Verslag plenaire vergadering
Verslag
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is de bespreking van het voorstel van resolutie.
De heer Sabbe heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, vorige week lag dit op de banken: de Vogelbescherming die stickers verdeelt over de vriend van de vos. Ik zou zeggen dat Vlaanderen op zijn kop staat, want de vogelaars zijn het vossen aan het bevorderen. Er is dus wel een probleem met vossen en vogelaars.
Alle gekheid op een stokje: de heer Sintobin heeft in het verleden al een lans gebroken voor deze problematiek. Ik ga starten met het schetsen van mijn eigen lijdensweg om enige beweging in dit dossier te krijgen.
Op 13 september 2010 heb ik een voorstel van resolutie ingediend, gesteund door mijn fractie, om iets te doen aan de ongecontroleerde groei van de vossenpopulatie in Vlaanderen. Op 26 oktober hebben we met alle leden van de commissie een hoorzitting georganiseerd. Op 9 november werden in de commissie diverse vragen om uitleg gesteld en voorstellen van resolutie over dit ontwerp behandeld.
De minister heeft in dit dossier veel beloftes gedaan. We zijn dit gewoon van de Vlaamse Regering. Minister Schauvliege beloofde in de commissie op 9 november dat haar diensten druk doende waren met de analyse van de mogelijkheid tot bejagen en bestrijden van de vos. We hebben er verder weinig van gezien of gehoord. Ze zei letterlijk: Als de evaluatie klaar is, zal ik de bevindingen ervan bekendmaken. Ze vervolgde: Op dit ogenblik is het nog te vroeg om een uitspraak te doen, maar ik herhaal dat ik bereid ben om er, zodra er duidelijkheid over is, mee naar de commissie te komen.
Naar aanleiding van een nota aan de Vlaamse Regering van 17 december, stelde ik de minister hierover een actuele vraag in de plenaire vergadering van 23 december. Ze antwoordde opnieuw dat ze in feite maar een eerste principiële aanpassing had gedaan aan het Jachtvoorwaardenbesluit. Die aanpassing was een minimale administratieve aanpassing en was een theoretische vergemakkelijking om toch iets te doen als er klachten zijn, maar zonder effectief resultaat.
Aangezien er eigenlijk geen fundamenteel antwoord kwam, heb ik op 20 januari aan de heer Martens, voorzitter van de commissie, een brief gericht met het verzoek om na te gaan wat de evaluatie was die de minister had aangekondigd en om ervoor te zorgen dat onze resoluties ook Open Vld had een voorstel van resolutie ingediend op de agenda kwamen zodat we konden discussiëren.
Op 3 februari kwam de Minaraad (Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen) met een advies over een wijziging van het besluit betreffende de organisatie van de voorwaarden waaronder de jacht kon worden uitgeoefend. Er is ook de bewuste reportage van Panorama geweest. Aan de hand daarvan heb ik op maandag 7 februari 2011 dat is zes maanden verder en er was nog niets gebeurd de schriftelijke evaluatie van het Jachtvoorwaardenbesluit opgevraagd. Men zei dat het eraan kwam. En uiteindelijk, bij brief van 9 februari, zei de minister dat de beloofde evaluatie spoedig aan de commissievoorzitter zou worden overgemaakt. Op 14 februari kwam het antwoord van de minister dat er een advies zou komen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) en een nota aan de Vlaamse Regering en het ontwerp van besluit.
De lijdensweg is nog niet ten einde. Op 17 februari was er opnieuw communicatie. De commissiesecretaris voegde eraan toe dat de voorstellen van resolutie zo snel mogelijk opnieuw in behandeling zouden worden genomen. Door de stringente planning van de verenigde commissies Leefmilieu en Openbare Werken kan het echter pas in de eerste week na het krokusreces. Dat was dinsdag 15 maart.
Er is niets gebeurd, maar op 5 april was er uiteindelijk een gedachtewisseling met minister Schauvliege. Aansluitend stonden de voorstellen van resolutie geagendeerd. Wij hebben toen gezegd dat we zouden wachten, want we moesten nog de evaluatie van het Agentschap voor Natuur en Bos krijgen met betrekking tot het Soortenbesluit en het langverwachte voorstel van de meerderheid. Collega Martens had zich geëngageerd om uit hoofde van de meerderheid een voorstel te doen, voor het zomerreces. Ik dacht dat het zomerreces morgen begint. Dat betekent dus dat ik hier met lege handen sta en in blijde verwachting ben van het voorstel van collega Martens. Misschien is hij nu net met collega Van der Borght aan het overleggen of hij nog iets zal indienen. Ik heb op de banken niets zien liggen en ik vermoed dat er ook niets meer komt.
Dus we blijven bij het vossen en vogelen.
Op 31 maart 2011 kwam het Agentschap voor Natuur en Bos naar het Vlaams Parlement voor een evaluatie over de soortenbescherming. We stellen vast dat in het Vlaamse Gewest de vossenpopulatie is gegroeid tot 30 à 40.000 exemplaren. Het Agentschap voor Natuur en Bos en de Hubertus Vereniging Vlaanderen bevestigen dat. Een vos voedt zich dagelijks met een kip, konijn, haas, grondvogel enzovoort. Een aantal profeten die we in die commissie hebben gezien, beweert dat daar ook ratten en andere ongedierte bij zijn. Ik heb dat nog niet gezien, maar ik ben altijd bereid om te leren.
Die inschatting van de vossenpopulatie wordt door beide partijen bevestigd. Meer nog, het afschotcijfer of het aantal vossen dat jaarlijks uit het circuit verdwijnt, is gestegen van 4606 in 2002 naar 9405 in 2007.
Ook de magere kippenpopulatie van de heer van Rouveroij is het slachtoffer geworden van een vossenaanval. Zij zijn door een vos verorberd. Mevrouw Van Volcem vertelde hetzelfde verhaal. Ook de heer Sintobin, voorvechter van hetzelfde thema, kan ettelijke voorbeelden geven. Het is typerend dat zich op een representatief staal van 124 mensen al 3 mensen melden met problemen.
Wat ik niet begrijp, is de contradictie bij de natuurliefhebbers, niet alleen bij Groen! en sp.a. Zij willen de vos sparen, hoewel ze weten dat die alle soorten wild aanvalt. Hij is er natuurlijke vijand van. Zelf heeft hij geen predator behalve de mens. Hazen en konijnen maar ook grondbroeders zoals patrijzen, fazanten en eenden moeten geloven aan de uitmoordneigingen van de vos.
In Koksijde gaan de vossen nog driester te werk. Ze komen er wandelen op het strand. De heer Vanden Bussche heeft geprobeerd dit op gemeentelijk vlak te regelen, maar is teruggefloten door minister Schauvliege. Hij is moeten terugkomen op die gemeentelijke beslissing.
De vossen komen steeds dichter bij de mens en bij de voeding van de mens. Zij vormen dan ook een gevaar voor de mens. De vossenlintworm zorgt via de fecale uitscheiding voor leveraantastingen. Die symptomen zijn gelijkaardig aan die bij leverkanker. Er is een vrij lange incubatietijd, vandaar dat het verband zeer moeilijk kan worden gelegd.
Er zijn 165 miljoen Europeanen: Fransen, Duitsers, Nederlanders, Walen enzovoort. Zij hebben allen al eerder ingezien dat het zo niet verder kan. Die vossenpopulatie groeit zo snel dat die een bedreiging vormt voor het beetje groen en natuur dat Vlaanderen nog heeft.
Welnu, al die mensen, die 165 miljoen Europeanen, hebben dit ingezien en zij vinden dat zij daar iets aan moeten doen. In al deze landen zijn de volgende maatregelen gedeeltelijk of volledig van toepassing: overal kan de vos het hele jaar door bejaagd worden, bij ons kan dat enkel in het jachtseizoen; in de meeste van deze regios is het toegestaan om aardhonden te gebruiken, dat zijn honden die de vossen uit hun pijpen jagen waardoor ze kunnen worden bejaagd; in de meeste van deze landen kan men ook een uur na zonsondergang en een uur voor zonsopgang de vos, die een nachtdier is en die dus ook op die uren op rooftocht gaat, bejagen. In Vlaanderen mag je een kooi gebruiken om vossen te vangen, maar je mag er hoogstens een fles champagne of wijn in leggen, maar de vos drinkt geen wijn en ook geen champagne. In de andere landen mogen ze levend lokaas gebruiken. Dat is de manier om de vos op een geciviliseerde manier en niet, zoals twintig jaar geleden, met stroppen en dergelijke te vangen.
Wij vragen niet veel. Wij vragen dat artikel 6, punt 2, van het Jachtopeningstijdenbesluit wordt aangepast, zodat het hele jaar door op vossen mag worden gejaagd, met uitzondering van de periode van 15 maart tot 1 juli, wanneer ze jongeren werpen. Wij vragen in de mogelijkheid te voorzien om de vos s nachts, in die twee uur waarover ik het had, met kunstlicht te kunnen bejagen. Ten slotte vragen wij om in overleg met de jacht-, natuur- en landbouwsector daadkrachtige maatregelen te nemen met het oog op een doelmatige regulering van de vossenpopulatie en het voorkomen van een vossenplaag.
Ik doe dus een oproep aan uw gezond verstand. We weten dat 165 miljoen Europeanen denken zoals ik, mijn partij en nog een aantal andere partijen zoals Open Vld en Vlaams Belang erover denken: wij moeten er iets aan doen. Wij willen niet teruggrijpen naar een uitroeiing van de vossen, zeker niet. Wij willen een regulering, waardoor de neerhofdierenhouders, zoals een aantal onder ons, op een normale manier pluimvee kunnen houden, zonder het gevaar te lopen dat alle vijf stappen hun hele populatie van kippen en eenden wordt uitgemoord. Wij willen ook dat de vos door zijn grote populatieaangroei niet de kans krijgt om de soorten die door de jager worden bejaagd in een zeer beperkt venster en die door de jager in stand worden gehouden, vogel- en andere soorten, uit te roeien.
Daarom roep ik op om dit voorstel van resolutie goed te keuren. (Applaus bij LDD)
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, ik wil van op mijn bank een verantwoording geven voor ons stemgedrag straks, zonder daarom alles te herhalen wat de heer Sabbe al heeft gezegd.
Voorzitter, wij hebben over dit dossier uitgebreide hoorzittingen gehouden. Er zijn actuele vragen en interpellaties geweest. Ik denk dat ondertussen de standpunten van alle partijen bekend zijn. Vele mensen in deze zaal die een lokaal mandaat bekleden, werden het voorbije jaar geconfronteerd met een voortdurend toenemend aantal klachten van burgers. (Opmerkingen van de heer Kris Van Dijck)
U moet maar eens naar West-Vlaanderen komen, mijnheer Van Dijck. Die klachten zijn er door de overpopulatie van vossen. Ik vind het jammer dat de heer Callens niet aanwezig is. Hij zou ook kunnen getuigen van een recent pak klachten.
Ik wil, net als de heer Sabbe, wijzen op de regelgeving in het buitenland. Ook in het buitenland is er voorafgaand aan de beslissing in dit dossier een maatschappelijk debat geweest met alle actoren. Ik stel vast dat zowel in Nederland als in Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië na dit ruime maatschappelijke debat de regelgeving voor de bestrijding van de vossen strenger is geworden dan bij ons. Dit komt natuurlijk doordat minister Schauvliege enerzijds de zogenaamde dierenliefhebbers en anderzijds diegenen die volgens sommigen de vos willen uitroeien, te vriend wil houden. Zij rommelt wat in de marge, maar concrete nieuwe maatregelen worden niet getroffen.
Mijnheer Sabbe, u vraagt zich af waarom er geen voorstel van resolutie of voorstel van decreet van de meerderheid komt. Ik zal het u zeggen: omdat de meerderheid verdeeld is in dit dossier. We hebben dat kunnen vaststellen in de diverse debatten in de commissie.
Voorzitter, dit dossier doet me enigszins denken aan het vroegere dossier van de vinken. Ik zetelde toen nog niet in het parlement, maar ik heb er wel veel over gelezen. Net als het dossier van de vinken blijft men dit dossier maar met zich meeslepen. Men weigert beslissingen te nemen, eenvoudigweg omdat de meerderheid verdeeld is. Ik ben dan ook bijzonder benieuwd naar het stemgedrag straks van enkele leden van de CD&V-fractie, want ik denk dat ze op dezelfde golflengte zitten als de indieners van dit voorstel van resolutie.
Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Voorzitter, ik wil eerst een praktische vraag stellen. Zoals de heer Sabbe al heeft opgemerkt, heeft Open Vld ook drie voorstellen van resolutie ingediend: een gelijkaardig voorstel over de vossen, een voorstel over het Soortenbesluit en een voorstel over de problematiek van de everzwijnen. Die drie voorstellen zijn op een bepaald ogenblik samen met het voorstel van de heer Sabbe behandeld in de commissie Leefmilieu ze zijn alleszins toegelicht. Er is een hoorzitting geweest. Er is het evaluatiedossier geweest van ANB.
Toen zijn de werkzaamheden gestopt. Men wachtte op een initiatief, ofwel van de minister, die een aantal aanpassingen zou doen, ofwel van de meerderheid, in de vorm van een decreettekst. Daar zit ik zelf nog altijd op te wachten. Als we dit voorstel van resolutie nu hier afhandelen, mag ik er dan van uitgaan dat onze drie voorstellen nog een eindafwerking krijgen in de commissie, in de vorm van een stemming? Ik heb die vraag gesteld aan de voorzitter van de commissie, maar hij kon daar ook niet meteen een klaar en duidelijk antwoord op geven.
Die voorstellen zijn hangende. Ze zijn niet afgewerkt. Ik ga er dus van uit dat die bij de start van het parlementaire jaar in september opnieuw op de agenda kunnen worden gezet.
Mevrouw Van der Borght, elke commissie regelt zelf haar werkzaamheden. De heer Sabbe heeft die vraag voorgelegd aan het Uitgebreid Bureau. Dat was het er eenparig mee eens dat zijn voorstel aan de agenda van vandaag zou worden toegevoegd. Andere vragen hebben ons niet bereikt.
De heer Martens heeft het woord.
Voorzitter, ik heb er geen enkel probleem mee die voorstellen van resolutie van de Open Vld-fractie opnieuw op de agenda te zetten. Het ware natuurlijk logischer geweest, mochten ze samen met het voorstel van resolutie van Lijst Dedecker kunnen worden besproken. Ofwel onderbreken we dan nu de bespreking en dan verplaatsen we alles naar september of oktober, naar de commissie Leefmilieu, ofwel gaan we door, maar ik vraag me af wat de zin is van het nu enkel bespreken van het voorstel van Lijst Dedecker, om dan in oktober dat debat nog eens over te doen aan de hand van de voorstellen van Open Vld.
Voorzitter, het zou inderdaad logischer zijn, mochten we alle voorstellen van resolutie samen kunnen behandelen. Ik weet echter niet of dat reglementair mogelijk is. We hebben al die voorstellen besproken in de commissie. De standpunten zijn bekend. De parlementsleden die zich met dit dossier bezighouden, weten waarover de voorstellen van Open Vld gaan. Kunnen die in de plenaire vergadering met dit voorstel van resolutie worden behandeld, en kan erover worden gestemd?
Ik wil de heer Martens en de andere collegas erop wijzen dat Lijst Dedecker op 21 januari ter ziele is gegaan en is omgevormd tot LDD. Mijnheer Martens, ik weet dat uw bewondering voor mijn voorzitter geen grenzen kent, maar sinds 22 januari heten wij Libertair, Direct, Democratisch.
Ik ga er dus van uit dat we die bespreking in september in de commissie zullen kunnen voortzetten. Toch wil ik me nu al aansluiten bij alles wat hier al is gesteld door de heren Sabbe en Sintobin. We hebben die discussies al meermaals gevoerd. Het blijft een moeilijk gegeven. Net als de heer Sintobin vermoed ik dat het binnen de meerderheid een moeilijke knoop is om door te hakken, maar goed, ooit zal er toch iets moeten gebeuren. Dit probleem blijft immers groeien.
De minister heeft zich daar al herhaaldelijk toe geëngageerd, en niet alleen de minister, maar ook prominente beleidsmakers, die graag uitpakken en tegen jachtverenigingen zeggen dat ze er werk van zullen maken, maar als puntje bij paaltje komt, lukt dat niet. Ik heb er alle begrip voor dat het moeilijk is iets te vinden met drie. Je kunt moeilijk zeggen dat je een halve vos gaat pakken, het is alles of niets. Je kunt niet schipperen, het is ja of neen.
We zullen met zn allen kleur moeten bekennen en aan de sector duidelijk maken wie zijn woord houdt en wie niet, wie iets etaleert en wie er werkelijk iets aan doet. Er zijn heel veel klachten. De regio Geraardsbergen uit Zuid-Oost-Vlaanderen wordt veelvuldig geconfronteerd met wateroverlast, maar ook met de vossen. Mensen uit die streek hebben een bezoek gebracht aan minister Schauvliege. De minister heeft zich dan ook geëngageerd en we kijken er met belangstelling naar uit.
Ik dring erop aan dat we stemmen over dit voorstel van resolutie omdat het bij hoogdringendheid werd ingediend omdat het jachtseizoen officieel van start is gegaan op 1 juli. Nu moet iedereen kleur bekennen en met zijn stemgedrag aantonen hoe hij tegenover deze ellende staat.
Het debat is al dikwijls gevoerd in de commissie, maar nog niet afgerond. Uit de hoorzitting heb ik verschillende zaken geleerd. Uit de toelichting van een vertegenwoordiger van het Agentschap voor Natuur en Bos blijkt dat er vandaag al ruime bejagingsmogelijkheden zijn. Men doet het uitschijnen alsof er niet op vossen wordt of kan worden gejaagd. De mogelijkheden via reguliere, bijzondere bejaging en bestrijding zijn vandaag al voorhanden.
We hebben van wetenschappers gehoord dat de problemen die men wil oplossen door een verruimde bejaging op de vos, niet zullen worden opgelost. We hebben ook gehoord dat de vossen sneller kweken dan dat je ze kunt bestrijden. Vanaf het moment dat je een deel van een territorium vosvrij zou maken, zou dat onmiddellijk worden ingenomen door nieuwe welpjes met een hogere levensverwachting. We zouden de Vlamingen een vals gevoel van veiligheid geven door ze wijs te maken dat door een verruimde bestrijding van de vos, het pluimvee veilig zal zijn.
De wetenschappers zeggen dat er in Vlaanderen nog geen gevallen van vossenlintworm bekend zijn. Juist een verruimde bejaging op de vos zou de verspreiding van de vossenlintworm in de hand kunnen werken omdat het gat dat valt in het territorium in Vlaanderen, ingevuld gaat worden door vossen die uit regios komen waar de vossenlintworm mogelijk wel aanwezig is. Hier zal men het omgekeerde effect bereiken door een verruimde bejaging op de vos.
Dan zijn er nog de grondbroeders en de weidevogels die in de problemen zouden komen door de grote vossenpopulatie. De natuurbehouds- en de vogelbeschermingsverenigingen zeggen zelf dat ze geen enkele reden zien voor een verruimde bejaging of bestrijding van de vos. Zij zien daar dus geen probleem in. Mocht er wel een zijn, dan heeft onze fractie er geen enkel probleem mee dat in het kader van de soortenbeschermingsplannen die kunnen worden opgemaakt voor het beschermen en in stand houden van specifieke grondbroeders en weidevogels, men gericht aan predatiecontrole zou doen mocht dat nodig zijn.
In Nederland gebeurt dat tijdelijk en gebiedsgericht, bijvoorbeeld bij het herintroduceren van de hamster. Dan gaat men in een bepaalde periode de vossenpopulatie sterker onder controle houden om die nieuwe beesten alle kansen te geven. Dan pak je dat beter gebiedsgericht en op maat aan via soortenbeschermingsplannen, waar naast de eventuele predatiecontrole ook andere maatregelen moeten worden genomen om de bedreigde vogelsoorten alle kansen te geven. Dan moet worden geïnvesteerd in bijkomende biotopen enzovoort om de grondbroeders alle kansen te geven.
Met andere woorden, wij hebben uit de hoorzittingen geen argumenten kunnen halen om een verruimde bejaging van de vos te gaan verdedigen.
De heer Demesmaeker heeft het woord.
Voorzitter, minister, dames en heren, mijnheer Sabbe, mijn dochtertje van 5 kijkt graag naar de animatiereeks Dora. Daarin speelt Zwieber de vos vaak de hoofdrol. Hij wordt voorgesteld als een dief met masker en handschoenen. In elk verhaal komt de zin terug: Zwieber, niet stelen! Wat ze ook graag ziet, is de Disney-versie van Pinokkio. De vos die daarin meespeelt, wordt voorgesteld als een gangster. Hij neemt en lokt Pinokkio uit winstbejag mee in allerlei onfrisse zaken. Daar is hij een schurk.
Zo kan ik nog een tijdje doorgaan. Van oudsher wordt de vos in veel verhalen, sagen en legenden voorgesteld als een dier dat absoluut te mijden en bestrijden is. Ook het mooie epische verhaal Van den vos Reynaerde gaat in die richting. Wikipedia is niet altijd een referentie, maar nu verwijs ik er toch naar. In de traditie van de oudste dierenverhalen werden dieren met legendarische halve waarheden en hele verzinsels opgezadeld. De vos wordt beschreven als uitgesproken demonisch: hij is wreed, bedrieglijk, hebzuchtig, vals, ontuchtig en genadeloos. Hij ontziet niemand. In dit negatieve verwachtingspatroon ontwierp de dichter dit dierenverhaal omstreeks 1260 al sinds 1260! voor een hoofs of adellijk publiek, zoals dat hier in het halfrond ongetwijfeld dat de gangbare opvattingen bevestigd wenste te horen en van een vos niet goeds verwachtte. (...) De Reynaert stelde hen niet teleur. De vos is een lepe, doortrapte bandiet, want niet alleen heeft hij kippen doodgebeten, daarnaast staat hij Bruun en Tibeert naar het leven en lokt hij de naïeve Cuwaert genadeloos in een dodelijke val.
Dus, van kindsbeen af wordt ons een bepaald denkbeeld over de vos ingelepeld, het waanbeeld dat het om een diersoort gaat die met alle middelen moet worden bestreden. Het is historisch bepaald, al sinds de middeleeuwen en waarschijnlijk veel vroeger. Het is net zoals vleermuizen allerlei nare eigenschappen werden toebedacht en aan de voordeur werden genageld om onheil te voorkomen.
Beleidsmakers mogen zich echter niet laten leiden door volks- en bijgeloof, ze kunnen zich beter laten leiden door wetenschappelijke inzichten. Wat dat betreft, heeft de heer Martens me al een beetje het gras voor de voeten weggemaaid. Ik kan me alleen maar bij hem aansluiten.
De vos is inderdaad terug, gelukkig. Waar hij voorheen voorkwam, nam zijn densiteit toe, waar hij niet meer voorkwam, kwam hij terug. Dat is een trend in heel Europa. Zijn afwezigheid hij was op een aantal plaatsen door de mens inderdaad zo goed als uitgeroeid zou onnatuurlijk zijn. Vossen zijn territoriumdieren, en dat is een wetenschappelijk inzicht, met een heel gevarieerd menu. Hij past zijn jachttechniek aan aan het beschikbare aanbod aan voedsel. Het grootste deel omvat volgens mijn gegevens muizen en ratten, zon kwart, gevolgd door wilde konijnen en hazen. Hij beperkt daarmee nota bene de mogelijke schade aan landbouwgewassen. Gevogelte, wilde vogels, afval en valfruit volgen daarna. In eerste instantie pakt hij verzwakte, oudere en zieke prooien. Dat is logisch, want een basisprincipe van de natuurlijke selectie.
De bewering in het voorstel van resolutie dat de vos geen natuurlijke vijanden heeft, is een beetje absurd. Vossen staan aan de top van de voedselpiramide en aan de top staan, betekent dat er niets boven staat. Vossen doen aan sociale regulatie waarbij territorium, de aanwezigheid van voldoende voedsel en de al aanwezig dieren, een rol spelen. De vos heeft het voorbije decennia trouwens een andere, een onnatuurlijke vijand gekregen. Het autoverkeer van de mens doodt immers veel meer vossen dan alle vermeende gewezen natuurlijke vijanden zoals beren of arenden, er ooit hebben kunnen doden.
Het systeem van sociale regulatie betekent dat bij een verhoogde sterfte, bijvoorbeeld door ziekte of bijvoorbeeld door bejaging, meer wijfjes zullen deelnemen aan de voortplanting en meer jongen zullen overleven. Dat wil zeggen dat een intensieve jacht niet leidt tot een afname van de populatie, wel integendeel, want van elke vos die geschoten wordt, zal een andere, meestal een jongere, vos het leeg gekomen territorium overnemen. Het is dus eigenlijk beter om de jacht te beperken, want daardoor kan er opnieuw een beetje normale leeftijdspiramide ontstaan bij de vossen en dat alleen al zal het aantal nesten, want daarover gaat het, doen afnemen.
Ik besef natuurlijk ook wel dat de vos aan de top van die piramide een concurrent naast zich heeft. Uiteraard is dat de mens. En die heeft natuurlijk een probleem met die concurrentie. En daar komt het jachtbelang om de hoek kijken, want hoe minder vossen, hoe meer wild er door de jagers kan worden geschoten.
Het probleem van de vossenlintworm wordt inderdaad overschat. In Vlaanderen komt het probleem nauwelijks voor. Door bejaging valt het probleem niet op te lossen. Wel integendeel, door intensief te bejagen wordt de migratie van de vossen gestimuleerd en lopen we het risico dat we het probleem importeren.
Ook ik krijg als schepen van milieu in mijn stad, Halle, regelmatig klachten binnen. Het is dan inderdaad aantrekkelijk om de mensen wijs te maken dat we er misschien iets aan kunnen doen door intensiever te bejagen, maar dan geven we de bevolking alleen maar een illusie, namelijk de illusie dat hun kippen en hun ganzen veiliger zullen zijn.
Collega, ik verneem met plezier dat u schepen van milieu bent. Uw dochtertje kijkt graag naar Dora. Als ik de mogelijkheid heb, kijk ik graag naar Groene vingers, want dat bestaat nog hier en daar. Als ik zap, kom ik dat programma af en toe eens tegen.
Als schepen van leefmilieu moet u ook begaan zijn met de gezondheid en het welzijn van de mensen. Ik hoop dat u de mensen dan ook inlicht dat ze, als ze wandelingen maken, uit preventieve overwegingen het best geen wilde bessen eten. Ik hoop dat u dat doet. Toen ik jong was en toen mijn kinderen nog jong waren, ging ik vaak wandelen langs de spoorwegberm en daar stonden heel veel braambessen. Ik heb die geplukt en ik heb er heerlijke confituur van gemaakt. Nu durf ik dat niet meer te doen, want er kan een zeker gevaar in schuilen.
Spijtig genoeg is het niet zo dat als je vandaag van die bessen eet je er binnen de 14 dagen ziek van bent. Als je 20 of 25 jaar later ziek wordt, zul je nooit weten dat het daarvan was, maar het is wel de realiteit. (Opmerkingen)
Wat dat met vossen te maken heeft? Collega, dat heeft er heel veel mee te maken. Misschien moet u naar de commissie komen en luisteren naar wat er wordt verteld over de wetenschappelijke studies. Die wetenschappelijke studies bestaan en ze gaan de twee richtingen uit, want het resultaat hangt altijd af van wie de studie maakt.
Mijnheer Demesmaeker, ik zou graag weten of u daar als schepen van leefmilieu mee begaan bent.
Het is natuurlijk altijd aan te raden wilde bessen eerst goed te behandelen en te wassen voor ze worden gebruikt.
Mevrouw Van der Borght overschat het probleem natuurlijk. Door de mensen goede informatie te verstrekken en goede preventiemaatregelen te nemen, bewijzen we de mensen een veel grotere dienst dan door hen wijs te maken dat we het probleem door middel van een bejaging van de vossen in de hand kunnen houden of oplossen. Dat is absoluut niet waar.
Ik heb hier veel onwaarheden gehoord. Ik denk eerst en vooral dat de heer Demesmaeker zijn kinderprogrammas en zijn lyrische ontboezemingen tijdens het kijken naar de tekenfilms over Reynaert de Vos een beetje met de realiteit op het terrein verwart.
De vos heeft geen natuurlijke vijanden. De vos is, zoals de heer Demesmaeker heeft gesteld, een verstandig dier. Ik wil iedereen eraan herinneren dat we hier wat quatsch uit de wereld moeten helpen. Hoe meer de vos wordt bejaagd, hoe meer vossen er terugkomen. Iedereen hier is minstens 40 jaar oud. In 1986 was er geen enkele vos in Vlaanderen. Hier wordt quatsch verteld. In dat geval moeten we er ook niet mee inzitten dat het Amazonewoud verdwijnt. Hoe meer we die beesten opjagen en hoe meer woud we hen afnemen, hoe meer beesten er zullen zijn. Dat is regelrechte quatsch.
Ik wil ook naar een studie verwijzen. Het gaat dan niet om een studie van een Nederlander die met vier vossen in een hutje woont en die in de commissie is komen aandraven om een paar onwaarheden het cachet van grote geleerdheid te geven. Ik heb die kerel onmiddellijk geconfronteerd met wat professoren in Nederland van hem vinden. Hij is blijkbaar langs de Vogelbescherming Vlaanderen binnengeraakt. Het is mij een raadsel. Het enige wat er nog aan ontbrak, was een vos aan een leiband. Voor het overige waren alle ingrediënten aanwezig om zijn clochardgehalte duidelijk in de verf te zetten. Ik heb zijn verhaal doorprikt. Nadien hebben alle commissieleden een brief gekregen waarin te lezen staat dat ik die kerel zou hebben gebruuskeerd. Ik zou om minder zo iemand bruuskeren.
In het Verenigd Koninkrijk heeft professor Fletcher voor de Legal predator control journal of applied ecology een uitvoerige test in een gebied van 10.000 hectare uitgevoerd. In het gebied waarbinnen de vos permanent is geëlimineerd, is de populatie van grondvogels, broedvogels en andere dieren als konijnen en hazen met 34 procent gestegen in vergelijking met het gebied waarbinnen de vos ongemoeid is gelaten. Dat zijn de facts and figures. Dat is geen Vlaamse quatsch over Roodkapje en Zeven Dwergen. (Applaus bij LDD en bij het Vlaams Belang)
Ik ben niet zo thuis in sprookjes. Ik vind echter dat de heer Demesmaeker de zaak in zijn betoog wat in het belachelijke tracht te trekken. De tegenstanders van de bejaging van de vos schermen altijd met wetenschappelijke studies. De heer Sabbe heeft dit net ook gedaan. Het is in verband met alle dossiers hetzelfde. Er zijn altijd even veel wetenschappelijke studies pro en contra te vinden. We kunnen hier ook tal van wetenschappelijke studies voorleggen waarin staat dat de bestrijding van vossen wel een effect heeft. De heer Sabbe heeft trouwens al het duidelijkste bewijs geleverd. In 1986 was er geen enkele vos in Vlaanderen. De reden is dat de vos toen efficiënt werd bestreden. Dit punt uit de uiteenzetting van de heer Demesmaeker is daarmee ook weerlegd.
Ik heb een vraag. In het Nederland, Frankrijk, Duitsland, Groot-Brittannië en Wallonië is een strengere bestrijding toegestaan. Indien die bestrijding effectief geen nut heeft, zijn ze in die landen dan allemaal verkeerd bezig? Op basis waarvan wordt die strengere bestrijding daar dan wel toegestaan?
Ik wil toch even reageren op wat hier wordt verteld. Als het geen leugens zijn, zijn het toch onwaarheden.
Mijnheer Sabbe, op het einde van uw betoog hebt u uw ware agenda toegelicht. U wilt de uitroeiing van de vos. U verwijst in dit verband naar de situatie in 1986. Gelukkig klopt dit ook niet. In die jaren zaten er nog vossen in de Kempen. Hij is nooit volledig uit Vlaanderen verdwenen. (Opmerkingen van de heer Mark Demesmaeker)
De studie waarnaar u verwijst, is dertig jaar oud en hopeloos gedateerd. Ze heeft geen enkele relevantie met de Vlaamse context. Een studie die is opgemaakt in de Schotse Highlands heeft niets te maken met een dichtbevolkt Vlaanderen zoals wij dat kennen.
Mevrouw Van der Borght, u had het over het eten van wilde bessen. Dat is een totaal uit de lucht gegrepen verhaal. Wat dat betreft, heb ik contact genomen met de specialisten inzake zoönose in België. In Vlaanderen is er geen enkele vos gevonden met een vossenlintworm, enkele exemplaren in Vlaams-Brabant. En er is zelfs na autopsie op menselijke lijken nog niemand gevonden waar met zekerheid die vossenlintworm is vastgesteld. Die paniekzaaierij om geen wilde braambes te eten, is totaal uit de lucht gegrepen. Ze wordt heel tendentieus door de jachtsector aangeleverd. Dat is dikke quatsch.
Ik kan u een paar namen geven van mensen die er wel door gevat zijn.
Dat moet u vragen aan de artsen die de onderzoeken doen. Het zijn medici die me verzekerd hebben dat het niet het geval is.
Daarnaast moeten we ook weten dat er een heel verdeeld advies is van de Minaraad (Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen). U roept het aspect veiligheid in als het om de wilde bessen gaat. Dat aspect wordt echter gecreëerd door de jachtsector zelf als ze voorstellen s nachts te gaan jagen. De heer de Kort is burgemeester van Brasschaat. Ooit is er een spelend kind gesneuveld toen er tussen de woningen werd geschoten. Als u dat model voorstaat om de vos te verdelgen, waarbij op 500 meter van woningen dag en nacht wordt gejaagd, dan zet u de deur open voor accidenten. (Opmerkingen van de heer Ivan Sabbe)
Laten we het ten slotte even hebben over vergelijkingen met het buitenland. In het buitenland laat men de vos in het dorp zitten. Ik ken die praktijken uit de Champagnestreek in Frankrijk, ik ken die praktijken in de Spaanse Pyreneeën. Waarom laat men die zitten? Eén sterke vos houdt de andere weg. Die moeten niet bejaagd worden. Door de sociale regularisatie gebeurt dat vanzelf.
Voorzitter, de uitlatingen van de heer Sabbe tarten elke verbeelding. We hebben vergaderingen gehouden in de commissie, we hebben deskundigen gehoord. Mijnheer Sabbe, wat mij betreft, waren dat deskundigen. De manier waarop u zich uitlaat over een van de professoren, dat vind ik bijzonder erg. Die mensen zijn te gast in onze commissie, worden door ons, niet alleen door de meerderheid, uitgenodigd. De verschillende partijen hadden afgesproken wie zou worden uitgenodigd en wie niet. In uw ogen ging het misschien om een ongenode gast. Wat hij verteld heeft, hield in elk geval steek. Zoals de heer Peeters heeft gezegd, haalt u studies aan die niets te maken hebben met de Vlaamse context, die zich afspelen in een heel andere regio, in een heel andere omgeving enzovoort.
En wat het eten van wilde bessen betreft, ochot, collega, ik zou dat nooit doen, eten langs de baan. Mijn moeder zegt dat ook. Doe dat niet, jongen, zegt ze. Ik doe dat dus niet. (Gelach)
Op dergelijke vruchten kan men natuurlijk allerlei ziektes aantreffen. Dat heeft niet alleen met de vos te maken. Als je een beetje geluk hebt, zitten er ook nog pesticiden op, en dan ben je helemaal gezien.
Je kunt die vos inderdaad beheersen. Dat kun je doen door hem uit te roeien. Als je hem uitroeit, dan kan je het probleem inderdaad beheersen. Ik denk echter dat het niet de bedoeling kan zijn om, nu de vos eindelijk terug is, een van nature aanwezig dier in ons land, dat trouwens ook cultuur-historisch een belangrijke rol speelt er is al verwezen naar Van den vos Reynaerde, waaruit ik zou kunnen citeren, maar ik zal dat niet doen hem uit te roeien. Want dat is inderdaad de enige manier om hem onder controle te houden.
Ik wil even iets rechtzetten. Mijnheer Peeters, misschien zijn er twee studies, maar bij mijn weten dateert de studie van professor Fletcher van 2008. Dat is geen dertig jaar, maar wel drie jaar geleden. Misschien hebt u er een nul te veel achter gezet.
Mijnheer Vandaele, mijn moeder zegt me bessen te plukken en er goede confituur van te maken.
Voor alle duidelijkheid en om te vermijden dat er verkeerde verhalen de ronde doen, wil ik toch iets rechtzetten. Het incident is niet in Brasschaat gebeurd, maar in Kalmthout. Het ging om een particulier die in zijn tuin schietoefeningen aan het houden was. Zo is er een kogel verloren gegaan en is er, spijtig genoeg, een kindje gestorven. Dat heeft niets te maken met de aanpak ten aanzien van vossen.
Mijnheer Sabbe, over het quatsch- of clochardgehalte van sommige opmerkingen spreek ik me niet uit. Iedereen interpreteert de studies zoals hij zelf wil. Ik zag de euforie toen u had over de jaren 80, toen de vos nergens in Vlaanderen te bespeuren viel. Dat zegt alles. U wilt terug naar de tijd dat de vos zo goed als uitgeroeid was in Vlaanderen. Dat is de enige manier om kippenhouders een veilig gevoel te geven, als de vos verdwenen zou zijn.
U citeert uit studies. Ik heb hier ook een studie. In het Vlaams referentie- en onderzoeksgebied van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, toch 100 vierkante kilometer groot in de Vlaamse Ardennen, blijkt dat het aantal succesvolle vossennesten niet afneemt, integendeel, ondanks de jaarlijkse afschotcijfers. U kunt de studies ter hand nemen die u zelf wilt en proberen uw gelijk te halen, maar wij baseren ons op degelijke wetenschappelijke gegevens.
In verband met de bescherming van het pluimvee komen er inderdaad heel wat klachten van de bevolking, ook bij lokale mandatarissen. De vos is een opportunist. Als die een niet-beveiligde kippenren ziet, zal hij zijn kans niet laten liggen. Het is niet omdat er enkele of zelfs veel vossen door jagers worden neergelegd, mijnheer Sabbe, dat de kippen plots veilig zijn.
Enkel een degelijke beveiliging van de kippenren geeft zekerheid. Ook lokaal laten wij aan de bevolking zien hoe dat kan. Het is vrij eenvoudig, het hoeft niet ingewikkeld of duur te zijn. In Halle hebben we een toontuin, onderhouden door de stad en door onze compostmeesters. Daar tonen wij hoe je eenvoudig je kippenren kunt beschermen tegen de vos. Dat is de enige goede manier om de bevolking voor te lichten.
De N-VA is geen voorstander van een aanpassing van het jachtopeningstijdenbesluit, zoals u dat vraagt. Het is waanzin om, zoals het voorstel van resolutie vraagt, nachtelijke safaris met kunstlicht te gaan organiseren in het dichtbevolkte Vlaanderen. Waar bent u in godsnaam mee bezig? Dat is onverantwoord! Dat is pas ronduit gevaarlijk!
Het getuigt van een ongelofelijke menselijke hoogmoed om de natuur te dwingen in een keurslijf dat ons goed uitkomt, om de natuur te vragen zich te gedragen zoals wij dat graag zouden willen. Als er vossenschade is, kan die worden beperkt door doelgerichte beschermingsmaatregelen, niet door de vos vogelvrij te verklaren. (Applaus bij de meerderheid en bij Groen!)
Mijnheer Demesmaeker, er is wel een wezenlijk verschil tussen bijzondere bejaging en bestrijding. Bijzondere bejaging heeft de bedoeling om preventief op te treden als men mogelijk schade verwacht. Bestrijding is toegestaan als de schade is vastgesteld. We vragen in ons voorstel van resolutie een verruiming van de bijzondere bejaging. Als u twijfelt aan de effectiviteit ervan, waarom staat een land als Nederland, het natuurliefhebbende land bij uitstek, dan plots toe dat men in het grote natuurdomein de Veluwe de vos via bijzondere bejaging aanpakt? Hebt u daarvoor een verklaring uit een of andere studie?
Ik dacht even dat de literaire geschiedenis van de vos van de heer Demesmaeker de zeden zou verzachten in dit halfrond, maar er was geen bemoederen aan.
Ik denk dat dit nog maar eens heeft aangetoond dat er weinig onderwerpen zijn waarvan de standpunten zo ver uit elkaar kunnen liggen. Er zijn ook redenen genoeg, anekdotes allerhande en een heel scherpe beeldvorming. Men kan zich enerzijds bedienen van het beeld van de arme burger die zijn laatste hoender ziet verdwijnen als de vos de tuin binnenvalt, maar anderzijds wordt de vos in beeld gebracht met het lieftallige kopje van de vossenwelp. Deze twee beelden worden links en rechts gebruikt en tussenin ligt uiteraard nog een heel brede problematiek die we, zoals gezegd, al vrij grondig besproken hebben in de hoorzittingen. Voor die hoorzittingen hebben we wetenschappers uitgenodigd. We hebben het hier al over een wetenschapper gehad waarvan werd gezegd dat hij was uitgenodigd door de commissie. Volgens mij is hij niet door de commissie uitgenodigd, maar heeft hij zichzelf uitgenodigd via een achterpoortje. Dat moet even gezegd worden, want de waarheid heeft haar rechten.
Een aantal dingen die zich er tussenin bevinden, moeten we toch wel in een brede context bekijken. De bezorgdheid om de volksgezondheid is een terechte bekommernis. Een van de meest wetenschappelijk onderbouwde uiteenzettingen die ik heb gehoord in de commissie ging net over de vossenlintworm. Ik heb heel duidelijk begrepen dat de vossenlintworm vandaag niet het probleem is, maar ik wil ook niet zeggen dat we het niet moeten opvolgen.
We hebben in Vlaanderen al zeer veel geïnvesteerd in grondbroeders en beheersovereenkomsten op natuurgebied. We moeten ons vandaag misschien de vraag stellen: wat met de grondbroeders in welke gebieden? Voorzitter, ik begrijp dat het debat hier vandaag niet gefinaliseerd is door de ietwat ongelukkige organisatie van de werkzaamheden.
Voor ons gaat dit voorstel van resolutie te ver. Voor ons is de vos zeker en vast niet vogelvrij verklaard, om het in termen van vogels en vossen te houden. Wij denken dat de vos niet moet worden bestreden met een generieke maatregel, maar dat er eerder moet worden gedacht aan de bestrijding zoals dat vandaag is en eventueel aan bijzondere bejaging, waar ook mevrouw Van der Borght naar verwijst.
Voorzitter, ik wil nog even reageren op de vergelijking met het buitenland. Uit de uiteenzettingen in de commissie hebben we geleerd dat er in Nederland maar evenveel vossen worden geschoten als in Vlaanderen. In Nederland doet men er een jaar over, in Vlaanderen gebeurt het in één jachtseizoen. Het aantal geschoten vossen is perfect te vergelijken met het buitenland, maar in Vlaanderen worden er bovendien nog heel wat doodgereden. Er is dus geen argument om het hele jaar door op de vos te jagen. We kunnen het perfect doen met onze huidige wetgeving en de rol van de boswachter, zeker als we bijzondere bejaging toestaan.
De jachtsector vraagt om zelf te mogen schieten, maar boswachters kunnen dat werk ook voor hen doen. Wat is dan de ware drijfveer? Ik denk het plezier van het afschieten. (Applaus bij N-VA en Groen!)
Voorzitter, ik nodig de commissie uit om het natuurgebied Het Zwin in Knokke te bezoeken. Het is leeggeroofd door de vos. We kunnen per fiets 7 kilometer verder gaan naar Nederland waar eenzelfde biotoop aanwezig is met een overpopulatie aan broedvogels, eenden en ganzen, gewoon omdat de jachtwetgeving in Nederland anders is dan in Vlaanderen. Meteen is het bewijs er dat de aanpak in Nederland, waar de vos het hele jaar mag worden bejaagd, wel effectief is.
Ik nodig ook de heer Demesmaeker uit. Hij is wel geen lid van de commissie, maar ik ben verrast door zijn uiteenzetting. De beeldspraak met de kinderprogrammas vond ik wel leuk.
Wat de groenen en de N-VA zeggen, vind ik helemaal niet groen. Wie voor de ongebreidelde aangroei van de vossenpopulatie is, is antigroen omdat hij de vogels en andere soorten laat uitmoorden door de vos. Daarenboven is dat tegen de mensen die neerhofdieren houden en die een gezonde voeding willen door zelf kippen te kweken, geen industriële kippen.
Ik kan met kennis van zaken praten, want ik stond dertien jaar aan het hoofd van een voedingsonderneming. De kippen die we dagelijks in de supermarkt kunnen kopen, zien het daglicht nooit. Ze zitten zes weken opgesloten. Het ei komt uit een industriële oven. De kip komt in de kippenkwekerij in een gesloten schuur waar er geen daglicht is. Het enige wat ze mogen doen, is eten, drinken en schijten. Mijnheer Demesmaeker, ik heb zelf het grootste slachthuis van Vlaanderen bezocht en ook Lintor in de Kempen heb ik bezocht. Daar worden er 700.000 van die kippen dagelijks geslacht.
Ik ben wel groen. Waarom? Omdat ik probeer op een constructieve manier neerhofdieren te houden die dat lot niet beschoren zijn en die drie maanden ik denk aan de Mechelse koekoek bij mij in de wei kunnen rondlopen en ten volle van de natuur kunnen genieten. Maar neen, u wilt die vriend van u, die vos, die dat in de weg staat, beschermen en dus wilt u in feite onrechtstreeks zorgen dat iedereen gedwongen wordt om terug in de supermarkt de waterplofkip te kopen, die vol hormonen en vol brol zit en nooit het daglicht heeft gezien. Als dat groen is? Sorry, dat is een belediging voor groen.
Voorzitter, ik wilde niets meer zeggen, maar als de heer Sabbe het nodig vindt om weer te beginnen raaskallen, wil ik even reageren. Mijnheer Sabbe, ik denk dat u doof bent aan één kant van te veel te schieten.
De problematiek van het Zwin is ruimschoots bekend en vaak omschreven. Het Zwin verzandt, de sliblaag wordt zavel en er is geen bodemleven meer. Wat doen de vogels dan? Ze gaan aan de Nederlandse kant zitten waar de slikken nog wel intact zijn. Het verdwijnen van de vogels in het Zwin is een probleem van verzanding en is geen probleem van de vossen, zoals u telkens zegt. Telkens krijgt u dit antwoord, het staat ook in het commissieverslag, maar u blijft die slogans herhalen tegen beter weten in. Dat getuigt van slechte wil. (Applaus bij CD&V, sp.a, de N-VA en Groen!)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie houden.