Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Ceyssens heeft het woord.
Vanmorgen stelde de heer Keulen in de commissie Leefmilieu een vraag aan minister Muyters over een artikel dat in de krant stond. De slotconclusie was dat de soep niet zo warm wordt gegeten als ze wordt opgediend. We waren het er allemaal over eens dat die vraag de kans bood om verduidelijking te vragen. Dat is ook de insteek van mijn vraag vandaag.
Maandag las ik in Het Belang van Limburg dat men in de stad Hasselt het voornemen heeft gemaakt om landbouwgronden aan te snijden om industrieterrein te ontwikkelen. De Groene Delle zou natuurgebied blijven. De landbouwers zouden daarmee akkoord gaan, zo doet men althans uitschijnen. Een ongelukkige landbouwer uit Hasselt zei me vanmorgen nog dat hij stilaan de indruk krijgt dat hij enkel nog dient om tijdens het jaar de Pukkelpopweide te begrazen.
Ik schets even kort de voorgeschiedenis van de Groene Delle. In 2004 kreeg toenmalig minister Van Mechelen als minister van Ruimtelijke Ordening van de Vlaamse Regering de opdracht om te onderzoeken of die site kon worden ontwikkeld en of daar een ruimtelijk uitvoeringsplan over kon worden opgemaakt.
In 2008 heeft het studiebureau Technum in opdracht van de nv De Scheepvaart drie scenarios ontwikkeld. Die scenarios hebben respectievelijk betrekking op de ontwikkeling van de watergebonden bedrijvigheid, op de ontwikkeling van de watergebonden en de gedeeltelijke bedrijvigheid en op de ontwikkeling van de volledige site. Ten gevolge van enkele nadelige bemerkingen over het plan-MER van het ENA heeft het coördinatieplatform van het ENA na verloop van tijd besloten het ruimtebeslag verder uit te werken en een haalbaar voorstel op tafel te leggen. Voor zover ik weet, loopt dit nog. Zodra het voorstel klaar is, zou het met de verschillende gemeentebesturen worden besproken.
Blijkbaar wacht het stadsbestuur van Hasselt de resultaten hiervan niet af. Vandaag is onomwonden gesteld dat alle inspanningen van de Vlaamse overheid van de afgelopen zeven jaar voor de vuilnisbak zijn. Ze hebben ginds een eenvoudiger oplossing gevonden. Het stadsbestuur wil hiervoor landbouwgrond aansnijden.
Minister, volgens mij wordt op deze manier een van de fundamentele regels van een goede ruimtelijke ordening overboord gegooid. Er is steeds gesteld dat we de watergebonden industrie maximaal moeten ontwikkelen. Zult u actie ondernemen om deze voorafname op een Vlaams initiatief ongedaan te maken en om in te gaan tegen een initiatief dat een loopje neemt met de regels van de ruimtelijke ordening?
Minister Muyters heeft het woord.
Voorzitter, ik heb de uitspraken van het stadsbestuur van Hasselt gezocht en niet gevonden. Eigenlijk is dit niet zo belangrijk. Ik heb namelijk begrepen dat de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement nooit particuliere dossiers behandelt. We overstijgen die dossiers steeds. We kijken hier naar het geheel. Ik zal dan ook vanuit die invalshoek een antwoord geven.
Indien de Vlaamse overheid een procedure start en in een plan-MER voorziet, biedt de procedure de stakeholders ook de mogelijkheid tot inspraak. In dit particulier geval gaat het dan om het stadsbestuur van Hasselt. Het stadsbestuur kan in het verloop van de procedure desgewenst inspraak krijgen.
De Vlaamse Regering zal wachten tot het plan-MER bij de dienst MER wordt ingediend. Zodra het plan-MER is goedgekeurd, zullen we een beslissing nemen. Indien we in verband met de procedure zelf de eerste viool spelen, zullen we pas na het einde van de procedure voor het plan-MER beslissingen nemen. De resultaten van de inspraak en alle voorgaande uitspraken zullen tijdens de beslissingsprocedure aan bod komen. Indien het Vlaamse Gewest een beslissing over de toekenning moet nemen, zal de Vlaamse Regering die beslissing pas na de goedkeuring van een plan-MER nemen.
Minister, wat de ontvankelijkheid van mijn actuele vraag betreft, moet u zich natuurlijk tot de voorzitter wenden.
Mijn stelling is in elk geval duidelijk. Ik heb er alle begrip voor dat iedereen zijn mening op voorhand kan formuleren. Ik zou het echter betreuren dat nu, nog voor het initiatief is afgerond, parallel al alternatieven worden ontwikkeld. De Vlaamse overheid heeft hier gedurende zeven jaar tijd, energie en middelen in geïnvesteerd. Ik hoop dat u het ermee eens bent dat dit niet kan.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Voorzitter, volgens mij was de mededeling van de minister heel duidelijk. Aangezien het hier om een Vlaamse bevoegdheid gaat, zullen we de resultaten van de studies afwachten en zien welke beslissing uiteindelijk wordt genomen.
Ik vind het vreemd dat het lokale politieke spel tussen CD&V en sp.a, die allebei in het stadsbestuur van Hasselt zetelen, hier in het Vlaams Parlement aan bod komt. Ik hoop dat de lokale verkiezingsstrijd niet tijdens elke zitting in de plenaire zitting aan bod zal komen.
Mevrouw Jans, ik vraag me af wie hier de verkiezingsstrijd begint. Ik heb een actuele vraag over een goede ruimtelijke ordening gesteld. Ik heb enkele argumenten aangehaald. De minister heeft me een duidelijk antwoord gegeven. U schuift hier zwartepieten door. Volgens mij heb ik geen enkele partij vermeld. Ik heb gewoon een actuele vraag over de juiste ruimtelijke ordening in Vlaanderen gesteld. Daar hebben we allen baat bij.
Het incident is gesloten.