Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Sanctorum heeft het woord.
Voorzitter, ik pleit al sinds de aanvang van deze legislatuur voor meer politieke bezorgdheid om straling in Vlaanderen. We hebben hierover in de commissie al heroïsche discussies gevoerd.
Ik wil het hier specifiek over kinderen hebben. Aangezien ze nog in volle ontwikkeling zijn, zijn kinderen extra gevoelig voor straling. Verleden week is het definitief advies van de Raad van Europa verschenen. De Raad van Europa pleit ervoor het stralingsniveau zo laag mogelijk te houden en is in dit verband specifiek bezorgd om kinderen. Gisteren heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) een definitief advies uitgebracht. Dit advies is opmerkelijk. De WGO is in haar conclusies immers altijd bijzonder voorzichtig. Nu luidt de conclusie dat een regelmatig gsm-gebruik mogelijk carcinogene effecten kan hebben.
Wat moeten we hieruit besluiten? Eerst en vooral is het duidelijk dat we geen paniekvoetbal moeten spelen. We moeten echter wel actie ondernemen. Ik verwijt de minister al een tijdje dat ze in verband met dit dossier steeds een zeer gelaten houding aanneemt.
Er zijn nochtans positieve voorbeelden. In Gent wordt actief geprobeerd dat stralingsniveau in de buurt van scholen zo laag mogelijk te houden. Ik kan ook zelf constructieve voorstellen doen om het stralingsniveau in scholen te beperken. Ik heb dat in het verleden overigens al gedaan. De minister zou eens met de directies van schoolgemeenschappen en met oudercomités rond de tafel moeten zitten. De bezorgdheid is daar groot.
Minister, mijn concrete vraag luidt wanneer u in actie zult schieten.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, eerst en vooral wil ik opmerken dat de heer Sanctorum alles op een hoopje smijt. Hij heeft het over totaal verschillende zaken. Hij heeft het over de straling van antennes en hij verwijst naar de studie van de WGO. Het rapport dat de WGO gisteren heeft gepubliceerd, heeft enkel betrekking op het gebruik van de gsm. Het heeft niets met de door antennes veroorzaakte straling te maken.
De studie van de WGO is in feite gebaseerd op een studie uit 2004. Die studie stelt dat het heel intensief gebruik van een gsm-toestel, meer dan dertig minuten per dag gedurende tien jaar, mogelijk kankerverwekkende effecten kan hebben. Het gaat om mogelijke effecten. In diezelfde lijst van de WGO staat overigens ook het drinken van koffie vermeld. Dat valt in dezelfde categorie als het intensief gebruik van een gsm-toestel.
De WGO is van mening dat we koste wat het kost verder wetenschappelijk onderzoek moeten verrichten om na te gaan of er een oorzakelijk verband is tussen het toestelgebruik en bepaalde kankers. De WGO kan die effecten niet definitief bevestigen en pleit bijgevolg voor verder onderzoek. Ik zou de heer Sanctorum dan ook willen vragen de studie op een correcte wijze aan te halen.
Dit betekent niet dat er niets moet gebeuren of dat we dit allemaal niet belangrijk vinden. We vertrekken altijd vanuit het voorzorgsprincipe. De heer Sanctorum weet ongetwijfeld dat we in 2007 een folder hebben verspreid. In die folder, die we aan alle scholen hebben bedeeld, roepen we op kinderen geen gsm-toestel te laten gebruiken en hier voorzichtig mee om te springen. Onder impuls van minister Vandeurzen is die folder in samenwerking met de minister van Onderwijs en Jeugd vernieuwd. Die folder zal opnieuw ter beschikking worden gesteld. Ik ben het er dan ook niet mee eens dat er niets zou gebeuren.
In juli 2011 zullen overigens provinciale informatiesessies plaatsvinden. Professor Verschaeve, die ook aan de studie van de WGO heeft meegewerkt, zal aan die sessies meewerken. Hij zal de bevolking inlichten en hij is bereid vragen te beantwoorden.
Ik moet zeggen dat het antwoord van de minister me heeft teleurgesteld. Ik heb de conclusies van de WGO zeer goed gelezen. De WGO zoekt een sluitend bewijs van een risico. Daar gaat het over. Dat is het omgekeerde van het voorzorgsprincipe. De minister moet dat eens goed nakijken.
Men zoekt naar duidelijke bewijzen. Voor achtergrondstraling is er geen sluitend bewijs, maar men sluit dat niet uit omdat de langetermijneffecten van straling zeer moeilijk in te schatten zijn. In de studie staat wel dat in een periode van tien jaar elke dag gedurende dertig minuten met de gsm bellen leidt tot een verhoogd risico, met 40 percent, op hersenkanker. Op basis daarvan besluit men dat er een mogelijkheid op een carcinogeen effect is.
Wat de koffie betreft, dat zal ik u straks in de koffieruimte uitleggen, want u situeert het probleem helemaal fout. Gsm-straling zit in dezelfde categorie als DDT en de schadelijkste fijnstofdeeltjes. Het is uw taak als minister van Leefmilieu om de wetenschappelijke bezorgdheid ernstig te nemen, en niet gelaten te ondergaan.
De heer Sabbe heeft het woord.
Wij wachten met ongeduld op de resultaten van die studie. Gisteren stelde ik daarover een vraag om uitleg in de commissie. Wij moeten op korte termijn weten waar we staan, om dan te kunnen overgaan tot het nemen van de nodige acties.
Mevrouw Poleyn heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, wij hebben gisteren in de Commissie voor Onderwijs dit probleem inderdaad besproken. Wij delen uw standpunt om het voorzorgprincipe te hanteren. Ik ben zeer blij dat minister Vandeurzen die schoolbrochure heeft geactualiseerd en verspreid. Minister Smet zei dat gisteren niet, of hij wist het nog niet. Mijnheer Sanctorum, in het onderwijs zit het zo dat de scholen zelf beslissen wat ze bij hen ondernemen. Het is de taak van de overheid om ervoor te zorgen dat zo veel mogelijk juiste informatie de scholen bereikt, zodat ze goede beslissingen kunnen nemen, in het belang van de kinderen.
Mijnheer Sanctorum, het is wel degelijk zo dat dit onderzoek over het gsm-gebruik slaat op een gebruik van dertig minuten per dag gedurende tien jaar. De effecten bevinden zich vandaag in dezelfde categorie als koffie: de categorie 2B. Ik zeg dat om het probleem te situeren. De conclusie van de WHO luidt: voer meer onderzoek uit. Wij staan achter die conclusie en zijn ermee bezig. De heer Sabbe had het er al over. In de zomer moeten we daarmee klaar zijn. Het klopt niet dat we niets ondernemen: de folder is vroeger al verspreid, en de nieuwe versie die minister Vandeurzen heeft afgewerkt, wordt verspreid. Wij zijn er dus mee bezig. Zolang er geen definitieve bewijzen zijn, is dat de aanpak.
U wilt dat we het gsm-gebruik in de scholen verbieden. U weet dat misschien niet, maar ik ken bijna geen enkele school waar men binnen de schoolmuren een gsm mag gebruiken. Een extra regeltje dat van bovenaf een verbod oplegt, zou dus weinig effect hebben. Ik heb de diensten wel gevraagd om eens te overleggen met de professor die aan de studie heeft meegewerkt. Hij zal ook in elke provincie in informatiesessies aan de bevolking uitleggen wat er in de studie staat en wat er nog op stapel staat.
Het is triest dat u onder het mom van het vermijden van reglementitis niets wilt ondernemen. Daar komt het op neer. Met uw idioot koffieverhaal minimaliseert u het probleem. U beseft dat toch wel? Zoals uw partijgenoot, mevrouw Poleyn, pleit ik ervoor dat u met de scholen aan tafel gaat zitten en nagaat hoe we moeten omgaan met straling in de schoolomgeving. Dat is het enige waar ik voor pleit. Een foldertje in een kleine oplage verspreiden, dat dan op een plaats wordt gelegd waar het niet wordt opgepikt, heeft geen zin. Ik pleit ervoor dat u eindelijk actie onderneemt. (Applaus bij Groen!)
Het incident is gesloten.