Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Vogels heeft het woord.
17 oktober is al jaren wereldwijd de dag van verzet tegen armoede. De mensen die vorige maandag per trein reisden, hebben allicht dit mooie boekje ontvangen. Het staat vol mooie fotos en getuigenissen van mensen in armoede. Er staat ook een voorwoord in van de minister van Armoedebestrijding, mevrouw Ingrid Lieten.
In de beste Limburg/Stevaerttraditie lezen we in de inleiding: Wij bieden u vandaag dit gratis boekje aan. Verder zegt de minister mee te leven met de mensen in armoede. Ik citeer: Als minister voor Armoedebestrijding sta ik aan uw kant. De minister voor Armoedebestrijding staat dus aan de kant van de ondertussen meer dan 115.000 mensen die moeten leven van voedselpakketten, van de 50.000 leefloontrekkers, van de ondertussen 63.000 mensen die bij het OCMW terechtkomen voor aanvullende steun. Die cijfers heeft de VVSG naar aanleiding van 17 oktober bekendgemaakt. Dikwijls werken die mensen voltijds, maar ze kunnen hun huur of energierekening niet betalen, of ze hebben een veel te laag pensioen.
De minister staat ook aan de kant van de 35 procent eenoudergezinnen die in armoede leven.
Dat is allemaal mooi. Maar, collegas, wie wordt hier beter van? Ik heb nog even gedacht dat het boekje misschien gedrukt was op eetbaar papier. Maar neen, ook dat niet. Het is gewoon duur, dik papier. Wie wordt hier beter van behalve de minister, die met een dure publicatie en met emotionele getuigenissen van mensen in armoede voor een deel zichzelf promoot?
Minister, als u naast de mensen in armoede wilt staan, moet u gaan werken in een vereniging waar armen het woord nemen. Als u minister wilt blijven, wordt er van u actie verwacht.
Wat heeft dit gekost? Hoe kunt u hiermee bijdragen aan de doelstelling van Vlaanderen in Actie om het aantal kinderen in armoede tegen 2020 te halveren?
Mevrouw Vogels, wilt u zich alstublieft beperken tot de twee minuten die u hebt om uw vraag te stellen. Het zijn altijd dezelfden tegen wie ik opmerkingen moet maken. Dit is niet goed voor mijn hart.
Ik ben niet onder de indruk. Het gaat hier over armoede.
Minister Lieten heeft het woord.
Collegas, dit boekje past in een van de acties van het Vlaams Armoedeplan. In die actie gaat het om de verbetering van de beeldvorming rond armoede. In de eerste plaats zijn er opleidingen voor mensen die in de overheid werken met mensen in armoede en voor beleidsmensen. Er wordt ook bekeken hoe we de beeldvorming bij het grote publiek kunnen verbeteren. Daarin past dit boekje.
Mensen in armoede worden vaak clichématig uitgebeeld. Men probeert te doen alsof het gaat om alleen maar mensen die als clochards onder bruggen slapen. Daardoor ontstaat een eenzijdig beeld van mensen in armoede. Dat schraagt heel dikwijls niet het draagvlak voor goede beslissingen in ons beleid. Zeker in deze tijden van crisis grijpen sommige mensen al te gemakkelijk naar het adagium Als je arm bent, is dat je eigen schuld en dan moet je maar op de blaren zitten. Wij willen duidelijk maken dat je door allerlei omstandigheden arm kunt worden: door generatiearmoede maar ook doordat je plotseling als enige ouder alleen voor de opvoeding van je kind staat of doordat er plotseling door ziekte of werkloosheid minder gezinsinkomen is, of doordat je door ouder te worden en een beperkt inkomen vereenzaamt.
Wij hebben deze actie niet zomaar uit onze mouw geschud. We wilden in de verf zetten dat het Jaarboek Armoede in Vlaanderen twintig jaar bestaat en dat die jaarboeken ieder jaar opnieuw aanduiden wat de structurele oorzaken van armoede zijn, de feiten weergeven en tegen de clichés ingaan. Eerst was er het idee om een groot colloquium te organiseren met academische zittingen. Wij hebben toen gedacht dat het, in plaats van opnieuw een vergadering te beleggen waarop de overtuigden elkaar zouden overtuigen, veel beter was om die middelen te gebruiken om de feiten te brengen.
Daarom hebben we dit boekje gepubliceerd. Het werd gemaakt samen met het Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen. Die verenigingen hebben zelf getuigenissen aangebracht. Zij hebben dit boekje gecoördineerd. Het heeft 14.000 euro gekost. Er werden aan de stations tienduizend exemplaren verdeeld door de verenigingen waar armen het woord nemen.
Voorzitter, ik ben echt niet onder de indruk van dit antwoord. Minister, er is een draagvlak. Er verschenen de voorbije week 225 artikels over armoede in de media. Die gingen niet over clochards. In twee derde van de gevallen waren het verslagen van acties van verenigingen en van mensen op het terrein die actie voerden tegen armoede. Ik heb u al herhaaldelijk gezegd dat er een campagne is van de jeugdbeweging en dat er een campagne is van Welzijnszorg. Er is in Vlaanderen een steeds groter draagvlak om iets aan de armoede te doen. Dus, doe het alstublieft.
U komt hier zeggen dat dit boekje wordt verdeeld naar aanleiding van twintig jaarboeken die de structurele oorzaken van armoede aantonen. Maar waarop wacht u om er echt iets aan te doen? Excuseer mij, maar dit overtuigt mij niet.
Mevrouw Franssen heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, u verwijst naar het Vlaams actieplan. Wij slagen er desondanks niet in de armoede terug te dringen. U vroeg zelf aan de Vlaamse Regering om een tandje bij te steken en dertien doelstellingen naar voor te schuiven. Eentje ervan is de automatische toekenning van rechten. Dat is volgens mij een van de belangrijkste hefbomen om armoede terug te dringen. Eind juni zou daarover een permanent armoedeoverleg zijn georganiseerd. Hoever staat het met de inventarisatie van de rechten die men automatisch zou kunnen toekennen?
Mevrouw Dillen heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, ik sluit mij graag aan bij de erg terechte vraag van mevrouw Vogels. Hoewel ik de trein heb genomen, heb ik het boekje niet gekregen. Maar ik heb het ondertussen wel gelezen. Dat boekje is echt geen instrument om de man in de straat te overtuigen van het belang van armoedebestrijding. Mevrouw Vogels heeft gelijk: het is in de eerste plaats publiciteit voor uzelf. Het is ook zo dat de getuigenissen die erin staan vaak niets met armoede hebben te maken, maar met echtscheidingsproblemen bijvoorbeeld. Als u echt iets wilt doen, dan moet u, in plaats van voor dit soort zaken geld vrij te maken, structurele, horizontale maatregelen nemen. Uit de cijfers blijkt dat dat niet gebeurt. Integendeel: het armoedeprobleem wordt in Vlaanderen alsmaar groter.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, een keer per jaar vieren wij moeder. Maar dat betekent niet dat wij haar enkel op Moederdag moeten respecteren en alleen dan aan haar moeten denken. Hetzelfde geldt voor de Werelddag van Verzet tegen Armoede. Mevrouw Vogels, hoewel ik denk dat u echt iets aan het probleem wilt doen, choqueert uw houding mij. Toen u nog minister van Welzijn was, had u die boeken van Oasis ook op uw bureau liggen. Samen met zoveel anderen las ik het boekje op de trein. Zo werd actie 44 van het Vlaams Actieplan tegen Armoede gerealiseerd: het brede publiek vertrouwd maken met armoede. Dat is belangrijk, mevrouw Vogels en mevrouw Dillen, want zo kunnen wij meer respect, solidariteit en sociale inclusie realiseren. De getuigenissen zijn belangrijk, want zij doorbreken het beeld dat mensen door eigen schuld in armoede terechtkomen.
Mevrouw Turan, u krijgt één minuut, en niet anderhalve minuut of twee minuten.
De heer Sabbe heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, de vorige sprekers zegden het al: men bestrijdt armoede niet met boekjes. In uw aanpak moet u de link leggen met jobs, en acties opzetten. Dat bleek ook uit het armoederapport over Brussel. Met de marketing van uzelf komt u er niet.
Voorzitter, collega's, het is jammer dat hier zo weinig respect wordt opgebracht voor het boekje waaraan mensen in armoede zelf hebben meegewerkt. Ik betreur nog meer het beeld dat de Vlaamse Regering wel boekjes uitgeeft, maar niet met de strijd tegen armoede bezig is.
Beste collegas, mag ik u eraan herinneren dat alle leden van de Vlaamse Regering bezig zijn met heel wat acties? Ik overloop enkele ervan. Minister Smet is bezig met de uitbreiding van de kleuterparticipatie via kleinere klassen en een betere omkadering. Minister Van den Bossche is bezig met de invoering van de huursubsidie. Ze heeft gezorgd voor dakisolatiepannen voor mensen in armoede. Ze neemt maatregelen voor mensen die worden afgesloten van aardgas en elektriciteit. Minister Vandeurzen is bezig met heel wat welzijnstrajecten, met schuldbemiddeling, met de uitbreiding en het goedkoper maken van de kinderopvang. Minister Muyters is bezig met werk-welzijnstrajecten. Hij probeert daarmee mensen in armoede te begeleiden naar een job. Minister Bourgeois ondersteunt de gemeenten in het kader van de interne staatshervorming om hun regierol voor armoedebestrijding op te nemen. Zo kan ik nog heel wat voorbeelden geven die duidelijk aantonen dat deze regering op een geïntegreerde manier samenwerkt. Ik betreur dat sommigen daar zo weinig respect voor hebben.
Minister, uw regering is bezig, maar blijkbaar niet goed. Ik zie de cijfers alleen maar in de andere richting evolueren. Als u al bezig bent, bent u niet goed bezig.
Minister, mevrouw Turan, u onderschat de mensen. Denkt u nu echt dat de mensen niet weten dat er armoede bestaat? Denkt u nu echt dat ze niet weten dat er in hun omgeving mensen zijn die ziek worden en in armoede terechtkomen? Nog eens, de dag van de armoede zijn er overal te lande door gewone mensen acties gevoerd tegen die armoede. Dat leeft echt wel. De mensen hebben deze stomme boekjes echt niet nodig om daarvan overtuigd te zijn. (Applaus bij Open Vld, het Vlaams Belang en Groen!)
Het incident is gesloten.