Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is de algemene bespreking van het voorstel van decreet.
De heer Wienen, verslaggever, heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, de Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media besprak op 17 maart 2011 het voorstel van decreet houdende wijziging van het decreet van 7 mei houdende aanvullende subsidies voor tewerkstelling in de culturele sector. Het voorstel van decreet werd op diezelfde dag toegelicht, besproken en gestemd.
De heer Delva, als eerste indiener, deelt mee dat het decreet van 7 mei 2004 houdende aanvullende subsidies voor tewerkstelling in de culturele sector tot doel had de subsidies voor projecten in het kader van het Derde Arbeidscircuit (DAC) te regulariseren door ze om te zetten in reguliere personeelssubsidies. Hoofdstuk 3 van het voornoemd decreet regelt de toewijzing van die middelen voor DAC aan verschillende sectoren die onder de toepassing vallen van het decreet van 7 mei 2004.
Deze normalisatie van de middelen heeft tot doel de middelen gelijkwaardig te verspreiden over de verschillende sectoren, maar voor het sociaal-cultureel volwassenenwerk moet een dergelijke toewijzing van middelen nog gebeuren. De timing waarbinnen dat moet gebeuren, is bepaald in artikel 16 van het decreet, en is voor het sociaal-cultureel volwassenenwerk vastgelegd op de beleidsperiode 2010-2013.
In de praktijk slaat die aanpassing op de eerstvolgende beleidsperiode, die ten gevolge van de aanpassingen aan het decreet van 4 april 2003 betreffende het sociaal-cultureel volwassenenwerk loopt van 2011 tot en met 2015. Bij die heroriëntering van de huidige toegekende ex-DAC-middelen is het expliciet de bedoeling om, op grond van een objectief herverdelingsmechanisme, de huidige toekenning van middelen voortaan op een meer billijke manier te spreiden over alle erkende en gesubsidieerde sociaal-culturele organisaties uit het volwassenenwerk.
Het decreet van 7 mei 2004 bepaalt dat de Vlaamse Regering de parameters en regels vastlegt met betrekking tot de herverdeling voor de betrokken sectoren. Deze parameters en regels moeten minstens twee jaar voordien worden vastgesteld en bekendgemaakt.
Om de herverdeling en toewijzing vooralsnog in de lopende beleidsperiode 2011-2015 te kunnen starten, is een onverwijlde toepassing van het te nemen besluit van de Vlaamse Regering noodzakelijk. Het was de bedoeling om met deze nieuwe regeling van start te kunnen gaan op 1 januari 2011. Door een gebrek aan middelen werd deze datum echter verschoven naar 1 januari 2012. Normaal gezien kan de verdeling en toewijzing van de middelen echter pas plaatsvinden twee jaar na de vaststelling van de objectieve parameters en regels. Om deze verdeling op 1 januari 2012 alsnog te kunnen realiseren, is daarom een aanpassing nodig van het oorspronkelijke decreet. Dat is de aanpassing die nu voorligt.
De heer Delva wenst de sector van het sociaal-cultureel volwassenenwerk uitdrukkelijk te danken voor de wijze waarop ze de herverdeling van de ex-DAC-middelen heeft aanvaard.
Een heel boeiende discussie is er niet gevolgd op dit uitmuntende voorstel van decreet. De heer Bart Caron heeft in het verleden reeds betreurd dat het uitvoeringsbesluit niet tijdig kon worden opgesteld door de Vlaamse Regering. Hij is wel opgetogen dat er nu eindelijk een regeling en een akkoord is over de herverdeling van de middelen. Dat was de reden waarom de heer Caron dit voorstel van decreet wilde steunen.
De heer Dehandschutter en mevrouw Idrissi sluiten zich hierbij aan. Zij danken de sector voor het gevonden akkoord.
Uiteindelijk werden de artikelen en het geheel van het voorstel van decreet aangenomen met negen stemmen voor, dus met unanimiteit. (Applaus)
De heer Delva heeft het woord.
Ik dank de verslaggever voor zijn volledig verslag.
Ik voeg er ook aan toe dat de sector vragende partij was om dit akkoord in werking te zien treden vanaf 2012. Met deze decretale stap komen we tegemoet aan de verzuchting van de sector zelf.
De heer Dehandschutter heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de woorden van de heer Delva.
De heer Caron heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de voorgaande sprekers.
Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Ook ik sluit me aan bij de wijze woorden van de heer Delva.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Ik wil de verslaggever en de leden van de commissie bedanken.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2010-11, nr. 971/1)
De artikelen 1 en 2 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.