Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister-president, in 2002 selecteerde de toenmalige Vlaamse Regering het Land van Ooit als een strategisch toeristisch actieplan.
In 2005 werd voor de realisatie ervan de naamloze vennootschap (nv) Plinius Vastgoed opgericht. Die nv bestond uit drie nvs. De eerste nv was de publieke nv Plinius, waar middelen ingebracht werden vanuit de Limburgse Reconversiemaatschappij (LRM), Toerisme Vlaanderen en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Een tweede nv was de nv STRABAG, de derde nv was de nv Dea Dia, die het pretpark zou uitbaten. Die nv heeft amper drie maanden na de opening van het Land van Ooit in 2007 het faillissement aangevraagd, met de gekende desastreuze afloop als gevolg.
Op basis van de bevindingen van het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF) heeft Europa een beslissing genomen. Volgens OLAF werden een aantal niet-subsidiabele uitgaven ingebracht als subsidiabel, was het dossier onvolledig en werd de uitbating van het Land van Ooit vroegtijdig stopgezet. Dat laatste is inderdaad geweten, daar is geen onderzoek voor nodig. Om die redenen heeft Europa besloten 1,5 miljoen euro aan middelen van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) terug te vorderen. Die middelen zullen echter niet worden teruggevorderd, maar ingekort op de volgende betalingsschijven. Dat betekent dat de volgende Vlaamse promotoren een deel middelen zullen mislopen.
Minister-president, zal Vlaanderen stappen ondernemen om die middelen te recupereren?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, collegas, het is juist dat OLAF een verslag heeft opgemaakt. Dat verslag werd ons begin november bezorgd. In dat verslag staat dat OLAF van mening is dat de gelden die in het kader van EFRO werden uitgekeerd aan het project Land van Ooit, moeten terugvloeien. In dat verslag haalt men een viertal argumenten aan. Het eerste argument is de indiening van een foutieve en onvolledige projectaanvraag door nv Plinius bij het bevoegde EFRO-Mangementcomité. Het tweede argument is de indiening van niet-subsidiabele uitgaven als subsidiabele uitgaven met het oog op het ontvangen van EFRO-subsidies. Het derde argument is de vroegtijdige stopzetting van de activiteiten van het Land van Ooit, waardoor de regel van het behoud van de bestemming gedurende vijf jaar niet gerespecteerd werd. Het vierde argument ten slotte is het onwettig sluiten van een dading tussen nv Plinius en de inschrijver nv Cordeel in het kader van de aanbesteding van de bouwwerken.
OLAF zegt zeer duidelijk dat de 1,5 miljoen euro die in dat kader werden verstrekt, moeten worden teruggevorderd.
Mijnheer Ceyssens, dat verslag werd neergelegd bij DG Regio van de Europese Commissie. Die moet nu bepalen of ze effectief terug gaat vorderen of een andere beslissing neemt.
Het advies van OLAF is duidelijk, maar de beslissing om al dan niet effectief over te gaan tot terugvordering zal door de Europese Commissie worden genomen. Het Agentschap Ondernemen volgt dat zeer nauw op en zal de beslissing die op Europees niveau wordt genomen, respecteren en uitvoeren.
Wanneer dat gebeurt, is de vraag natuurlijk: quid met de andere gelden? Hoe gaan we daarmee omgaan? Ook dat wordt onderzocht, zodat we, wanneer men die stappen zou zetten, ons daar meteen bij zouden aansluiten en het meteen duidelijk is hoe het zit met de andere gelden die al dan niet teruggevorderd kunnen worden.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Mijn vraag blijft voor een stuk overeind. We moeten namelijk afwachten of Europa de gelden effectief zal terugvorderen. Zullen we stappen ondernemen naar Europa om hen ervan te overtuigen ze alsnog niet terug te vorderen? Zo ja, wat is ons actieplan op Vlaams niveau?
Mevrouw Jans heeft het woord.
Het Land van Ooit was een sprookjesland, maar het is uiteindelijk een horrordossier geworden. Het was een investering van 20 miljoen euro en zal ons misschien nog geld kosten indien we de Europese subsidies terug moeten storten of wanneer ze verrekend worden bij andere projecten.
Dat is een spijtige zaak, zeker voor wie de geschiedenis goed kent, zoals de heer Peumans. Er zijn negatieve inspecties van financiën geweest. In de commissie en in het parlement is ook benadrukt dat dat dossier niet moest worden uitgevoerd. Toch is dat gebeurd. Nu gaan we uiteindelijk op de blaren moeten zitten.
Ik sluit me aan bij de vragen van de heer Ceyssens: kunnen we nog proactief naar de Europese Commissie stappen om daaraan eventueel toch nog iets te veranderen?
De heer Janssens heeft het woord.
Minister-president, in een krant van vandaag staat: Het pretpark Land van Ooit in Tongeren is de grootste toeristische mislukking die Vlaanderen ooit heeft gekend. Daarvan is geen woord gelogen. Het megalomane project van Open Vld-burgemeester Patrick Dewael moest en zou er komen. Het was zijn grote natte droom. Het moest er komen, in weerwil van veel protest en van een vernietigend advies van de Inspectie van Financiën. Toch keurde ook de Vlaamse Regering, ook onder uw leiding, het dossier goed.
Intussen zijn daardoor vele miljoenen euros overheidsgeld verspild, ook van de Vlaamse overheid. Dit geld is verspild door de koppigheid van enkele politieke betweters. Minister-president, ook van mijn kant het uitdrukkelijke verzoek en de dringende oproep om stappen te zetten om de financiële verliezen die uiteindelijk de Vlaamse belastingbetaler hier geleden heeft, te recupereren via de verantwoordelijken. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Vereeck heeft het woord.
Voorzitter, er zijn in het verleden al heel wat onderzoeken gevoerd. Ik heb ze hier opgelijst: het onderzoek van het OLAF, het gerechtelijk onderzoek naar het faillissement, het opsporingsverzoek, gerechtelijke onderzoeken, tuchtonderzoeken enzovoort. Maar heeft de Vlaamse overheid zelf ooit een intern onderzoek ingesteld? Heeft de Vlaamse overheid zich in een van die andere onderzoeken of in het eigen onderzoek burgerlijke partij gesteld?
Voorzitter, het verslag van OLAF is binnen. Ik heb de argumentatie gegeven waarop men zich baseert om te zeggen dat men de middelen van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) wil en zal terugvorderen. Het is aan de Europese Commissie om daarover een beslissing te nemen. Wij zullen, met heel veel respect voor het advies van OLAF, het besluit van de Commissie afwachten. Ik kan niet begrijpen dat een aantal parlementsleden hier suggereren dat ik zou moeten tussenkomen om het advies van OLAF een bepaalde draai te geven. Ik zal dat niet doen.
Als de beslissing er is, zullen wij natuurlijk acties ondernemen ten aanzien van de promotor en al wie daarbij betrokken is. Het geld moet van daar terugkomen. Het zal niet, wat sommigen hier vrezen, de belastingbetaler zijn die daar nog eens voor zal moeten opdraaien.
Mijnheer Vereeck, als dat allemaal gebeurt en ik spreek met twee, zelfs met drie woorden , zullen wij bekijken welke stappen wij kunnen zetten voor wat de Vlaamse gelden betreft. Er is, zoals u zegt, in het verleden al heel veel gebeurd. Bij mijn weten hebben wij geen terugvorderingen met succes afgesloten als dat al zou zijn gebeurd. Op basis van dit belangrijke nieuwe feit moeten wij zien of wij, wat betreft onze gelden en onze rechten, bijkomende acties moeten ondernemen om bepaalde gelden terug te vorderen.
Voorzitter, dit dossier zal door dit parlement op de voet worden gevolgd. Ik zal desgevallend heel graag op de vragen antwoorden.
Minister-president, ik stel vast dat het dossier van heel dichtbij wordt gevolgd. Ik neem aan dat wij te gepasten tijde zullen worden geïnformeerd. Waarvoor bij voorbaat dank.
Het incident is gesloten.