Verslag plenaire vergadering
Verslag
Hoofdelijke stemming
Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over de met redenen omklede motie.
De heer Sabbe heeft het woord.
Voorzitter, wij zijn ervan overtuigd dat een bedrijf aansprakelijk kan worden gesteld vanaf het ogenblik dat het weet dat het met een product werkt dat intoxicatie tot gevolg heeft, maar niet ervoor. Daarom onthouden we ons bij de twee volgende moties.
We gaan ermee akkoord om een vervanging te stimuleren. Dat moet in een homogene bevoegdheid passen. Het moet duidelijk zijn of dit Vlaams of federaal is. Er mag maar één overheid bevoegd voor zijn.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Ik wil een kleine toelichting geven en een reactie op de woorden van de heer Sabbe.
Wat u net zegt, mijnheer Sabbe, is in tegenspraak met de uitspraak in het asbestproces van maandag. De rechter stelde duidelijk dat Eternit wel op de hoogte was van de schadelijke gevolgen. Hij gaf tevens een duidelijk signaal dat de financiële verantwoordelijkheid in de eerste plaats moet worden gelegd bij de vervuiler, en dat is in dit geval de asbestverwerkende producent.
Als we dat doortrekken, gaat dat over het fonds voor asbestslachtoffers, maar eigenlijk ook over het asbestsaneringsfonds, want zon fonds moet de gebouwen in Vlaanderen saneren waar nog asbest aanwezig is. De cijfers liegen er niet om. Het gaat alleen al voor dakbedekking over 150 miljoen vierkante meter. Dat is een gigantische oppervlakte. De sanering van het asbest in Vlaanderen is een grote uitdaging. Veel mensen zijn niet eens op de hoogte van de aanwezigheid van asbest in hun huis. Aan de andere kant is er een zeer hoge factuur verbonden aan de losseasbesttoepassingen. Dat gaat gemakkelijk over 15.000 euro en die mensen krijgen geen ondersteuning om dat op te ruimen. Nochtans is er enkele jaren geleden een resolutie goedgekeurd waarin duidelijk aan de Vlaamse Regering werd gevraagd om fiscale stimuli voor het saneren van dat asbest uit te werken. Tot nog toe is daar niets voor gebeurd.
Wat we hier vragen via deze motie, is de oprichting van een asbestsaneringsfonds tout court. In de eerste plaats vind ik dat de historische producenten een bijdrage moeten leveren, maar de overheid zal natuurlijk ook verantwoordelijkheid moeten dragen conform de eerder goedgekeurde resolutie.
Collegas, laten we onze mensen in Vlaanderen ondersteunen bij het verwijderen van de asbesttoepassingen zodat ze niet alleen moeten opdraaien voor de factuur.
Mijnheer Sanctorum, er is geen tegenspraak. Ik zeg enkel dat we mensen verantwoordelijk kunnen stellen vanaf het ogenblik dat men zich ervan bewust is dat het een schadelijk, een toxisch product is. U weet dat asbest al heel lang geproduceerd werd. Ik ga ermee akkoord ik meen dat we op dezelfde golflengte zitten dat de verantwoordelijkheid start op het ogenblik dat het bedrijf er weet van had dat het product toxisch is. De periode voordien kunnen we niet dekken, laat ons daar eerlijk over zijn. Het was een algemeen verspreid product, niet alleen in België.
1967 volgens de uitspraak van het asbestproces.
Akkoord, maar er zijn nog zaken van ver voor die datum. U weet dat de toepassing massaal werd gebruikt in de heropbouw na de Tweede Wereldoorlog. Het product werd gebruikt in alle mogelijke dakbedekkingen, zeker in West-Vlaanderen omdat de industrie toen haar uitbouw kende.
We moeten zien dat we ons niet aan dezelfde steen stoten. Het moet duidelijk zijn of dit een Vlaamse of een federale bevoegdheid is. We merken in alle andere dossiers dat wanneer Vlaanderen iets doet bovenop het federale niveau, dat tot onduidelijkheid en tot niet-homogeniteit van bevoegdheden leidt. Als er iets wordt gedaan subsidies zijn uiteraard het laatste voor ons, maar fiscale stimuli zijn een stuk beter doe het dan op één beleidsniveau, niet op twee, want anders zijn er nefaste effecten, onduidelijkheid in de toepassing en mogelijke misbruiken. Dat is de boodschap die we u hier geven.
Begin van de stemming.
Stemming nr. 7
Ziehier het resultaat:
114 leden hebben aan de stemming deelgenomen;
4 leden hebben ja geantwoord;
66 leden hebben neen geantwoord;
44 leden hebben zich onthouden.
Dientengevolge neemt het Vlaams Parlement de met redenen omklede motie niet aan.