Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Werbrouck heeft het woord.
Voorzitter, minister, dames en heren, we hebben hier al verschillende keren over het antidopingbeleid gesproken. Denk maar aan de schorsing van Keisse en Wickmayer. Te veel mensen moeten het Anti-Doping Administration & Management System (ADAMS) invullen. Het ADAMS is regelmatig onklaar, klantonvriendelijk en er is geen beroepsprocedure.
Minister, u werkt aan een nieuw Anti-dopingdecreet. U hebt gesproken met het World Anti-Doping Agency (WADA). U zocht naar mogelijkheden om te veranderen en versoepelen. Vorige week hebt u een kort relaas gegeven van dat gesprek. U bent tot de conclusie gekomen dat het ADAMS minder moeilijk en klantvriendelijker kan zijn. Het WADA heeft toestemming gegeven voor een beroepsprocedure in eigen land, zolang het agentschap er nog voor iets tussen zit. Een dag later las ik in de krant dat het enkel voor de amateursporters gold. Daar kreeg ik echt kippenvel van. Voor mij is het heel belangrijk, minister: geldt het voor alle sporters, of gaan we enkel voor de amateursporters?
Minister Muyters heeft het woord.
Ik vind het jammer dat het commissieverslag er nog niet is. Ik heb over mijn bezoek aan het WADA vrijwillig, zonder vraag of wat dan ook, uitleg gegeven omdat er een goed contact bestaat in de commissie Sport. Ik had een gesprek met het WADA, niet omdat ik Vlaams minister van Sport ben, maar omdat ik een Europees vertegenwoordiger ben in het WADA en lid van de Foundation Board in het WADA.
In het weekend van 13 mei ben ik naar het WADA gegaan. Eerst kwam de Foundation Board samen, waar we het over Europa hadden. Er waren enkele leuke zaken: Vlaanderen is WADA-conform en heeft zijn tien bollen gehad.
Het ADAMS wordt gebruiksvriendelijker gemaakt door het WADA zelf. We hebben ook van de gelegenheid gebruikgemaakt om enkele zaken te toetsen. Blijkbaar is er een misverstand, of zijn mijn woorden anders overgekomen bij u. Misschien heb ik het slecht uitgelegd, maar ik denk het niet. Ik heb twee aspecten naar voren gebracht. Het eerste is de public disclosure. Als iemand een straf krijgt, kan dat dan voor iedereen zichtbaar op de website worden gezet? Het WADA zegt nu voor het eerst: niet voor iedereen, maar beperkt toegankelijk, dat is ook al disclosure.
De beroepsprocedure omvat twee elementen. Voor de beroeps- of elitesporter moet het beroep tot bij het Tribunal Arbitral du Sport (TAS) in Zwitserland mogelijk zijn. De wetgeving laat de federaties toe beroep aan te tekenen. Het WADA zegt dat ze tot nu toe automatisch naar het TAS gingen. In de toekomst zullen ze dat wellicht niet meer doen, waardoor de federaties waarschijnlijk meer zin zullen krijgen om in beroep te gaan.
Totaal nieuw is de uitspraak voor niet-elitesporters. Het WADA zegt dat voor hen een beroepsprocedure in haar totaliteit in Vlaanderen mogelijk is, op voorwaarde dat zij in het beroep kunnen tussenkomen.
Minister, dat verandert de zaak natuurlijk, maar we hebben dit eigenlijk al besproken. De federaties zijn niet geneigd om de beroepsprocedure in te schrijven. Ik hoop dat ze dat na een aansturing van u effectief zullen doen. Ik zou niet graag zien dat we naar een discriminatie van onze beroepssporters gaan. We hebben het er in de commissie ook over gehad dat er, voor wie een fout maakt, ongeacht of men een amateur of een beroepssporter is, automatisch dezelfde strafmaatregel is. Ik vind dat ook een beroepssporter het recht moet hebben om een beroepsprocedure in eigen land te starten. We zullen de federaties eens op de poep moeten slaan, want ze zijn nogal amateuristisch bezig. Ze zouden meer professioneel moeten werken, maar dat kan enkel met uw steun.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Voorzitter, minister, het blijft belangrijk dat we naar een regelgeving streven en dat we een regelgeving behouden die volledig WADA-conform is. We moeten ons daar te allen tijde voor behoeden.
Ik dacht dat het ook de bedoeling was om het aantal elitesporters serieus te verminderen, van 700 naar een goede 170. Dat is een serieuze vermindering. Het is misschien goed om te gepasten tijde wat meer duiding te geven over hoe het ADAMS ineen zal zitten. Het moet vooral aan de sporters die er gebruik van moeten maken, ten volle bekend worden gemaakt en uitgelegd.
De heer Yüksel heeft het woord.
Voorzitter, minister, het is goed dat in het voorliggende voorstel een onderscheid wordt gemaakt tussen topsporters en amateursporters. Het is belangrijk dat de federaties duidelijk weten waar dat onderscheid zit en welke rol en verantwoordelijkheid zij kunnen opnemen in het licht van de beroepsprocedure.
Collegas, anderhalf jaar geleden hebben we daar hier en in de commissie over gesproken naar aanleiding van de whereabouts van Wickmayer en Malisse. Het voorstel dat nu voorligt, is een verdedigbaar voorstel en ik meen dat we de minister daarvoor moeten feliciteren. De zaken moeten niet moeilijker gemaakt worden voor de amateurs die bestaan in alle sectoren, ook in de politiek: er zijn toppolitici en amateurpolitici. (Rumoer)
We moeten dat ook op het niveau van de sport zo aanvaarden.
Mijnheer Yüksel, jammer dat ik niet mag tussenkomen in het debat.
Minister Muyters heeft het woord.
Ik heb nog twee elementen over het beroep. Het is normaal dat ik aan de federatie de openheid laat. De subsidiariteit is daarbij belangrijk, vooral omdat WADA tot nu toe altijd tot bij TAS in beroep ging. Als er een tussenstap wordt gezet in Vlaanderen inzake de beroepsmogelijkheid, betekent dat dat de kostprijs gewoon wordt opgedreven, want al verlies je in eerste aanleg en win je in beroep, dan nog gaat WADA in beroep bij TAS. Daarmee zou alleen de kostprijs in de hoogte gedreven zijn. Het nieuws dat ik nu heb, dat niet automatisch meer naar TAS zal worden gegaan, maar alleen in het geval van, geeft een ander beeld.
Het zijn de federaties zelf die de kostprijs van het beroep betalen, vandaar dat ik meen dat het logisch is om hun de mogelijkheid te geven om het al dan niet te doen. De doorbraak die we nu hebben en die totaal nieuw is, is dat we ook het antidopingbeleid voor niet-elitesporters ten gronde kunnen voortdrijven zonder dat die mensen ooit in beroep moeten gaan bij TAS. Dat was een doorbraak om u tegen te zeggen. Ik meende dat ik dat heel duidelijk had gezegd in de commissie.
Het is duidelijk een stap vooruit, maar, zoals de heer Van Dijck zegt, moeten we natuurlijk WADA-conform blijven. De beroepsmogelijkheid voor elitesporters tot bij TAS, is een van de verplichtingen om WADA-conform te zijn.
Minister, ik heb u vorige week ook gefeliciteerd met het werk dat u hebt gedaan en ik ben ook voorstander van nultolerantie, want we moeten vaker ingrijpen bij misdrijven. Het is alleen dat de federaties nu weer zelf in beroep moeten gaan en dat ook zelf moeten betalen, terwijl de meeste topsporters problemen hebben met hun federatie. Daar knelt het schoentje nu opnieuw.
Als de federaties zich nu opnieuw moeten inzetten voor iemand die ze, ik ga niet zeggen: liever kwijt zijn, maar die ze enkel willen voor medailles, dan zitten we weer met een ander probleem. Minister, ze moeten professioneler worden. Dat is een stap vooruit, chapeau daarvoor. Maar ik roep u op om nog verder durven te gaan.
Het incident is gesloten.