Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Caron heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, er is een decreet op het cultureel erfgoed. Dat regelt de subsidiëring van musea, archieven en expertisecentra in de erfgoedsector. Het gaat over tientallen organisaties en honderden jobs.
Er is een meerjarig systeem waarbij de Vlaamse Regering tegen 1 oktober van het voorafgaande jaar, dus het jaar waarin subsidies aflopen, een beslissing moet nemen over de subsidies van de komende vier of vijf jaar, naargelang de duur van de subsidiëring.
Minister, we zijn vandaag 26 oktober en er is nog geen beslissing genomen over de subsidies. Gisterenavond op de uitreiking van de Erfgoedprijs, waar ik zo meteen iets over zal zeggen, bleek dat verschillende organisaties hun mensen helaas in vooropzeg hebben moeten plaatsen, dus hun personeel moeten ontslaan, omdat ze geen enkele zekerheid hebben over de subsidiëring van de Vlaamse overheid, waarvan de voorprocedure, advisering enzovoort, wel degelijk correct is verlopen. De dossier die zijn ingediend tegen 1 april, krijgen tegen 1 oktober een beslissing van de regering. Er is echter geen beslissing.
Daarenboven, minister, hebt u gisterenavond terecht de Erfgoedprijs uitgereikt aan de Brugse organisatie Tapis Plein die op het vlak van erfgoedparticipatie heel verdienstelijk werk heeft geleverd. In de bijhorende toespraak en de pers van vandaag, bleek dat Tapis Plein niet alleen haar eigen subsidie op basis van de regeling van het Erfgoeddecreet zal verliezen, maar ook een negatief advies heeft gekregen. Het is een inconsequentie dat u een prijs geeft aan een organisatie waar u morgen geen subsidie meer aan zult geven. Wanneer zal de Vlaamse Regering nu beslissen over de meerjarige subsidies?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Caron, u weet dat de timing van 1 oktober, waarin is voorzien in het decreet, gebaseerd is op het feit dat er een beslissing zou zijn over de begroting van de Vlaamse Regering, in de loop van september. U weet dat die beslissing pas op 21 oktober, dus vorige week vrijdag, is genomen. Dat stelde ons in de onmogelijkheid om deze beslissing vroeger te nemen. Deze week zullen alle organisaties bericht krijgen. Ze zijn trouwens allemaal begin oktober op de hoogte gebracht van het feit dat de begroting pas in de loop van oktober zou zijn goedgekeurd en dat pas dan die beslissing kan worden genomen.
Ik wil vermelden dat dit een uitvoering is van het Erfgoeddecreet dat dateert van 2008. Ik kan alleen maar vaststellen dat in dat decreet in een groeipad wordt voorzien en dat er telkens een nieuwe opstap is. Er zijn een aantal nieuwe elementen die telkens kunnen worden erkend. Ook hier gaat het expliciet over een aantal landelijke expertisecentra die we erkennen. Ik stel vast dat de decreetgever die groeipaden nooit budgettair verankerd heeft en nooit erkend heeft als een constant beleid, zodat er telkens opnieuw extra budgetten moeten worden gezocht om te voldoen aan dat decreet.
Ik stel ook vast dat de timing niet goed is. U hebt gelijk. We moeten een andere regeling vinden. Ik denk dan aan het Kunstendecreet waarin de beslissing in het voorjaar wordt genomen zodat de organisaties ook meer tijd hebben om zich voor te bereiden. We moeten onze conclusies trekken en het parlement kan er als decreetgever zeker voor zorgen dat er tijdig een beslissing kan worden genomen. Deze week zullen de organisaties hierover nieuws krijgen.
U hebt verwezen naar een heel specifieke situatie. Er is een negatief advies van de beoordelingscommissie. Ik stel dat vast. Ik denk dat de prijs losstaat van de beslissing van de commissie. Wij hebben zelf op voorhand al aan de organisatie meegedeeld dat we zullen zoeken naar een oplossing voor hun situatie.
Ik ben blij dat er een oplossing voor hun situatie komt, overigens een veranderingstraject dat niet door henzelf maar door de overheid is gevraagd en waar ze nu zelf het slachtoffer van zijn.
Minister, het is trouwens niet de Vlaamse Regering die de begroting goedkeurt, maar het Vlaams Parlement. We doen dat maar in december. Net daarom zijn er decreten die meerjarige structurele subsidies bevatten en die een bindende kracht hebben.
Ik kan dus alleen maar vaststellen dat er geen politiek draagvlak is en dat er binnen de regering geen akkoord is om die meerjarige subsidies toe te kennen in deze tijd, wat ik ten zeerste betreur.
De heer De Coene heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, ik zou me willen aansluiten bij de bekommernis van de vraagsteller, maar ik ben ervan overtuigd dat er binnen de meerderheid wel een oplossing kan worden gezocht, zeker voor decreten die een soort aanwaseffect hebben. Ik denk dat we gezamenlijk onze verantwoordelijkheid moeten nemen.
Ik was gisteravond toch ook wel verrast toen ik vernam dat een vereniging wordt geprezen voor haar werking en vervolgens van een beoordelingscommissie een onvoldoende krijgt voor haar werking. Het is niet de eerste keer dat we dat meemaken. Het bewijst dat er een betere afstemming nodig is. Het belangrijkste is dat we gezamenlijk naar een oplossing zoeken, zodat wat moet worden gefinancierd, ook kan worden gefinancierd.
De heer Dehandschutter heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik denk dat iedereen het belang van de erfgoedsector erkent. Ik vind het wel jammer dat de verenigingen en de organisaties zo laat zijn ingelicht over het feit dat ze pas op het einde van deze maand uitsluitsel zullen krijgen. We moeten vooral oog hebben voor het menselijke aspect en voor de gevolgen voor de organisaties. Als mensen hun opzegging krijgen, dan riskeert men ook dat een heleboel expertise wegvloeit.
Ik sluit me aan bij de suggesties van de heer De Coene om er werk van te maken, want dat is voor een deel onze verantwoordelijkheid als parlement. Minister, het uitblijven van de beslissing doet toch ook vragen rijzen of er een verband is met hervormingen in de sector.
De heer Delva heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik sluit me aan bij de vraagsteller. Ik heb ook begrip voor de begrotingstechnische uitleg van de minister.
In zon situatie is een tijdige communicatie naar de betrokken organisatie cruciaal, maar ik denk dat het probleem recurrent dreigt te zijn. Ik vrees dat het ook de komende jaren zal opduiken en dat we dus een structurele oplossing zullen moeten vinden via een aanpassing van het decreet. De referentie naar bijvoorbeeld de regeling in het Kunstendecreet kan een voorbeeld zijn van de wijze waarop wij zouden moeten omgaan met die thematiek uit het Erfgoeddecreet.
Voorzitter, collegas, de principiële beslissing die ik heb genomen, dateert al van augustus. Je moet het technisch kunnen afronden, maar dan heb je conflicten tussen wat er in de begroting komt en hoe we tegemoet kunnen komen aan de aangroei die ingeschreven is in het decreet maar nooit budgettair vertaald. Dan moet je echt zoeken hoe de organisaties die daarvoor in aanmerking komen, toch een vergoeding kunnen krijgen.
We hebben de organisaties op de hoogte gebracht en we hebben hen geïnformeerd over het probleem.
Zoals ik daarnet al zei, ben ik er voorstander van ervoor te zorgen dat de timing veranderd wordt, zodat men vroeger zekerheid en duidelijkheid heeft over wat er kan komen. Zo kan men zich daar tijdig op voorbereiden. Mijnheer De Coene, het voorbeeld van het Kunstendecreet is een mooi voorbeeld. Men heeft daar veel vroeger duidelijkheid en zekerheid. Die elementen moeten we zeker meenemen.
De discussie of we al dan niet een veranderingstraject moeten inzetten, is gebaseerd op het Erfgoeddecreet van 2008. Daarin werd voorzien in een aantal nieuwe landelijke expertisecentra. Het steunpunt FARO heeft een aantal organisaties begeleid naar een nieuw traject om binnen dat nieuwe Erfgoeddecreet te passen. Die organisaties hebben dat veranderingstraject ook gevolgd. Uiteindelijk heeft de beoordelingscommissie een negatief advies gegeven. Dat is een heel spijtige zaak. We moeten daar lessen uit trekken en ervoor zorgen dat er duidelijke communicatie is tussen het steunpunt, de trajecten die worden uitgetekend en de beoordelingscommissies. Ik vond het zelf ook heel onrechtvaardig, maar wou langs de andere kant principieel de beoordelingscommissies volgen. Als je experts aan het werk zet om te beoordelen, moet je ook rekening mee houden met hun beoordeling. Je kunt het niet maken experts aan te duiden en daar dan geen rekening mee te houden. Ik heb daarom aan de organisatie gezegd en dat weten ze al sinds de maand september dat wij een oplossing zouden zoeken en ervoor zorgen dat er een overbrugging komt voor die vervelende situatie waarin zij terechtgekomen zijn door het veranderingstraject dat ze hebben afgelegd.
De prijs werd volgens mij volledig terecht aan die organisatie toegekend. De jury heeft dat beslist. Ik heb haar die prijs met veel plezier toegekend omdat ik het een bijzonder waardevolle organisatie vind.
Het is zeker terecht dat die prijs werd toegekend aan die organisatie, opgericht in de voordagen van Brugge 2002.
Mijnheer Delva, ik ben het eens met uw voorstel om de timing aan te passen. Ik denk dat we op die manier rechtszekerheid kunnen verkrijgen voor de organisaties.
Minister, het veranderingstraject waar de vzw tapis plein nu het slachtoffer van is, werd gegenereerd door de overheid zelf, op basis van een decretale regeling. Ik vind dat de datum van de beslissing over de financiën, ook een decretale regeling, dan ook moet worden gerespecteerd. Minister Muyters, u bent verantwoordelijk voor de begroting. Honderden Vlaamse medewerkers in de erfgoedsector zitten in onzekerheid. Er moet snel een beslissing worden genomen. Indien dat zou gebeuren in een grote sector, zoals de kunstensector of het onderwijs, stond Vlaanderen op zijn kop.
Het incident is gesloten.