Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de problematiek van het zogenaamde luxeverzuim op school
Verslag
Dames en heren, voor de duidelijkheid: de leden hebben 2 minuten om hun vraag te stellen, de minister heeft 2 minuten om te antwoorden. Dan is er een repliek van 1 minuut. De partijen die niet vertegenwoordigd zijn op het spreekgestoelte, kunnen zich aansluiten: ook zij krijgen daarvoor 1 minuut. Ik heb me voorgenomen om die spreektijden toe te passen. Ik volg de Kamervoorzitter. Mevrouw Brusseel, u mag zich zeker aangesproken voelen.
Mevrouw Brusseel heeft het woord.
Voorzitter, geachte leden, minister, ik zie dat hier momenteel helaas ook sprake is van wat luxeverzuim, maar ik ben er zeker van dat de leden straks zullen toestromen om naar uw antwoord te luisteren. U hebt het in de kranten gehad over luxeverzuim, waarbij kinderen te vroeg op vakantie vertrekken. U wilt daar iets aan doen. U zult met de onderwijsnetten en de scholen, maar ook met de touroperators rond de tafel gaan zitten. U zou blijkbaar cijfers vragen aan de touroperators.
Mijn vraag aan u is de volgende: schendt u de privacywetgeving niet als u de cijfers bij de touroperators opvraagt? Anders gezegd: hebt u hierover aan de Privacycommissie een advies gevraagd? En zo ja, wat was het antwoord?
Mevrouw Vermeiren heeft het woord.
Het luxeverzuim is actueel: het gaat over leerplichtige leerlingen die met medeweten van de ouders een aantal schooldagen niet aanwezig zijn, en dan vooral de laatste schooldagen voor de schoolvakanties. Dat luxeverzuim heeft een aantal oorzaken. Een jaar geleden hebt u in de kranten aangekondigd dat u daartegen zou optreden. Vandaag, een jaar later, kondigt u opnieuw actie aan. Ik ben tevreden dat u actie wilt ondernemen. Ik neem aan dat u iets hebt geprobeerd, maar ook dat het niet gemakkelijk is.
Er zijn verschillende oorzaken: mensen die op het einde van het schooljaar vroeger willen vertrekken, enzovoort. Mijn fractie heeft daarover een aantal denksporen. Een centraal inschrijvingsregister waaraan wordt gewerkt zou ervoor kunnen zorgen dat we kunnen meten. De sensibilisering van ouders, jongeren en scholen, maar zeker ook van doelgroepen van mensen die vroeger vertrekken of later terugkomen moet ook gebeuren. Ik had nog een derde punt, maar dat ben ik nu even kwijt.
Hoe moet het einde van het schooljaar worden aangepakt? Dat is niet evident, ook voor de scholen niet. Vaak zijn er nog vrije dagen. Er is een verschil tussen het basisonderwijs en het secundair onderwijs. Minister, wij zouden graag weten welke maatregelen u wilt nemen om het probleem aan te pakken.
Minister Smet heeft het woord.
Luxeverzuim komt op drie momenten voor. Het eerste is op het einde van het schooljaar, wanneer mensen die eerder tot de middenklasse behoren van oordeel zijn dat op het einde van het jaar toch geen les meer wordt gegeven en plaatsvervangende activiteiten zoals sport toelaten om met vakantie te vertrekken. Bovendien zijn de prijzen dan lager, soms enkele honderden euros minder. Ouders hebben dan weinig respect voor de schoolwerking, want ze beslissen om met vakantie te gaan terwijl leerkrachten hen op een oudercontact willen adviseren over de schooltoekomst van hun kind. Vlak voor de herfstvakantie en de kerstvakantie gebeurt het ook dat men een halve dag of een dag vroeger vertrekt. En dan is er ook het begin van het schooljaar, want Marokkaanse en Turkse kinderen starten het schooljaar later.
Ik heb alle actoren rond de tafel gebracht, zijnde de toeristische sector, de medische sector en de organisatoren van de scholen: de koepels, het Gemeenschapsonderwijs, de vakbonden, de ouderverenigingen en de scholieren zelf. Meteen valt op dat men zich afvraagt of er wel een probleem is. Men vraagt zich af of het wel veel voorkomt, en of het niet om een beperkt aantal leerlingen gaat. Wij hebben het hier trouwens al wel meer meegemaakt: het is niet omdat zich iets voordoet dat het ook om een algemeen maatschappelijk probleem zou gaan. Daarom is iedereen gevraagd om dit schooljaar te gebruiken om alles in kaart te brengen. In de komende dagen zal via Schooldirect worden gevraagd om het fenomeen te monitoren. Tussen 20 en 30 juli zullen we nagaan welke kinderen aanwezig zijn en welke niet, en waarom dat zo is. Wij zullen ook vragen welke activiteiten scholen organiseren, want scholen zijn verplicht opvang te organiseren. Bij het begin van het schooljaar zullen wij via de gebruikelijke weg nagaan wat we zullen doen.
Wij hebben de toeristische sector gevraagd of hij in staat is om ons cijfers te bezorgen over mensen die met vakantie gaan. Mevrouw Brusseel, ik heb natuurlijk nooit gevraagd dat men mij zou melden dat men zou klikken welke ouder een reis heeft geboekt, om nadien een inspecteur naar de luchthaven te sturen om die tegen te houden. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Ik zou daarentegen wel graag van de touroperators vernemen maar zij verzorgen slechts 30 procent van de reizen hoeveel mensen met kinderen met vakantie vertrekken. Ik moet de totaalcijfers hebben, en dat kan dus perfect anoniem. Ik moet de Privacycommissie dus echt niet vragen of ik die gegevens mag opvragen. Ik vind het overigens een beetje vreemd dat u, als liberaal, van de Privacycommissie de grote opzichter van het beleid wilt maken.
Een beetje raar vind ik dat. Maar goed, het is niet de eerste keer dat iets raar is. Maar dat is dus niet de bedoeling. De bedoeling is gewoon om er een zicht op te krijgen. En dan zijn er heel wat maatregelen mogelijk. Ik neem aan dat ik in het tweede deel van mijn antwoord op de mogelijke antwoorden inga. Maar laten we eerst de hoegrootheid van het probleem afwachten, het goed in kaart brengen en dan zien welke mogelijkheden er zijn. Ik zal daar in het tweede deel van mijn antwoord op ingaan.
Minister, het is helemaal niet raar. Het is voor ons een principekwestie. We beseffen heel goed dat er een probleem bestaat, ook al is het niet zo wijdverspreid als wordt beweerd. Mij is het erom te doen dat u, als minister van Onderwijs, met uw eigen sector aan tafel gaat zitten en dat u de reissector of de toeristische sector daar niet nodeloos mee belast of hen zaken vraagt die ze aan u niet verschuldigd zijn. Er is inderdaad een kwestie van privacy. Mijn vraag was daarom of u die cijfers zomaar kunt opvragen.
Ik vraag me bovendien af of dat de zaak wel vooruit helpt. U zegt dat u de oorzaken wilt aanpakken. Doe dat dan. De oorzaken liggen in het onderwijs, liggen ook bij de ouders. Er is een gedeelde verantwoordelijkheid. Maar waarom er in de krant dan zoveel heisa was over de reissector, is me nog altijd een raadsel. Want daar ligt niet de oorzaak van het probleem, tenzij u de prijzen van de touroperators wilt verhogen voor de laatste week van juni. Ik hoop van niet.
Minister, ik heb begrepen dat meten heel moeilijk is. Meten is weten, dat weten we allemaal. Met een centraal inschrijvingsregister weten we, en dus ook het onderwijs, misschien exact welke leerling wanneer afwezig is. Als ik me goed herinner, mogen leerlingen vier dagen afwezig zijn zonder doktersbriefje. Dat moet toch allemaal eens gemeten worden alvorens we verder kunnen.
Op één vraag van mij heb ik nog geen antwoord gekregen. De eindeschooljaarregeling is niet evident. In het basisonderwijs kan men die opvullen met schoolreizen, met prettige dingen. Kinderen komen toch, ze willen erbij zijn. In het secundair onderwijs is dat niet zo evident. Er zijn de examens, de deliberaties, die heel veel energie vragen van leerkrachten, die op dat moment bezig moeten zijn. Het is niet evident om leerlingen dan zinvol bezig te houden. Hebt u al nagedacht wat daar de mogelijke pistes zijn?
De heer De Meyer heeft het woord.
Minister, ik ben het eens met uw bezorgdheid om het luxeverzuim op school van nabij te bekijken. Het is een terechte bezorgdheid. Daarnaast vind ik de vraag van mevrouw Vermeiren over de organisatie van het einde van het schooljaar terecht. In sommige scholen worden fantastische inspanningen gedaan om het boeiend te houden voor de leerlingen. We weten uiteraard dat dat in het basisonderwijs gemakkelijker is. In het secundair zijn er deliberaties aan de gang. Maar ook daar moeten we toch eens durven nadenken hoe we het einde van het schooljaar organiseren, zodat het enerzijds haalbaar en verantwoord is ten aanzien van de personeelsleden, en anderzijds boeiend blijft voor de kinderen en de leerlingen.
Mevrouw Van Steenberge heeft het woord.
Minister, het is precies een jaar geleden dat ik die vraag over het luxeverzuim in de commissie heb gesteld. U hebt toen ook acties aangekondigd, maar echte acties zijn nog niet ondernomen.
Wat me nu wel opvalt in uw aankondiging van deze morgen, is dat u gesprekken zult voeren met de toeristische sector. Ik had vorig jaar die vraag gesteld. U zei me toen letterlijk: Ik heb geen nieuwe gesprekken gepland met de toeristische sector. Ik zie eerlijk gezegd ook niet onmiddellijk wat die zou kunnen doen. Blijkbaar hebt u ondertussen een voortschrijdend inzicht gehad en ziet u nu wel wat u met die toeristische sector kunt doen. Het gaat over meer dan luxeverzuim. Het gaat, zoals mevrouw Vermeiren zegt, over het einde van het schooljaar.
Ik had toen ook de vraag gesteld wat u zou doen in het secundair onderwijs, omdat de kinderen op het einde bijna een week extra thuis zijn en ouders zorgen hebben om opvang te vinden. U hebt toen geantwoord dat u dat zou bekijken in het kader van de Brede School. Hoe ziet u dat dan met die toeristische sector? Waarschijnlijk is er overleg met minister Bourgeois. Ik denk niet dat u daarvoor de privacycommissie moet aanspreken. Met Minister Bourgeois moet dat mogelijk zijn. Hoe ziet u dat in het kader van de Brede School? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Voorzitter, ik vind het logisch dat de toeristische sector mee rond de tafel zit, net zoals het logisch is dat de medische sector uitgenodigd is. Er is nogal wat gebrek aan eensgezindheid. Niemand kan zeggen hoe groot het probleem is, daar bestaat twijfel over. We kunnen dat nu pas meten, een schooljaar eindigt maar één keer per jaar.
De mensen van de toeristische sector hebben tijdens de vergadering aangegeven dat het voor hen niet gemakkelijk is omdat veel mensen zelf beslissen hoe ze op reis gaan, en dat iedereen op internet perfect een reis kan boeken via het Verenigd Koninkrijk, Nederland of Duitsland. Het is niet zo simpel als mevrouw Brusseel aangeeft. De prijzen verhogen is wellicht niet zo simpel, en dat is bovendien niet wenselijk. Ik vond het wel nuttig om cijfers te hebben, zelfs al is het maar een begin, uiteraard anoniem. Ik vind het een raar idee dat ik daarvoor de Privacycommissie zou moeten raadplegen.
Mevrouw Vermeiren en de heer De Meyer hebben de nagel op de kop geslagen. Het probleem is een combinatie van factoren. Sommige scholen stoppen heel vroeg, te vroeg. Ik heb onlangs een klacht gekregen van ouders, omdat de school van hun kind op 17 juni stopt. Het laatste examen organiseren op 17 juni om daarna twee weken te delibereren, met alle respect voor de autonomie van de school, maar dat is er toch wel ver over. Tenzij ze daar een heel bijzondere reden voor zouden hebben, maar ik kan me die niet inbeelden. Dus daar ligt het aan de organisatie. Zoals de heer De Meyer zegt, hebben leerkrachten tijd nodig om op een ernstige manier te delibereren en een attest uit te reiken aan de kinderen. Ze moeten daar een evenwicht in vinden.
We geven heel wat autonomie aan onze scholen, dus moeten we voorzichtig zijn vooraleer we gaan ingrijpen. Ik wil dat niet uitsluiten, maar dat zullen we in het najaar ik zou bijna zeggen: voor eens en altijd vastleggen. Vinden we maatschappelijk gezien dat we daar regelgevend moeten optreden, dan doen we dat. Maar hoe doen we dat dan? De school zou zinvolle activiteiten kunnen organiseren. Maar wat is een zinvolle activiteit? Een gezin met vier kinderen dat vroeg op reis vertrekt, kan tot 950 euro besparen. De kinderen kunnen even goed op het strand ergens op vakantie op een bal sjotten als op school. Dat gezin zal geen enkele activiteit die de school organiseert zinvol vinden. Anderen vragen om maatschappelijke stages, de scholieren hebben daarop aangedrongen. Dat soort zaken kan op het eind van het schooljaar. Dat is een mogelijke afweging.
Mieke Van Hecke zegt vandaag terecht in de krant dat het een gebrek aan respect is van de ouders voor de werking van de school en voor de leerkrachten. Als we dat aanvaarden, en ik aanvaard dat, dan moeten scholen ook begrijpen, zoals mevrouw Van Steenberge zegt, dat ze niet te vroeg mogen stoppen. Anders brengen ze de ouders in moeilijkheden. Als de ouders dan een bepaalde keuze maken, kunnen we daar ergens in komen.
We willen nu de grootte van het probleem kennen. We willen uitzoeken wat we kunnen doen, zeker inzake de organisatie van de scholen in samenwerking met de koepels en het gemeenschapsonderwijs.
Ik kies niet voor een systeem van boetes zoals sommigen suggereren. Nederland doet dat. Ik heb evenmin goesting om inspecteurs naar de luchthaven te sturen om daar te controleren. Bij ons op het ministerie wordt dan gesproken over inspectie in een Mega Mindypakje. Dat gaan we niet doen. (Opmerkingen van de heer Mark Demesmaeker. Hilariteit)
U hebt veel te veel fantasie, mijnheer Demesmaeker. Ik ga dat niet doen, voor alle duidelijkheid. Alleen wie daarmee in zijn hoofd zit, kan zoiets bedenken.
We willen dat op een correcte en evenwichtige manier aanpakken.
Minister, het is weer hetzelfde, namelijk meten om te weten. Ik heb dat nu al zo vaak gehoord van u. Mevrouw Van Steenberge heeft u een jaar geleden dezelfde vraag gesteld. We staan nog altijd even ver. U antwoordt nog steeds: ja, we zullen het onderzoeken, ja, de vraag is terecht.
Wij zijn het met de minister eens. De vraag moet worden onderzocht. Ik stel voor dat hij het onderzoek voert in de sector waarvoor hij zelf bevoegd is. Hij moet de oorzaken van de problemen zoeken.
Minister, het zijn niet enkel de andere sprekers die u die vraag stellen. Ik vraag u ook om de oorzaken van het probleem te zoeken en aan te pakken. U moet ervoor zorgen dat die schooldagen waarop niet alle leerkrachten beschikbaar zijn om zich met de kinderen bezig te houden, op een zinvolle manier worden ingevuld. Plus est en vous. Ik wacht. (Rumoer)
Minister, als het mag, ga ik verder in het Nederlands. (Rumoer)
Ik dank u voor uw antwoord en voor uw samenvatting ervan. We kunnen uw redenering volgen. Hoewel het er niet helemaal onder valt, blijft luxeverzuim een vorm van spijbelen.
U hebt in uw antwoord naar respect verwezen. Ik zou dan ook met een persoonlijke noot willen eindigen. Een jaar geleden nam ik zelf examens af en kwamen de deliberaties eraan. Dat is zware arbeid voor leerkrachten. Elk jaar zijn ze intensief bezig en vragen de scholen, vooral in het secundair onderwijs, zich af hoe ze dat probleem moeten oplossen. Ze laten de leerlingen dan maar thuis. Een leraar is een heel jaar onderweg met die leerlingen. Ze hebben samen dat leerproces meegemaakt. Ik vind het teleurstellend dat leraren dat proces niet samen met de leerlingen en hun ouders kunnen afsluiten. Indien daar iets aan zou kunnen worden gedaan, zou dat zeer fijn zijn. (Applaus bij het Vlaams Belang, de N-VA en LDD)
Het incident is gesloten.