvlak voor het AGNAS-proces. Hier en daar is die voor verbetering vatbaar, zowel legistiek als inzake snelheid. We proberen in overleg met de ministers van Landbouw en Milieu de nodige stappen te zetten. Die zullen worden afgerond in de loop van januari. Maar ik herhaal dat de bossen niet alleen op donkergroen terrein kunnen.
Minister, we moeten vooruit. Alle studiewerk in het kader van de AGNAS-procedure ligt klaar. In de dertien buitengebiedregios is het nodige studiewerk gedaan om weloverwogen keuzes te kunnen maken, om de twintig beloofde groene RUPs per jaar te kunnen opleveren. We zijn in de laatste weken van het internationaal jaar van het bos. Zet de beuk erin, sleep niet langer met de voeten en ga voor het realiseren van de doelstellingen uit ons regeerakkoord. (Applaus)
Minister, de Vlaamse Regering is de uitvoerende macht en voert uit wat dit parlement beslist. Dit parlement heeft tot driemaal toe over het RSV beslist dat die 10.000 hectaren er moeten komen. We staan één jaar voor de uitvoering ervan. De toestand is niet hopeloos, maar toch ernstig. Ik wens u veel succes in uw streven om dit af te ronden, maar ik vrees dat ik hier volgend jaar opnieuw zal staan met dezelfde vraag en zal moeten vaststellen dat het niet gerealiseerd is. Dat zou absoluut niet mogen. (Applaus bij Groen!)
Het incident is gesloten.