Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de aanstelling van een transitiemanager in het kader van de hervorming van de kinderopvang
Verslag
Minister Vandeurzen verblijft op dit moment in Boedapest, voor een conferentie in het kader van het Hongaarse EU-voorzitterschap. Het antwoord wordt gegeven door minister Schauvliege.
Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, van het reeds lang aangekondigde en verwachte kaderdecreet Kinderopvang kennen we dan nu de krachtlijnen. Ik tracht ze kort samen te vatten. Er komt opnieuw een transitiemanager bij. We kunnen ons de vraag stellen waarom dit nodig is en waarom de administratie, eventueel in nauw overleg met het kabinet, dit niet zelf kan opvolgen. Er komen 5000 plaatsen bij, weliswaar tegen 2016. Er komt een nieuwe structuur, met name het lokaal loket kinderopvang. Dat is ook iets waar Vlaanderen sterk in is: nieuwe structuren opbouwen. De sector loopt al verloren in de bestaande structuren. Er komen voor de vergunningen nieuwe en bijkomende regels. Ook daarin is Vlaanderen kampioen: regels maken. Er komt een gelijke basisfinanciering voor alle voorzieningen, maar over de omvang van deze basissubsidie blijft iedereen in het ongewisse.
Minister, wanneer uw collega-minister Vandeurzen straks deze krachtlijnen moet omzetten in besluiten, lijkt het me toch logisch dat men weet waar men de middelen zal halen om al deze zaken te financieren. Ik stel deze vraag omdat we met de regelmaat van de klok worden geconfronteerd met nieuwe grote plannen: het ouderenbeleidsplan, het planperspectief 2020 voor de sector van de personen met een handicap, het plan geestelijke gezondheidszorg, na de conceptnota voor kinderopvang nu het voorontwerp van kaderdecreet en het werkgelegenheidsplan voor de zorgsector. Al die plannen hebben enkele zaken gemeen. Er worden veel verwachtingen geschapen. De mensen op de werkvloer blijven met veel vragen zitten. En het belangrijkst: in al deze plannen ontbreekt het budgettaire plaatje.
De vraag is?
Mag ik weten hoe minister Vandeurzen dit budgettaire plaatje zal invullen om deze grote hervormingen in de kinderopvang om te zetten? Voorzitter, u brengt me steeds van de wijs. Jawel, daar slaagt u toch goed in.
De heer Sabbe heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, het struisvogelei is in legproces. Het is er bijna uit. Het voorontwerp van decreet voor de voorschoolse kinderopvang is er. Waarom deze vergelijking? Zoals mevrouw Vogels aanhaalt, is dit meer dan een ezelsdracht. We zijn er al jaren aan bezig, een klein decennium. De kinderen toen in de voorschoolse kinderopvang zijn nu bijna aan het einde van de lagere school. We zijn er al een tijd over aan het praten.
Inhoudelijk zullen we lang en uitvoerig debatteren over het nieuwe ontwerp van decreet in de commissie. Het is niet de bedoeling dat we dat hier doen, op één aspect na. Wij blijven als partij geloven in een subsidiëring van de consument. Dat betekent dat de ouders cheques krijgen in functie van hun inkomen en hun behoefte om kinderen te laten opvangen, maar dat het aanbod aan kinderopvang niet gesubsidieerd wordt. Dan is, en dat staat wel in het ontwerp van decreet, voor iedereen de wet gelijk en zijn de vergunningsvoorwaarden voor iedereen gelijk. Op die manier doen we niet aan vervalsing van de markt. Dat is nu wel het geval, in het verschil tussen de gesubsidieerde en de niet-gesubsidieerde kinderopvang.
Wat me verontrust, en dat is de reden van mijn vraag, is het opschuiven van die timing. Het was eerst 2009, dan 2010, uiteindelijk komt er een nieuw decreet in 2011, maar het zal pas van toepassing zijn in 2012. Er is hoop, maar het zal zeer lang duren. Nu beslist de minister om een transitiemanager aan te stellen, de heer Filip Winderickx. Waarom doet hij dat? Ik dacht dat alle kaarten op tafel lagen, dat iedereen wist waarover het ging en wat de problemen zijn en waren. Wat zal de rol van deze transitiemanager zijn? Zal het aanstellen van een transitiemanager geen vertragingsproces met zich meebrengen, om nog eens op te schuiven in de uitvoering van dit nieuwe decreet?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, geachte leden, mevrouw Van der Borght, u somt een aantal elementen op van het kaderdecreet Voorschoolse Kinderopvang. Ik vind dat u toch wel bijzonder selectief bent ter zake. U weet dat het de bedoeling is te vereenvoudigen en te harmoniseren. Ook is het de bedoeling dat alle kinderopvanginitiatieven vanaf nu een vergunning hebben. Daarmee komen we echt tegemoet aan de vragen van de sector. U vraagt wat dit nu budgettair zal inhouden. U zult ook in het kaderdecreet hebben gelezen dat het de bedoeling is het subsidiesysteem getrapt uit te bouwen. De eerste trap is een basissubsidie voor iedereen, zodat er een garantie is dat dit voor iedereen hetzelfde is. De tweede trap zal bestaan uit een bijkomende vergoeding als men inkomensgerelateerd werkt. De derde trap behelst nog een bijkomende vergoeding voor het opnemen van nog bijkomende opdrachten, zoals het heel specifiek werken met bepaalde doelgroepen, zoals kinderen in armoede. De vierde trap is een extra vergoeding daar nog bovenop, op basis van een aantal projecten of het werken aan, bijvoorbeeld, flexibele kinderopvang.
U vraagt welke budgetten daartegenover staan. U weet dat dit een kaderdecreet is, dat voort moet worden uitgewerkt in uitvoeringsbesluiten. Daarin zal in die bedragen worden voorzien. U kent het bedrag dat voor dit jaar, ook met de begrotingscontrole, is ingeschreven. Uiteraard wordt dat voor dit jaar ook behouden. Op basis van de uitvoeringsbesluiten zullen voor de begroting van volgend jaar dan de budgetten definitief worden vastgelegd.
Mijnheer Sabbe, u vraagt wat het nut van een transitiemanager is. U weet dat er al heel lang vraag is naar dit kaderdecreet. Dit is gelukt. De lat zal nu voor iedereen gelijk liggen. Er is een vergunningsvraag. Er is een basisvergoeding. Nu weet u dat de sector bijzonder divers en heel complex is. Het lijkt me noodzakelijk dat de diverse actoren één aanspreekpunt hebben. Daarom is er één persoon aangeduid. Dat is geen nieuwe aanwerving. Het gaat over iemand die al is tewerkgesteld bij Kind en Gezin en een bijzondere expertise heeft op het vlak van kinderopvang. Dat is inderdaad de heer Filip Winderickx. Hij is aangesteld om ervoor te zorgen dat alles op elkaar wordt afgestemd en gecoördineerd. Hij moet ook voor zorgen voor een transparante en eenduidige communicatie voor iedereen. Ik denk dat het aanduiden van die transitiemanager een juiste keuze is, zodat iedereen in de sector weet tot wie hij zich kan wenden als er nog bijkomende vragen zijn.
We zijn bijzonder blij dat die eerste principiële goedkeuring van het kaderdecreet er is. Er moeten nog uitvoeringsbesluiten komen, maar we zijn ervan overtuigd dat dit een mijlpaal zal zijn voor de voorschoolse kinderopvang.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ken uiteraard de diverse trappen voldoende. Ik zou echter willen weten vanwaar de middelen zullen komen. Dat was mijn vraag. Het is als iemand die wil bouwen, een groot plan laat tekenen en hoegenaamd niet weet waarmee hij dat zal betalen. Geef daar nu alstublieft een antwoord op, zodat de mensen weten waar ze aan toe zijn. Waar zal dat geld vandaan komen en wanneer mogen de mensen daadwerkelijk iets verwachten?
Minister, er is iets dat ik niet goed begrijp. Er zal een transitiemanager worden aangeduid voor de implementatie van dat nieuwe decreet. Allemaal goed en wel, maar u weet dat er twee zeer prangende problemen zijn in de sector. Er is de omschakeling van paritair comité 330 naar paritair comité 331, waarbij er menig faillissement dreigt te gebeuren in deze sector. Ik heb daar geen antwoord op gekregen. Ik dacht dat die kerel dat misschien zal oplossen, maar daarover hoor ik niets.
Een ander prangend probleem is dat van paritair comité 218. U weet dat die vrijgesteld zijn van de Sociale Maribel. Door de overgang zijn ze die vrijstelling kwijt. Dat zal pas in 2011 worden terugbetaald. Dat moet worden voorgefinancierd, wat zorgt voor een existentieel probleem voor dergelijke kinderopvangcentra. Ook wat dat betreft, hoor ik hier geen antwoord.
Ik heb altijd geleerd dat men eerst de onmiddellijke, dreigende, prangende problemen moet oplossen, en dan de middellange en lange termijn moet bekijken. Eerst moet er concreet hic et nunc actie komen voor de problemen die er nu zijn. Daarover verneem ik niets, ook niet als het gaat over de taakstelling voor deze manager.
De heer Crombez heeft het woord.
Mevrouw Van der Borght, uw vraag komt vaak terug: waar zullen de middelen vandaan komen? U hebt gelijk als u die vraag steeds stelt, alleen is het raar dat u die vraag het hardnekkigst blijft stellen met betrekking tot net die sector die vanaf het begin extra middelen heeft gekregen van de regering, zelfs in een besparingsperiode.
Hoewel het niet om enorme bedragen gaat, is het nu zelfs zo dat bij het recente overschot van middelen weer gekozen is om een extra kleine inspanning te doen in de kinderopvang.
Wat niet kan, is dat men eerst een begroting opstelt en dan pas overgaat tot de uitvoering. Het is de uitvoering die bepaalt wat er nodig is in het groeipad. In het verleden, ook toen Open Vld in de regering zat, is dat altijd zo gebeurd, en dat zal nu ook zo zijn.
De problemen die de heer Sabbe aanhaalt, zijn inderdaad prangend. We zijn er ons ook heel goed van bewust. In de commissie zijn ze al verschillende keren ter sprake gekomen. Dat is ook gebeurd toen minister Vandeurzen het plan heeft voorgesteld. Maar de discussie over de paritaire comités is niet louter een zaak van de regering. Er moet iets gebeuren. Er zal gekozen moeten worden voor de juiste verantwoordelijkheden. Het is echter niet louter een zaak van de regering. Iedereen in de commissie weet dat dat iets is voor de volgende maanden, hopelijk nog voor de zomer.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Ik begrijp de dame en de heer op het spreekgestoelte: ze zitten in de oppositie. Dan is het natuurlijk noodzakelijk om oppositietaal te spreken. (Rumoer)
Mijnheer Sabbe, u begint met te zeggen dat het beloofd is voor 2009, 2010, 2011, 2012. Bij het begin van deze regeerperiode is gezegd dat we tegen 1 januari 2012 willen starten met de uitwerking van het kaderdecreet kinderopvang. Er is heel belangrijk voorbereidend werk geleverd.
U beiden wijst op problemen. Dat is zeer terecht. U moet echter ook eens wijzen op de grote voordelen die het kaderdecreet zal bieden. Ik denk daarbij onder andere aan het subsidiesysteem, waarbij de zelfstandige kinderopvang en gewone sector gelijkwaardig behandeld worden. Ik verwijs naar de duidelijke procedure voor vergunningen, op duidelijke vergunningsregels.
We hebben de afgelopen jaren en maanden heel wat problemen gehad. Met dit kaderdecreet willen we die juist voorkomen. Er wordt duidelijkheid geschapen, er wordt een duidelijke subsidieregeling uitgewerkt en we willen werken aan de uitbreiding van de kinderopvang. Daar staan ook middelen tegenover. De positieve zaken zouden dus ook benadrukt moeten worden.
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Voorzitter, ik zit ook in de oppositie, maar ik luister toch met stijgende verbazing naar het antwoord van de minister. Minister, u zegt dat u blij bent dat er een principieel akkoord is. Natuurlijk moeten er nog uitvoeringsbesluiten volgen. Bij mijn weten is dit echter een voorontwerp van decreet. Er moeten nog heel wat adviezen volgen. Ik eis mijn positie als parlementslid op om hierover nog een en ander te zeggen.
Wat mij betreft, zijn er nog enorme hiaten in dit voorontwerp. In de eerste plaats wordt veel te weinig rekening gehouden met de draagkracht van het kind, wordt er helemaal niet meegegaan met de mensen die op het lokale niveau wel aanwezig zijn. Ik heb het dan over de integratie kinderopvang en kleuteronderwijs. Nu wordt ervan uitgegaan dat een kind tot tweeënhalf jaar in de kinderopvang zit en dat het daarna maar als kleuter moet functioneren.
Er wordt helemaal niets gedaan aan deze hiaten. Die zaken moeten nog ter sprake kunnen komen. Nu al een transitiemanager aanduiden, is in die zin een pure provocatie. We weten nog niet welke richting die transitie zal uitgaan. Het is niet omdat er bij de meerderheid een politiek akkoord is, dat het door het parlement ook wordt goedgekeurd. Voorzitter, ik hoop dat u me daarin volgt.
De heer Dehaene heeft het woord.
In de eerste plaats wil ik de minister proficiat wensen voor de manier waarop ze haar collega hier vervangt. (Opmerkingen)
Ik maak me wat druk over de reacties van de collegas over de veranderingsmanager. Er is een interne verschuiving gebeurd. Het zou pas erg zijn als we dat niet hadden gedaan. Als het van mij afhangt, gaat het om het belangrijkste decreet inzake de kinderopvang van de afgelopen tien en de volgende twintig jaar. Het is dus belangrijk dat we daarvoor iemand vrijmaken. Ik kan u zeggen dat ik het genoegen heb gehad om regelmatig met Filip te mogen samenwerken. Het is goed dat hij aan de kar trekt. Hij heeft de nodige capaciteiten om dat te doen. Het gaat dus om een interne verschuiving. Mijnheer Sabbe, u zou moeten weten dat het in een organisatie soms nuttig is om dat te doen.
Ik zal niet te diep ingaan op wat mevrouw Van der Borght heeft gezegd. Ze moet echter weten dat er een aantal belangrijke krachtlijnen in dat voorontwerp zitten. Uiteraard is het aanbod belangrijk. Uiteraard is de kwaliteit belangrijk. Maar dat geldt ook voor de betaalbaarheid voor zowel de ouders als de initiatiefnemers. En dat, mevrouw Van der Borght, vergeet u te vermelden, want dat is een belangrijke wijziging die erin is opgenomen.
Collegas, maak u geen zorgen. We zullen voldoende tijd vrijmaken in de commissie om de tekst te bespreken.
Mevrouw Dillen heeft het woord.
Minister, ik heb toch ook wel enkele bedenkingen bij uw antwoord. Het is een voorontwerp van decreet dat al lang werd aangekondigd in de commissie. Het stond trouwens in het regeerakkoord. En, mevrouw Jans, u moet niet schamper doen over de rol van de oppositie inzake de kinderopvang.
Het dossier van de kinderopvang wordt door de voltallige oppositie zeer goed opgevolgd. Vaak gebeurt dat door de oppositie veel beter dan door sommige partijen van de meerderheid, en uw partij in het bijzonder.
Minister, ik ga niet in op wat in de pers stond over de inhoud van het voorontwerp van decreet, want wij beschikken niet over de tekst. Ik betreur het wel dat de minister van Welzijn het heeft nagelaten de primeur aan de commissie te geven. De commissie heeft zeer hard aan het dossier gewerkt. De minister heeft dus, zoals dat de gewoonte van deze meerderheid is, eerst de media ingelicht.
Ik besluit. In het veld leven erg veel verwachtingen, alsof de uitvoering snel kan gebeuren. U zei dat nog vlug een paar uitvoeringsbesluiten moeten worden goedgekeurd. De Vlaamse Regering creëert een volledig foute indruk. Het zijn niet enkel de uitvoeringsbesluiten die moeten worden goedgekeurd. Wij moeten nog beginnen aan de bespreking ten gronde. Ik hoop dat u ons steunt in onze vraag dat het parlement de kans krijgt om zijn rol ten volle te spelen. Ik ben er dus allesbehalve van overtuigd dat dit decreet nog voor het zomerreces door het Vlaams Parlement zal worden goedgekeurd. Daarvoor is het veel te belangrijk.
Voorzitter, collega's, ik heb uitdrukkelijk gezegd dat het om een eerste, principiële goedkeuring van de Vlaamse Regering gaat. Uiteraard moeten er nog adviezen worden uitgebracht, en nadien gaat het dossier terug naar de Vlaamse Regering. Het spreekt voor zich dat het dossier in het parlement wordt besproken.
Mijnheer Sabbe, men mag niet alles op een hoopje gooien. Dit is het kaderdecreet over de voorschoolse kinderopvang. Daarnaast is er het actieplan voor de zelfstandige kinderopvang. In de commissie is dat plan al uitvoerig besproken, en minister Vandeurzen werkt daaraan. In dat verband is er voor de sector een aanspreekpunt aangeduid. U vraagt hoe het daarmee staat en of de transitiemanager daar verantwoordelijk voor zal zijn. Neen: het is een apart aanspreekpunt, en het is belangrijk dat te zeggen.
U verwijst ook naar het paritair comité: ook dat is opgenomen in het actieplan zelfstandige kinderopvang. En dat is een heel andere zaak dan het voorontwerp van kaderdecreet dat hier ter discussie staat.
Mevrouw Van der Borght, wat de bijkomende middelen betreft, heb ik expliciet gezegd dat u de bedragen kent die in de begroting zijn opgenomen. Er is een begrotingscontrole gebeurd. Die bedragen zullen dit jaar niet meer wijzigen. Als extra middelen nodig zijn, dan zullen die bij de begrotingopmaak voor 2012 ter discussie komen. Vandaag kunnen wij niet voorspellen hoe hoog die bedragen zullen zijn. Dat hangt ook af van de bespreking in de commissie, en daar krijgt u uitgebreid de mogelijkheid om op het probleem in te gaan. Nadien komt dan de uitwerking van de uitvoeringsbesluiten, waarin de bedragen zullen worden opgenomen. Nadien komt de vertaling ervan in de begroting voor 2012.
Mevrouw Vogels zegt dat geen rekening wordt gehouden met de draagkracht van het kind. Dat klopt niet: in het voorontwerp van kaderdecreet wordt uitdrukkelijk verwezen naar de draagkracht van het kind.
Collegas, ik ben ervan overtuigd dat dit dossier in de commissie nog uitvoerig aan bod zal komen. Ik denk niet dat dit nog voor het zomerreces zal gebeuren, want er moeten nog adviezen worden ingewacht en de Vlaamse Regering moet er zich nog over uitspreken. Om dat te kunnen, zou alles uiterlijk medio mei binnen moeten zijn. De bespreking zal dus in het najaar gebeuren.
De principiële goedkeuring is een belangrijke stap die in nauw overleg met de sector is gezet. Het spreekt voor zich dat de uitvoeringsbesluiten in nauw overleg met de sector zullen worden opgesteld.
De heer Sabbe vraagt waarom de transitiemanager nu al is aangeduid. U zei zelf dat er nood is aan informatie, aan communicatie. Het is de bedoeling dat de transitiemanager nu al als aanspreekpunt fungeert. Verandert er al iets? Moet ik binnenkort een cursus volgen? De mensen kunnen met die vragen bij hem terecht. Het is dus een goede zaak dat er een aanspreekpunt voor de sector komt.
Minister, plannen maken en ze verkondigen is één zaak, voorzien in middelen is cruciaal om die plannen uit te voeren. Dit heeft niets te maken met oppositietaal, maar uitsluitend met realiteitszin, en net daaraan ontbreekt het deze regering: realiteitszin en het inschatten van de haalbaarheid van de grote plannen die ze maakt.
Het is verkeerd en ongepast te ontkennen dat het allemaal veel te lang heeft geduurd. Akkoord, nu is er een perspectief in zicht met een nieuw ontwerp van decreet. Nu ontkennen dat het niet te lang heeft geduurd, dat is negationisme. We weten allemaal dat het veel te lang heeft geduurd en dat het heeft geleid tot een soort debacle in de sector, met de problemen die ik zonet heb aangehaald.
De communicatie vind ik wat ongelukkig: nu al een transitiemanager aankondigen, terwijl je een crisismanager zou moeten aankondigen om te zorgen dat er geen bijkomende arbeidsplaatsen verloren gaan door de problemen met de overschakeling van paritair comité, door problemen met de Sociale Maribel.
Het was een juiste communicatie geweest om eerst daar de klemtoon op te leggen, eerst de stal uit te mesten, en die dan pas te verbouwen. Dat is de logica der dingen, die men overal terugvindt, maar blijkbaar niet in deze Vlaamse Regering.
Het incident is gesloten.