Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, vanmorgen hebben wellicht meerdere Vlamingen zich verslikt in hun koffie toen ze de kaart zagen met de nieuwe Vlaamse provincies. Zeventien gemeenten zouden worden getransfereerd naar een andere provincie. Ik wil het niet dramatiseren, maar ik had meteen toch drie telefoontjes van inwoners uit Halen en Tessenderlo die vroegen of hun gemeente zou worden getransfereerd naar Vlaams-Brabant.
Als het gaat over toekomstige overheidstructuren, minister, dan moet men die bekijken met een open blik en met weinig taboes. Men moet er ook voor zorgen dat het beeld niet negatiever is dan wat men wil veranderen.
Maar het blijkt allemaal om te lachen te zijn. Want ondertussen heb ik vernomen dat het gaat over een luchtkasteel. De plannen zouden verticaal geklasseerd zijn.
Minister, ik blijf dan toch met een belangrijke vraag zitten. Waar komt dat idee vandaan? Want het is zeer gedetailleerd en minutieus uitgewerkt. Dat komt toch niet zomaar uit de lucht vallen? Er werd een link gelegd naar de Vlaamse Adviesraad voor Bestuurzaken (VLABEST). De voorzitter ervan, de heer Matthijs, neemt echter afstand van het feit dat men in zijn richting wijst.
Waar komt dat uitgewerkt idee dan vandaan? Heeft dat ook niet te maken met het feit dat u de provincies wel heel lang op hun honger laat zitten over hun toekomst? De onzekerheid die vandaag heerst, geeft inderdaad misschien wel aanleiding tot luchtkastelen en onrust. Dat is niet goed, vooral niet voor de geloofwaardigheid van de politieke klasse.
Dus, wat is nu eigenlijk het statuut? Vanwaar komt dat document? Wanneer krijgen die provinciebesturen duidelijkheid over hun toekomst?
Minister Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Keulen, er is geen advies van VLABEST, laat staan dat daarover een vraag zou zijn gesteld door de minister van Binnenlands Bestuur of door de Vlaamse Regering.
Wat is er gebeurd? Een lid van die adviesraad heeft een punt op de agenda willen zetten van die adviesraad, met name dit kaartje met een lijst van gemeenten. De adviesraad heeft dit niet eens willen bespreken, maar heeft dit punt afgevoerd en gezegd dat het niet aan de orde kwam. Hij heeft daar niets over beslist, maar heeft het integendeel verworpen.
Vervolgens heeft iemand er zich mee geamuseerd dit kaartje te lekken, waardoor het in het nieuws gekomen is. Niet-nieuws is nieuws geworden. Mensen worden verontrust, bellen u en mij op. Het komt in de media en ik krijg voortdurend vragen vanuit de media. Ik citeer Frank Deboosere die vanmorgen op Studio Brussel zei: Als er iemand in Parijs een scheet laat, dan gaat dat ook de hele wereld rond.
Dan had men dat misschien ook meteen duidelijk moeten communiceren. Het heeft toch heel wat onrust veroorzaakt. Maar vooral, minister, laat u mij en heel wat collegas, niet alleen in dit parlement, maar in heel Vlaanderen, op onze honger blijven wat de interne staatshervorming betreft.
Wanneer vervelt dat groenboek tot een witboek? Wanneer weten die provinciebesturen, regiobesturen of hoe u dat intermediair niveau ook zult noemen, waar ze aan toe zijn en wat precies hun rol is? Wat zal de samenstelling zijn op het vlak van het territorium dat ze bestrijken, wat zijn hun taken en opdrachten? Wanneer zult u daarover klare wijn schenken?
Het geduld werd lang genoeg op de proef gesteld. Niet alleen de oppositie, maar ook de meerderheid en zeker de betrokken besturen, de gemeenten en provincies, mogen nu eindelijk wel weten waar ze aan toe zijn wat de toekomst betreft die u, als minister van Binnenlands Bestuur, hen toebedeeld.
De heer Kennes heeft het woord.
Het is duidelijk een losse flodder. U hebt duidelijk gemaakt dat we er niet te veel tijd aan moeten besteden. Ik onderschrijf wel de vraag van de heer Keulen dat de provincies duidelijkheid willen over hun rol. Dat debat is momenteel volop aan de gang in de commissie. De provincies hebben het recht om daar binnenkort duidelijkheid over te krijgen.
Persoonlijk zou ik mij willen aansluiten bij de stelling van de eerste deputé van de provincie Antwerpen, de heer Ludo Helsen. Hij zegt dat het, op een ander moment en in een andere context, zeker de moeite waard zou zijn na te denken over een provincie Kempen.
De heer De Loor heeft het woord.
Mijnheer Keulen, ik kan zelfs een antwoord geven op uw vragen. Daarvoor hoef ik niet te wachten op het antwoord van de minister. Ik haal die informatie uit de commissie. Vorige week heeft minister Bourgeois in de commissie toelichting gegeven bij de stand van zaken van de interne staatshervorming. Het verwonderde me al om deze vraag te zien over het zogenaamde advies van VLABEST over de hertekening van de provinciegrenzen. De heer Kennes heeft het goed verwoord door te stellen dat het een losse flodder betreft. Ik wil oproepen om ons niet te laten opjagen door allerlei signalen die de wereld worden ingestuurd.
De heer Reekmans heeft het woord.
Als je dat las in de krant, leek het dat de provinciale lobby bezig was om het debat in gang te zetten voor meer provincies in plaats van minder, minister. U zegt dat het ging over een lek en dat er niets aan de hand is. Vandaag voeren we het debat over het grapje van meer provincies. Te gelegener tijd komt u in de commissie inderdaad een beetje uitleg geven over de interne staatshervorming. Maar de timing om na 180 jaar eindelijk die provinciale structuren af te schaffen, of ten minste te vereenvoudigen, is mij nog altijd niet duidelijk. Ik hoop vandaag van u eens te vernemen wanneer we eindelijk mogen verwachten dat de provincies worden hervormd, en wat ons betreft liefst worden afgeschaft.
De heer Caron heeft het woord.
Minister, vreemd genoeg denk ik dat dit incident meer zegt over de kwaliteit van onze pers dan over de grond van de zaak. Dat betreur ik.
Minister, de discussie mag en moet worden gevoerd. Het is een losse flodder. We doen dat in de commissie, daar ben ik blij om. De methodiek van groen- en witboeken is interessant. Ik ben het niet altijd met u eens, maar u voert het debat met open vizier en dat kan ik waarderen. Ik vind het ook jammer dat er onzekerheid is voor de provincies, maar de discussie is belangrijk genoeg. U hebt een timing gegeven en een deadline. Ik hoop dat er tegen dan een wetboek komt en een verdere lijn. Zo hoort bestuur te gebeuren en niet zoals het in de kranten naar voren wordt gebracht.
Ik ben het eens met de heer Caron. Mijnheer Keulen, u vraagt waarom er geen communicatie is geweest om dat tegen te spreken. Ik doe al de hele dag niets anders. Het baat niet om tegen de media te zeggen dat er niets van aan is. Dit leidt een eigen leven. En dan zit je hier met dit soort vragen.
U koppelt er nog, tot mijn grote verbazing, een andere vraag aan. Ik neem aan dat u toch door uw fractie op de hoogte wordt gehouden. Vorige dinsdag hebben wij drie uur lang in volle openheid gedebatteerd. Het ging trouwens ook over het voorstel van uw fractie, van de heer van Rouveroij. Er zijn afspraken gemaakt. Iedereen weet wat de timing en de aanpak zijn.
U stookt nu ook onrust, mijnheer Keulen. Wanneer gaan de provincies eindelijk weten waar ze aan toe zijn, werpt u op. Wij zijn bezig aan het traject, in volle openheid, met een groenboek en een witboek, met veel tussenstappen, met consultatie van en in dialoog met de provincies en met de VVSG. Dit doen we bovendien in een niet gemakkelijke dialoog met het parlement, ik geef dat toe. Dit is een risicovolle onderneming, maar we doen het.
Zeg nu alstublieft niet dat de afschaffing van de provincie aan de orde is of de hertekening van de grenzen van de provincie. Dat staat in geen enkel document, ook niet in het regeerakkoord. Als men niet-nieuws opklopt en er conclusies aan vastknoopt, kom je tot dit soort non-debatten.
Collegas, ik kan enkel zeggen wat ik in de commissie heb gebracht. Ik ga niet alles herhalen. Dat was een goed en sereen debat, een goede dialoog in feite. Mijnheer Keulen, ook de oppositie, ook uw partij, was tevreden met het verloop. We hebben goede afspraken gemaakt. Dat is ook publiekelijk geuit. We zijn dus bezig met een oefening in overleg. We hebben ook een timing. Kom dus niet vragen, met alle respect, om hier binnen het tijdspad van een actuele vraag heel dat debat, dat meer dan drie uur heeft geduurd, over te doen.
Voorzitter, minister, ik kan me niet van de indruk ontdoen dat als de term interne staatshervorming valt in gesprekken met uw coalitiepartners CD&V en sp.a, de meest neutrale reactie vaak een schouderophalen is. Ik hoor er weinig constructiefs over.
Als het u vandaag de hele dag bezighoudt, dan geeft het ook aan dat in de meerderheid en dan vooral in de provincies en gemeenten, niet iedereen op dezelfde golflengte zit. Ik denk dat u nog een tandje moet bijsteken om ook uw meerderheid overtuigd te krijgen om het mee uit te dragen en te verdedigen. Dat laatste doen ze dus niet.
Het incident is gesloten.