Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Vandaele heeft het woord.
Dank u voorzitter. Minister-president, gisteren gaf u samen met uw collega, minister Lieten, het startschot voor het innovatieplatform Virtueel Vlaanderen. We weten dat het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen (AGIV) al een paar jaar werkt met beelddatabanken, samengesteld via mobile mapping van rondrijdende voertuigen die beelden maken op straatniveau. U biedt nu aan om op basis daarvan samen met bedrijven en kennisinstellingen zaken te ontwikkelen zoals routeplanning of het aanmaken van kaarten. In uw persbericht stelt u dat een en ander de basis kan vormen voor een volledig interactief 3D Vlaanderen. U voegt er zelfs aan toe dat het onder meer nuttig kan zijn voor het beheer van overstromingsgebieden.
De oudste gegevens uit mobile mapping zijn twee jaar oud. Dat gaat nog. Het materiaal waarover AGIV beschikt voor het andere onderdeel, de hoogtemetingen, is echter al bijna tien jaar oud. We weten allemaal dat er in tien jaar tijd heel wat extra gebouwen bij zijn gekomen en extra verhardingen. Ook de technologie is enorm aangepast in die tien jaar. Toen had men rasters van 4 vierkante meter waarbinnen men één meetpunt had. Nu heeft men per vierkante meter tientallen meetpunten via lasermetingen vanuit de lucht. Ook Nederland gebruikt de nieuwe technologie. Er is in Vlaanderen een proefproject geweest in de stadskern van Gent om die technologie al eens uit te proberen. Dat bericht zat naar ik meen ook bij uw persmededeling.
Minister-president, mijns inziens kunt u onmogelijk in de richting gaan van een interactieve 3D-databank voor Vlaanderen zonder de hoogtemetingen die tien jaar geleden werden uitgevoerd, te actualiseren. U hebt gisteren a gezegd, zegt u vandaag ook b? Hebt u plannen om aan AGIV de opdracht te geven om via nieuwe vluchten nieuwe lasermetingen te laten doen met het oog op de actualisering van de tien jaar oude hoogtemetingen? Gaat u ook de streetview, de mobile mapping die twee jaar oud is, in één moeite actualiseren?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, dames en heren, mijnheer Vandaele, ik kan vrij kort zijn. Het is juist dat ik samen met minister Lieten een persbericht de wereld heb ingestuurd naar aanleiding van het startschot van het innovatieplatform Visueel Vlaanderen. Ik ga ervan uit dat u samen met ons blij bent om vooruit te kunnen blikken en te hopen op een 3D Vlaanderen, een heel mooi en innovatief initiatief waar we de nodige inspanningen voor doen.
Wanneer we dat 3D Vlaanderen realiseren, moeten we natuurlijk alle gegevens kunnen putten uit het grootschalig referentiebestand. Dat is zonneklaar. We zijn er volop mee bezig om het volledig rond te krijgen. Het is iets dat al een aantal jaren geleden werd gestart.
U hebt gelijk dat er om die 3D mooi in kaart te brengen, ook nood is aan hoogtegegevens.
De heer Vandaele heeft terecht gesteld dat de hoogtegegevens tien jaar oud zijn. Het digitaal hoogtemodel is tien jaar oud. Volgens de heer Vandaele moet iemand die a zegt ook b zeggen. Wel, ik zeg b. (Gelach)
Concreet betekent dit dat het AGIV op zeer korte termijn een studie zal uitvoeren om na te gaan in welke tijdspanne en voor welk budget een update tot stand kan worden gebracht. We hebben die stap al gezet. Het AGIV zal de nodige initiatieven nemen om de exacte hoogtegegevens te kunnen invoeren.
De heer Vandaele heeft al aangehaald dat in Gent een proefproject is uitgevoerd. Dat proefproject heeft mooie resultaten opgeleverd. Gent is al in 3D geplaatst. De rest moet nog even wachten. Het is immers belangrijk de hoogte in rekening te brengen. We zullen hier op korte termijn naar kijken. De tien jaar oude gegevens zullen worden geactualiseerd.
Gisteren hebben de Verenigde Commissies voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed en voor Mobiliteit en Openbare Werken de hoorzittingen afgerond. Dit is een van de redenen waarom ik vandaag deze actuele vraag wil stellen.
In zijn persbericht verwijst de minister-president uitdrukkelijk naar de waterproblematiek. Tijdens de hoorzittingen hebben we een paar keer informatie over de voorspellingsmodellen gekregen. Het gaat dan om de overstromingsvoorspellers van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) voor de onbevaarbare waterlopen en van de waterbouwkundig laboratorium voor de bevaarbare waterlopen. Daar is telkens met lof over gesproken. De kaarten van de overstromingsgevoelige gebieden worden aangepast. Hoewel hier tijdens de vergaderingen van de verenigde commissies met geen woord over is gerept, moeten we beseffen dat de basisgegevens van die voorspellingsmodellen gebaseerd zijn op het materiaal dat het AGIV tien jaar geleden heeft verzameld. Ik zou ook vanuit die invalshoek op het belang van dit project willen wijzen.
De heer Sabbe heeft het woord.
Voorzitter, we hebben een hoogtemodel voor overstromingsgebieden nodig. Dat lijkt me tot de overheidstaken te behoren. Daarnaast kunnen we ons de vraag stellen of het aangewezen is overheids- of belastinggeld aan te wenden om iets te doen wat even goed door middel van een privaat initiatief kan gebeuren. Het gaat immers niet enkel om de functionaliteit in verband met overstromingsgebieden. Moeten we daarnaast nog schaarse overheidsmiddelen besteden? Is dit een roeping? Is dit een overheidstaak? Uiteindelijk stellen we op deze manier een bijkomende service ter beschikking van de mensen die daar eventueel in geïnteresseerd zijn. De vraag is of we dit werk niet beter laten verrichten door de private sector, op vraag van de private bedrijven die deze informatie nodig hebben.
Ook in het Vlaams Parlement zijn er blijkbaar verschillende meningen. Volgens de enen hebben we dit nodig voor de overstromingen en moet de overheid dit materiaal zo snel mogelijk leveren. Volgens de anderen moet de overheid hier niet voor zorgen en moet de private sector hiervoor instaan.
Mijnheer Sabbe, ik sta altijd open voor private initiatieven, zeker indien we er dan geen geld in moeten steken. Wat de hoogtemeting en de actualisering van de hoogtegegevens betreft, kan ik me echter voorstellen dat niet veel private ondernemingen staan te springen om dit uit te voeren. Indien u dergelijke bedrijven kent, mag u dat altijd meedelen.
Ik wil het nog even over de toepassingen hebben. Dit materiaal kan niet enkel in het licht van de overstromingsproblematiek worden gebruikt. Een 3D Vlaanderen biedt allerlei mogelijkheden, bijvoorbeeld op het vlak van gps. We zouden dit ten dienste kunnen stellen van privébedrijven die er dan hun gading in kunnen vinden.
Mijnheer Sabbe, indien u voorstellen hebt van bedrijven die hiervoor willen zorgen, mag u me dat altijd laten weten. Dat is geen enkel probleem. Ik zal de eerste zijn om die bedrijven te ontvangen.
Mijnheer Sabbe, ik heb toch het gevoel dat dit de private sector enigszins overstijgt. Het Geografisch Informatiesysteem (GIS) heeft vele lagen. Het gaat dan onder meer om gegevens uit het kadaster of om gegevens in verband met de bodem. Een punt waarop eventueel wel met de private sector kan worden samengewerkt, betreft bijvoorbeeld het karteren van de nutsvoorzieningen. We herinneren ons allemaal de ramp in Gellingen. Op bepaalde punten is een samenwerking met de private sector misschien mogelijk. Het blijft echter een kerntaak van de overheid dergelijke gegevens te verzamelen en op elkaar af te stemmen.
Het incident is gesloten.