Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, twee weken geleden hebben we hier het Mestdecreet goedgekeurd. Het, door Europa, voorlopig goedgekeurde actieprogramma werd hiermee omgezet in een decreet. Ik heb toen gezegd dat er niets meer in de weg stond om ook de derogatie op Europees niveau goed te keuren. Een van de voorwaarden was dat het actieprogramma moest worden omgezet in Vlaamse wetgeving.
Ik heb toen aan de minister gevraagd om alles op alles te zetten voor die derogatie. Iedereen weet dat het actieprogramma heel wat uitdagingen oplegt aan de land- en tuinbouwsector en dat de derogatie noodzakelijk was om enigszins ademruimte te krijgen bij de uitvoering van het actieprogramma.
Gisteren heb ik vernomen dat de derogatie is goedgekeurd. Ik wil de minister daarvoor proficiat wensen.
Derogatie is één element. Wanneer we echter effectief uitvoering willen geven aan het actieprogramma, dan zijn er nog andere ondersteunende zaken nodig. Ik heb het dan over flankerende maatregelen en dergelijke.
Er zijn op dat vlak al heel wat engagementen. Minister, is de derogatie die gisteren is besproken en goedgekeurd, voor 100 procent onderschreven door het Europees Nitraatcomité? Welke stappen moeten nog worden gezet of wat is de stand van zaken omtrent de nog te zetten stappen om te komen tot een maximaal werkbaar Mestactieplan?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw Rombouts, de derogatie is gisteren op het Nitraatcomité met 96 procent goedgekeurd. Dat is een hoge score. Geen enkele lidstaat heeft tegengestemd. Dat is niet zo evident. Het vorige dossier, dat van Italië, is niet goedgekeurd. De aanpak die wij hebben gehanteerd, wordt dus wel gewaardeerd door de andere lidstaten.
Deze derogatie ligt volledig in de lijn van de derogatie 2007-2010. Er zijn wel een aantal kleine aanpassingen, zeker wat de uitvoeringsmodaliteiten betreft. Twee zaken zijn belangrijk om te vermelden. Zo is er een beperkte mogelijkheid om bij de derogatie ook restproducten van mestverwerking te gebruiken. Daarnaast geldt de derogatie ook voor meer gewassen. Dat zijn twee belangrijke wijzigingen.
Het Mestdecreet is op 3 mei goedgekeurd in het Vlaams Parlement. Er moet een hele reeks uitvoeringsbesluiten worden genomen. Die kunnen worden onderverdeeld in drie categorieën. De eerste categorie bevat de besluiten die de Vlaamse Regering heel dringend, nog voor het zomerreces, moet nemen. Die besluiten treden meestal in september en soms zelfs met terugwerkende kracht in werking. De tweede categorie uitvoeringsbesluiten zoals de beheersovereenkomsten kan tot eind volgend jaar worden uitgevoerd. Zij treden pas op 1 januari volgend jaar in werking. Tot slot moet het Mestdecreet volledig worden doorgelicht. Daarbij willen wij gaan voor een vereenvoudiging. Dat zal begin volgend jaar afgerond zijn zodat er bijsturingen mogelijk zijn.
Door de derogatie is de economische schade beperkt. Dat is voor ons heel belangrijk. Daarnaast blijven wij ook werken aan het flankerend beleid. We hebben daar middelen voor uitgetrokken. We zullen zorgen voor meer begeleiding van de landbouwers, een objectieve controle en wetenschappelijk onderzoek. Dat zijn belangrijke speerpunten in het flankerend beleid. Die zijn al redelijk goed uitgewerkt maar gezien de beperkte tijd kan ik daar nu niet verder op ingaan.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is belangrijk dat er verder wordt ingezet op de flankerende maatregelen en de besluiten die nog moeten volgen. Iedereen in dit parlement was gefocust op die derogatie. De andere elementen zijn echter minstens even belangrijk. Het is ook belangrijk dat de landbouwsector bij deze verdere stappen wordt betrokken. Ik reken er ook op dat u alle neuzen, die van de Vlaamse Regering, de administratie, het onderzoek en alle andere betrokkenen die kunnen bijdragen tot een beter resultaat, in dezelfde richting kunt krijgen.
De heer Martens heeft het woord.
Minister, het is goed nieuws dat we die derogatie hebben verkregen. Daarmee weten we hoeveel mest de landbouwers mogen opvoeren. Nog belangrijker is echter de wijziging die nog moet volgen over de nitraatresidunorm.
U weet, minister, dat er op vraag van de Europese Commissie een studie moest worden uitgewerkt. Die studie is nu af en leidt ertoe dat de nitraatstikstofoverschotten die op het eind van het groeiseizoen nog in de bodem mogen blijven zitten, veel lager zijn dan tot nu toe in onze wetgeving werd gehanteerd. Ik denk dat de flankerende maatregelen, de begeleiding van de boeren en de waterkwaliteitsgroepen van des te groter belang zullen zijn om te vermijden dat de boeren de derogatienormen nu als een soort bemestingsadvies zullen zien en de volledige bemestingsnorm vol zullen maken om dan op het einde van het groeiseizoen tegen de lamp te lopen en de bijkomende maatregelen te moeten nemen waarin ons decreet voorziet bij de overschrijding van nitraatresidunormen.
Er mag dus meer opgevoerd worden, maar er moet op het einde van het groeiseizoen ook minder in de bodem blijven zitten om de waterkwaliteitsnormen te kunnen respecteren.
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, we hebben vanuit onze fractie steeds beklemtoond hoe belangrijk het was om MAP 4 goed te keuren en dat om twee redenen: uiteraard ter wille van het milieu en de waterkwaliteit, maar ook om de landbouwers niet in nog grotere problemen te brengen. Als we tonen aan Europa dat we goede leerlingen zijn, kunnen we die derogatie krijgen. Om die reden hebben wij MAP 4 mee goedgekeurd. We zijn blij dat de derogatie er nu is.
Mevrouw Rombouts, we hebben dat de voorbije dagen via alle mogelijke media kunnen vernemen, lezen of horen. Het is toch goed dat u deze vraag vandaag nog eens extra stelt aan de minister zodat ook degenen die de voorbije dagen helemaal van de wereld waren, nu op de hoogte zijn.
De heer Peeters heeft het woord.
Voorzitter, collegas, wij hebben ons niet verzet tegen de derogatie, dat wil ik nog eens duidelijk onderstrepen. We hebben ons wel altijd ingezet en gemotiveerd om de doelstelling op het vlak van waterkwaliteit te halen. Of dat nu gebeurt met of zonder derogatie, dat zal ons een zorg wezen. We hopen dat het spel werkt en dat we resultaat zien in onze waterkwaliteit.
Minister, ik blijf nog steeds met twee vragen zitten. Als we het hebben over dit ingewikkeld decreet en de opvolging en controle ervan, dan hebben we ons ook voorgenomen om de rol van de Mestbank in die zin te herdenken, zijnde een begeleidingsrol en daarnaast een apart mogelijk op te richten orgaan om de controle te doen. Hoe ver staat het daarmee?
Zoals ik al heb gezegd, zit de biolandbouw niet in deze derogatie. Hoe ver staat het met de oplossing die de biolandbouw zal krijgen bij een of ander regeringsbesluit om tegemoet te komen aan de bedrijfsbenadering door de biolandbouw?
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, ik weet niet of minister Schauvliege en mevrouw Rombouts voetballiefhebbers zijn, maar wat hier vandaag wordt opgevoerd, is het mooiste een-tweetje dat ik hier de laatste jaren heb gezien. Zelfs gisteren, tijdens de wedstrijd Genk-Standard zag ik er geen. (Opmerkingen van de heer Eric Van Rompuy)
Ik begrijp natuurlijk dat mevrouw Rombouts na alle kritiek die minister Schauvliege mocht ontvangen van de landbouwsector, de minister hier even in het zonnetje wou zetten.
Voorzitter, ook onze fractie is natuurlijk tevreden met de derogatie... (Opmerkingen van de heer Eric Van Rompuy)
U moet altijd een beetje geduld hebben, mijnheer Van Rompuy, dan hoort u wat er volgt.
Minister, we zijn dus tevreden met de derogatie. De vraag van de heer Martens bewijst hoe belangrijk de begeleidingsrol van de Mestbank in dezen is.
De heer Callens heeft het woord.
Minister, het spreekt vanzelf dat iedereen die in de commissie Landbouw zit, iedere partij, ook Open Vld, altijd heeft gezegd dat de derogatie op de voorgrond moest staan. Maar want er is altijd een maar op het moment dat het MAP strenger werd gemaakt, hebben we ons vragen gesteld voor wat betreft de landbouw en de problemen van de landbouw. De landbouwers krijgen de derogatie. Dat is hetzelfde als vorig jaar, maar aan de andere kant krijgen ze een moeilijker MAP, een ingewikkelder MAP, een MAP dat hun geld zal kosten. Ik heb gehoord dat u eventueel zult zorgen voor flankerende middelen, geen probleem.
De droogte is echter wel een serieus probleem. De droogte betekent dat de kans groot is dat op het einde van het jaar de grondmetingen negatief zullen uitvallen voor de landbouw. Gaat u iets doen aan de mogelijke invloeden van het weer ten opzichte van de boetes die moeten worden gevraagd aan de landbouwers?
Voorzitter, collegas, in de eerste plaats is het heel belangrijk dat we de uitvoeringsbesluiten goed voorbereiden. Uiteraard, mevrouw Rombouts, gaan we het gesprek aan met het middenveld, zowel met de landbouworganisaties als met de natuurverenigingen. Een ruim draagvlak is belangrijk, zodat we dat goed kunnen uitwerken.
Mijnheer Martens, de studie van de procesfactor is klaar. Ze kan worden bezorgd. In het actieplan staat dat we tegen eind juni met de commissie gaan praten over de verdere aanpak en opvolging. We zitten op schema. Dat is een engagement.
Mijnheer Peeters, we doorlopen twee processen. Op lange termijn screenen we het volledige Mestdecreet. We zoeken uit waar er nog administratieve vereenvoudigingen mogelijk zijn. Daar moeten we mee klaar zijn tegen het einde van dit jaar. Volgend jaar moet dat worden omgezet in aanpassingen en bepalingen van het Mestdecreet. We zullen daarover praten in de commissie.
De Mestbank is nu eigenlijk rechter en partij tegelijk. Dat wekt heel wat wrevels op. Op korte termijn hebben we daar al initiatieven genomen. Er is een vergadering geweest met de administratie Landbouw en de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) voor afstemming. Op heel korte termijn zullen de derogaties en de controles op basis daarvan, door de administratie Landbouw worden uitgevoerd. Dat is een eerste stap. Een aantal controles zal voortaan door Landbouw gebeuren. Dat is goed om de objectiviteit te benadrukken. Dat is niet het enige. We zetten ook volop in op begeleiding. Er komt een provinciaal coördinatiecentrum om de begeleiding op maat van de landbouwers te kunnen uitvoeren. Daar hebben we 2,5 miljoen euro voor vrijgemaakt. Dat is niet eenmalig, dat is een jaarlijks budget. Zo kunnen we de begeleiding aanpakken. Dat was een grote zorg binnen de sector maar ook in de commissie Leefmilieu.
U vraagt terecht naar de biolandbouw. We hebben er altijd voor gekozen dat was ook het voorstel van de commissie om de vragen van de biolandbouw op te lossen in de derogatie. De commissie heeft een derogatiebesluit voorgelegd aan het Europees Nitraatcomité. De bepalingen zitten niet in de derogatie, maar de commissie suggereert om dit aan te passen als we het besluit meerjarenperspectief moeten aannemen. We gaan daar de bezorgdheden van de biolandbouw in opnemen. Dat bestaat trouwens nu al voor de boomkwekerijen, daar houden we rekening met de wijzigingen van producten en planten. We zullen dat ook doen voor de biolandbouw. Dat engagement zijn we hier in de plenaire vergadering aangegaan. We zullen dat zeker uitvoeren.
Mijnheer Callens, u vindt het goed dat er een derogatie is, maar u vindt het niet terecht dat er eerst een strenger MAP is en dan een derogatie. Ik kan u verzekeren: zonder strenger MAP zou er geen derogatie geweest zijn. Daarom moesten we die inspanning doen. Dat was echt een conditie om de derogatie te kunnen verkrijgen. Het klopt dat er zware inspanningen gevraagd worden van land- en tuinbouw, daarom hebben we middelen vrijgemaakt voor dat flankerend beleid. We gaan daar echt op inzetten, in overleg met het ruime middenveld. We zijn daar al mee bezig. Dat is goed.
Betreffende het wetenschappelijk onderzoek bijvoorbeeld hebben we gemerkt dat er nog hiaten zijn. We hebben 1 miljoen euro vrijgemaakt om dat onderzoek op maat te kunnen verrichten.
U vraagt naar de weersomstandigheden. Het spreekt voor zich dat men rekening moet houden met gevallen van overmacht. Er is echter een wettelijke context die niet altijd toelaat om daar rekening mee te houden. De weersomstandigheden kunnen in de ene of de andere richting de resultaten op het terrein bijsturen. In de mate van het mogelijke en binnen de wettelijke context zal daar rekening mee worden gehouden.
Ik dank u, minister, dat u nog eens extra onderstreept dat de betrokkenheid van de sector effectief belangrijk is. Er zijn middelen vrijgemaakt, mijnheer Callens. We hebben gisteren een begrotingsbespreking gehad in de commissie Leefmilieu. In de begrotingswijziging staan inderdaad middelen ingeschreven. Daarvoor wil ik u, minister, hartelijk danken.
Mijnheer Sintobin, wat de voetbalmatch betreft, moet ik zeggen dat ik momenteel conditioneel niet in staat ben om nu een wedstrijd te spelen. Het klopt dat we 100 procent hebben ingezet op die derogatie en ik denk dat het dan ook terecht is dat ik de minister daarvoor dank. Daarnaast wil ik toch wel meegeven dat de opvolging belangrijk is. Dat was ook het belang van de vraag.
Ik wil nog één misverstand uit de weg ruimen in verband met de hogere bemestingsnormen waar collega Martens naar verwijst. Dat is niet zo. De derogatie gaat enkel over het feit dat meer dierlijke mest gebruikt mag worden. De uiteindelijke totale bemestingsnorm is dezelfde als wat in het decreet staat ingeschreven. Dat wil ik toch wel aan alle collegas zeggen, zodat niet de perceptie wordt gecreëerd dat er meer ruimte zou zijn om meer te bemesten en daardoor het risico dat nitraatresten achterblijven in de bodem groter wordt. Bij de derogatie gaat het over de dierlijke bemesting. (Applaus bij CD&V)
Het incident is gesloten.