Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer De Meyer heeft het woord.
Voorzitter, op 19 oktober 2011 heeft het Vlaams Parlement een resolutie goedgekeurd die aandacht voor het Europees programma voor voedselhulp vraagt. Het is immers mogelijk dat het budget voor dit programma met 80 procent zal dalen, van 500 miljoen euro tot 113 miljoen euro. In Vlaanderen doen 200.000 mensen een beroep op de voedselbanken en 41 procent van de middelen is uit dit Europees programma afkomstig.
Minister-president, ik heb u op woensdag 23 oktober in de commissie Landbouw al ondervraagd over dit punt. Toen bleek dat een aantal andere Europese lidstaten ferm dwarsliggen. Ondertussen is er ook in het Europees Parlement hiervoor aandacht geweest. Ook daar heeft men gesteld dat er in de toekomst voldoende middelen moeten worden vrijgemaakt voor de voedselbedeling.
Minister-president, welke contacten zult u de komende dagen en weken nog nemen om eventueel dit punt opnieuw op de agenda te krijgen zodat vooralsnog een oplossing kan worden bereikt? Mocht dit niet het geval zijn, is de vraag: wat gaat Vlaanderen doen?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, collegas, deze problematiek is al een paar keer in de commissie Landbouw aan bod gekomen. Terecht, want het gaat voor ons land over meer dan 200.000 mensen die voedselpakketten krijgen, verstrekt door de OCMWs en de voedselbanken. 41 procent van de voedselbedeling in ons land gebeurt via het Europees gefinancierd programma.
Mijnheer De Meyer, u hebt er in het verleden reeds op gewezen dat Europa daaromtrent problemen geformuleerd heeft. We hebben dat aangekaart op Europees niveau. Ik heb voorzitter Barroso aangeschreven. Hij heeft me vrij recent geantwoord dat er een probleem is op Europees niveau waar hij blijkbaar nog geen afdoende oplossing voor heeft kunnen vinden. Er zijn met name een aantal landen, meer bepaald Denemarken, Duitsland, Nederland, Zweden, Tsjechië en het Verenigd Koninkrijk, die zeggen dat dit niet thuishoort in het budget van landbouw, maar bij het sociale budget, en dat dat moet worden gestopt. Er is geen consensus, ook al hebben we geprobeerd om het punt opnieuw op de agenda te krijgen van de Raad van afgelopen maand. Die landen hebben dat geblokkeerd. Ze zeggen, daarin gesteund door het Europees Hof van Justitie, dat dit niet behoort bij landbouw. Ze gaan niet akkoord om dat verder te financieren.
Om toch nog een oplossing te forceren, maar dan niet meer op het Europese niveau maar wel op het Belgische federale niveau, omdat de winter voor de deur staat en heel wat mensen een beroep zullen doen op de voedselbedeling, heb ik federaal minister Laruelle gecontacteerd om te kijken of we in uitvoering van het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau, dat spijtig genoeg nog altijd federaal is, niet op korte termijn een overleg kunnen hebben en bekijken wat we kunnen doen om aan die 200.000 mensen alsnog een voedselpakket te verstrekken.
Minister-president, ik dank u voor het duidelijke en geëngageerde antwoord. Waar de middelen juist vandaan komen, is niet het belangrijkste, wel dat de nodige middelen effectief aanwezig zullen zijn zodat het nuttige en zinvolle werk van de voedselbanken niet in het gedrang komt.
Mevrouw De Vits heeft het woord.
Voorzitter, ons voorstel van resolutie werd vorige keer in de plenaire zitting unaniem goedgekeurd. Minister-president, ik dank u omdat de Vlaamse Regering al stappen heeft gezet naar Europa om een oplossing te krijgen voor deze problematiek.
Ik vind de situatie vrij dramatisch. Ik deel de bezorgdheid van de heer De Meyer. Om in 2012 een efficiënte voedselbedeling te kunnen doen, zou het programma moeten hebben kunnen starten in oktober. Aangezien men geen oplossing heeft gevonden op de Europese ministerraad en dat er niet weinig landen u hebt ze opgesomd geen enkele opening meer laten om een oplossing te vinden, is de situatie vrij dramatisch.
Als er een oplossing kan worden gevonden met de federale overheid, zoveel te beter, anders wil ik er werkelijk op aandringen dat men in Vlaanderen de nodige middelen vindt. Het gaat over niet weinig middelen, 3 miljoen euro, maar de mensen hebben dit nodig. We moeten dat budget vrijmaken. Er mag zeker niet worden ingeteerd op de middelen voor armoedebestrijding, want dat budget is al te klein.
De heer Hendrickx heeft het woord.
Mijn vraag loopt gelijk met die van mevrouw De Vits. Ik deel ook de bekommernis van de heer De Meyer. Ik lag trouwens mee aan de oorsprong van die resolutie.
Kan er op zeer korte termijn tot een oplossing gekomen worden? De lokale voedselbanken zitten nu stilaan met de handen in het haar, en januari nadert.
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Ik onderschrijf de bekommernis van de collegas. Het is en blijft een schande dat 200.000 mensen in Vlaanderen een beroep moeten doen op voedselpakketten om te kunnen overleven. Vijftien jaar geleden, collegas, hebben we hier een resolutie goedgekeurd om te stellen dat het een schande was en dat dat niet kon. Vandaag is het de realiteit. Sterker nog: zelfs die middelen dreigen verloren te gaan.
Minister-president, ik heb in september al aan federaal minister Laruelle gevraagd hoe zij zich zou opstellen in Europa. Zij bevestigde wat u zegt, namelijk dat België daar absoluut voorstander van is. Zij heeft naar aanleiding daarvan ook gezegd dat indien Europa njet zou zeggen, de federale overheid samen met de gewesten zou onderhandelen om de nodige middelen vrij te maken. Bent u bereid om minstens een deel of desnoods de totaliteit van de middelen op tafel te leggen, om mogelijk te maken dat de voedselbedeling verder kan worden gecontinueerd?
De heer Callens heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collegas, we kunnen de voedselbanken vandaag niet meer wegdenken. Als Europa daar andere ideeën over heeft, moeten we er allen samen, het parlement en de minister, achter gaan staan, zodat ze kunnen blijven bestaan.
Er is echter hoop op komst, nu Europees Commissaris Cioloş heeft gezegd dat hij er sterk voorstander van is om deze steun toch te behouden tot het begin van de nieuwe legislatuur voor wat betreft het Europese landbouwbeleid, in 2014. Minister-president, u hebt al gezegd dat dat mogelijk nog zal worden uitgesteld, doordat zij het moeilijk hebben om een overeenkomst te sluiten voor 2013.
Op een moment dat vraag en aanbod niet overeenstemmen en er overaanbod is van bepaalde groenten, fruit, vlees of kaas, zou het maar al te gortig zijn dat we dat dan niet via deze weg zouden kunnen aanbieden aan arme mensen. Minister-president, zet u ervoor in om dit te behouden.
Dat zal ik doen, mijnheer Callens.
Mevrouw De Vits, het cijfer van 200.000 mensen gaat over België. In Vlaanderen is het dus wat minder, maar dat aantal is nog altijd meer dan hoog genoeg om er de nodige aandacht aan te besteden. Wij hebben alles gedaan op Europees niveau. De voorstellen van de Commissie moeten natuurlijk nog goedgekeurd worden in de Raad, en er zijn een aantal landen die het volledig afblokken.
Er is overleg met het federale niveau. Ik sta ervoor open om zo snel mogelijk een oplossing te vinden tussen het federale en het regionale niveau, om de mensen die een beroep doen op de voedselpakketten, zo snel mogelijk die pakketten te bezorgen. Ik hoop dat minister Laruelle dat overleg snel organiseert, zodat we daar conclusies kunnen trekken. Ik wil het overleg alle kansen geven en wil nog niet vooruitlopen op wat we zouden doen, mocht dat overleg niets opbrengen, en of we dan op Vlaams niveau alleen initiatieven zouden nemen.
Minister-president, armoedebestrijding is voor onze fractie een topprioriteit. Ik zal zelf in de commissie Landbouw, en collega Franssen in andere commissies, daar aandacht voor blijven vragen.
Het incident is gesloten.