Verslag plenaire vergadering
Verslag
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is de bespreking van het voorstel van resolutie.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Voorzitter, collegas, gelet op het vroege uur zal ik mijn tijd nemen en mijn twintig paginas tellende verslag braafjes voorlezen. (Opmerkingen)
We zijn hier allemaal plezant vandaag.
Het voorstel van resolutie betreffende het promoten van slimme en groene voortuigen en een slimme en groene voertuigenindustrie in Vlaanderen is geen losstaande tekst, maar past in een breder debat dat in de commissie Economie is gevoerd over dit onderwerp. Ik zal me hier beperken tot een samenvatting van de bespreking van dit voorstel van resolutie.
Ook het verslag van de hoorzittingen is heel interessant. Ik zal ze u vandaag besparen, maar ik dring erop aan dat u het verslag daarover zelf leest.
In het voorstel van resolutie formuleren de indieners 21 aanbevelingen aan de Vlaamse Regering die de basis moeten vormen van een actieprogramma, een totaalplan, voor een versnelde introductie van groene en slimme voertuigen in Vlaanderen. Voor de commissie is het doel van dit actieplan de verdere ontwikkeling van de groene voertuigenindustrie te stimuleren en de mogelijke bestaande hinderpalen aan te pakken. De aanbevelingen strekken zich uit over een breed gamma aan beleidsdomeinen. Innovatie, energiebevoorrading, mobiliteit, milieufiscaliteit, ruimtelijke ordening, leefmilieu en opleidingsbeleid komen allemaal aan bod.
De commissie Economie is ervan overtuigd dat we door in te zetten op groene voertuigen een aanzienlijke meerwaarde voor de Vlaamse economie kunnen realiseren. De ontwikkeling van een slimme en groene voertuigenindustrie biedt een opportuniteit voor Vlaanderen. De heer Bothuyne wees daarbij onder meer op die hier aanwezige competenties en de sterkte van de automobielsector in Vlaanderen. Via een goede strategie kan deze Vlaamse automobielsector worden versterkt en in de toekomst worden bestendigd. Daarnaast was het voor de heer Bothuyne belangrijk dat het voorstel van resolutie aansluit bij het nieuw industrieel beleid en de andere beleidsplannen van de Vlaamse Regering. Het actieplan zal met andere woorden niet losstaan van andere doelstellingen.
De heer Deckmyn plaatste enkele bedenkingen bij het voorstel van resolutie. Hij miste een verwijzing naar de stijgende energieprijzen. Hij uitte tevens de vrees dat de elektriciteitsproductie niet zal volstaan. De vraag in het voorstel van resolutie naar meer energieautonomie biedt voor de heer Deckmyn dan ook onvoldoende garanties.
Daarnaast waarschuwde hij voor sociale uitsluiting: we mogen mensen niet fiscaal bestraffen omdat ze zich geen nieuwe groene wagens kunnen veroorloven.
Voor de heer Van Malderen biedt een groene en slimme auto-industrie heel wat mogelijkheden. Er is hier sprake van een opportuniteit om via een gerichte innovatie een sterke economische sector te verankeren. Het gaat hier dus niet enkel over meer groene wagens op Vlaamse wegen, maar ook over de uitbouw van een sterke groene industriële sector. Ook de heer Watteeuw sloot zich bij deze overwegingen aan.
De heer Watteeuw legde daarnaast de aandacht op de bredere context: economische ontwikkeling kan en moet in de toekomst nog meer samengaan met aandacht voor milieu en klimaat. De heren Diependaele en Van Malderen onderschreven dit uitgangspunt. Het voorstel van resolutie erkent deze uitdagingen dan ook expliciet. Tijdens de bespreking over de groene voertuigen werd meermaals de aandacht gevraagd voor duurzame energievoorziening.
Ten slotte legde de heer Diependaele de nadruk op een gericht O&O-beleid met voldoende aandacht voor de mogelijke valorisatie van nieuwe technologieën. Ook de andere collegas benadrukten het belang van een slim innovatiebeleid. Het voorstel is voor de heer Diependaele technologieneutraal. Dat wil zeggen dat we ons moeten richten op de meest efficiënte en doeltreffende technologie, zonder nu al bepaalde ontwikkelingen uit te sluiten. Hij antwoordde hiermee ook op een door de heer Deckmyn geuite bekommernis.
Dit voorstel werd aanvankelijk besproken naast het eerdere initiatief van de heer Watteeuw van de Groen!-fractie. Na overleg tussen de verschillende fracties werd een consensustekst voorgelegd. Deze tekst wordt dan ook onderschreven door verschillende fracties vanuit meerderheid en oppositie. Er is met andere woorden een breed draagvlak in dit huis om de ontwikkeling van slimme en groene voortuigen te versnellen. De tekst is dan ook door de commissie aangenomen met acht stemmen voor bij een onthouding. (Applaus)
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, ik zal van op mijn plaats nog even kort zelf het voorstel toelichten. Ik wil immers het geduld van de collegas niet te lang op de proef stellen.
Het klopt dat er een bijna kamerbrede meerderheid is voor dit voorstel van resolutie en dat het over de grenzen van meerderheid en oppositie heen onderschreven en ondertekend is. Het is ook niet zonder belang. Het gaat om de automobielsector, een sector die nog altijd 73.000 werknemers telt. Het gaat ook over een deel van de toekomst van ons energiebeleid, waarbij we inspelen op de noodzaak om de uitstoot van fossiele brandstoffen van onze voertuigen te verminderen.
Daarvoor is een innovatieve aanpak nodig, zoals ook gesteld door de VRWI-regiegroep automotive (Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie) in een advies van een aantal weken geleden. Uiteraard is het zo dat in vele landen initiatieven op dat vlak worden genomen. Maar ook in Vlaanderen werken we daaraan. Denken we maar aan Flanders DRIVE of aan de proeftuin die vorige week nog door de regering is goedgekeurd. Via de ecologiepremie worden ondertussen tientallen investeringsdossiers goedgekeurd voor laadpaalinfrastructuur in Vlaanderen.
Zoals de verslaggever daarnet deskundig heeft uitgelegd, waren er in de commissie een aantal hoorzittingen op basis van het eerste voorstel van resolutie van de collegas van Groen! Uiteindelijk hebben alle partijen in de commissie elkaar gevonden via het voorstel van resolutie, waarin 21 aanbevelingen staan. Het belangrijkste daarbij is uiteraard het feit dat er één geïntegreerd actieprogramma in Vlaanderen moet komen voor de introductie van groene en slimme voertuigen, met concrete en meetbare doelstellingen, waarbij we inzetten op hernieuwbare energie en smart grids, met plaats voor de nieuwe stroomopslagtechnieken bij de groene voertuigen, maar waarbij we ook inzetten op een versterking van het O&O-beleid en inspelen op Europese onderzoeksprogrammas.
Daarnaast moeten we inderdaad de laadpaalinfrastructuur uitbouwen. De overheid moet dat niet zelf doen. We moeten inspelen op het privé-initiatief dat op dat vlak volop speelt. Door een goede standaardisering moeten we ervoor zorgen dat er een universele toegankelijkheid is van die laadpaalinfrastructuur.
Als overheid kunnen we wel een heel belangrijke rol spelen in ons aankoopbeleid. We moeten ervoor zorgen dat we, door zelf groene voertuigen aan te kopen, de marktintroductie van elektrische mobiliteit mee stimuleren. Ook het proces van innovatief aanbesteden kan hierbij een heel belangrijke rol spelen.
Het voorlaatste punt dat ik wil aanstippen, is de vergroening van de verkeersfiscaliteit, die essentieel is bij de introductie van deze nieuwe groene voertuigen op ons wegennet.
De automobielsector heeft een zeer belangrijke plaats in ons industrieel weefsel, en dus ook in ons nieuw industrieel beleid. Daarom hebben we in ons voorstel van resolutie een aantal aanbevelingen opgenomen die inspelen op de transformatie van de sector en de fabrieken, op de noodzaak een aangepaste opleiding te hebben voor technici en ingenieurs en op de noodzaak om grote projecten in de sector financieel te ondersteunen, via het Transformatie Innovatie en Acceleratie Fonds (TINA-Fonds).
Ten slotte is het bijna vanzelfsprekend dat er overleg nodig is tussen de gewesten en de federale overheid om tot een gecoördineerd beleid te komen.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de woorden van de verslaggever, die de bespreking uitmuntend heeft samengevat. Ik wil nogmaals onderstrepen dat we een unieke kans hebben om van dit ruime draagvlak gebruik te maken om de auto-industrie in Vlaanderen te verankeren, door de reeds aanwezige kennis te verankeren. Ik denk dat ook de leefbaarheid van onze verstedelijkte gebieden daar zeker niet onder zal lijden, integendeel.
De heer Diependaele heeft het woord.
Ik sluit me, wat de inhoud betreft, helemaal aan bij het betoog van de voorgaande sprekers, en zeker bij dat van de heer Van Malderen. Met dit voorstel van resolutie hebben we inderdaad een kans om de auto-industrie verder te verankeren in Vlaanderen.
Mevrouw Turan, ik wil ook u bedanken voor het mondelinge verslag. Wel wil ik een heel kleine correctie laten aanbrengen aan het schriftelijke verslag. In de allerlaatste paragraaf ervan staat te lezen: Over het proefproject dat door minister Lieten in Hasselt is opgezet zegt de heer Diependaele nog, dat hij in feite geen kritiek heeft op het project op zich, maar eerder op de procedure die is gevolgd voor de toewijzing van dat project. Die laatste zinsnede klopt niet helemaal: ik had geen kritiek op de procedure zelf, maar wel op het optreden van minister Lieten toen die call openstond bij het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT). Dat is echter maar een detailaanpassing die ik wil doorvoeren met betrekking tot dit voor het overige wereldverbeterend voorstel van resolutie.
Moet er dan iets worden aangepast aan de tekst?
Het ging niet over kritiek op de procedure voor de toewijzing van dat project. Die procedure is immers vastgelegd bij het IWT en dergelijke meer. Die is decretaal bepaald. Daar heb ik geen kritiek op gegeven. Destijds is echter in de plenaire vergadering een debat gevoerd over de steun die minister Lieten, samen met de heer Stevaert, had toegezegd bij Infrax in Limburg. Het was op het optreden van minister Lieten dat ik toen kritiek had, op het ogenblik dat de call bij IWT open stond.
Wat wilt u dan concreet? Wilt u dat het verslag wordt aangepast?
Die laatste zinsnede klopt niet: (...) maar eerder op de procedure die is gevolgd voor de toewijzing van dat project.
Dat verslag is goedgekeurd. Ik veronderstel dat daar niets meer aan kan worden gewijzigd, mevrouw Turan?
Het is voor het eerst dat ik daar iets van hoor. Voorzitter, u zult wel gepast reageren.
Uw opmerking staat alleszins in het verslag, voor uw eigen gemoedsrust.
Dat is voldoende. Dank u wel.
De heer Sabbe heeft het woord.
Ik ben blij dat de opmerking die we hebben gemaakt over dit voorstel, ook is verwerkt. Het gaat namelijk niet alleen over de CO2-uitstoot, maar ook over NOx en fijn stof. Die stoffen zijn schadelijker dan CO2, dat eigenlijk een gas is dat we nodig hebben om te leven. Daarom hebben ook wij ons volmondig achter dit voorstel geschaard.
De heer Watteeuw heeft het woord.
Voorzitter, ik dank de verslaggever. Ik wil ook de heer Bothuyne bedanken, omdat hij het voortouw heeft genomen om te komen tot een voorstel van resolutie dat wordt gesteund door meerdere partijen, nadat mijn fractie zelf een voorstel had ingediend. Dat was een, denk ik, vrij uitvoerig gedocumenteerd voorstel. Hij heeft dat goed omgewerkt.
Mevrouw Turan heeft zeer sterk de nadruk gelegd op de economische kansen, en terecht. Er is echter natuurlijk ook het ecologische. Ik ben zeer blij dat het nu voorliggende voorstel het verband legt tussen een groener en milieuvriendelijker verkeer en hernieuwbare energie.
Ook wil ik de bedenking maken dat elektrische wagens op het vlak van mobiliteit nooit het sluitstuk en de kern kunnen zijn van de duurzaamheidstransitie. Er is op het vlak van mobiliteit meer nodig dan alleen maar elektrische wagens. Ik denk echter dat de andere leden die dit hebben ondertekend, dat erkennen.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Ik wil op mijn beurt de verslaggeefster bedanken. Ze heeft mijn vrees voor bepaalde aspecten van de resolutie zeer goed weergegeven. Ik wil er aanvullend nog op wijzen dat ook nog andere zaken door mij zijn aangegeven, zoals de nodige aandacht die wij in Vlaanderen moeten besteden aan de productie van lithium-ionbatterijen, die nu voornamelijk in Azië gebeurt, en die we nodig zullen hebben voor de auto-industrie en de elektrische voertuigen in Vlaanderen. Voorts is er de belangrijke opmerking, die ik vandaag niet meer gehoord heb, dat ook de besprekingen van deze resolutie en de hoorzittingen hebben uitgewezen dat we nog altijd een probleem hebben met de overlappende bevoegdheden in dit federale land, dat federale en Vlaamse bevoegdheden ook in dit dossier vaak voor problemen zorgen.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie houden.