Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Minister, dat er een probleem was en dat het Lambermontakkoord nog niet afgerond was inzake de overdracht van het patrimonium, wisten we. Het meest tot de verbeelding sprekende voorbeeld op dat vlak is de plantentuin van Meise, waar al sinds 2001 vragen over worden gesteld in dit parlement. Dat is in feite een kafkaiaanse toestand.
De heer Roegiers, ere wie ere toekomt, is blijkbaar een en ander gaan uitpluizen en komt tot een lijst van 31 dossiers die nog altijd niet rond zijn.
Wat mij stoort in de berichtgeving, minister, is dat de werkgroep die zich bezighoudt met de overdracht van de gebouwen, niet meer is samengekomen sinds juni 2008. Ook de Vlaamse overheid ziet geen reden om op dit ogenblik nog initiatieven te nemen omdat die blijkbaar niet zinvol zouden zijn. Minister, u hebt ons een assertief beleid beloofd.
Als dit klopt, is niet alleen de plantentuin van Meise kafkaiaans, maar de hele situatie. Wat zijn de volgende stappen in het assertief beleid dat u ons hebt beloofd, om eindelijk schot in de zaak te krijgen?
Minister Bourgeois heeft het woord.
Het gaat inderdaad over activa die in het Lambermontakkoord waren opgenomen met het oog op overdracht naar de gewesten. Er zijn nog zaken uit het Lambermontakkoord die niet zijn uitgevoerd. Ik denk dan aan ontwikkelingssamenwerking. Men moet echter niet verwijten daar geen uitvoering aan te geven. Ik heb het Lambermontakkoord niet goedgekeurd. Ik heb destijds gezegd dat het akkoord over ontwikkelingssamenwerking niet uitgevoerd zou worden.
Wat de overdracht van de activa betreft, gaat het in totaal over nog 31 items aan Vlaamse kant en 26 aan Waalse kant. In de wet op de hervorming der instellingen staat dat die overdracht moet gebeuren in consensus in het Overlegcomité. Daar is herhaaldelijk over onderhandeld. U weet welke inspanningen de minister-president heeft gedaan voor de plantentuin van Meise. Ook over de andere dossiers is herhaaldelijk onderhandeld. Het punt is dat Wallonië zegt die overdracht niet te willen, tenzij ze de middelen krijgen om die items allemaal in orde te brengen. Daar zijn kosten aan verbonden. Ik refereer aan de plantentuin in Meise en aan het Instituut voor Landbouw- en Visserij (ILVO) in Melle en Merelbeke. Dit is nog besproken op het Overlegcomité in juni 2008. Wallonië liet toen opnieuw akte nemen van de verklaring dat die overdracht niet kan als er geen middelen worden overgedragen. Het probleem is verwezen naar een interministeriële conferentie die plaatsvond in december 2008 waarbij Wallonië hetzelfde standput innam. Het werd opnieuw besproken tijdens een vergadering van het Overlegcomité in februari 2009. Daarbij werd nogmaals vastgesteld dat er geen akkoord was. In april 2010 is de Federale Regering gevallen. Sindsdien is er geen vergadering meer geweest van het Overlegcomité waarbij dit probleem kon worden aangekaart.
Ik heb vanmiddag van de gelegenheid gebruik gemaakt om dit probleem opnieuw aan te kaarten bij minister-president Demotte. We hebben afgesproken dat we bilateraal nog eens contact zouden nemen. Tot nader order blijft hij echter bij zijn standpunt dat hij dat geld vraagt. Vlaanderen heeft gezegd dat dit in de huidige omstandigheden geen zin heeft en vraagt om die gebouwen over te dragen. Dat heeft ons echter niet belet om bijvoorbeeld voor het ILVO de nodige initiatieven te nemen.
Dit is echter een zaak die niet kan blijven aanslepen. Wij hebben alle mogelijke druk uitgeoefend. Ik kan het echter niet helpen dat de bijzondere wet bepaalt dat er een akkoord moet zijn in het Overlegcomité.
Zo kunnen we blijven wachten. Dat doen we nu al 10 jaar. Als het Waalse Gewest niet mee wil tenzij er extra financiële middelen worden overgedragen, dan moeten we op zijn minst vragen wat ons toekomt. Wat de plantentuin van Meise betreft, gaat het niet alleen over de financiën maar over heel wat andere zaken. U hebt het ook over de versnippering van de bevoegdheden binnen de Vlaamse Regering. Minister-president Peeters is bevoegd voor de plantentuin als minister van Landbouw, u bent bevoegd voor erfgoed en minister Schauvliege voor nog een aantal andere dingen. Is er binnen de Vlaamse Regering één minister die zich bezighoudt met deze zaken, en meer bepaald met de overdracht die nog moet gebeuren in het kader van het Lambermontakkoord? Of zijn het de afzonderlijke ministers die eventueel de onderhandelingen voeren? Dat lijkt me niet wijs. Het zou beter zijn indien één minister het aanspreekpunt is als het gaat over die overdracht.
De heer van Rouveroij heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik lees even een citaat: De partij die het luidst roept om een staatshervorming is niet eens in staat om de vruchten van de vorige te plukken. Laten we daarom eerst de vorige verbouwing tot een goed einde brengen. Dat zijn niet de woorden van een Open Vlder of een ander oppositielid, maar van een gewaardeerde Gentse collega, de heer Roegiers, van sp.a. Minister, ik vraag u niet hoe de sfeer is in de Vlaamse Regering. We kennen het antwoord. De sfeer is goed, neem ik aan.
Ik bekommer me wel om het volgende. Klaarblijkelijk verwijst uw kabinet naar de versplintering van bevoegdheden. De plantentuin van Meise is een zaak voor de minister-president. Het spoormateriaal is dan weer het domein van mobiliteitsminister Hilde Crevits. Hoe moet ik dat lezen? Is het een verwijt of een vaststelling dat het daar vast zit? Moeten we nog voor eigen deur vegen alvorens de beschuldigende vinger te wijzen naar de Walen?
De heer Roegiers heeft het woord.
Ik lig inderdaad aan de basis van deze actuele vraag, niet omdat ik iets gekregen zou hebben vanuit de administratie, maar ik heb een schriftelijke vraag gesteld en heb daarop een uitgebreid antwoord van de minister gekregen.
Mijnheer van Rouveroij, ik heb inderdaad wat kritiek gegeven. Ik denk niet dat elke vorm van kritiek moet leiden tot een vraag of de sfeer wel goed is. Ik heb gezegd en ik vind nog altijd dat minister Bourgeois de voorbije twee jaar iets te weinig initiatieven heeft genomen om die dossiers rond te krijgen. Ik neem er nu akte van dat de minister daarover heeft gesproken met zijn collega Demotte. Ik kan maar hopen dat er enige vooruitgang wordt geboekt.
Wat de versplintering betreft: ik heb de vraag ingediend en het zijn de diensten van het parlement die de vraag hebben toegewezen aan de minister. Ik ga ervan uit dat hij dan de bevoegde minister is. Al de rest moet binnen de regering worden besproken.
Ik neem er akte van, mijnheer Roegiers, dat u bij uw aantijgingen aan mijn adres blijft. Ik kan het niet helpen dat u bij gebrek aan kennis van zaken een mening uit. (Applaus bij de N-VA)
Wij hebben alles gedaan wat we kunnen doen in dat dossier. U hebt destijds Lambermont goedgekeurd. Ik heb er toen voor gewaarschuwd. (Opmerkingen van de heer Jan Roegiers)
U zat toen in de Federale Regering, die dat toen niet heeft uitgevoerd. U kunt Vlaamse ministers vandaag niet verwijten dat het toen niet is uitgevoerd. Het is in 2001 goedgekeurd. We zijn tien jaar verder. Deze Vlaamse Regering, net als de vorige, doet niet anders dan proberen om dit tot een goed einde te brengen. Ik herhaal: wat in de wet op de hervorming der instellingen staat, geldt nu eenmaal. Je moet een akkoord hebben. De Walen willen het niet als de centen er niet bij liggen. Dat is officieel genotuleerd in het Overlegcomité, waar we dat herhaaldelijk ter sprake hebben gebracht.
Collegas, maak u geen zorgen. Mijn kabinet heeft gezegd dat bepaalde zaken onder diverse bevoegdheden vallen: Natuur en Bos, Landbouw of Binnenlands Bestuur. Maar wij spreken uit één mond op dat Overlegcomité. Op het Overlegcomité agendeert één minister dat punt namens de regering. De minister-president en de minister van Financiën en Begroting zijn naar het Interministerieel Comité geweest. Alle contacten, bilateraal, in het Overlegcomité en in het Interministerieel Comité, zijn gebeurd. Maar telkens opnieuw zegt de heer Demotte, tot op vandaag, dat hij dat niet wil doen, die eigendommen niet wil, omdat hij de centen erbij wil hebben. Vlaanderen wil de buil tegen de bluts stellen: draag ze over en we doen het nodige. Het botst op dat punt.
Dat u deze regering verwijt dat ze niet het nodige doet, aanvaard ik niet. Ik kan enkel vaststellen dat het niet vooruit gaat. We kunnen het niet eenzijdig regelen. Dat is de situatie waarmee we tot nu toe worden geconfronteerd. De situatie, mijnheer Roegiers, bestaat sinds 2001. (Applaus bij de N-VA)
De laatste opmerking van de minister is betekenisvol. Ik twijfel er niet aan dat de Vlaamse Regering het nodige heeft gedaan om dat tot een goed einde te brengen. Maar men stelt vast dat de andere kant niet mee wil en daar blijft het dan bij. Er komt dus geen oplossing.
Minister, dat is een verwijt dat ik niet aan u persoonlijk, maar aan de Vlaamse Regering maak. Er werd ons toch een assertief beleid beloofd. Uzelf zou toch buiten de lijnen kleuren. Als Brussel-Halle-Vilvoorde niet werd gesplitst, ging u toch het Overlegcomité platleggen en zou u geen samenwerkingsakkoorden meer sluiten. Nu zie ik een minister die hier terecht komt vaststellen dat de andere kant niet meewil, en dat er dus geen oplossing is.
Minister, u kunt andere institutionele middelen gebruiken om dat wel voor elkaar te krijgen, maar daar past deze Vlaamse Regering blijkbaar voor. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Het incident is gesloten.