Verslag plenaire vergadering
Verslag
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is de bespreking van het voorstel van resolutie.
De heer Kennes heeft het woord.
Voorzitter, collegas, het Vlaams Parlement is gehecht aan de vrijheid van godsdienst, de vrijheid van geweten en de vrijheid van gedachte. Deze vrijheden gelden voor aanhangers van een godsdienst of gelovigen die van godsdienst veranderen of aan hun geloof verzaken, maar ook voor atheïsten, agnostici en niet-gelovigen.
Vlaanderen is geen eiland. Wat elders in de wereld gebeurt, laat ons niet onberoerd. De voorbije maanden werden op verschillende plaatsen in de wereld religieuze gemeenschappen het slachtoffer van gewelddaden, discriminatie en vervolging. Bepaalde religieuze gemeenschappen worden zo sterk onder druk gezet dat ze in landen waar ze al eeuwen thuis zijn, dreigen te verdwijnen. In het voorstel van resolutie wordt verwezen naar recente en concrete situaties in het Midden-Oosten, Noord-Afrika en een aantal Aziatische landen. In vele gevallen gaat het om aanvallen op christenen en christelijke gemeenschappen. Maar ook andere religieuze gemeenschappen zoals de Ahmadis of mensen die zich uitdrukkelijk niet tot een geloof bekennen, worden geviseerd.
In een aantal landen gebeurt dit door de staat zelf of door vertakkingen van het staatsapparaat, en in bepaalde landen is de discriminatie zelfs ingeschreven in de wetgeving. In andere landen is er nog amper sprake van een staatsstructuur om de rechten van minderheden en individuen te beschermen. Soms moet de overheid machteloos toekijken bij gewelduitbarstingen tegen religieuze minderheden of andersdenkenden.
Het probleem van de vervolging van christenen in het Midden-Oosten stond dit jaar reeds op de agenda van het Europees Parlement en van de Raad van Europa. Vorige week nam de Tweede Kamer in Den Haag een motie aan waarin de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken wordt gevraagd bij de Iraakse overheid en de Europese Unie aan te dringen op bescherming van de christelijke bevolking in de Ninevehvlakte. In een van de overwegingen verwijst het voorliggende voorstel van resolutie naar de uittocht van christenen en andere religieuze en levensbeschouwelijke minderheden uit gebieden en landen waar zij reeds eeuwen zijn gevestigd, zoals Irak, en waar ze een belangrijke bijdrage leveren aan de diversiteit, het culturele erfgoed en de samenleving.
Initiatieven om de dialoog en het wederzijdse respect tussen religieuze en andere gemeenschappen te bevorderen, verdienen ondersteuning. Ook de religieuze autoriteiten zelf, hebben een opdracht om verdraagzaamheid te bevorderen en initiatieven te nemen tegen haat en gewelddadige en extremistische radicalisering. De impact van een resolutie van het Vlaams Parlement op situaties elders in de wereld, wordt door sommigen in vraag gesteld. Maar zoals reeds gezegd, is Vlaanderen geen eiland. Ook wat elders in de wereld gebeurt, zeker wanneer fundamentele rechten op het spel staan, verdient onze aandacht. Recentelijk is op verschillende momenten gebleken dat de in onze hoofdstad gevestigde diplomatieke diensten de werkzaamheden van het Vlaams Parlement van kortbij volgen.
Met dit voorstel van resolutie vraagt het Vlaams Parlement om het gestelde probleem op diverse fora op de agenda te zetten en er ook een punt van te maken in de overeenkomsten met derde landen en in de contacten met de autoriteiten van landen waar de rechten van levensbeschouwelijke minderheden worden geschonden. In het bijzonder is er ook de vraag om het verlenen van vergunningen voor de export, import en doorvoer van wapens, munitie en materieel voor militair gebruik of voor ordehandhaving van en naar de landen waar de rechten van christelijke en andere religieuze minderheden worden geschonden, met de grootste omzichtigheid te behandelen.
Ten slotte vraagt het voorstel van resolutie aan de Vlaamse Regering om de autoriteiten van de betreffende landen in het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Azië aan te moedigen in hun intern recht de internationaalrechtelijke teksten op te nemen die de vrijheid van denken, geweten en godsdienst beschermen, en die vrijheden te doen eerbiedigen.
Voorzitter, collegas, om te besluiten wil ik de mede-indieners van dit voorstel van resolutie danken zowel voor hun suggesties tot aanvulling en verbetering als voor hun steun. (Applaus)
De heer Roegiers heeft het woord.
Mijnheer Kennes, ik dank u voor uw initiatief en voor uw inzet om dit voorstel van resolutie tot een goed einde te brengen.
De sp.a steunt de tekst volmondig, om twee redenen. Ten eerste, omdat we het eens zijn met de inhoud. Ten tweede, omdat we het goed vinden dat er vanuit een regionaal parlement, het Vlaams Parlement, een blik op de wereld wordt gericht en dat we uitspraken doen over zaken die we echt belangrijk vinden.
De heer Diependaele heeft het woord.
Ook ik dank de heer Kennes voor zijn initiatief.
Ik wil mij vooral aansluiten bij het tweede punt van de heer Roegiers. Tijdens de plenaire vergadering van vorige week of twee weken geleden heb ik ook al gezegd dat het belangrijk is dat we als kleine, bescheiden regio, onze blik op de buitenwereld richten en ons niet afsluiten van de rest van de wereld. We hebben intussen gemerkt dat dat niet altijd zonder gevolgen blijft. De ene ambassade is echter de andere niet. Het is heel belangrijk dat we van ons laten horen en dat we die initiatieven verder blijven steunen.
De heer Bouckaert heeft het woord.
Waarde collega's, voorzitter, in de commissie werden inderdaad vragen gesteld bij het nut van dergelijke resoluties en vroeg men zich af of het geen druppel is op een hete plaat. Vlaanderen is geen geopolitieke 'power-player' en de islamitisch-fundamentalistische terroristen en terreurbewinden zullen wellicht niet wakker liggen van deze resolutie. Toch ondersteunt LDD dit voorstel van resolutie ten volle. Ten eerste uit principe: de resolutie is inhoudelijk juist. Los van het feit of ze van veel nut is, moet je doen wat juist is. Ten tweede, zoals in deze resolutie aangegeven, neemt Vlaanderen in zijn overeenkomsten met derde landen een democratieclausule op waarin benadrukt wordt dat regeringen de plicht hebben de burgerlijke vrijheden te garanderen. De resolutie is dus consistent met deze buitenlandse beleidslijn.
Waarde collegas, Vlaanderen is een klein landje in het hart van West-Europa en heeft uit zijn geschiedenis geleerd dat alleen een consequente scheiding van godsdienst en levensbeschouwing enerzijds en staat anderzijds de garantie biedt dat mensen met verschillende geloofs- en filosofische overtuigingen in vrede en respect met elkaar kunnen samenleven. Die scheiding heeft niet alleen een passieve component, namelijk het zich onthouden van het opleggen of privilegiëren van een godsdienst of levensbeschouwing, maar heeft ook een actieve component, namelijk elke burger beschermen tegen geweld of onrechtmatige druk die hij of zij omwille van haar overtuiging of het veranderen ervan zou ondergaan.
Vlaanderen heeft in de 16e en de 17e eeuw de verschrikkingen van de Spaans-katholieke inquisitie ondergaan. Tot diep in de 19e eeuw was er in Vlaanderen een sterke ultramontaanse stroming, die de modernistische grondwet niet erkende en van België opnieuw een integristische katholieke staat wou maken. Voor wie dit interesseert, verwijs ik naar het uitstekende werk van de heer Lamberts over Joseph de Hemptinne: een kruisvaarder in redingote. De Gentenaars zullen deze figuur wel kennen.
Vlaanderen heeft zijn omslag gemaakt en is geëvolueerd naar een lekenstaat, waarin de soevereiniteit van de civiele orde primeert. Vlaanderen is geëvolueerd van een katholiek land naar een land met veel katholieken, en dat is een betekenisvolle evolutie. Dat staat borg voor tolerantie en voor een eerlijke verhouding tussen de leden van verschillende godsdiensten en levensbeschouwingen.
Vlaanderen moet die positieve ervaring in zijn binnenlands beleid doortrekken en niet, vanuit een vals multiculturalisme, toegeven aan nieuwe fundamentalistische stromingen bij ons. Vlaanderen moet dit ook naar de buitenwereld uitdragen en de verdediging opnemen van iedereen, in de praktijk zijn dat meestal de leden van minderheden, die omwille van geloof of levensbeschouwing wordt onderdrukt.
Dat onze aandacht in dit voorstel van resolutie gaat naar de onderdrukking in het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Azië van christenen en andere minderheden is niet meer dan terecht. Na de ineenstorting van Ottomaanse Rijk, waarin een zekere tolerantie bestond weliswaar tegen betaling van een belasting, zijnde het Dhimmistatuut hebben de nationale staten die uit het Ottomaanse Rijk zijn voortgekomen in hun grondwetten het principe van godsdiensttolerantie opgenomen. We stellen echter vast dat deze bepalingen in de grondwet dode letter blijven en dat minderheden, vooral christelijke, niet worden beschermd tegen spontaan fundamentalistisch geweld.
Bovendien zijn in een aantal landen, met als verschrikkelijkste voorbeeld Iran, in de wetgeving bepalingen opgenomen die rechtstreeks strijdig zijn met de vrijheid van godsdienst. Vorige week heeft het Iraanse hooggerechtshof het doodsvonnis van de christelijke voorganger Youcef Nadarkhani bevestigd. De beschuldiging luidde: Het ontkennen van de profeet, zijnde de grote profeet van de Islam, resulterend in de afval van de heilige religie van de Islam. Binnenkort wordt iemand opgehangen, gewoon omdat hij van godsdienst verandert. Dat is nog altijd de realiteit in een land als Iran.
Tegen deze evolutie kan niet genoeg worden geprotesteerd. Ons voorstel van resolutie zal misschien het grote verschil niet maken, maar als je niet doet wat je kunt doen, doe je aan schuldig verzuim. (Applaus bij het Vlaams Belang en LDD)
De heer Creyelman heeft het woord.
Voorzitter, collegas, ook onze fractie steunt uiteraard dit voorstel van resolutie. Ik zeg uiteraard omdat het tenslotte onze fractie is die al jaren waarschuwt voor het in wezen onverdraagzaam en totalitair karakter van de radicale islam. Daar gaat dit voorstel van resolutie in feite over: het is de politieke veroordeling van de radicale islam als totalitair en onverdraagzaam systeem.
Waarom zeg ik dat? Het Engelse spreekwoord zegt: The proof of the pudding is in the eating. Waar kunnen we de essentie van de islam beter vaststellen, dan in landen waar islamitische regimes aan de macht zijn, waar de islam een belangrijke rol speelt of zelfs het fundament is van de staat? Daar zijn, blijkens dit voorstel van resolutie, inbreuken op de mensenrechten schering en inslag. De toelichting bij dit voorstel van resolutie is op dit vlak overduidelijk. De islam is niet zomaar een godsdienst naar Europees model, namelijk een privézaak, maar een politiek-maatschappelijk systeem dat de hele samenleving wil ordenen naar eigen maatstaven en niet zal rusten voor iedere sterveling op deze planeet moslim is.
Collegas, de gevaren die uitgaan van de islam en zijn radicale varianten situeren zich niet enkel aan de overkant van de Middellandse Zee, in Verweggistan of in Ik-weet-niet-waar-het-ligtistan. Nee, als gevolg van de jarenlange migratie naar Europa en naar Vlaanderen is de invloed van de islam ook in onze samenleving meer dan voelbaar.
Er was vorige week in dit parlement nog een debat over de recente, maar niet nieuwe aanvallen op homos in de straten van Brussel. Er zijn de berichten over een officieuze zedenpolitie die ongesluierde of te sexy geklede dames intimideert en bedreigt in Antwerpen. Er zijn allerlei islamitische eisen die de fundamenten van onze samenleving onderuithalen, zoals de desecularisatie van begraafplaatsen of de eis voor het dragen van hoofddoeken als ambtenaar enzovoort. Kortom, er zijn ook bij ons meer dan voldoende signalen die de onverdraagzaamheid van de islam aantonen voor wie ze wil en durft te zien, en vooral voor wie ze durft te benoemen.
Ik stel vast dat dit ook in dit parlement steeds meer gebeurt en ik juich dat toe. De tijd dat dit een politiek correct taboe was, ligt gelukkig achter ons.
De mishandeling en discriminatie van de religieuze en levensbeschouwelijke minderheden in de moslimlanden is wat ons te wachten zou kunnen staan indien we hier ooit een religieuze of levensbeschouwelijke minderheid zouden worden. Dat is nog niet direct voor morgen, maar het gaat wel sneller dan we denken. Het is nog niet direct voor morgen in heel het land maar wel al in vele wijken van onze steden. Eergisteren konden we trouwens nog vernemen uit het verslag van de Staatsveiligheid dat de radicale haatpredikers zich niet langer beperken tot de centrumsteden van ons land, maar nu ook al oprukken naar de kleine steden en dorpen.
Ik feliciteer de hoofdindiener, de heer Kennes, die bijna alle partijen ertoe heeft gebracht om dit voorstel van resolutie te tekenen. Onze fractie was daar niet bij wegens niet gevraagd om de gekende reden. Het feit dat nagenoeg iedere fractie het voorstel van resolutie heeft ondertekend, is wellicht ook de reden waarom het voorstel over net iets meer moest gaan dan over de islam alleen. Als wij het immers hebben over de vervolging van christenen en andere religieuze en levensbeschouwelijke minderheden in het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Azië dan hebben we het in feite over twee verschillende dingen. Enerzijds gaat het over de situatie van niet-moslims in de islamitische landen en regios waar godsdienst het meest wezenlijke fundament van de staat is. En anderzijds is er de situatie in Noord-Korea, een communistische dictatuur waar godsdienst nog altijd als opium voor het volk wordt beschouwd en de macht van God ondergeschikt moet worden gemaakt aan de macht van de grote roerganger.
Het resultaat voor de vervolgde mag dan hetzelfde zijn, het zijn toch twee totaal verschillende dingen. Het is duidelijk dat de situatie in Noord- Korea er is bij gesleurd om het niet enkel en alleen over de islam te moeten hebben en om een aantal partijen over de streep te trekken die hun islamitische achterban niet te veel tegen de haren willen strijken. Ik vraag me af of dat wel zal lukken, want de toelichting blijft toch behoorlijk straf.
Het is inderdaad de verdienste van dit voorstel van resolutie om een groot aantal schendingen van mensenrechten door islamitische regimes en landen bij naam te noemen. In het voorstel staat waar en wanneer wat gebeurd is. Het gaat over de betrokkenheid van de staat bij aanslagen en moorden op christenen, over bomaanslagen en brandstichtingen in kerken enzovoort. Dat is allemaal weinig verheffende lectuur maar het is wel juist. Ik zou er zelf nog massas 's voorbeelden kunnen aan toevoegen.
Ik onderhoud zelf goede contacten met de grote groep Assyrische christenen in Mechelen. Die mensen weten perfect wat het is om als christen of niet-moslim in een islamitisch land te wonen. Ik zou er dus nog een en ander kunnen aan toevoegen, maar dit is het Vlaams Parlement en niet het tribunaal van Den Haag.
Sommige collegas twijfelen al eens aan het nut van het indienen van dergelijke voorstellen van resoluties. Het zal inderdaad niet het Vlaams Parlement zijn dat de islamitische regimes ertoe dwingt om het roer om te gooien. Ik zie de minister-president nog niet onmiddellijk met de cavalerie van Etterbeek oprukken naar de Bosporus of bij Gibraltar overzwemmen naar Noord-Afrika. Toch kregen de voorzitter en onze commissie naar aanleiding van de eenparige goedkeuring van dit voorstel van resolutie in de commissie een boze brief van de ambassadeur van Indonesië, die zich afvroeg waarom zijn land in dit voorstel voorkwam. Parafraserend op het Chinees spreekwoord van de heer Roegiers wie denkt dat hij te klein is om invloed uit te oefenen, heeft nog nooit met een mug in een kamer geslapen moeten we vaststellen dat de ambassadeur van Indonesië met een hele zwerm muggen in een kamer heeft geslapen. Ik heb een goed hart maar een slecht karakter en ik hoop dus dat de ambassadeur vol beten staat, dat de fles azijn leeg was en dat hij een hele nacht heeft wakker gelegen over dit voorstel van resolutie.
Mijn fractie zal dit voorstel van resolutie met het haar kenmerkende enthousiasme goedkeuren. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Van Overmeire heeft het woord.
Ik heb een drietal bemerkingen bij dit voorstel van resolutie. Mijn eerste en belangrijkste kritiek is dat men met deze tekst een zeer grote verscheidenheid aan ladingen tracht te dekken. De aflijning is helemaal niet duidelijk. Het gaat over christelijke en andere minderheden, over religieuze en levensbeschouwelijke minderheden, in het Midden-Oosten, in Noord-Afrika en in Azië.
Voorzitter, minister, collega's, ik heb bij dit voorstel van resolutie toch een drietal bedenkingen. Mijn eerste en belangrijkste kritiek is dat men met een wel zeer grote vlag een grote verscheidenheid aan ladingen tracht te dekken. De aflijning is allesbehalve duidelijk. Men heeft het over christelijke en andere minderheden en over religieuze en levensbeschouwelijke minderheden, in het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Azië. Anderen zeiden het al: er is toch wel een zeer groot verschil tussen het wegkwijnen van de autochtone christelijke kerken in het Midden-Oosten waarbij het islamitisch fundamentalisme voor een deel maar heel duidelijk een rol speelt enerzijds, en de repressie van regimes zoals dat van Noord-Korea, die niet enkel kerken treft maar alle organisaties die niet onder staatscontrole staan, anderzijds.
De zeer ruime geografische omschrijving bijna de helft van de wereld: Noord-Afrika, het Midden-Oosten en Azië dekt nog niet eens de volledige problematiek. Want in de toelichting heeft men het over Nigeria, dat bezwaarlijk tot Noord-Afrika kan worden gerekend. Islam has bloody borders, zei Samuel Huntington, en dat zien we heel goed in Afrika, waar er van West-Afrika tot in Soedan een breuklijn van gewapende conflicten loopt. Het is mij niet duidelijk waarom deze breuklijn met veel discriminaties en vervolgingen niet onder de paraplu van dit voorstel van resolutie vallen, maar Noord-Korea wel. Dat laatste is gebeurd omdat sommige ondertekenaars wilden verhinderen dat dit een soort anti-islamresolutie zou worden. Het zou dus eerlijker en duidelijker zijn geweest indien men voor duidelijke en consequente afbakeningen had gezorgd.
Ik heb nog een tweede opmerking. In de toelichting lees ik: Door de eeuwen heen slaagden de christelijke gemeenschappen erin een modus vivendi te vinden als minderheid in islamitische landen. De laatste vijftien jaar is door de opkomst van strekkingen binnen de islam die ijveren voor een exclusief islamitische samenleving, en door de oorlog in Irak de situatie van de christelijke gemeenschappen drastisch verslechterd. Ik ben er niet zo zeker van of dit wel een correcte weergave van de historische werkelijkheid is. Men mag niet uit het oog verliezen dat de christelijke kerken autochtoon zijn, en reeds bestonden voor de komst van de islam. Sinds de spectaculaire verovering van het Midden-Oosten en Noord-Afrika door de islam in de zevende eeuw, zijn die kerken in verval. Vandaag maken we de laatste fase mee van een proces dat eeuwen geduurd heeft.
Wat zijn de oorzaken? Er was het door de eeuwen brute geweld, soms grootschalig. Ik denk dan aan de pogroms van de negentiende eeuw tegen de Nestoriaanse christenen, tegen de maronieten, tegen de Armeniërs. Erg bekend is de Armeense genocide van 1915, met 1,5 miljoen slachtoffers; de deportatie van 1,5 miljoen Grieken uit Turkije in 1923; de verdrijving van de laatste 50.000 Grieken uit Turkije in 1955, en recent, in 1990, 200.000 Armeniërs die uit Azerbeidjan werden verdreven.
Daarnaast en daar bovenop is er het proces van permanente afkalving, ten gevolge van verschillen in geboortecijfers, het feit dat bij gemengde huwelijken de christelijke partner zich tot de islam moet bekeren, dat bekeringen tot het christendom verboden zijn, allerhande vormen van sociale druk, soms fysieke agressie en het feit dat christenen omdat ze meer contacten hebben met het Westen sneller de stap naar de emigratie zetten.
Ik denk dat het net iets te eenvoudig is om de heersende regimes in het Midden-Oosten met de vinger te wijzen, en de hoop uit te drukken dat de omwentelingen in een aantal landen zullen leiden tot democratische regeringen die respect voor de mensenrechten zullen opbrengen. De toestand op het terrein is erg divers. De heer Bouckaert zei het al: in Iran is er de repressie georganiseerd door de overheid. Maar ook in andere, soms heel verschillende landen, zoals Libanon en Syrië, waar de repressie niet door de overheid is georganiseerd, is die permanente afkalving van christelijke minderheden bezig.
Ik sluit af met de opmerking dat de beperkte spreektijd mij niet toestaat om iets te zeggen over atheïsten, niet-gelovigen en mensen die zich tot geen enkele religieuze gemeenschap bekennen: mensen die in de meeste landen van de islamitische wereld al helemaal geen plaats hebben.
Met al deze bedenkingen in het achterhoofd zal ik het voorstel van resolutie toch goedkeuren. Want het lot van die eeuwenoude, authentieke en autochtone christelijke kerken in het Midden-Oosten met hun fascinerende geschiedenis u moet eens de tijd nemen om daarover te lezen gaat mij ter harte. Ik vind het dus een nobel initiatief. Ik hoop dat de goedkeuring van dit voorstel van resolutie ook op het terrein bijdraagt tot een verbetering van de situatie. (Applaus bij het Vlaams Belang en de heer Marc Hendrickx)
Ik wil even reageren op de te vergaande uitlatingen van de heer Creyelman over de brief van de Indonesische ambassade. Ik denk niet dat ze de inhoud van het voorstel van resolutie zo hard hebben willen weerleggen. Wat ze gevraagd hebben, is dialoog. Dat willen we ook uitlokken met dit voorstel van resolutie. Het is niet de bedoeling, van welk westers land dan ook, om iets te gaan opleggen. Indonesië wou op onze uitnodiging ingaan. Ik vond de uitlatingen overdreven.
Het enige wat ik ook jammer vind, is dat de reactie in het Engels was. Dat mocht wel in het Nederlands geschreven zijn.
Ik steun de opmerking van de heer Diependaele. De ambassade wijst er in haar brief op dat Indonesië geen islamitische staat is, maar een staat met veel islamieten. Dat stemt overeen met de evolutie in Vlaanderen: van een katholiek land naar een land met veel katholieken. De ambassade wijst erop dat ze verdraagzaamheid nastreven en niet willen dat de godsdienst in het staatsbestel wordt opgenomen en opgelegd.
Er zijn in Indonesië wel problemen: bij gewelddaden zijn christenen vaak het slachtoffer. De ambassadeur benadrukt dat de overheid dit streng wil aanpakken.
Ik vind de brief heel positief en een bewijs dat ons voorstel van resolutie wel degelijk wat losmaakt.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie houden.